Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Diemen

Marktreglement Diemen 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDiemen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingMarktreglement Diemen 2015
CiteertitelMarktreglement Diemen 2015
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Deze regeling vervangt het Marktreglement Diemen 2012.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 160, eerste lid, van de Gemeentewet
  2. Marktverordening Diemen 2015
  3. Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-11-2022nieuwe regeling

18-08-2015

gmb-2022-519411

93299

Tekst van de regeling

Intitulé

Marktreglement Diemen 2015

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Diemen;

 

gelet op artikel 160, eerste lid sub h, van de Gemeentewet, artikel 3 van de Marktverordening Diemen 2015 en de Algemene wet bestuursrecht;

 

overwegende dat het wenselijk is nadere regels te stellen met betrekking tot uitvoering van de marktverordening en een ordelijk verloop van de markt;

 

B E S L U I T:

 

vast te stellen de volgendenadere regels voor de weekmarkt in de gemeente Diemen:

 

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen en inrichtingstekening

  • 1.

    De in artikel 1 van de Marktverordening Diemen 2015 gegeven begripsomschrijvingen zijn van overeenkomstige toepassing op deze nadere regels.

  • 2.

    De in artikel 2, eerste lid van de Marktverordening Diemen 2015 genoemde inrichtingstekening ligt tijdens de weekmarkt ter inzage.

Hoofdstuk 2. Bepalingen over vergunningen

Artikel 2. Aanmelden en aanvragen vaste standplaatsvergunning

  • 1.

    Het college maakt aan marktkooplieden bekend dat voor een bepaalde datum door middel van een formulier een aanmelding voor een vaste standplaatsvergunning kan worden ingediend. De na het doorlopen van de selectieprocedure te honoreren aanmelding wordt beschouwd als aanvraag om een vergunning.

  • 2.

    Indien het college een brancheringslijst heeft vastgesteld en/of een maximum aantal standplaatsen per branche, bevat de kennisgeving een overzicht van branches die zijn toegestaan of een overzicht van branches die niet zijn toegestaan.

  • 3.

    Op het formulier moet ondermeer de volgende informatie worden versterkt:

    • a.

      de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats, het telefoonnummer en burgerservicenummer van de aanvrager;

    • b.

      het assortiment dat de aanvrager wenst te verkopen;

    • c.

      de wijze waarop de te verkopen goederen worden uitgestald en welke verkoopmaterialen (zoals kraam of verkoopwagen) worden gebruikt;

    • d.

      indien van toepassing, volgens welke goedgekeurde hygiënecode voedselprocessen plaatsvinden;

    • e.

      een overzicht van de in het verleden of heden ingenomen standplaatsen op markten;

    • f.

      of en op welke wijze de aanvrager maatschappelijk verantwoord onderneemt;

    • g.

      of, indien gebruik wordt gemaakt van een kraam, bij de kraam een voertuig wordt geplaatst

    • h.

      of klanten de gelegenheid wordt geboden om via een pinautomaat te betalen.

Artikel 3. Inhoud vaste standplaatsvergunning

  • 1.

    Een vaste standplaatsvergunning vermeldt in ieder geval:

    • a.

      de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;

    • b.

      een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste standplaats met vermelding van het nummer en de afmetingen daarvan;

    • c.

      de kraam of andere verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de standplaats mag gebruiken;

    • d.

      het soort artikelen dat de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe de vergunninghouder behoort;

    • e.

      de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend en zijn volgnummer op de anciënniteitlijst;

    • f.

      dat aan de vergunning een proefperiode van drie maanden is verbonden;

    • g.

      dat de vergunninghouder zelf zorg draagt voor de inzameling en afvoer van zijn afval en dat hij zijn standplaats schoon oplevert;

    • h.

      de wijze waarop de vergunninghouder zijn elektriciteit betrekt;

    • i.

      welke geluidsapparatuur op de standplaats is toegestaan;

    • j.

      welke kook-, bak- en verwarmingsapparatuur zijn toegestaan en volgens welke goedgekeurde hygiënecode voedselprocessen plaatsvinden;

    • k.

      dat de kosten voor het gebruik van de gemeentelijke stroomkasten aan de gebruiker worden doorbelast

    • l.

      een eventuele verplichting om klanten de mogelijkheid te bieden om via een pinautomaat te betalen.

  • 1.

    Aan de vergunning wordt een gewaarmerkte kopie van een geldig verblijfsdocument ter identificatie gehecht.

  • 2.

    Het plaatsen van een voertuig op de markt wordt alleen toegestaan indien:

    • a.

      de verkoop direct uit het voertuig plaatsvindt en, gelet op de verkoopwaren en verkoopwagen, plaats dient te vinden (bijvoorbeeld de verkoop van vis vanuit een wagen met koelinstallatie);

    • b.

      uit een medische verklaring blijkt dat de vergunninghouder niet (of nauwelijks) in staat is om de voorraad aan te vullen, indien deze voorraad niet in de directe nabijheid is, en de vergunninghouder de standplaats alleen inneemt;

    • c.

      de voorraad die in het voertuig achterblijft inbraakgevoelig is en niet verzekerbaar is;

    • d.

      door de branche veelvuldige wisseling van voorraad ‘noodzakelijk’ is (bijvoorbeeld bij de verkoop van schoenen is het niet praktisch om alle maten uit te stallen);

    • e.

      de standplaats wordt ingenomen door slechts één persoon en de voorraad niet volledig kan worden uitgestald op de standplaats.

Artikel 4. Inschrijving op de anciënniteitlijst en herschikking van vaste standplaatsen

  • 1.

    Vergunninghouders van vaste standplaatsen worden ingeschreven op een doorlopend genummerde lijst met vermelding van en in volgorde van de datum waarop aan hen voor het eerst een vaste standplaats is toegewezen. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld de soort artikelen die de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe hij behoort.

  • 2.

    Als een vaste plaats beschikbaar komt, zullen de drie leden van de marktcommissie die vertegenwoordiger zijn van op de markt een vaste standplaats hebbende marktkooplieden, in overleg met de andere marktkooplieden, een voorstel opstellen tot herverdeling van de marktplaatsen op basis van de anciënniteitlijst: degenen met de oudste rechten kunnen doorstromen naar een andere (betere) plaats op markt binnen de mogelijkheden die de inrichtingstekening biedt.

Artikel 5. Overschrijving vaste standplaatsvergunning

  • 1.

    Wenst de houder van een vaste standplaatsvergunning niet langer zelf gebruik te maken van de vergunning of is hij overleden of onder curatele gesteld, dan kan het college op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator de vergunning overschrijven op naam van zijn echtgenoot, geregistreerde partner of andere persoon met wie hij duurzaam samenwoonde, of zijn kind.

  • 2.

    Kan deze weg niet worden gevolgd, dan kan de vergunning op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator worden overgeschreven op een medewerker van de vergunninghouder of de mede-eigenaar van diens bedrijf als deze ten minste twee jaren in loondienst heeft gewerkt bij de vergunninghouder of heeft gefunctioneerd als mede-eigenaar.

  • 3.

    In geval van overlijden of ondercuratelestelling van de vergunninghouder wordt de aanvraag tot overschrijving binnen twee maanden nadien ingediend.

  • 4.

    Het college kan van het vorenstaande afwijken voor zover de toepassing daarvan voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de bepalingen te dienen doelen.

  • 5.

    De aanvraag tot overschrijving wordt alleen geweigerd als niet wordt voldaan aan de uit dit artikel voortvloeiende eisen of aan een eis waaraan een houder van een vaste standplaatsvergunning volgens de Marktverordening Diemen 2015 moet voldoen.

Artikel 6. Aanmelden, aanvragen en toewijzen dagplaats of standwerkerplaats

  • 1.

    Het aanmelden voor een dagplaats of standwerkerplaats vindt uiterlijk op de dinsdag voorafgaand aan de markt voor 15.00 uur schriftelijk (bijvoorbeeld per e-mail of sms) plaats onder vermelding van:

    • a.

      de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats, het telefoonnummer en burgerservicenummer van de aanvrager;

    • b.

      de dag dat een dagplaats of standwerkerplaats wordt gewenst;

    • c.

      het assortiment dat de aanvrager wenst te verkopen;

    • d.

      de wijze waarop de te verkopen goederen worden uitgestald en welke verkoopmaterialen (zoals kraam of verkoopwagen) worden gebruikt;

    • e.

      indien van toepassing, volgens welke goedgekeurde hygiënecode voedselprocessen plaatsvinden.

  • 1.

    Bij een dagplaats en standwerkerplaats mag geen voertuig bij de kraam worden geplaatst.

  • 2.

    Indien er meer gegadigden zijn dan dagplaatsen of standwerkerplaatsen, wordt bij de toewijzing geselecteerd op basis van de brancheringslijst en vindt de toewijzing zo nodig door middel van loting plaats op de dinsdag voorafgaand aan de markt zo spoedig mogelijk na 15.00 uur. Degene aan wie vergunning kan worden verleend, vraagt de vergunning voorafgaand aan het innemen van de standplaats aan op een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

Hoofdstuk 3. Bepalingen over het gebruik van de standplaats

Artikel 7. Persoonlijk innemen standplaats en bijstand

  • 1.

    De vergunninghouder is persoonlijk verantwoordelijk voor de aan de vergunninghouder toegewezen standplaats.

  • 2.

    Een vergunning voor een dagplaats of standwerkerplaats kan niet worden overgedragen en de vergunninghouder kan zich niet laten vervangen.

  • 3.

    Indien een standwerker zich wil doen bijstaan, meldt hij dit vooraf aan de marktmeester onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan. Degene die hem zal bijstaan, mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting genoemd in artikel 5.

  • 4.

    De vergunninghouder neemt bij voorkeur de toegewezen vaste standplaats persoonlijk in. Onder persoonlijk innemen wordt mede verstaan familie in de eerste graad.

  • 5.

    De vergunninghouder kan een met name genoemd persoon machtigen om namens de vergunninghouder de vaste standplaats in te nemen. Deze persoon dient te voldoen aan de in artikel 5 van de Marktverordening Diemen 2015 gestelde eisen.

  • 6.

    De machtiging geschiedt op een door het college vastgesteld formulier en dient tenminste één dag voordat van de machtiging gebruik wordt gemaakt, te zijn ingediend bij de gemeente.

  • 7.

    De gemachtigde handelt overeenkomstig artikel 7 van dit reglement ingeval deze omstandigheden zich voordoen.

Artikel 8. Legitimatie en identiteit vergunninghouder of gemachtigde

  • 1.

    Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient op eerste aanvraag van de marktmeester aan te tonen dat hij de vergunninghouder is.

  • 2.

    Degene die de vaste standplaats inneemt als gemachtigde als bedoeld in artikel 6, vijfde lid, van dit reglement, dient op eerste aanvraag van de marktmeester aan te tonen dat hij de gemachtigde is.

Artikel 9. Aantal keren innemen standplaats
  • 1.

    De vergunninghouder mag maximaal vier keer per kalenderjaar met gegronde redenen afwezig zijn.

  • 2.

    In bijzondere gevallen kan het college op schriftelijk en gemotiveerd verzoek van de vergunninghouder hiervan afwijken.

Artikel 10. Afwezigheid wegens vakantie of bijzondere omstandigheden

  • 1.

    De vergunninghouder van een vaste standplaats dan wel de gemachtigde die wegens vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste standplaats in te nemen, deelt dit zo spoedig mogelijk doch uiterlijk op de dinsdag voorafgaand aan de markt voor 15.00 uur schriftelijk (bijvoorbeeld per e-mail of SMS) mee aan de marktmeester. Tevens geeft de vergunninghouder aan hoe lang de afwezigheid duurt.

  • 2.

    De marktmeester vermeldt de afwezigheid, inclusief de reden en duur, in het dagrapport.

Artikel 11. Tijdstip innemen standplaats en aan- en afvoer goederen

  • 1.

    De weekmarkt vindt plaats op woensdagen van 9.00 uur tot 15.00 uur.

  • 2.

    Het is verboden voor vergunninghouders of gemachtigden op het marktterrein meer dan drie uur voor aanvang en meer dan twee uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen of goederen aan of af te voeren.

  • 3.

    De vergunninghouder of gemachtigde is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt met een representatieve uitgestalde voorraad verkoopwaar te blijven innemen.

  • 4.

    Indien de vergunninghouder of de gemachtigde zijn vaste standplaats niet uiterlijk om 8.00 uur heeft ingenomen, wordt de desbetreffende standplaats voor die dag als dagplaats aangemerkt, tenzij de marktmeester de standplaats van de vergunninghouder voor hem beschikbaar houdt.

  • 5.

    Een voertuig mag alleen onderdeel uitmaken van de standplaats indien dit voor de directe uitvoering van de verkoopactiviteiten noodzakelijk is en past binnen de afmetingen van de standplaats. Het voertuig dient dan onderdeel uit te maken van de vaste standplaatsvergunning.

Artikel 12. Verboden waar

  • 1.

    Het is verboden op het marktterrein tijdens de duur van de markt met goederen of waren ten verkoop rond te lopen of te rijden, hinderlijke muziek ten gehore te brengen, dan wel om handelsreclame te verspreiden.

  • 2.

    Het is verboden tweedehandsartikelen (met uitzondering van boeken en tijdschriften) en sexartikelen op de weekmarkt te verkopen.

Artikel 13. Niet doorgaan en beëindigen markt

De burgemeester is bevoegd om de markt niet door te laten gaan dan wel onmiddellijk te beëindigen indien:

  • 1.

    een calamiteit of een verstoring van de openbare orde, veiligheid of gezondheid op of in de onmiddellijke nabijheid van het marktterrein zich voordoet;

  • 2.

    er sprake is van weersomstandigheden die de veiligheid van marktkooplieden en bezoekers in gevaar kunnen brengen.

Hoofdstuk 4. Bepalingen over BRANDVEILIGHEID

Artikel 14. Bereikbaarheid voor hulpdiensten

  • 1.

    De omgeving van het marktterrein, aan- en afvoerwegen naar het marktterrein, het marktterrein zelf en de daarop geplaatste objecten moeten van twee kanten bereikbaar zijn voor hulpdiensten.

  • 2.

    De routes van hulpdiensten dienen te allen tijde vrij te zijn van obstakels. De marktmeester zorgt ervoor dat routes vrij worden gehouden, zodat onbelemmerde doorgang van hulpdiensten mogelijk is.

  • 3.

    Te allen tijde is een vrije doorgang voor de hulpdiensten vereist. Bij levensbedreigende situaties zullen de hulpdiensten gebruik maken van iedere mogelijke route die zij nodig achten, waarbij de hulpdiensten niet aansprakelijk kunnen worden gesteld voor eventueel ontstane schades.

  • 4.

    Toetredingen, uitgangen en nooduitgangen van gebouwen, bouwwerken en andere objecten, waaronder kramen en attracties, dienen vrijgehouden te worden van obstakels.

Artikel 15. Plaatsen van objecten

  • 1.

    Bij het plaatsen van marktkramen, voertuigen en andere objecten moet rekening worden gehouden met het kunnen passeren van brandweermaterieel (minimale doorrijdbreedte van 3,5 meter, hoogte van 4,2 meter, bochtstraal R7 en hellingbaan maximaal 7%). Op de fietspaden geldt een minimale doorloopbreedte van 2 meter.

  • 2.

    Het is verboden voornoemde objecten op zodanige wijze te plaatsen dat de brandweer in het onmiddellijk gebruik van de brandkranen en overige bluswaterwinplaatsen wordt belemmerd.

  • 3.

    Brandkranen en aansluitingen voor droge blusleidingen en bijbehorende bordjes moeten schoon, zichtbaar en rondom één meter vrij gehouden worden.

  • 4.

    De objecten moeten tenminste drie meter van gevels met ramen en/of deuropeningen zijn geplaatst. Voor kramen met een inrichting voor bakken, braden of verwarmen bedraagt deze afstand vijf meter.

  • 5.

    Uitstallingen van marktwaar zijn slechts toegestaan indien deze uitstallingen binnen de afmetingen van de luifel worden geplaatst.

  • 6.

    Tussen de luifels dient een minimale afstand van 1,5 meter aangehouden te worden.

Artikel 16. Kabels en leidingen

  • 1.

    Kabels, draden, leidingen, en dergelijke moeten zodanig zijn bevestigd dat zij geen aanleiding kunnen geven tot struikelen en vallen. Losse kabels en snoeren zijn niet toegestaan.

  • 2.

    Elektriciteitskabels moeten zodanig zijn bevestigd dan niemand ermee in aanraking kan komen.

  • 3.

    Indien snoeren of kabels naar marktkramen en/of andere objecten moeten worden gebracht, dienen deze tenminste op een hoogte van 2,5 meter te hangen. Is sprake van een aanrijdroute voor de hulpdiensten dan bedraagt de minimale hoogte 4,2 meter.

Artikel 17. Preventieve maatregelen bereiden eetwaren

  • 1.

    De gebruiker van een kraam dient rook- en stankoverlast tot een minimum te beperken en indien nodig te voorkomen.

  • 2.

    Onder eventueel aanwezige winkelluifels of markiezen mogen geen kramen worden geplaatst waarin wordt gebakken en/of gebraden.

  • 3.

    Apparatuur en toestellen voor koken, bakken, braden, roosteren, roken of warm houden dient brandveilig en stevig te zijn geplaatst op een onbrandbare en de warmte slecht geleidende ondergrond. Een barbecue, spit of (paling)rokerij moet brandveilig en stevig zijn geplaatst.

  • 4.

    In de directe nabijheid van frituur- en/of bakpannen moeten goed passende metalen deksels, voorzien van één of meer handgrepen aanwezig zijn om bij het in brand geraken van de inhoud, de frituur- of bakpannen te kunnen afdekken.

  • 5.

    Een bakoven moet zijn voorzien van een goed functionerende thermostaat of een andere beveiligingsregeling die bij oververhitting van de olie of het vet, automatisch de gastoevoer stopt.

  • 6.

    De brandstof in de barbecue, onder het spit of in een rokerij mag niet worden ontstoken met licht ontvlambare vloeistoffen zoals spiritus en dergelijke.

  • 7.

    Nabij de bak- en braadapparatuur, barbecue, spit of rokerij moet een draagbaar blusmiddel (bijvoorbeeld een koolzuursneeuwblusser of een sproeischuimblusser met een inhoud van tenminste zes kilogram of een poederblusser met een inhoud van tenminste zeven kilogram) aanwezig zijn. Het blustoestel moet op een direct bereikbare plaats zijn aangebracht en voor onmiddellijk gebruik gereed zijn. Het blustoestel moet ten minste één keer per jaar door een deskundige op de goede werking worden gecontroleerd.

Artikel 18. Gebruik van butaan, propaan en LPG

  • 1.

    In of nabij de kraam mogen voor bewaring van butaan of propaan ten hoogste twee flessen, elk met een waterinhoud van ten hoogste 26,2 liter, aanwezig zijn. Op elke eventueel te gebruiken gasfles moet een drukregelaar zijn aangebracht die door middel van een goedgekeurde propaanbestendige slang (volgens NEN 5654) aan het gaskomfoor of de gasapparatuur is verbonden. De slang moet zijn voorzien van de opdruk NEN 5654 en het productiejaar en mag maximaal twee jaar oud zijn. De slang moet over de volle lengte van de slangpilaren van de drukregelaar en het gaskomfoor worden geschoven en aan beide zijden met een slangklem worden vastgezet.

  • 2.

    De drukcilinder moet zodanig worden vastgezet dat omvallen uitgesloten is.

  • 3.

    Een butaan- of propaanfles moet voldoen aan het Warenwetbesluit Drukapparatuur (WBDA) en moet zijn gekeurd door een aangewezen Keuringsinstelling (AKI).

  • 4.

    Het gebruik van LPG anders dan als brandstof voor de verbrandingsmotor ten behoeve van de voortstuwing van een motorvoertuig is ten strengste verboden.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

Artikel 19. Intrekking oude reglement

Het Marktreglement Diemen 2012, vastgesteld op 10 januari 2012, wordt ingetrokken.

Artikel 20. Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking de dag nadat de Marktverordening Diemen 2015 in werking is getreden.

Artikel 21. Citeertitel

Dit reglement wordt aangehaald als: Marktreglement Diemen 2015.

Aldus vastgesteld door het college op 18 augustus 2015.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Diemen,

de secretaris,

de burgemeester,

Algemene toelichting

In verband met de behoefte aan duidelijker en eenvoudiger regels is er voor gekozen om de marktverordening af te slanken, in die zin dat de kaderstellende bevoegdheden van de raad en de uitvoerende bevoegdheden van onder andere het college uit elkaar zijn getrokken.

 

De raad geeft het college op grond van artikel 3 van de Marktverordening Diemen 2015 de bevoegdheid nadere regels te stellen. Met dit reglement wordt hieraan invulling gegeven.

 

Hierdoor wordt een duidelijk handvat geboden aan de vergunningverlener, marktmeester(s) en eventuele andere toezichthouders.

 

Hoofdstuk 4 met bepalingen over brandveiligheid is overgenomen uit het draaiboek evenementenbeleid. Die bepalingen worden op advies van de brandweer verbonden aan een evenementenvergunning voor bijvoorbeeld een braderie. Deze bepalingen zijn onverkort ook van belang voor de weekmarkt.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Hoofdstuk 1. Algemene bepaling

 

Artikel 1. Begripsomschrijvingen en Inrichtingstekening

De begripsomschrijvingen in de Marktverordening Diemen 2015 zijn onverkort van toepassing op het Marktreglement Diemen 2015.

 

Ter inzage legging van de inrichtingstekening kan bij de receptie in het gemeentehuis. De marktmeester heeft een exemplaar bij zich en kan die ter inzage geven.

 

Hoofdstuk 2. Bepalingen over vergunningen

 

Artikel 2. Aanmelden en aanvrag en vaste standplaatsvergunning

De meeste informatie die wordt gevraagd op het aanvraagformulier is nodig om punten te kunnen toekennen voor de vijf selectiecriteria.

 

In het derde lid, onder e, wordt gevraagd naar de hygiënecode. Particulieren en bedrijven die eet- en drinkwaren aanbieden moeten werken volgens een hygiënecode. Een overzicht van alle goedgekeurde hygiënecodes staat op de website van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit: www.nvwa.nl. Deze autoriteit zorgt voor toezicht en handhaving.

 

Artikel 3. Inhoud vaste standplaatsvergunning

In dit artikel wordt weergegeven welke onderdelen een vaste standplaatsvergunning ten minste weergeeft.

 

Onder het eerste lid, onderdeel a, is expliciet opgenomen dat naam én voornamen van de vergunninghouder in de vergunning worden opgenomen. Dit vergemakkelijkt de identificatie van de vergunninghouder. Ook de eis van het tweede lid dient dit laatste doel.

 

Onder een duidelijke omschrijving, bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt bij voorkeur gedacht aan een tekening of plattegrond waarop de afmetingen van de standplaatsen en de nummering daarvan zijn aangegeven.

 

Ingevolge het vermelde in het eerste lid, onder c, worden in de vergunning de verkoopmaterialen (kramen, tafels, (verkoop)wagens en dergelijke) opgesomd die de vergunninghouder bij het innemen van de standplaats mag gebruiken.

 

Artikel 4. Inschrijving op de anciënniteitlijst en herschikking van vaste standplaatsen

Voordat op een vrijgekomen vaste plaats kan worden gesolliciteerd, vindt - indien door marktkooplieden gewenst - eerst een herschikking van vaste plaatsen plaats onder de al aanwezige marktkooplieden. Het doorstromen vindt plaats op basis van anciënniteit en moet passen binnen de inrichtingstekening van de markt.

 

Artikel 5. Overschrijving vaste standplaatsvergunning

In het Marktreglement Diemen 2012 was sprake van de mogelijkheid tot overschrijving bij overlijden of blijvende arbeidsongeschiktheid.

 

Thans is de tekst uit de modelverordening, met een ruimere omschrijving, overgenomen.

 

Artikel 6. Aan melden, aan vragen en toewijz en dagplaats of standwerkerplaats

De vergunning voor een dagplaats of standwerkerplaats wordt door de marktmeester in mandaat schriftelijk verleend.

 

Toewijzing van een dagplaats of standwerkerplaats vindt plaats op dinsdag zo spoedig mogelijk na 15.00 uur. Om de marktplaatsen bezet te krijgen (het aantrekkelijk houden van de markt) kan het dan voorkomen dat voor een al aanwezige branche een dagplaats of standwerkerplaats wordt toegewezen.

 

Alleen als er meer aanvragers dan beschikbare plaatsen zijn, vindt selectie op basis van de brancheringslijst plaats. Branches die niet of ondervertegenwoordigd zijn krijgen dan voorrang. Daarna wordt er zo nodig geloot.

 

In de dagelijkse praktijk melden zich weinig kandidaten voor een dagplaats of standwerkerplaats.

 

Standwerkers hebben een eigen wijze van werken. Bij de benadering van het publiek treden zij geheel anders op dan de zogenaamde stille kramers. Zij verhogen de levendigheid van de markt en maken deze daardoor aantrekkelijker voor het publiek.

 

De Stichting tot het bevorderen van het standwerken (Stibesta) vindt het ongewenst om aan een standwerker een vaste standplaats toe te wijzen. Omdat het werkterrein van de standwerkers zich over het gehele land uitstrekt, is het wel gewenst, dat de regels voor de toewijzing van de standwerkerplaatsen op alle markten in Nederland zo veel mogelijk gelijkluidend zijn. De modelverordening biedt die gelijkluidendheid niet (de gemeente kan bij het verlenen van de vergunning kiezen tussen: a. op volgorde van aanvraag; b. door loting en c. wel/niet rekening houden met de brancheringslijst).

 

Hoofdstuk 3. Bepalingen over het gebruik van de standplaats

 

Artikel 7. Persoonlijk innemen standplaats en bijstand

In het vierde lid is bepaald dat de vergunninghouder bij voorkeur zelf op zijn standplaats aanwezig is. Dit heeft de voorkeur van de gemeente maar is niet verplicht. Een ondernemer krijgt hierdoor de bevoegdheid om personeel (een gemachtigde) in te zetten op de vaste standplaats. Dit is in de leden vijf, zes en zeven verder uitgewerkt.

 

De gemachtigde voert de verkoopactiviteiten uit namens de vergunninghouder.

 

Artikel 8. Legitimatie en identiteit vergunninghouder of gemachtigde

In artikel 5:16a van de Algemene wet bestuursrecht staat, dat een toezichthouder bevoegd is van personen inzage te vorderen van een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht.

 

Artikel 9. Aantal keren innemen standplaats

Dit artikel is opgenomen om continuïteit van bepaalde kramen op de weekmarkt te kunnen garanderen. Het artikel zorgt ervoor dat de weekmarkt een vaste uitstraling krijgt.

 

De in het tweede lid geboden mogelijkheid om van dit aantal af te wijken kan bijvoorbeeld als sprake is van het volgen van een medisch noodzakelijke behandeling.

 

Artikel 10. Afwezigheid wegens vakantie of bijzondere omstandigheden

Het is van belang dat de marktmeester van elke verhindering zo spoedig mogelijk in kennis wordt gesteld. Dan kan de vrijgekomen plaats nog als dagplaats worden toegewezen. Lukt dit laatste niet, dan kan nog worden voorkomen dat een leeg blijvende marktkraam wordt opgezet.

 

Artikel 11. Tijdstip innemen standplaats en aan- en afvoer goederen

Het marktterrein behoort tot de openbare weg. Teneinde het marktterrein tijdens de markt vrij te maken van alle verkeer is een verkeersbesluit genomen. Ten onrechte geparkeerde auto’s kunnen met toepassing van bestuursdwang, op kosten van de eigenaars, van het marktterrein worden verwijderd nog vóór de eigenlijke opbouw van de markt. De tijden waarop het terrein beschikbaar moet zijn ten behoeve van de markt, zijn duidelijk meegedeeld op de borden.

 

Het derde lid maakt duidelijk dat het in het belang van de orde op de markt niet is toegestaan de markt op willekeurige, vóór de sluitingstijd gelegen, momenten te verlaten.

 

Op grond van het vierde lid is het mogelijk dat over een vaste standplaats beschikt kan worden ten gunste van een andere koopman, indien de vergunninghouder de markt op een bepaalde dag niet bezoekt. Daartoe is bepaald dat de vaste standplaats vóór een bepaald uur ingenomen moet zijn.

 

Het vijfde lid heeft betrekking op het uitgangspunt ‘geen voertuigen op de markt’. Dit geldt op grond van artikel 5, tweede lid, altijd voor een dagplaats en standwerkerplaats. Voor een vaste standplaats kan hiervan worden afgeweken als de verkoop noodzakelijkerwijs direct uit het voertuig moet plaatsvinden. Het niet bij de marktkraam beschikken over een voertuig levert punten op in de selectieprocedure voor een vaste standplaats.

 

Het college is bevoegd een ontheffing op grond van de Wegenverkeerswet 1994 en het Reglement voor verkeerregels en verkeerstekens te verlenen. Het college zal hiertoe alleen overgaan indien het noodzakelijk is dat een aantal verkeersovertredingen in het belang van de markt moet worden begaan.

 

Artikel 12. Verboden waar

De gemeente Diemen wil niet dat de in artikel 11 genoemde waren worden verkocht op de weekmarkt.

 

Artikel 13.Niet doorgaan en beëindigen markt

In de afgelopen jaren is het voorgekomen dat een markt niet is doorgegaan in verband met (te verwachten) zware wind of hevige sneeuwval in combinatie met gladde wegen.

 

Hoofdstuk 4. Bepalingen over brandveiligheid

 

Artikelen 14 tot en met 18

De brandweer heeft geadviseerd eisen met betrekking tot:

 

  • a.

    bereikbaarheid voor hulpdiensten;

  • b.

    plaatsen van objecten;

  • c.

    kabels en leidingen;

  • d.

    preventieve maatregelen bereiden eetwaren;

  • e.

    gebruik van butaan, propaan en LPG;

op te nemen in een vergunning voor een evenement, waaronder een braderie. Wat voor een af en toe te organiseren braderie geldt, zal ook moeten gelden voor een veel vaker te houden weekmarkt.

 

Door de regels op te nemen in het reglement en daarin te actualiseren, is het niet nodig dit te doen in afzonderlijke vergunningen.

 

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

 

Artikel 19. Intrekking oude reglement

De datum waarop het oude reglement vervalt, is de datum waarop het nieuwe reglement in werking treedt.

 

Artikel 20. Inwerkingtreding

Voor wat betreft de inwerkingtreding van het reglement wordt logischerwijze aansluiting gezocht bij de inwerkingtreding van de marktverordening, op basis waarvan deze nadere regels zijn opgesteld.

 

Artikel 21. Citeertitel

In de citeertitel wordt een jaartal opgenomen om het reglement te onderscheiden van het voorgaande reglement.