Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Leiden

Reglement van Orde Gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Leiden (WML)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLeiden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingReglement van Orde Gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Leiden (WML)
CiteertitelReglement van Orde Gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Leiden (WML)
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling treedt gelijktijdig met de Verordening WML 2023 in werking.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-2022nieuwe regeling

13-10-2022

gmb-2022-518867

22.0248

Tekst van de regeling

Intitulé

Reglement van Orde Gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Leiden (WML)

De raad van de gemeente Leiden;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 juni 2022, nummer 22.0248;

gelet op artikel 11 van de Verordening WML 2023;

besluit vast te stellen het volgende Reglement van Orde als bijlage van de Verordening WML 2023:

 

Bijlage bij de Verordening op de gemeentelijke adviescommissie omgevingskwaliteit Leiden 2023 (Verordening WML 2023)

 

  • II.

    Het Reglement van Orde van de WML vast te stellen als bijlage van de Verordening WML 2023 en deze gelijktijdig met de Verordening WML 2023 in werking te laten treden:

Inhoud

  • 1.

    Advisering door de WML

  • 2.

    Samenstelling van de commissie

  • 3.

    Benoeming en zittingsduur

  • 4.

    Jaarlijkse verantwoording

  • 5.

    Termijn van advisering en vooroverleg

  • 6.

    Openbaarheid van vergaderen en plantoelichting

  • 7.

    Afdoening bij mandaat

  • 8.

    Vorm waarin het advies wordt uitgebracht

  • 9.

    Advisering over bijzondere plannen

  • 10.

    Ondersteuning van de commissie

  • 11.

    Vergaderorde

  • 12.

    Vaststelling en bekendmaking

Hoofdstuk 1. Advisering door de WML

Artikel 1  

Onafhankelijkheid

 

De WML (verder te noemen: de commissie) is een door de gemeenteraad benoemde onafhankelijke adviescommissie. De leden zijn onafhankelijk ten opzichte van het gemeentebestuur en de gemeentelijke organisatie. Er bestaan geen bindingen of relaties op basis waarvan de adviezen over de omgevingskwaliteit worden beïnvloed.

De gemeente Leiden heeft de Stichting Dorp, Stad en Land (verder te noemen DSL) aangewezen als organisatie die verantwoordelijk is voor de bemensing (introductie, vervanging), ondersteuning (technisch en inhoudelijk, instructie) en honorering van de commissie.

Artikel 2  

Taakomschrijving

 

De commissie is een gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in artikel 17.9 van de Omgevingswet en brengt op basis hiervan advies uit aan het college van burgemeester en wethouders (hierna het college) ten aanzien van de taken genoemd in de Verordening WML 2023.

 

Op verzoek van het college is een deskundig lid van de commissie aanwezig ter ondersteuning van het college ten aanzien van deze aspecten bij de behandeling van het bezwaar bij de Regionale commissie voor de bezwaarschriften, de behandeling van het beroep bij de rechtbank respectievelijk het hoger beroep bij de Raad van State.

De commissie wordt door de betrokken ambtelijke afdelingen, het college en de gemeenteraad betrokken bij het opstellen of aanpassen van welstandscriteria en welstandsbeleid en overig beleid met betrekking tot de omgevingskwaliteit.

De commissie legt de gemeenteraad eenmaal per jaar een verslag voor van de door haar verrichte werkzaamheden.

Hoofdstuk 2. Samenstelling van de commissie

Artikel 3  

Profielschets van alle commissieleden

 

De leden van de commissie hebben geen professionele binding met de gemeente, maar moeten geïnteresseerd zijn in Leiden en de gemeente kennen of willen leren kennen.

De leden van de commissie zijn bereid zich te verdiepen in het ruimtelijk kwaliteitsbeleid in brede zin van de gemeente en baseren zich bij de beoordeling van bouwplannen op de welstandscriteria zoals opgenomen in de gemeentelijke welstandsnota, alsmede op door de gemeenteraad vastgestelde documenten met aanvullende welstandscriteria.

De leden van de commissie zijn (geregistreerd) architect dan wel deskundige op het gebied van monumentenzorg, die zich door opleiding en ervaring kwalificeren om zitting te nemen in de commissie.

De leden van de commissie kennen de beroepspraktijk en hebben ervaring met het beoordelen van ontwerpen van (aanstaande) collega’s in bijvoorbeeld onderwijssituaties, jury’s of commissies omgevingskwaliteit.

De leden van de commissie moeten in staat zijn hun oordeel begrijpelijk te verwoorden, met respect voor allen die bij de advisering een rol spelen. Dit vraagt van alle commissieleden zekere communicatieve vaardigheden.

 

De leden van de commissie hebben een geheimhoudingsplicht inzake de aan hen voorgelegde plannen en beleidsdocumenten, niet zijnde bouwaanvragen.

De leden van de commissie zijn onpartijdig, dat betekent dat zij geen persoonlijk belang mogen hebben bij de door het college te nemen beslissingen en dat zij hun taak niet met vooringenomenheid mogen vervullen.

De leden van de commissie mogen geen professionele of persoonlijke betrokkenheid hebben bij de te beoordelen bouwplannen. Op het moment dat een dergelijke betrokkenheid wel bestaat, maakt het lid deze tijdig kenbaar en wordt het plan behandeld zonder inbreng van het betreffende lid.

Indien de voorzitter van de commissie dit nodig acht, wordt het plan ter advies voorgelegd aan een andere onder DSL ressorterende gemeentelijke adviescommissie, waarbij het uiteindelijke advies door de commissie opgesteld wordt. Van deze formele stappen wordt in het advies melding gemaakt.

Artikel 4  

Verantwoordelijkheid van de voorzitter

 

De voorzitter is verantwoordelijk voor het functioneren van de commissie en bewaakt de deugdelijkheid van de advisering in brede zin.

De voorzitter geeft leiding aan de vergadering en bewaakt de voortgang van de agenda. In de discussies draagt hij of zij er zorg voor dat alle commissieleden hun mening voldoende naar voren kunnen brengen. Na de discussie geeft de voorzitter een korte, heldere samenvatting van het uit te brengen advies, als basis voor de schriftelijke uitwerking.

De voorzitter treedt op als gastheer of –vrouw voor de planindieners, ontwerpers en andere bezoekers.

De voorzitter organiseert met de commissie een jaarlijkse, inhoudelijke evaluatie van de werkzaamheden en heeft hiertoe ten minste eenmaal per jaar een evaluerend overleg met de portefeuillehouder. De uitkomsten van het evaluatiegesprek worden opgenomen in het jaarverslag van de commissie.

Artikel 5  

Verantwoordelijkheid van de leden

 

De overige leden zijn samen met de voorzitter verantwoordelijk voor de vakinhoudelijke kwaliteit van de adviezen.

Eén van de leden wordt aangewezen als secretaris van de commissie.

Hoofdstuk 3. Benoeming en zittingsduur

Artikel 6  

Zittingsduur

 

Door DSL wordt een rooster van aftreden bijgehouden van de leden en de voorzitter. DSL zendt drie maanden voor het verstrijken van een benoemingstermijn een voorstel tot (her)benoeming van een lid of de voorzitter aan het college. Het college stelt het voorgedragen commissielid of voorzitter ter benoeming voor aan de gemeenteraad.

Artikel 7  

Voortijdige beëindiging van de benoeming van commissieleden

 

De leden van de commissie kunnen te allen tijde kenbaar maken hun benoeming te willen beëindigen. Zij geven hiervan schriftelijk drie maanden tevoren kennis aan de gemeenteraad en DSL.

De gemeenteraad kan in voorkomende gevallen, na overleg met het college en DSL, de benoeming van een lid of van alle leden van de commissie voortijdig beëindigen, wanneer het betreffende commissielid of de betreffende commissieleden naar zijn oordeel of het oordeel van DSL niet naar behoren functioneert of functioneren.

Hoofdstuk 4. Jaarlijkse verantwoording

Artikel 8  

Jaarverslag

 

De commissie stelt ter uitvoering van artikel 17.9, zesde lid van de Omgevingswet jaarlijks voor de gemeenteraad een verslag op van haar werkzaamheden, genoemd het jaarverslag. In dit jaarverslag komt ten minste aan de orde op welke wijze de commissie toepassing heeft gegeven aan de in de gemeentelijke welstandsnota opgenomen welstandscriteria. Het jaarverslag signaleert waar de welstandsnota als beleidskader voldoende dan wel onvoldoende houvast heeft kunnen bieden bij de welstandsbeoordeling en geeft aan waarom in specifieke gevallen is afgeweken van het vastgestelde beleid.

Voorts kan de commissie in haar jaarverslag aandacht besteden aan de werkwijze van de commissie, op welke wijze uitwerking is gegeven aan de openbaarheid van vergaderen, de aard van de beoordeelde plannen en bijzondere projecten.

De commissie kan in haar verslag aanbevelingen doen ten aanzien van het welstandsbeleid en overig beleid met betrekking tot de omgevingskwaliteit in Leiden.

Het verslagjaar loopt van januari tot en met december. Het jaarverslag wordt jaarlijks vóór 1 juli aangeboden aan de gemeenteraad.

Hoofdstuk 5. Termijn van advisering en vooroverleg

Artikel 9  

Termijn van advisering bij de aanvraag voor een omgevingsvergunning

 

De commissie, dan wel een namens haar gemandateerd lid, brengt in principe binnen een week na de vergadering haar advies uit. Zij adviseert in ieder geval binnen een termijn van twee weken, tenzij het college heeft aangegeven binnen welke termijn een advies wordt verwacht.

Artikel 10  

Vooroverleg over principeaanvragen

 

De gemeente biedt de mogelijkheid om, voorafgaand aan het indienen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning, door middel van het indienen van een aanvraag voor een preadvies vooroverleg te plegen met de commissie dan wel een namens haar gemandateerd lid, over de interpretatie van de welstandscriteria c.q. aantasting van monumentale waarden in het concrete geval van het bouwplan.

De commissie, dan wel het namens haar gemandateerd lid, draagt uiterste zorg voor consistente beoordelingen in de verschillende planfasen.

Het vooroverleg is niet openbaar, tenzij de planindiener, het college en de commissie geen bezwaar hebben tegen een openbaar vooroverleg.

 

Van het vooroverleg wordt verslag gemaakt, dat met de besproken bescheiden wordt opgenomen in het dossier. Dit verslag wordt openbaar als dit vooroverleg leidt tot een plan waarvoor een vergunning wordt aangevraagd.

De commissie, dan wel het namens haar gemandateerde lid, geeft aan in welke fase het plan werd beoordeeld en op basis van welke welstandscriteria c.q. monumentale waarden de aanvraag voor een omgevingsvergunning uiteindelijk zal worden beoordeeld, door de commissie dan wel door een namens haar gemandateerd lid.

Artikel 11  

Beëindiging van het vooroverleg na drie negatieve beoordelingen

 

Als een plan tijdens de vooroverlegfase drie keer negatief wordt beoordeeld door de commissie en als er tijdens het proces geen noemenswaardige vooruitgang wordt geconstateerd, zal de commissie het vooroverleg beëindigen en via de ambtelijk plantoelichter contact opnemen met de portefeuillehouder om de (politieke) consequenties hiervan te bespreken.

Beëindiging van het vooroverleg vindt niet plaats indien het plan niet tenminste eenmaal, bijvoorbeeld de laatste maal, door de commissie is beoordeeld.

Artikel 12  

Geldigheidstermijn van een principeaanvraag

 

Indien een principeaanvraag niet binnen een jaar na de laatste beoordeling door de commissie, dan wel een namens haar gemandateerd lid, wordt gevolgd door een aanvraag voor een omgevingsvergunning, wordt de behandeling van welstand- dan wel monumentale waarden gesloten. Deze termijn geldt niet indien de commissie en de planindiener schriftelijk een andere termijn overeenkomen.

Hoofdstuk 6. Openbaarheid van vergaderen en plantoelichting

Artikel 13  

Openbare behandeling van een aanvraag voor een omgevingsvergunning

 

De behandeling van de welstands- of monumentale aspecten van een aanvraag voor een omgevingsvergunning door de commissie, dan wel door een gemandateerd lid van de commissie, is openbaar, tenzij de planindiener, het college of de commissie van mening zijn dat er op grond van de Wet open overheid redenen zijn voor geheimhouding.

De openbaarheid geldt zowel voor de beraadslagingen als voor het formuleren van de conclusie c.q. het advies.

Goedgekeurde verslagen van de openbare vergadering zijn openbaar en kunnen worden opgevraagd via de gemeentelijke website.

Artikel 14  

Bekendmaking van de agenda

 

De commissie vergadert volgens een jaarlijks vastgesteld vergaderschema.

De data, het tijdstip en de locatie van de vergaderingen worden door de ambtelijk medeweker ter kennisneming aan de lokale pers gezonden.

Vanaf één dag voorafgaand aan de vergaderingen van de commissie kan de agenda van de vergadering worden ingezien op de gemeentelijke website.

Artikel 15  

Plantoelichting

 

Als een planindiener en/of ontwerper hierom bij het indienen van het plan heeft verzocht, wordt deze door de secretaris uitgenodigd voor het geven van een toelichting tijdens de vergadering waarin het plan wordt behandeld.

Als de commissie, dan wel een namens haar gemandateerd lid, een nadere toelichting wenst, wordt de planindiener en/of de ontwerper door de secretaris uitgenodigd voor het geven van een toelichting tijdens de vergadering waarin het plan wordt behandeld. Tevens is het mogelijk dat de ambtenaar, belast met de behandeling van de aanvraag, een toelichting geeft.

Een plantoelichting is bedoeld voor een korte toelichting op de planfilosofie en de gemaakte keuzes in relatie tot de omgevingskwaliteit of monumentale waarden.

Hoofdstuk 7. Afdoening bij mandaat

Artikel 16  

Mandaat namens de commissie

 

De commissie kan één of meer van haar leden mandateren om bepaalde taken uit te voeren. Inzake aanvragen met betrekking tot monumenten dienen minimaal twee gekwalificeerde leden gemandateerd te worden. De gemandateerde voert de taak uit onder verantwoordelijkheid en namens de commissie, wat moet blijken uit bijvoorbeeld de ondertekening.

Eén van de taken die door de commissie aan één of meer van haar leden kunnen worden gemandateerd, is het uitbrengen van het welstandsadvies over aanvragen van een omgevingsvergunning voor bouwplannen van relatief geringe ruimtelijke betekenis of van bouwplannen waar de mening van de commissie als bekend mag worden verondersteld. De gemandateerde heeft hierbij een volledig mandaat, dat wil zeggen dat zowel positieve als negatieve adviezen kunnen worden gegeven.

Een andere taak die door de commissie aan één of meer van haar leden kan worden gemandateerd, is het voeren van vooroverleg met de planindieners en/of ontwerpers. Dit kan zelfstandig gebeuren dan wel door deelname in een ‘kwaliteitsteam’. Bij het gemandateerd vooroverleg in het verband van een ‘kwaliteitsteam’ dient de gemandateerde zorg te dragen voor een regelmatige terugkoppeling en verantwoording van het advieswerk richting de commissie. Daarbij doet de gemandateerde verslag van wat er tijdens het vooroverleg (namens de commissie) is besproken en besloten.

Het gemandateerd vooroverleg kan worden gecombineerd met het mandaat voor het uitbrengen van het advies over aanvragen van een omgevingsvergunning. Bij enige vorm van twijfel legt de gemandateerde het betreffende bouwplan voor aan de commissie.

Voor behandeling van bouwplannen onder mandaat gelden verder dezelfde reglementen als voor behandeling van bouwplannen door de commissie.

Hoofdstuk 8. Vorm waarin het advies wordt uitgebracht

Artikel 17  

Inhoud van het advies

 

Het advies geeft aan of de (inhoud van) de aanvraag al dan niet in strijd is met redelijke eisen van welstand, te beoordelen aan de hand van de criteria zoals opgenomen in de welstandsnota of in het omgevingsplan, dan wel aanvullende welstandscriteria (bijvoorbeeld bij herontwikkelingsprojecten) en beeldkwaliteitplannen met welstandscriteria, mits deze dezelfde vaststellingsprocedure hebben doorlopen als de welstandsnota. Van de in de vergadering uitgesproken bevindingen en adviezen wordt een verslag opgesteld.

Het advies kan worden gecombineerd met suggesties voor beleid of procedurele zaken die naar mening van de commissie in acht genomen zouden moeten worden. Deze suggesties zijn vrijblijvend en staan duidelijk los van de conclusie van het advies zelf.

Artikel 18  

Advisering over plannen met een beschermd monument

 

Indien een omgevingsvergunning betrekking heeft op een beschermd rijks- of gemeentelijk monument, brengt de commissie een integraal advies uit, waarin een duidelijke scheiding is aangebracht tussen de aspecten met betrekking tot de omgevingskwaliteit en de monumentale aspecten.

Artikel 19  

Conclusie van het advies

 

Het advies kan de volgende conclusies hebben:

Akkoord: Het plan voldoet naar de mening van de commissie volgens de van toepassing zijnde welstandscriteria aan redelijke eisen van welstand, dan wel het plan heeft geen onaanvaardbare aantasting van monumentale waarden tot gevolg. Het advies kan worden gecombineerd met aanbevelingen en suggesties, bijvoorbeeld om het plan op een (nog) hoger niveau te tillen. Deze suggesties zijn vrijblijvend en staan duidelijk los van de conclusie van het advies zelf.

Niet akkoord: Het plan voldoet naar de mening van de commissie volgens de van toepassing zijnde welstandscriteria niet aan de redelijke eisen van welstand, dan wel het plan heeft onaanvaardbare aantasting van monumentale waarden tot gevolg. De negatieve beoordeling wordt beargumenteerd op basis van het omgevingsplan en de welstandscriteria, dan wel de waardestelling van het monument. Het advies kan worden gecombineerd met aanbevelingen en suggesties op welke wijze het bouwplan aangepast zou kunnen worden, teneinde een positief advies te verkrijgen.

Artikel 20  

Schriftelijke motivering

 

De commissie adviseert en motiveert haar advies schriftelijk.

Bij positieve advisering wordt in het verslag van de vergadering of op het aanvraagformulier genoteerd op welke bepalingen uit het vigerende welstandsbeleid het positieve advies is gebaseerd; een expliciete motivering kan bij positieve adviezen achterwege blijven, tenzij het college daarom specifiek verzoekt. Bij aanvragen met betrekking tot monumenten zal het advies altijd schriftelijk gemotiveerd worden.

Een positief advies wordt altijd schriftelijk gemotiveerd als er sprake is van een bijzondere situatie waarbij wordt geadviseerd om een plan op basis van de algemene welstandscriteria, in afwijking van de van toepassing zijnde gebiedsgerichte c.q. objectgerichte welstandscriteria, goed te keuren.

 

Elk advies dat getoetst is aan de criteria voor redelijke eisen van welstand bestaat uit:

  • -

    beknopte karakteristiek van het bouwplan (en zijn omgeving);

  • -

    indien van toepassing: kort chronologisch overzicht van eerdere planbeoordelingen;

  • -

    indien van toepassing: beknopt verslag van een plantoelichting door de planindieners en/of de ontwerper;

  • -

    een verwijzing naar de bij de beoordeling toegepaste (welstands)criteria;

  • -

    een verwijzing naar de planologische status van het bouwplan, de proportionaliteit van de ingreep en de zichtbaarheid vanaf de openbare ruimte;

  • -

    bevindingen en het oordeel van de commissie resulterend in het advies;

  • -

    bij een negatief advies de motivering daarvan;

  • -

    indien van toepassing: aanbevelingen of suggesties van de commissie.

Elk advies met betrekking tot monumenten bestaat uit:

  • -

    de voor de aanvraag relevante regelgeving;

  • -

    een verwijzing naar de in het geding zijnde monumentale waarden;

  • -

    onderbouwing van het advies;

  • -

    kennisneming van de plananalyse van Erfgoed Leiden en Omstreken;

  • -

    indien van toepassing: aanbevelingen of suggesties van de commissie.

Artikel 21  

Toelichting op het advies

 

De planindiener en/of ontwerper kan een mondelinge toelichting vragen op het advies.

Deze toelichting wordt in eerste instantie gegeven door de secretaris.

Indien de planindiener en/of ontwerper vervolgens een nadere toelichting wenst, kan een afspraak worden gemaakt met de commissie dan wel met een namens haar gemandateerd lid.

Hoofdstuk 9. Advisering over bijzondere plannen

Artikel 22  

Advisering bij plannen onder supervisie

 

De gemeente kan voor bepaalde (nieuw te ontwikkelen) gebieden een supervisor aanstellen, met als taak de omgevingskwaliteit te stimuleren en planindieners en ontwerpers in de vroege fasen van de planvorming reeds te informeren en te begeleiden.

Bij het aanstellen van een supervisor zal zorg worden gedragen voor een heldere taakomschrijving en een goede afstemming tussen supervisie en welstandsbeoordeling.

 

Daarbij gelden de volgende uitgangspunten:

  • -

    de supervisor formuleert bij voorkeur de welstandscriteria dan wel beeldkwaliteitplan voor het gebied;

  • -

    de welstandscriteria dan wel beeldkwaliteitplan gelden na vaststelling door de gemeenteraad als leidraad voor de planbegeleiding door de supervisor én als kader voor de welstandsbeoordeling;

  • -

    tijdens het planvormingsproces is de supervisor verantwoordelijk voor planbegeleiding van de architect/indiener.

Bij overeenstemming tussen supervisor en planindiener wordt het plan met een positief advies van de supervisor voorgelegd aan de commissie; bij afwijzing door de commissie van het plan zal de indiener een poging doen de inzichten van de commissie te verwerken. Als bij 2e behandeling er nog steeds een negatief advies is kan dit leiden tot een controversiële kwestie. In dat geval proberen commissie en supervisor tot een gezamenlijk advies te komen. Indien beide partijen er dan niet uitkomen, worden beide adviezen voorgelegd aan het college, die een definitief besluit nemen.

 

De gemeentelijk stedebouwkundig supervisor kan gevraagd en ongevraagd zijn oordeel geven over in ontwikkeling zijnde plannen. In voorkomende gevallen mag hij gevraagd en ongevraagd aan het overleg van de commissie deelnemen, zodat zijn oordeel door de commissie kan worden meegewogen in het advies. Hij vervult waar nodig de rol van intermediair tussen de (extern) projectsupervisor en de commissie als deze blijven verschillen van opvatting. Waar nodig kan hij zijn oordeel aan het dossier toevoegen als dit dossier voor besluitvorming aan het college wordt voorgelegd.

Artikel 23  

Ongevraagd adviseren door de commissie

 

De commissie kan indien zij dat wenst ook ongevraagd advies uitbrengen aan het college.

Hoofdstuk 10. Ondersteuning van de commissie

Artikel 24  

Ondersteuning vanuit de gemeente

 

Het college wijst een ambtelijk medewerker aan.

De ambtelijk medewerker ondersteunt de commissie op zodanige wijze dat deze optimaal kan functioneren bij de uitoefening van haar taken als onafhankelijk adviesorgaan van het gemeentebestuur.

De ambtelijk medewerker is op geen enkele wijze, anders dan informatief, betrokken bij of verantwoordelijk voor de inhoud van de beraadslagingen en de advisering door de commissie.

De ambtelijk medewerker is in principe aanwezig bij de vergaderingen van de commissie en fungeert als dagelijks aanspreekpunt van de commissie.

De ambtelijk medewerker onderhoudt de contacten met de ambtelijke onderdelen, neemt de adviesaanvragen voor bouwplannen in en bereidt de behandeling van de bouwplannen in de commissie voor. Hij of zij controleert of de bouwplannen (inclusief de bouwplannen die worden aangeboden voor vooroverleg) zijn voorzien van de voor de behandeling benodigde bescheiden en draagt zorg voor de benodigde informatie over de omgeving, de locatie en het bouwplan, en overigens alle voor de beoordeling relevante informatie.

De ambtelijk medewerker draagt agendapunten aan bij de secretaris van de commissie en draagt er zorg voor dat de commissie kan adviseren binnen de voorgeschreven beslistermijn.

De ambtelijk medewerker maakt de afspraken tussen planindieners en/of ontwerpers en de commissie via de administratie van DSL.

De ambtelijk medewerker ondersteunt de secretaris bij het verzamelen van kwantitatieve gegevens voor de rapportage van het college.

De gemeente zorgt voor vergaderruimte in Leiden voor de commissie, inclusief de benodigde technische hulpmiddelen als computer, beamer e.d. en consumpties voor de leden en planindieners.

Artikel 25  

Ondersteuning vanuit DSL

 

DSL wijst een (vakinhoudelijk) secretaris (‘architect-secretaris’) aan.

De secretaris ondersteunt de commissie op zodanig wijze dat deze optimaal kan functioneren bij uitoefening van haar taken als onafhankelijk adviesorgaan van het gemeentebestuur.

De secretaris stelt het vergaderrooster en de agenda’s op en draagt zorg voor de organisatorische contacten met de gemeente via de ambtelijk medewerker.

De secretaris is verantwoordelijk voor de organisatie en het verloop van de vergaderingen en is in principe aanwezig bij alle vergaderingen van de commissie. De secretaris stelt de vergaderverslagen en de planadviezen op en zorgt voor de administratieve verwerking van de adviezen.

De secretaris is medeverantwoordelijk voor de deugdelijkheid van de adviezen.

De secretaris geeft planindieners en/of ontwerpers de eerste mondelinge toelichting op het advies.

 

De secretaris zorgt bij incidentele afwezigheid van de voorzitter of één van de leden, indien nodig, voor een gekwalificeerde vervanger.

De secretaris verzamelt de kwantitatieve gegevens voor het jaarverslag van de commissie en neemt zo nodig deel aan het evaluatieoverleg tussen het gemeentebestuur en de commissie.

De secretaris legt wat betreft de organisatorische en budgettaire aspecten verantwoording af aan (de directeur van) DSL.

Artikel 26  

Adviseur

 

Indien de aard van een te beoordelen plan dan wel het beleid daartoe aanleiding geeft, kunnen het college en de commissie in overleg treden over de mogelijkheid om op ad hoc of permanente basis specifieke deskundigen als adviseur van de commissie te raadplegen.

De adviseur is geen lid van de commissie, maar wordt voorafgaand aan de beraadslaging in de gelegenheid gesteld zijn of haar visie op het plan te geven. De adviseur neemt geen deel aan de beraadslaging en heeft geen stem in de eindbeoordeling.

De adviseur is op geen enkele wijze anders dan informatief betrokken bij of verantwoordelijk voor de inhoud van de beraadslagingen en de advisering door de commissie.

De aanwezigheid van een adviseur wordt altijd vermeld in het vergaderverslag.

Hoofdstuk 11. Vergaderorde

Artikel 27  

Vergadering

De commissie vergadert volgens een jaarlijks vast te stellen vergaderrooster waarin ook de vergaderlocatie(s) word(t)(en) vastgelegd. Vooralsnog wordt uitgegaan van een vergaderfrequentie van één keer per week tijdens kantooruren.

Artikel 28  

Behandeling van een bouwplan

 

De behandeling van een bouwplan verloopt volgens een vast protocol:

  • -

    indien aanwezig: ontvangst van planindiener en/of ontwerper en uitleg van de gang van zaken door de voorzitter;

  • -

    introductie van het plan door de voorzitter, de ambtelijk behandelaar of de gemandateerde, waarbij de status van de planologische aanvaardbaarheid wordt aangegeven;

  • -

    gelegenheid voor een korte toelichting op de planfilosofie en de gemaakte keuzes in relatie tot de welstandscriteria of monumentale waarden, door planindiener en/of ontwerper;

  • -

    gelegenheid voor korte toelichting door eventuele adviseurs van de commissie;

  • -

    gelegenheid voor vragen door de commissieleden;

  • -

    start van de beraadslaging, waarbij de voorzitter vaststelt welke welstandscriteria of monumentale waarden van toepassing zijn en op welke manier deze worden behandeld;

  • -

    beraadslaging door de commissieleden, waarbij de voorzitter elk commissielid in de gelegenheid stelt zijn of haar mening voldoende te uiten;

  • -

    conclusies, alleen indien noodzakelijk formele stemming;

  • -

    samenvatting van het uit te brengen advies door de voorzitter, als basis voor de schriftelijke uitwerking door de secretaris.

Artikel 29  

Stemming

 

Indien de voorzitter het noodzakelijk acht, kan besloten worden tot een formele stemming. Alle aanwezige commissieleden dan wel hun plaatsvervangers, brengen één stem uit omtrent het uit te brengen advies. De commissie beslist omtrent het uit te brengen advies bij meerderheid van stemmen.

Bij staking van de stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

In afwijking van voorstaande, zijn ingeval van advisering over de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een rijksmonument, de stemmen van de leden met deskundigheid op het gebied van de monumentenzorg doorslaggevend.

Artikel 30  

Vervanging

 

Onder incidentele verhindering wordt verstaan een enkele keer per jaar voorkomende afwezigheid wegens andere verplichtingen, en onvoorziene afwezigheid wegens overmacht.

Bij incidentele verhindering van de voorzitter kiest de commissie uit de aanwezige leden een vervangend voorzitter. Eventueel zorgt DSL via de secretaris voor een gekwalificeerde vervanger uit één andere onder de Stichting DSL ressorterende commissie.

Bij incidentele verhindering van één van de leden zorgt DSL via de secretaris, indien voor de vergaderorde noodzakelijk, voor een gekwalificeerde vervanger met deskundigheid op de betreffende discipline.

Bij incidentele verhindering van de secretaris wordt deze vervangen door een door DSL aan te wijzen plaatsvervanger.

Bij incidentele verhindering van het gemandateerd commissielid wordt deze vervangen door een door DSL aan te wijzen plaatsvervanger.

Bij langdurige of structureel terugkerende verhindering van één van de leden van de commissie benoemt de gemeenteraad een vaste plaatsvervanger op de wijze als opgenomen in artikel 4, vijfde lid van de Verordening WML 2023.

Artikel 31  

Onderzoek ter plaatse

 

De commissie stelt een onderzoek ter plaatse in, indien zij bij de beoordeling van een bouwplan van oordeel is dat dit onderzoek redelijkerwijs voor de vervulling van haar taak nodig is.

Artikel 32  

Verslagen

 

De secretaris maakt het verslag van de vergadering van de commissie.

In dit verslag worden tevens opgenomen de adviezen van het gemandateerde commissielid.

De verslagen bevatten de samengevatte adviezen over de aan de commissie voorgelegde bouwplannen (zowel de aanvragen voor een omgevingsvergunning als de principeaanvragen).

De verslagen bevatten tevens een beknopt verslag van alle andere gespreksonderwerpen van de commissie.

De secretaris zendt de vastgestelde verslagen in principe binnen 5 werkdagen na de vergadering ter kennisname aan het college.

De verslagen worden verzonden naar de desbetreffende aanvragers van de vergunning.

Hoofdstuk 12. Vaststelling en bekendmaking

Aldus vastgesteld als bijlage bij de Verordening WML 2023 door de gemeenteraad van de gemeente Leiden in zijn openbare vergadering van 13 oktober 2022.

 

  • III.

    Benoemingsbesluit: Per inwerkingtreding van de Omgevingswet op grond van artikel 4 van de Verordening WML 2023 voor een eerste termijn van vier jaar de volgende leden voor de commissie (hierna: de WML) te benoemen:

    • -

      de heer ir. J.W. Walraad als deskundige op het gebied van monumentenzorg;

    • -

      de heer ir. E.A.M.G. Töns, als deskundige op het gebied van omgevingskwaliteit en monumentenzorg;

    • -

      de heer M.P.T. Willems AvB (voorzitter) als deskundige op het gebied van omgevingskwaliteit;

    • -

      mevrouw ir. W.M. Voorwinde als deskundige op het gebied van omgevingskwaliteit en architectuur;

    • -

      de heer ir. G.K. Tegelberg (plaatsvervangend voorzitter), als deskundige op het gebied van omgevingskwaliteit, stedenbouw en erfgoed, en als plaatsvervangend lid en tevens plaatsvervangend secretaris van de commissie te benoemen:

  • IV.

    Per de datum waarop de Omgevingswet in werking treedt, de benoeming en het ontslag van de leden voor de WML, gelet op het bepaalde in afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht, te mandateren aan het college van burgemeester en wethouders. De kandidaat-leden van de WML worden door de stichting Dorp, Stad en Land geselecteerd en voorgedragen. Het college komt met een voorstel en informeert de raad voordat een besluit tot benoeming of ontslag wordt genomen.

  • V.

    Per de datum waarop de Omgevingswet in werking treedt, het wijzigen van het Reglement van Orde (bijlage bij de Verordening WML 2023) aan het college te delegeren.

Gedaan in de openbare raadsvergadering van 13 oktober 2022,

de Griffier,

dhr. G.F.C. Van Leiden

de Voorzitter,

drs. H.J.J. Lenferink