Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Almere

Verordening Bedrijveninvesteringszone gebruikers en vastgoedeigenaren Almere Buiten Centrum

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAlmere
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Bedrijveninvesteringszone gebruikers en vastgoedeigenaren Almere Buiten Centrum
CiteertitelVerordening Bedrijveninvesteringszone gebruikers en vastgoedeigenaren Almere Buiten Centrum
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp
Externe bijlageKaart BIZ Almere Centrum Buiten

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet op de bedrijveninvesteringszones
  2. Algemene subsidieverordening Almere 2020
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-11-2022nieuwe regeling

09-12-2021

gmb-2022-518906

RV-118/2021

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Bedrijveninvesteringszone gebruikers en vastgoedeigenaren Almere Buiten Centrum

 

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    BIZ: Bedrijveninvesteringszone: het gebied Almere Buiten Centrum als vermeld in de bijlage behorende bij deze verordening;

  • b.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere;

  • c.

    stichting: Stichting BIZ Almere Buiten Centrum;

  • d.

    uitvoeringsovereenkomst: tussen de gemeente Almere en de Stichting BIZ Almere Buiten Centrum gesloten uitvoeringsovereenkomst;

  • e.

    wet: de Wet op de Bedrijveninvesteringszone.

 

Artikel 2 Aanwijzing stichting

De stichting wordt aangewezen als stichting als bedoeld in artikel 7 van de wet.

 

Artikel 3 Aard van de belasting

  • 1.

    Onder de naam BIZ-bijdrage wordt jaarlijks een directe belasting geheven ter zake van binnen de bedrijveninvesteringszone gelegen onroerende zaken die op grond van artikel 220a Gemeentewet niet in hoofdzaak tot woning dienen.

  • 2.

    De BIZ-bijdrage wordt geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten in de openbare ruimte en op het internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone.

 

Artikel 4 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1.

    De BIZ-bijdrage wordt gedurende een periode van vijf jaren jaarlijks geheven ter zake van binnen de bedrijveninvesteringszone gelegen onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen.

  • 2.

    De BIZ-bijdrage wordt geheven van:

  • a.

    de gebruiker, zijnde degene die bij het begin van het kalenderjaar al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht een in de bedrijveninvesteringszone gelegen belastingobject gebruikt en;

  • b.

    de eigenaar, zijnde degene die bij het begin van het kalenderjaar het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht heeft van een in de bedrijveninvesteringszone gelegen belastingobject.

  • 3.

    Voor de toepassing van dit artikel wordt:

  • a.

    gebruik door degene aan wie een deel van een belastingobject in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de BIZ- bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;

  • b.

    het ter beschikking stellen van een belastingobject voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die dat belastingobject ter beschikking heeft gesteld; degene die het belastingobject ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de BIZ- bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat belastingobject ter beschikking is gesteld.

 

Artikel 5 Belastingobject

Het belastingobject is de onroerende zaak bedoeld in artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken.

 

Artikel 6 Maatstaf van heffing

  • 1.

    De BIZ-bijdrage wordt geheven naar de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor het belastingobject vastgestelde waarde voor het kalenderjaar 2022.

  • 2.

    De heffingsmaatstaf als bedoeld in het eerste lid geldt voor de gehele in artikel 4, eerste lid, genoemde periode.

  • 3.

    Indien met betrekking tot het belastingobject geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van dat belastingobject bepaald met toepassing van artikel 6, alsmede met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.

 

Artikel 7 Vrijstellingen

  • 1.

    De BIZ-bijdrage wordt niet geheven over:

  • a.

    Belastingobjecten die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond voor de land- of bosbouw, daaronder mede begrepen de open grond, alsmede de ondergrond van glasopstanden, die bedrijfsmatig aangewend wordt voor de kweek of teelt van gewassen, zonder daarbij de ondergrond als voedingsbodem te gebruiken;

  • b.

    Belastingobjecten die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als glasopstanden die bedrijfsmatig worden aangewend voor de kweek of teelt van gewassen, voor zover de ondergrond daarvan bestaat uit de in onderdeel a bedoelde grond;

  • c.

    Belastingobjecten die in hoofdzaak bestemd zijn voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard;

  • d.

    Ongebouwde belastingobjecten die deel uitmaken van een op de voet van de Natuurschoonwet 1928 aangewezen landgoed dat voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 8 van het Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928;

  • e.

    Belastingobjecten die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als natuurterreinen, waaronder mede worden verstaan duinen, heidevelden, zandverstuivingen, moerassen en plassen, die worden beheerd door een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid welke zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het behoud van natuurschoon ten doel stelt;

  • f.

    Belastingobjecten die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als openbare land- en waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail, een en ander met inbegrip van kunstwerken;

  • g.

    Belastingobjecten die in hoofdzaak bestemd zijn voor en in gebruik zijn als waterverdedigings- en waterbeheersingswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen;

  • h.

    Belastingobjecten die in hoofdzaak bestemd zijn voor en in gebruik zijn als werken voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen

  • i.

    Belastingobjecten die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst voor het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen;

  • j.

    Belastingobjecten die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als rioleringswerken voor de publieke dienst;

  • k.

    Belastingobjecten die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij de gemeente in beheer zijn of waarvan de gemeente het genot heeft krachtens eigen dom, bezit of beperkt recht, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;

  • l.

    Belastingobjecten die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria, met uitzondering van begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria die zijn bestemd voor de lijkbezorging van dieren;

  • m.

    Belastingobjecten die worden beheerd door een vereniging of stichting die geen onderneming drijft, voor zover die objecten bestemd en in gebruik zijn voor club- en buurthuiswerk, voor de beoefening van sport, kunst of cultuur, of voor andere activiteiten van sociale of culturele aard;

  • n.

    Belastingobjecten die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als werken die zijn bestemd voor de elektriciteitsvoorziening (trafo's) en telecommunicatie (zendmasten);

  • o.

    Belastingobjecten die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik zijn als onbebouwde grond en objecten in aanbouw.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van artikel 6 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf voor de BIZ-bijdrage van de gebruiker buiten aanmerking gelaten de waarde van gedeelten van het belastingobject die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden.

 

Artikel 8 Belastingtarief

  • 1.

    Het kalenderjaar waarin de heffing voor het eerst wordt ingesteld (2022), geldt als grondslag voor de heffingsmaatstaf.

  • 2.

    De BIZ-bijdrage bedraagt per object, voor de gebruiker en voor de eigenaar, bij een WOZ-waarde van:

 

WOZ-

categorie

WOZ

vanaf

WOZ

tot en met

Tarief per jaar

1

€ 0

€ 200.000

€ 500

2

€ 200.001

€ 400.000

€ 700

3

€ 400.001

€ 700.000

€ 900

4

€ 700.001

€ 1.000.000

€ 1.100

5

€ 1.000.001

€ 1.500.000

€ 1.300

6

€ 1.500.001

€ 2.000.000

€ 1.500

7

€ 2.000.001

>

€ 1.700

 

Artikel 9 Wijze van heffing

De BIZ-bijdrage wordt jaarlijks bij wege van aanslag geheven.

 

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 wordt de aanslagen betaald in één termijn welke vervalt 2 maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

 

Artikel 11 Looptijd belastingheffing

De BIZ-bijdrage wordt ingesteld voor een periode van 5 jaar.

 

Artikel 12 Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en de invordering van de BIZ-bijdrage.

 

Artikel 13 Verhouding Algemene Subsidieverordening Almere 2020

De onderhavige verordening prevaleert voor zover zij afwijkt van de Algemene Subsidieverordening Almere 2020 dan wel toepassing van de Subsidieverordening Almere 2020 en bijbehorende besluiten strijdig zou zijn met de tekst of strekking van deze verordening.

 

Artikel 14 Subsidieverstrekking

  • 1.

    De subsidie voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in de Uitvoeringsovereenkomst wordt verstrekt aan de stichting

  • 2.

    De subsidie bedraagt maximaal het bedrag van de jaarlijks te ontvangen BIZ- bijdragen, nadat daarop de perceptiekosten van 3% in mindering zijn gebracht.

  • 3.

    Voor zover dit niet reeds is geschied in de uitvoeringsovereenkomst, kan het college nadere regels stellen met betrekking tot de verplichtingen van de subsidieontvanger.

  •  

Artikel 15

Bij de invordering van de BIZ-bijdrage wordt geen kwijtschelding verleend.

 

Artikel 16 Wijze van betalen

  • 1.

    De subsidie wordt door het college verleend aan de stichting voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst. De raming van de subsidie per jaar is € 264.800,-. De opbrengst per jaar wordt uitbetaald in twee termijnen.

  • 2.

    Het bedrag van de eerste termijn zal 50% van de opbrengst zijn en zal uiterlijk jaarlijks op 1 maart worden uitgekeerd aan de stichting. De overige 50% zal in overleg tussen afdeling Economische ontwikkeling & Grondzaken en de stichting worden uitgekeerd.

 

Artikel 17 Melding van relevante wijzigingen

  • 1.

    De stichting stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van meer dan ondergeschikte veranderingen in haar financiële situatie.

  • 2.

    De stichting stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van een wijziging van de statuten, dan wel van verandering of beëindiging van activiteiten.

 

Artikel 18 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag nadat het college heeft bekendgemaakt dat van voldoende steun als bedoeld in artikel 4 van de wet is gebleken.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Bedrijveninvesteringszone gebruikers en vastgoedeigenaren Almere Buiten Centrum

 

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 9 december 2021

de griffier, de voorzitter,

G.J. Broer, F.M. Weerwind

Bijlage: gebied bedrijveninvesteringszone als bedoeld in artikel 1

Het betreft een BIZ voor gebruikers en vastgoedeigenaren.

De BIZ-gebiedsafbakening is in overeenstemming met het gebied Almere Buiten Centrum, de ondernemers, de vastgoedeigenaren, EZ en B&U tot stand gekomen.

 

Kaart BIZ Almere Buiten Centrum:

 

Het gebied Almere Buiten Centrum omvat de straten:

  • Baltimoreplein (7, 19, 27, 102, 106, 108, 112, 116, 116 (3de verd.), 121, 122)

  • Chicagostraat (2)

  • Detroitpad (1, 2)

  • Globeplein (1, 3, 4B, 4F, 6, 10, 12, 13, 15, 17, 21, 23, 25, 29, 33, 62-64, 66,67, 74, 80, 82, 84, 88)

  • Keerkringplein (18)

  • Kopenhagenstraat (2)

  • Koppeldreef (3)

  • Madridweg (7, 9, 20, 29, 102)

  • Noordeinde (1, 5, 8, 9, 11, 18, 26, 30, 36, 40, 45, 46, 47, 49, 51, 52, 56, 71,75, 79, 83, 87,149,151,153,155, 159, 161, 163, 164, 166, 170, 171, 172, 176, 178, 180, 184, 188, 190, 237, 239, 241, 243, (overkapping), 245, 247, 249, 251, 253, 255, 257, 261)

  • Oslostraat (1, 3, 45, 47, 49, 51, 55, 57)

  • Philadephiapad (2, 4, 6, 20, 26, 30, 34, 40, 101)

  • Reykjavikstraat (1, 4, 5, 9, 13, 19, 20, 22, 25)

  • Rio de Janeiroplein (1, 2, 3, 4, 7)

  • Rio de Janeirostraat (3, 8, 12)

  • Santiagostraat (3)

  • Straat van Florida (1, 9, 10, 11, 12, 15, 23)

  • Westeinde (2B, 2C, 2A, 2D, 6, 8, 14)

  • Zuideinde (1, 3, 7, 9, 11, 15, 21)