Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Diemen

Horecasanctiebeleid Diemen 2017

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDiemen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingHorecasanctiebeleid Diemen 2017
CiteertitelHorecasanctiebeleid Diemen 2017
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Drank- en Horecawet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-11-2022nieuwe regeling

24-10-2017

gmb-2022-519404

Tekst van de regeling

Intitulé

Horecasanctiebeleid Diemen 2017

1. Inleiding

In 2013 is de Drank- en Horecawet gewijzigd. Het toezicht op de naleving en het handhaven van de Drank- en Horecawet is met de komst van de gewijzigde wet van de Voedsel- en Warenautoriteit overgedragen aan gemeenten. De gemeente Diemen heeft destijds horecasanctiebeleid opgesteld waarin is bepaald hoe men zou gaan handhaven bij overtredingen van de Drank- en Horecawet, Algemene Plaatselijke Verordening Diemen (APV) en de Wet op de kansspelen.

 

In een breder kader is het horecasanctiebeleid een belangrijke schakel binnen de cyclus van het programmatisch handhaven en het preventie- en handhavingsplan alcohol. Het horecasanctiebeleid is daarom inhoudelijk op het preventie- en handhavingsplan afgestemd.

 

Nu de gemeente een aantal jaar intensiever toeziet op de horecaregelgeving, zijn nieuwe inzichten ontstaan ten aanzien van de op te leggen sancties. Tegelijkertijd is de Landelijke Handhavingstrategie (LHS) vastgesteld. Voor milieuhandhaving is de LHS in Diemen reeds geïmplementeerd. De uitgangspunten uit de LHS worden ook toegepast in dit horecasanctiebeleid.

2. Doel van het horecasanctiebeleid

Door middel van dit sanctiebeleid wordt, na de bekendmaking hiervan, op een eenduidige wijze gehandhaafd ten aanzien van overtredingen van de Drank- en Horecawet, de APV (voor zover het betreft de horeca, terrassen en sluitingstijden) en de Wet op de kansspelen.

 

Dit horecasanctiebeleid is gericht op horecabedrijven. Sancties ten aanzien van jongeren die de Drank- en Horecawet overtreden vallen buiten dit sanctiebeleid.

3. Uitgangspunten bij het horecasanctiebeleid

Het horecasanctiebeleid heeft de volgende uitgangspunten:

 

  • Heldere communicatie vooraf: Door heldere communicatie vooraf zijn horecaondernemers al op de hoogte van wat de gevolgen zijn van het overtreden van de regels. Alle alcoholverstrekkers (horeca, detailhandel en paracommerciële instellingen) worden geïnformeerd over de belangrijkste regels. Door deze communicatie vooraf en de kennis van de regels die de vergunninghouder hoort te hebben, is in geen enkel geval sprake van “goedwillend gedrag” van de overtreder (zoals bedoeld in de LHS) maar tenminste van onverschilligheid. Na vaststelling van het horecasanctiebeleid ontvangen de ondernemers een samenvatting met de strekking van het beleid (voor in de horeca barcodemap). In het preventie- en handhavingsplan alcohol wordt nader ingegaan op de communicatie.

  • Stappen worden toegepast per ondernemer en niet per horecazaak: Als een ondernemer zijn onderneming tussentijds overdraagt aan een ander, nadat een stap uit het sanctiebeleid is toegepast, begint de nieuwe ondernemer met een schone lei. Deze regel is niet van toepassing als de ondernemingsvorm wijzigt en een van de ondernemers nog steeds betrokken is bij de zaak.

  • Algemene wet bestuursrecht (Awb): Het opleggen van sancties zijn besluiten in de zin van Awb. De Awb is daarom van toepassing op deze besluiten en op de voorbereiding. Daarin is onder andere geregeld dat degene aan wie een last onder dwangsom, last onder bestuursdwang of bestuurlijke boete wordt opgelegd, in de gelegenheid wordt gesteld om zijn zienswijze kenbaar te maken tegen het voornemen tot het te nemen besluit.

  • Niet gedogen: Eén van de uitgangspunten is dat er niet gedoogd wordt terwijl een aanvraag is ingediend maar nog geen vergunning is verleend, behalve als de aanvraag betrekking heeft op een (kleine of ondergeschikte) wijziging of na het verstrijken van de termijn van een verleende vergunning.

  • Artikel 35 ontheffing: Wanneer een overtreding wordt geconstateerd ten aanzien van een verleende ontheffing op grond van artikel 35 van de Drank- en Horecawet kan, gelet op de omstandigheden, het aanspreken of waarschuwen achterwege blijven indien de leidinggevende van de ontheffing tevens ondernemer is van een horecabedrijf dat in Diemen is gevestigd. Deze stap wordt dan opgelegd aan het horecabedrijf van de betreffende ondernemer. Dit is een extra stimulans om ook tijdens evenementen de voorschriften na te leven.

  • Hoogte dwangsom en termijn: De hoogte en de termijn van de dwangsom worden overeenkomstig artikel 5:32b Awb bepaald. De verzwarende aspecten uit de LHS bepalen mede de hoogte van de dwangsom en de hersteltermijn.

  • Maatwerk: Indien de individuele situatie daar om vraagt kan het bevoegd gezag (burgemeester) gemotiveerd afwijken van het voor de overtreding geldende sanctiebeleid. Daarbij wordt overwogen in welke mate sprake is van verzwarende aspecten zoals bedoeld in de LHS. Verzwarende aspecten kunnen daardoor onder andere leiden tot het intrekken van vergunningen.

  • Termijnen: Waarschuwingen die worden opgelegd vervallen na drie jaar, waarna de ondernemer met een “schone lei” begint (voor wat betreft die betreffende overtreding). Na één jaar kan een ondernemer verzoeken om een last onder dwangsom op te heffen op verzoek van degene aan wie de last is opgelegd (artikel 5:34 Awb).

  • Prioritering niet in sanctiebeleid: Dit horecasanctiebeleid geeft een beschrijving van de procesmatige stappen die worden gedaan bij de uitvoering van het toezicht en handhaving. De prioritering en mate van inzet worden bepaald in het Integraal handhavingsbeleid en het Preventie- en handhavingsplan alcohol.

  • Niet melden wijzigingen niet in stappenplannen: De stappenplannen in de beleidsregels hebben geen betrekking op het niet melden van een nieuwe leidinggevende of wijzigen van de inrichting (zoals bedoeld in artikel 31, lid 1 onder d). In die gevallen is er volgens de wet geen beleidsvrijheid. Voordat de vergunning op die grond wordt ingetrokken, krijgt de ondernemer een waarschuwing en hersteltermijn om alsnog binnen een week een melding in te dienen.

4. Systematiek volgens Landelijke Handhavingstrategie

Om tot een uiteindelijke sanctie te komen moeten voorafgaand enkele acties uitgevoerd worden: de stappen. In dit sanctiebeleid wordt een aantal stappenplannen onderscheiden. De stappenplannen zijn gebaseerd op de uitgangspunten van de LHS.

 

Bij de landelijke handhavingstrategie (LHS) wordt de sanctie bepaald op basis van de gevolgen van een overtreding en het gedrag van de overtreder (zie figuur 1). Daarnaast bevat de LHS de stap om verzwarende aspecten te wegen. Hieronder wordt nader ingegaan op deze factoren.

Figuur 1: interventiematrix voor bepalen van de 1e interventie LHS (Bron: LHS april 2014)

 

Gevolgen van een overtreding

De LHS kent een interventiematrix waarbij sancties worden voorgeschreven op basis van de gevolgen van de overtreding en het gedrag van de overtreder.

 

De gevolgen van de overtredingen zijn bij het opstellen van het preventie- en handhavingsplan in 2013 in kaart gebracht met een groep van verschillende deskundigen. Die waarden worden gebruikt voor toepassing van de interventiematrix uit de LHS. De risico’s van alle overtredingen van de DHW zijn gewaardeerd op laag of gemiddeld, wat gelijk staat aan de categorieën “1. Vrijwel nihil” en “2. Beperkt” uit de LHS. De bovenste helft van de interventiematrix wordt daarom verder buiten beschouwing van dit sanctiebeleid gelaten.

 

Gedrag van de ondernemer

De LHS gaat ook uit van het gedrag van de overtreder. Het gedrag van de overtreder is in beginsel per overtreder verschillend. Zo kan de ene overtreder een overtreding begaan uit onverschilligheid, terwijl een ander diezelfde overtreding risiconemend begaat. Naarmate een overtreder een overtreding vaker begaat, is wel sprake van ‘verslechterend gedrag’. Bij herhaling van de overtreding schuift men dan ook op naar rechts in de interventiematrix.

 

Verzwarende aspecten

De LHS beschrijft een zevental verzwarende aspecten die moeten worden meegewogen bij de keuze voor de interventie(s). Deze verzwarende aspecten zijn de volgende:

  • 1.

    Verkregen financieel voordeel (winst of besparing);

  • 2.

    Status verdachte / voorbeeldfunctie;

  • 3.

    Financiële sanctie heeft vermoedelijk geen effect;

  • 4.

    Combinatie met andere relevante delicten;

  • 5.

    Medewerking van deskundige derden;

  • 6.

    Normbevestiging (het onder de aandacht brengen van een bepaalde norm bij de branche of breder publiek);

  • 7.

    Waarheidsvinding (wanneer strafrechtelijke instrumenten zich beter lenen dan bestuursrechtelijke om de waarheid aan het licht te brengen).

Het meewegen van deze aspecten is maatwerk en daarom niet te vatten in beleidsregels in de vorm van een stappenplan. De verzwarende aspecten kunnen echter wel een rol spelen bij het bepalen van de zwaarte van de interventie of om af te wijken van de interventiematrix. Per overtreding wordt beoordeeld of sprake is van een of meer verzwarende aspecten. De verzwarende aspecten kunnen leiden tot interventies die in de LHS niet worden gehanteerd voor overtredingen van de categorieën “1. Vrijwel nihil” en “2. Beperkt”, zoals bijvoorbeeld het intrekken van de vergunning.

5. Stappenplannen

 

Toepassing stappenplan

Dit stappenplan geldt bij de volgende overtredingen:

DHW:

  • Ontbreken registratie barvrijwilligers (artikel 9, lid 3 DHW);

  • Ontbreken reglement in paracommerciële inrichting (artikel 9, lid 4 DHW);

  • Alcoholhoudende drank verstrekken voor gebruik ter plaatse anders dan in de vergunning vermelde lokaliteiten/terrassen (artikel 12, lid 1 DHW);

  • Sterke drank verstrekken voor gebruik elders dan ter plaatse anders dan in de slijtvergunning vermelde lokaliteit (artikel 12, lid 2 DHW);

  • Slijtlokaliteit in combinatie met andere bedrijfsactiviteiten gebruiken (artikel 14, lid 1 DHW);

  • Horecalokaliteit of terras in combinatie met kleinhandel, zelfbedieningsgroothandel, bedrijfsmatige opkoop, verkoop of verhuur van goederen en bedrijfsmatig aanbieden van diensten (artikel 14, lid 2 DHW);

  • Aanwezigheid automaten waaruit afnemers zelfstandig drank kunnen verkrijgen (artikel 16 DHW);

  • Alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse aan particulieren verstrekken of afleveren anders dan in gesloten verpakking (artikel 17 DHW);

  • Aanwezigheid in een slijtlokaliteit toelaten van een persoon van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt (artikel 20, lid 2 DHW).

  • Niet duidelijk aangeven van leeftijdsgrenzen (artikel 20, lid 4 DHW).

Toelichting op stappenplan

Stap 1: De eerste overtreding van regels in deze categorie wordt (doorgaans) begaan uit onverschilligheid. De overtreder wordt in dat geval aangesproken op de overtreding en wordt erop gewezen dat de overtreding moet worden beëindigd of niet opnieuw mag worden begaan. Dit wordt vastgelegd in het controleverslag.

 

Stap 2: Bij een tweede overtreding is al geen sprake meer van onverschilligheid. Vanwege het aanspreken in de vorige stap is bij herhaling sprake van risiconemend gedrag. Na constatering van een tweede overtreding wordt de overtreder schriftelijk gewaarschuwd dat bij een volgende overtreding een bestuurlijke boete wordt opgelegd (incl. de hoogte van de boete).

 

Stap 3 en verder: Na twee herstellende interventies, wordt bij de derde (en iedere daaropvolgende) constatering van eenzelfde overtreding een bestraffende interventie gedaan, namelijk het opleggen van een bestuurlijke boete. De hoogte van de boete wordt bepaald aan de hand van het Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet.

 

Toepassing stappenplan

Dit stappenplan geldt bij de volgende overtredingen:

DHW:

  • Alcoholhoudende drank verstrekken voor gebruik elders dan ter plaatse in een horecalokaliteit of op een terras (artikel 13, lid 1 DHW);

  • Alcoholhoudende drank verstrekken voor gebruik ter plaatse in een slijtlokaliteit (artikel 13, lid 2 DHW);

  • Verbod op het uitoefenen van kleinhandel zoals bepaald in artikel 15 DHW;

  • Zwakalcoholhoudende drank verstrekken voor gebruik elders dan ter plaatse aan particulieren in een ander bedrijf dan het slijtersbedrijf (artikel 18 DHW);

  • Sterke drank afleveren of te doen afleveren aan huis of de mogelijkheid bieden tot het doen van bestelling daarvoor, anders dan door een partijen-cateringbedrijf of slijtersbedrijf (artikel 19, lid 1 DHW);

  • Zwak-alcoholhoudende drank afleveren of te doen afleveren aan huis of de mogelijkheid bieden tot het doen van bestelling daarvan, anders dan vanuit het slijtersbedrijf en bepaalde winkels (artikel 19, lid 2 DHW)

  • Bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank verstrekken in benzinestations (artikel 22, lid 1 DHW);

  • Alcoholhoudende drank aanwezig hebben in een voor publiek geopende ruimte, anders dan in de uitoefening van horeca- of slijtersbedrijf (artikel 25, lid 1 sub a DHW);

  • Toelaten van het nuttigen van alcoholhoudende drank in een voor publiek geopende ruimte, anders dan in uitoefening van het horecabedrijf (artikel 25, lid 2 DHW);

  • Happy hours in horecabedrijven (artikel 25d DHW, hoofdstuk 2 Horecaverordening);

  • Niet aanwezig hebben van de vergunning in de inrichting (artikel 29, lid 3 DHW);

APV:

  • Terrasuitwaaiering, illegaal terras (artikel 1:4, artikel 2:28, 2:28a APV Diemen);

  • Overtreden overige voorschriften exploitatievergunning (artikel 1:4 en 2:28 APV Diemen);

Wet op de kansspelen:

  • Kansspelautomaten aanwezig zonder de juiste vergunning (artikel 30b WKS);

  • Overtreden voorschriften aanwezigheidsvergunning of bepalingen uit de Wet op de Kansspelen.

Toelichting op stappenplan

Stap 1: De regels bij deze categorie zijn zodanig bekend in de branche dat bij een overtreding sprake is van calculerend gedrag. Bij een eerste overtreding wordt de overtreder direct schriftelijk gewaarschuwd dat bij een volgende overtreding een bestuurlijke boete wordt opgelegd (incl. de hoogte van de boete).

 

Stap 2 en verder: Bij de tweede (en iedere daaropvolgende) constatering van eenzelfde overtreding wordt een bestraffende interventie gedaan, namelijk het opleggen van een bestuurlijke boete. De hoogte van de boete wordt bepaald aan de hand van het Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet.

 

Afwijkende sancties bij stap 2:

  • Overtredingen van de APV kunnen in Diemen niet met een bestuurlijke boete worden afgedaan omdat de gemeente Diemen heeft gekozen voor de bestuurlijke strafbeschikking voor het sanctioneren van overlast in de openbare ruimte. De bestuurlijke strafbeschikking kan slechts voor enkele APV-overtredingen worden opgelegd. 1 Overtredingen van de wet op de kansspelen kunnen niet met een bestuurlijke boete of bestuurlijke strafbeschikking worden afgedaan. Overtredingen van de APV worden daarom (en omdat een herstellende maatregel hier beter past) met een last onder dwangsom afgedaan.

  • Overtredingen van de Wet op de kansspelen kunnen volgens die wet en het Besluit bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte niet worden afgedaan met een bestuurlijke boete. In plaats daarvan zal een last onder dwangsom worden opgelegd.

 

Toepassing stappenplan

Dit stappenplan geldt bij de volgende overtredingen:

DHW:

  • Zonder geldige vergunning het horeca- of slijtersbedrijf uitoefenen (artikel 3 DHW);

APV:

  • Exploitatie zonder geldige exploitatievergunning (artikel 2:28 APV Diemen). Dit betreft de exploitatie van het horecabedrijf. De exploitatie van het terras is eerder in de stappenplannen genoemd bij overtredingen met een vrijwel nihil risico en calculerend gedrag.

Toelichting stappenplan

Bij het niet beschikken over een geldige drank- en horecavergunning of exploitatievergunning wordt onderscheid gemaakt in situaties, namelijk situaties waarbij:

  • Nooit een vergunning is verleend aan de betreffende ondernemer voor de betreffende inrichting;

  • De vergunning enkel door tijdsverloop is verstreken of komen te vervallen.

Stap 1: Wanneer de geldigheidsduur van een exploitatievergunning is verstreken of een drank- en horecavergunning is komen te vervallen, krijgt de ondernemer een schriftelijke waarschuwing en wordt dringend verzocht om binnen de termijn van één week een vergunningaanvraag in te dienen zodat een legalisatietraject doorlopen kan worden. Deze stap geldt niet wanneer de ondernemer nog niet eerder een vergunning voor de betreffende inrichting heeft gehad. In dat geval wordt stap 1 tot en met 3 overgeslagen.

 

Stap 2 en 3: Wanneer niet binnen de bij stap 1 gestelde termijn sprake is van een vergunningaanvraag, wordt een last onder dwangsom (LOD) opgelegd met een hersteltermijn van één week. Voorafgaand daaraan wordt een voornemen tot het opleggen kenbaar gemaakt met een zienswijzetermijn van één week. Wanneer men in overtreding blijft, wordt de dwangsom verbeurd.

 

Stap 4 en 5: Als men na de verbeurde dwangsom nog in overtreding is wordt de volgende stap gezet. Afhankelijk van de situatie is dat de volgende:

  • Niet beschikken over een exploitatievergunning (of zicht daarop): opleggen last onder bestuursdwang (LOB) en vervolgens uitvoeren: sluiten inrichting;

  • Niet beschikken over een drank- en horecavergunning (of zicht daarop): opleggen last onder bestuursdwang en vervolgens uitvoeren: sluiten inrichting;

  • Wijziging drank- en horecavergunning niet gemeld (artikel 30 en 30a DHW): intrekken vergunning en vervolgens over naar stappenplan 2D.

 

Toepassing stappenplan

Dit stappenplan geldt bij de volgende overtredingen:

DHW:

  • In strijd handelen met paracommerciële bepalingen (artikel 4 DHW, hoofdstuk 3 Horecaverordening);

  • Verstrekken alcoholhoudende drank aan personen < 18 jaar in een horeca- of slijtersbedrijf (artikel 20 lid 1 DHW);

  • Verstrekken alcoholhoudende drank aan personen < 18 jaar door supermarkten, etc. (artikel 20 lid 1 DHW);

  • Aanwezigheid toelaten van personen in kennelijke staat van dronkenschap of andere psychotropische stoffen (artikel 20, lid 5 DHW);

  • In kennelijke staat van dronkenschap of andere psychotrope stoffen dienst doen in een slijt- of horecalokaliteit (artikel 20, lid 6 DHW);

  • Verstrekken alcoholhoudende drank bij een redelijkerwijs vermoeden dat dit leidt tot verstoring tot openbare orde, veiligheid, zedelijkheid (artikel 21 DHW);

  • Zonder aanwezigheid van een leidinggevende een horeca- of slijtlokaliteit voor publiek geopend houden (artikel 24, lid 1 DHW);

  • Personen jonger dan 16 jaar dienst te laten doen in slijt- of horecalokaliteit gedurende de tijd dat daarin alcoholhoudende drank wordt verstrekt (artikel 24, lid 3 DHW);

  • Aanwezigheid alcoholhoudende drank in vervoermiddel dat gebruikt wordt voor het rondtrekkend uitoefenen van de kleinhandel (artikel 25, lid 3, DHW);

  • Verstrekken zwakalcoholhoudende drank zonder ontheffing (artikel 35 DHW);

APV:

  • Overtreden openingstijden (artikel 2:29 APV Diemen).

Toelichting op stappenplan

Stap 1 en 2: De regels bij deze categorie zijn zodanig bekend in de branche dat bij een overtreding sprake is van calculerend gedrag. Bij een eerste overtreding wordt een last onder dwangsom opgelegd. Bij herhaling van de overtreding wordt de dwangsom verbeurd.

 

Stap 3 en verder: Bij de tweede (en iedere daaropvolgende) constatering van eenzelfde overtreding wordt een bestraffende interventie gedaan, namelijk het opleggen van een bestuurlijke boete. De hoogte van de boete wordt bepaald aan de hand van het Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet.

 

Afwijkende sancties bij stap 3:

  • Overtredingen van artikel 20, lid 5 en 6 en artikel 21 DHW kunnen volgens het Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet niet worden afgedaan met een bestuurlijke boete. Overtredingen van de APV kunnen in Diemen niet met een bestuurlijke boete worden afgedaan omdat de gemeente Diemen heeft gekozen voor de bestuurlijke strafbeschikking voor het sanctioneren van overlast in de openbare ruimte. In plaats van het opleggen van een bestuurlijke boete wordt van genoemde overtredingen van de DHW en artikel 2:29 APV een proces verbaal (PV) opgemaakt.

  • In artikel 19a van de Drank- en Horecawet is geregeld dat de burgemeester bij niet vergunningsplichtige zaken zoals winkels en cafetaria’s de verkoop van alcoholhoudende drank één tot twaalf weken kan stilleggen wanneer men driemaal binnen een tijdsbestek van twaalf maanden artikel 20, lid 1 van de Drank- en Horecawet heeft overtreden (alcohol aan minderjarigen verkopen). Deze maatregel past in de systematiek van de LHS en wordt bij herhaling opgelegd.

 

Toepassing stappenplan

Dit stappenplan geldt bij de volgende overtredingen:

DHW:

  • Uitoefenen horecabedrijf na intrekking horecavergunning (artikel 3 DHW);

  • Uitoefenen horecabedrijf na weigering, intrekking of buiten behandeling laten aanvraag horecavergunning, mede op basis van artikel 3 Wet Bibob (artikel 3 DHW);

APV:

  • Exploitatie na intrekking exploitatievergunning (artikel 2:28 APV);

  • Exploitatie na weigering, intrekking of buiten behandeling laten aanvraag horecaexploitatievergunning, mede op basis van artikel 3 Wet Bibob (artikel 2:28 APV).

Toelichting stappenplan

Stap 1 en 2: Wanneer sprake is van een van bovengenoemde situaties, is er reeds een heel traject gevolgd. Wanneer men dan nog in overtreding is, is sprake van bewust en structureel gedrag en wordt per direct een last onder bestuursdwang (sluiting) opgelegd en zo snel mogelijk uitgevoerd. Het pand wordt in beginsel voor onbepaalde tijd gesloten. Een belanghebbende kan een verzoek tot opheffing van de sluiting indienen. Medewerking aan een dergelijk verzoek kan bijvoorbeeld plaatsvinden indien er geen horecabedrijf meer terugkeert, dan wel inmiddels de benodigde vergunningen verkregen zijn.

6. Prioritering

Dit horecasanctiebeleid geeft een beschrijving van de procesmatige stappen die worden gedaan bij de uitvoering van het toezien en handhaven. De prioritering en mate van inzet worden bepaald door het Integraal toezicht- en handhavingsbeleid en het Preventie- en Handhavingsplan alcohol. Het horecasanctiebeleid treedt in werking de dag na bekendmaking van het beleid in het Diemer Nieuws.

 

Diemen,

24 oktober 2017

De burgemeester van Diemen,

E. Boog


1

Het Besluit OM-afdoening voorziet slechts in het sanctioneren voor wat betreft illegale terrassen en overtredingen van de sluitingstijden.