Organisatie | Bergen (L) |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Handhavings- en sanctiestrategie Drank- en Horecawet gemeente Bergen |
Citeertitel | Handhavings- en sanctiestrategie Drank- en Horecawet gemeente Bergen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-11-2022 | nieuwe regeling | 29-12-2013 |
1. Achtergronden en uitgangspunten
1.1 Aanleiding en doelstelling
Sinds 1 januari 2013 is het pakket aan toezichts- en handhavingstaken voor de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders behoorlijk uitgebreid door de herziening van de Drank en Horecawet. Voor het gemeentebestuur respectievelijk de burgemeester geldt er een beginselplicht om de bij en krachtens deze wet gestelde voorschriften te handhaven.
Deze nota beschrijft de Handhavings- en Sanctiestrategie Drank- en Horecawet (hierna: handhavings- en sanctiestrategie) die door de gemeente Bergen wordt toegepast om geconstateerde overtredingen van de Drank- en Horecawet tijdens een controle te doen opheffen en herhaling ervan te doen voorkomen. De handhavings- en sanctiestrategie beschrijft de methode of de werkwijze waarmee de toezichthouder de uiteindelijk toe te passen maatregel vaststelt, gekoppeld aan de ernst van overtredingen en de risico’s die hieraan verbonden zijn.
1.2 Uitgangspunten handhavend optreden
Bij het constateren van overtredingen van wet- en regelgeving wordt als algemeen uitgangspunt gehanteerd dat er tegen overtredingen wordt opgetreden. Dit uiteraard voor zover de wettelijke bevoegdheden en de prioriteitenstelling van de handhavingpartners dit toelaten.
Daarnaast worden in deze nota de volgende uitgangspunten gehanteerd:
Bij elke overtreding dient een afweging gemaakt te worden of de maatregel die wordt voorgeschreven in de Sanctietabel (Bijlage 1) passend is. Het is een vereiste dat er maatwerk wordt geleverd bij elke geconstateerde overtreding. Hierbij moet ook meegenomen worden of alleen bestuursrechtelijk of tevens strafrechtelijk dient te worden opgetreden. Er dient dus maatwerk geleverd te worden. Dit maatwerk kan in samenwerking gaan met de overtreder door middel van onder andere overleg en herstel periodes. Bij het beoordelen van een overtreding en het bepalen van de juiste maatregel wordt rekening gehouden met:
De toezichthouder heeft de taak om bij (een) geconstateerde overtreding(en) de ernst van de overtreding(en) te beoordelen in het licht van de totale bedrijfsvoering in de gecontroleerde onderneming. Deze beoordeling doet de toezichthouder op basis van zijn technisch inhoudelijke kennis, zijn kennis van de op bedoeld feit van toepassing zijnde wettelijke voorschriften en zijn kennis van de handhavings- en sanctiestrategie. De volgende werkwijze, opgenomen in de bijlage ‘Toezichtcirkel’, dient door de toezichthouder gevolgd te worden als algemene procedure ter beoordeling van overtredingen/afwijkingen tijdens controle(s).
De toezichthouder verzamelt op basis van zijn kennis van zaken relevante feiten en omstandigheden en onderscheid feiten en omstandigheden. (stap 2). Feiten zijn daden, handelingen e.d. die werkelijk plaatsgevonden hebben. Omstandigheden zijn bijzonderheden die verband houden met de vastgestelde feiten. Hij vraagt door bij ‘open norm situaties; is het voorschrift bekend bij de gecontroleerde, past deze het toe, wordt er controle op uitgeoefend en wordt er registratie bijgehouden. Wordt het doel van het voorschrift bereikt;
De toezichthouder beoordeelt de tekortkomingen en bepaalt of er wel of geen overtreding is van de wettelijke voorschriften. Indien het geen overtreding is, dan zijn de verzamelde feiten overeenkomstig het wettelijk voorschrift. Indien het wel een overtreding is, destilleert de toezichthouder de beboetbare/strafbare feiten (stap 3);
Als er sprake is van een overtreding van wettelijke voorschriften, bepaalt de toezichthouder de ‘status’ van de overtreding op basis van de ernst van deze overtreding; hij maakt op basis van de handhavings- en sanctiestrategie de afweging of het een categorie1, 2 of 3 overtreding betreft. Hij maakt daarbij gebruik van de definities van overtredingen uit de handhavings- en sanctiestrategie, de beschrijving van de overtredingen met bijbehorende sanctie en of het een incidentele of structurele afwijking betreft; waar nodig stemt de toezichthouder af met zijn collega of leidinggevende (stap 4);
De toezichthouder hanteert de stappenplannen van de handhavings- en sanctiestrategie (zie hoofdstuk 3) en stelt vast welke corrigerende en/of sanctionerende maatregel(en) de meest geschikte is op basis van zijn oordeel over: de status van de overtreding, de verwijtbaarheid, recidive/onwil, economisch voordeel en de voorgeschiedenis. Indien op basis van de verzamelde omstandigheden er redenen zijn om af te wijken van de vastgestelde handhavings- en sanctiestrategie kan de toezichthouder (zo nodig in overleg met de leidinggevende) gemotiveerd en beargumenteerd afwijken van de vastgestelde handhavings- en sanctiestrategie. De toezichthouder rapporteert c.q. past die maatregel(en) toe die nodig is/zijn en maakt afspraken over de termijn van opheffen van de overtreding. (stap 5 );
3. Handhavings- en Sanctiestrategie Drank- en Horecawet
Het handhavingsbeleid strekt ertoe om zowel herstel- als bestraffende sancties op te leggen in het geval dat overtredingen van de regels van de Drank- en horecawet worden gesignaleerd. In het navolgende wordt bericht welke stappen er gezet dienen te worden om tot het opleggen van de sancties over te gaan zoals deze in bijlage 1 beschreven zijn.
Wanneer overtredingen worden gesignaleerd van regels die bij of krachtens de Drank- en Horecawet zijn gesteld zijn dient via het volgende stappenplan gewerkt te worden om herstelsancties op te leggen.
De keuze voor drie stappen is ingegeven door het inzicht dat enerzijds een overtreder de ruimte dient te krijgen zijn gedrag aan te passen en maatregelen moet kunnen nemen. Anderzijds mag het handhavingstraject niet onevenredig lang worden met het gevaar dat er onvoldoende zicht is op het beëindigen van de illegale situatie.
Mondeling contact en eerste aanschrijving (sommatiebrief)
De overtreder wordt door middel van een brief op de overtreding gewezen en krijgt de mogelijkheid om binnen een gestelde termijn de overtreding te beëindigen en eventuele schade te herstellen. In alle gevallen dient vóór het versturen van de eerste brief mondeling contact gezocht te worden om de overtreder in kennis te stellen van de actie die vanuit de gemeente geïnitieerd zal worden naar aanleiding van de bevindingen. Wanneer tijdens dit mondelinge contact goede afspraken gemaakt kunnen worden over de beëindiging van de overtreding kan ervoor gekozen worden om het versturen van de sommatiebrief achterwege te laten. Het achterwege laten van de sommatiebrief dient echter uitzondering te vormen om vertragingstactieken de kop in te drukken en geen misverstanden te laten bestaan over datgeen wat concreet gevorderd wordt.1 Mensen wordt vooraf medegedeeld dat ze deze brief kunnen verwachten en waarom deze gestuurd wordt.
Hercontrole en vooraanschrijving zienswijze
Als geconstateerd wordt dat aan het eerste schrijven geen gehoor is gegeven, wordt naar de overtreder een bestuurlijke waarschuwing verstuurd met een nieuwe termijn. Daarbij wordt duidelijk gemaakt welke sancties de gemeente open staan om de overtreding te beëindigen en eventuele schade te herstellen.
Oplegging en uitvoering bestuursrechtelijke beschikking
Als ook de bestuurlijke waarschuwing niet tot het gewenste resultaat heeft geleid, legt de gemeente conform de procedure van de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb-procedure) een handhavingsbeschikking op. Na het verstrijken van de termijn in deze beschikking worden de aangekondigde sancties geëffectueerd.
Van het 3-stappentraject kan in de volgende situaties worden afgeweken:
In dat geval zijn dit de twee stappen:
Van het 2 en 3-stappentraject kan in de volgende situaties worden afgeweken:
De overtreding heeft betrekking op een situatie met acuut gevaar voor de volksgezondheid, grove veronachtzaming veiligheidsvoorschriften of dreigende onomkeerbare schade voor landschap of milieu. In deze situatie wordt direct een handhavingsbeschikking opgelegd zonder of met een zeer korte termijn voor herstel. Van deze situatie wordt direct de politie op de hoogte gesteld zodat zij kan overwegen strafrechtelijk op te treden.
In dat geval is dit de enige stap:
In principe komen alleen overtredingen van de categorieën 1 en 2 voor dit 1-staptraject in aanmerking. Dit traject ligt met name bij de volgende overtredingen voor de hand:
Omdat wettelijke voorschriften (gelet op de verplicht te zetten stappen in voornoemde stappenplannen) er vaak aan in de weg staan om een lik-op-stuk-beleid te kunnen voeren door alleen gebruik te maken van herstelsancties heeft de Drank- en horecawet ook de mogelijkheid geopend om door middel van het opleggen van een bestuurlijke boete (bestraffende sanctie) tegen overtredingen op te treden.
Op het schema van bijlage 1 zijn de mogelijkheden om overtredingen bestuurlijk te beboeten in een aparte kolom beschreven. Bij het opleggen van een bestuurlijke boete dient er rekening gehouden te worden met verhoging van de genoemde bestuurlijke boetebedragen in verband met recidive (zie hiervoor het Besluit Bestuurlijke boete Drank- en Horecawet).
Het is aan de beoordelingsvrijheid van de toezichthouder om na het constateren van een overtreding over te gaan tot het opleggen van de bestuurlijke boete. Bestuurlijke boetes mogen ook worden opgelegd voordat besloten is tot het opleggen van een herstelsanctie. Het is aan de discretie van de ervaren toezichthouder overgelaten wanneer hiertoe overgegaan wordt. De toezichthouder zal de ernst en de omvang van de overtreding bij zijn beslissing mee dienen te wegen.
In bepaalde gevallen kan, gelet op artikel 44a, derde lid, aanhef onder a en b van de Drank- en Horecawet geen bestuurlijke boete worden opgelegd, maar dient er te worden gekozen voor strafrechtelijke handhaving, zoals is vastgelegd in de Richtlijn voor strafvordering Drank- en Horecawet van het Openbaar Ministerie. Dit betreft de volgende gevallen:
De bedragen van de bestuurlijke boete zoals deze in Bijlage 1 zijn opgenomen zijn afkomstig uit de Bijlage bij het besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet, zoals bedoeld in artikel 44a lid 1 van de Drank- en Horecawet. De categorieën A, B en C zoals genoemd in deze bijlage komen overeen met Richtlijn voor strafvordering Drank- en Horecawet van het Openbaar Ministerie. Categorie D wordt niet afgedaan met een bestuurlijke boete, maar via het strafrecht.
4. Aandachtspunten inhoud sanctiebesluiten
Bij de redactie van een last onder dwangsom dienen ten minste de volgende uitgangspunten in acht genomen te worden:
Bij veel overtredingen is uitgegaan van een dwangsom per m2. Het aantal m2’s wordt berekend aan de hand van de oppervlakte van de lokaliteiten in het horeca- dan wel slijtersbedrijf dan wel de verkoopruimte van een andersoortig bedrijf (bijvoorbeeld supermarkt). Het terras behoort ook tot het horecabedrijf. Deze oppervlaktes zijn onder andere terug te vinden in de Drank- en Horecavergunning.
4.2 Concreet zicht op legalisatie
De ondernemer wordt in het voornemen de kans geboden om een vergunning aan te vragen en/of de aanvraagprocedure af te wachten (legalisatie) (gedurende deze procedure is het bedrijf dus open) onder voorwaarde dat:
Bij het voornemen wordt daarom - voor zover al niet in het bezit van de ondernemer c.q. al aangevraagd - tevens een set aanvraagformulieren meegezonden.
4.3 Strengere maatregelen bij hotspots
Een ‘hotspot’ is een gelegenheid waar alcohol verkocht wordt en waar jeugd te verwachten is. De handhavings- en sanctiestrategie met betrekking tot een hotspot is volledig uitgewerkt in Bijlage 3. Gezien de grondslag van de Drank- en Horecawet, namelijk het terugdringen van alcoholgebruik onder jongeren, wordt hierin strenger opgetreden. Er wordt sneller overgegaan tot het opleggen van een sanctionerende maatregel bij een Hotspot.
Als uitgangspunt geldt: “Wie A zegt, moet ook B zeggen”! Zodoende zal een eenmaal opgestart handhavingstraject ook moeten worden afgerond. Het handhavend optreden door gemeente, politie en het Openbaar Ministerie (OM) moet immers effectief en geloofwaardig zijn. Anders wordt de Handhavings- en Sanctiestrategie Drank- en Horecawet een papieren tijger en zal het naleefgedrag afnemen.
Elke overtreding dient dus in beginsel te leiden tot handhavend optreden. Uiteraard indien en voor zover de partners daartoe bevoegd zijn en voor zover hun prioriteitenstelling daarmee strookt.
De opgelegde bestuurs- en strafrechtelijke maatregelen dienen daadwerkelijk ten uitvoer te worden gelegd. Dit betekent het daadwerkelijk invorderen van de verbeurde dwangsommen en het effectueren van de bestuursdwang. Voor het daarnaast toepassen van bestuursrechtelijke sancties dient naar de wettelijke mogelijke samenloop van sancties gekeken te worden (o.a. Algemene wet bestuursrecht en Drank- en Horecawet).
De hoogte van de dwangsom dient proportioneel te zijn (in redelijke verhouding te staan) tot de zwaarte van het geschonden belang en de beoogde werking van de dwangsomoplegging.
Voor het bepalen van de dwangsom kunnen bijvoorbeeld de kosten voor het ongedaan maken van de overtreding(en) als uitgangspunt worden genomen. De daardoor verkregen hoogte van de dwangsom mag in het kader van de beoogde werking worden verhoogd met een “toeslag”, bijvoorbeeld van 25%. Dit is volgens jurisprudentie toegestaan. De dwangsom mag immers niet worden gezien als een afkoopsom. Om die reden en om de beoogde werking van de dwangsomoplegging veilig te stellen, mag de dwangsom hoger zijn dan het bedrag voor het ongedaan maken van de overtreding.
Het opleggen van maatregelen is geen doel op zich. Maatregelen zijn in eerste instantie bedoeld als pressiemiddel om de overtredingen ongedaan te maken. Ook gaat er van het hebben van maatregelen een preventieve werking uit. Blijft een ondernemer of burger echter volharden in zijn overtreding, dan wordt de maatregel ook daadwerkelijk toegepast of uitgevoerd.
Ook bij het inzetten van een last onder bestuursdwang dient de zwaarte van de dwangmaatregel in proportie te staan tot de aard, de gevaarzetting en de urgentie van de overtreding.
Als de maatregel is gericht op een tijdelijke sluiting van een bedrijf, dan dient zowel de sluiting zelf, als de duur van de sluiting in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van de overtreding.
Zoals eerder gesteld, kan er in specifieke situaties worden afgeweken van de in deze handhavings- en sanctiestrategie voorgestelde maatregelen en termijnen. Hierbij is artikel 4:84 Awb van belang. Het bestuursorgaan handelt namelijk overeenkomstig de handhavings- en sanctiestrategie, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de handhavings- en sanctiestrategie te dienen doelen. Geadviseerd wordt wel om de motivatie voor het afwijken in het besluit op te nemen. Enerzijds doet dit recht aan de transparantie van de handhaving en anderzijds wordt daarmee een motiveringsgebrek voorkomen in bezwaar- en beroepzaken.
Bijlage 1: Sanctietabel behorend bij Handhavings- en Sanctiestrategie Drank- en Horecawet gemeente Bergen
Het rapport waarin overtredingen worden vastgelegd. Overtredingen van de Drank- en Horecawet worden over het algemeen niet strafrechtelijk, maar bestuursrechtelijk afgehandeld. De bevoegde toezichthoudende ambtenaren kunnen een boeterapport opmaken, indien de betreffende regelgeving daarin voorziet. Het boeterapport wordt opgesteld voor het opleggen van een bestuurlijke boete.
Categorisering naar ernst van overtreding
Overtredingen zijn ingedeeld in drie categorieën naar ernst van de overtreding, namelijk: categorie 1 (ernstige overtreding), categorie 2 (overtreding), categorie 3 (geringe overtreding).
Categorie 1 (ernstige overtreding)
Een categorie 1 overtreding is een handeling of gedraging in strijd met de daarop van toepassing zijnde wettelijke voorschriften en normen met een zodanig karakter, dat er sprake is van een acuut gevaar voor:
Een categorie 2 overtreding is een handeling of gedraging in strijd met de daarop van toepassing zijnde wettelijke voorschriften en normen met een zodanig karakter, dat er weliswaar geen sprake is van een categorie 1 overtreding. Echter dat de handeling of gedraging dusdanig ongewenst is dat herhaling van de overtreding moet worden voorkomen, mede ter voorkoming van het ontstaan van een categorie 1 overtreding.
Categorie 3 (geringe overtreding)
Handelingen of gedragingen die niet in overeenstemming zijn met de wettelijke voorschriften en normen, maar welke niet (ook niet bij herhaalde handeling of gedrag) leiden tot een categorie 1 of 2 overtreding. Dit zijn bijvoorbeeld administratieve vereisten, signaleringen en gedragingen.
Het toezicht houden op de naleving van wettelijke voorschriften en het opsporen van overtredingen van wettelijke voorschriften.
Het tijdens een (her)controle opnieuw vaststellen van een zelfde of soortgelijke overtreding, waarvoor tegen de ondernemer in de daaraan voorafgaande periode van drie jaar, reeds een sanctie werd toegepast.
Gelegenheid waar alcohol verkocht wordt en waar jeugd te verwachten is.
Een mondelinge mededeling aan de ondernemer van een geconstateerde overtreding. Een mondelinge waarschuwing wordt altijd schriftelijk bevestigd.
Het verstrekken van informatie en geven van ondersteuning aan de ondernemer om deze te helpen met het begrijpen en naleven van de regels. Het geven van uitleg over wettelijke voorschriften waarvan de handhaving aan de gemeentelijke bestuursorganen is opgedragen. Informatieverstrekking is gericht op de bevordering van de naleving van de wettelijke voorschriften.
De (rechts)persoon die een onderneming exploiteert of beheert.
Onderzoek naar aanleiding van een redelijk vermoeden dat een strafbaar feit is begaan (artikel 132a Wetboek van Strafvordering). Opsporing is gericht op individuele (rechts)personen of zaken. In het onderzoek wordt bewijs verzameld dat één of meerdere overtredingen zijn begaan en/of niet voldaan wordt aan de wettelijke voorschriften. Wordt het vermoeden van strafbare feiten bevestigd, dan wordt door middel van het opleggen van maatregelen tegen deze handelwijze bestuursrechtelijk of strafrechtelijk opgetreden.
Een proces-verbaal is een door de Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA) ondertekend verslag van een handeling, bevinding of proces. De door de minister van Justitie aangewezen Buitengewoon Opsporingsambtenaren zijn bevoegd om overtredingen strafrechtelijk op te sporen (artikel 142 van het Wetboek van Strafvordering en artikel 17 van de Wet op de economische delicten) en de daaraan verbonden maatregel, het opmaken van proces-verbaal, te nemen.
Sanctionerende of reparatiore maatregel
Een maatregel die een bestraffend of een herstellend karakter heeft.
Mogelijke sanctionerende of reparatoire maatregelen zijn:
Opleggen van een last onder bestuursdwang, waarbij door feitelijk handelen de overtreding door of namens gemeente ongedaan wordt gemaakt (artikel 125 van de Gemeentewet en afd. 5.3.1 van de Awb). Hieronder valt ook het sluiten en verzegelen van gebouwen en terreinen. De kosten van het toepassen van bestuursdwang kunnen worden verhaald op de overtreder;
Een activiteit als omschreven in Hoofdstuk 5, Afdeling 5.2 Toezicht op naleving van de Algemene wet bestuursrecht. Toezicht bestaat uit het verzamelen van informatie, het beoordelen van de verzamelde informatie en op grond daarvan vaststellen of er sprake is van een overtreding van een wettelijk voorschrift en eventueel naar aanleiding daarvan overgaan tot het opleggen van een maatregel. Toezicht wordt uitgevoerd op die plaatsen waar en waarvoor de aan de gemeente XXXXX opgedragen wettelijke voorschriften van toepassing zijn. Toezicht wordt uitgevoerd door toezichthouders die daartoe door de burgemeester zijn aangewezen.
De toezichtcirkel van de toezichthouder is een cyclische weergave van het voorbereiden van het toezicht tot en met de voortgang bewaken en plannen in 8 stappen inclusief de kennis en vaardigheden die de toezichthouder hiervoor nodig heeft.
In bijlage 2 is de aan de toezichthouder opgedragen werkwijze beschreven. Hieruit volgt op welke wijze beslissingen genomen dienen te worden bij de toepassing van de door de gemeente vastgestelde handhavings- en sanctiestrategie. Doel van deze werkwijze is te bewerkstelligen dat de toezichthouder bij het constateren van overtredingen de juiste afwegingen in de juiste volgorde maakt.