| Organisatie | Landgraaf |
|---|---|
| Organisatietype | Gemeente |
| Officiële naam regeling | Verordening Energie-armoede fonds gemeente Landgraaf 2022-2023; |
| Citeertitel | |
| Vastgesteld door | gemeenteraad |
| Onderwerp | financiën en economie |
| Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 03-11-2022 | nieuwe regeling | 03-11-2022 |
vast te stellen de volgende ‘Verordening Energie-armoede fonds gemeente Landgraaf 2022-2023”:
Artikel 1. Begripsomschrijving
1. College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Landgraaf;
2. Energie-armoede fonds: het tijdelijke crisiskader voor staatssteunmaatregelen gebaseerd op artikel 107, lid 3, onder b VWEU, ter ondersteuning van de economie vanwege de energiecrisis die is ontstaan als gevolg van de gestegen energieprijzen;
een eenheid, ongeacht haar rechtsvorm of wijze van financiering, die een economische activiteit uitoefent (onderneming) of;
1. Het Energie-armoede fonds is ingesteld met als doel ondersteuning te bieden aan in hoofdzaak Landgraafse organisaties die door de hoge energieprijzen ten gevolge van de energiecrisis in de moeilijkheden komen.
Voor subsidie uit het Energie-armoede fonds komen in aanmerking organisaties die ten gevolge van energiecrisis en de sterk gestegen energieprijzen nadeel ondervinden, waardoor het voortbestaan van de organisatie in ernstige mate wordt bedreigd.
Artikel 4. Voorwaarden en criteria
a. Subsidie uit het Energie-armoede fonds kan uitsluitend worden verstrekt indien de organisatie in Landgraaf is gevestigd dan wel bijdraagt aan het realiseren van de beleidsdoelen van de gemeente Landgraaf en / of van grote maatschappelijke waarde is voor de sociale infrastructuur binnen de gemeente;
b. de organisatie niet aan Europese energiesancties tegen Rusland is onderworpen en/of een door Rusland gecontroleerde entiteit is;
c. de ontstane situatie het gevolg is van de stijgende energieprijzen ten gevolge van de energiecrisis;
d. er sprake is van een situatie waarbij op zeer korte termijn maatregelen nodig zijn;
e. bestaande compensatie geen oplossing biedt (bijv. maatregelen Rijksoverheid);
f. door aanvrager zelf al een maximale inspanning is gedaan om de nadelige gevolgen van de sterk gestegen energieprijzen binnen de organisatie te beperken;
g. de subsidie voldoet aan de door de Europese Commissie gestelde voorwaarden voor het verstrekken van de-minimissteun;
h. de nadelige gevolgen van hoge energieprijzen oplosbaar zijn met een incidentele subsidie uit het Energie-armoede fonds;
i. de organisatie ook na de energiecrisis levensvatbaar is; en
j. de situatie niet is ontstaan door verwijtbaar en/of onrechtmatig gedrag van de aanvrager.
Voor de verlening van subsidie op grond van deze verordening geldt een subsidieplafond van € 250.000,-.
1. De aanvraag wordt ingediend bij het college.
2. De aanvraag wordt gedaan op een daarvoor vastgesteld aanvraagformulier.
3. Bij een aanvraag wordt gevoegd:
a. een omschrijving van het doel, de doelgroep en de activiteiten van de organisatie;
b. indien de aanvrager een onderneming is, een verklaring als bedoeld in de de-minimisverordening (de-minimisverklaring), inhoudende een opgave van subsidies, vergoedingen of tegemoetkomingen in welke vorm ook, met staatsmiddelen bekostigd, die al zijn of zullen worden ontvangen;
c. een omschrijving van de nadelige gevolgen die zijn ontstaan door de sterk gestegen energieprijzen;
d. uitleg van de ondernomen dan wel nog te ondernemen acties om kosten te minimaliseren of uit te stellen;
e. inzicht in de hoogte van de energiekosten vergeleken met de kosten van een jaar geleden, onderbouwd met energiecontracten en verbruiksgegevens van de afgelopen 3 jaar;
f. de hoogte van de gevraagde subsidie;
g. saldo-opgave van bankrekeningen (rekening courant, betaalrekening en overige (spaar-)rekeningen) van dezelfde datum als de datum van het indienen van de aanvraag;
h. jaarrekening of een financieel jaarverslag over de afgelopen twee jaren;
i. een (bijgestelde) begroting voor het huidige jaar, waarin zichtbaar is gemaakt:
ii. welke kosten de organisatie heeft weten te verminderen of uit te stellen;
iii.welke verplichtingen op welke termijn uiterlijk voldaan moeten worden;
iiii. welke inkomsten de organisatie van anderen steunregelingen heeft ontvangen of verwacht te ontvangen.
4. Enkel volledig ingevulde, ondertekende aanvragen worden in behandeling genomen.
5. Indien nodig verzoekt het college om aanvullende informatie.
6. De aanvragen worden in volgorde van binnenkomst in behandeling genomen, met dien verstande dat de datum van ontvangst van onvolledige aanvragen wordt gesteld op de datum waarop de aanvraag is gecompleteerd. Wanneer meerdere aanvragen op dezelfde dag zijn ingediend en het in artikel 5 bedoelde plafond wordt bereikt zal het resterende bedrag evenredig worden verdeeld over deze aanvragen (pondspondsgewijze verdeling).
7. Op de aanvraag wordt, gezien het karakter van het Energie-armoede fonds, uiterlijk binnen een termijn van zes weken na ontvangst van de aanvraag een besluit genomen.
1. Het college neemt een besluit op de aanvraag voor subsidie. De subsidie wordt door het college zonder voorafgaande verlening direct vastgesteld.
2. In de vaststellingsbeschikking wordt gewezen op de verplichting als bedoeld in artikel 8, lid 2.
1. De subsidieontvanger verantwoordt uiterlijk 6 maanden na ontvangst van de subsidie bij het college in hoeverre de verkregen subsidie is aangewend voor het voldoen van de energierekening.
2. Deze verantwoording vindt plaats door energierekening(en) en betalingsbewijzen te overleggen.
Artikel 9. Hoogte van de subsidie
De subsidie bedraagt maximaal een bedrag van € 10.000,- per aanvrager.
Artikel 10. Weigeren van de subsidie
Subsidie op basis van het Energie-armoede fonds wordt geweigerd indien:
a. door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden;
b. naar het oordeel van het college het voortbestaan van de organisatie niet in ernstige mate wordt bedreigd;
c. naar het oordeel van het college niet wordt voldaan aan de voorwaarden en criteria genoemd in artikel 4 van deze verordening.
Artikel 11. Bevoegdheid stellen nadere regels
Het college is bevoegd ter uitvoering van deze verordening nadere regels vast te stellen.