Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Amsterdam

Legesverordening Amsterdam 2023

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmsterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingLegesverordening Amsterdam 2023
CiteertitelLegesverordening Amsterdam 2023
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum van ingang van heffing is 1 januari 2023.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 156, eerste lid, van de Gemeentewet
  2. artikel 156, tweede lid, van de Gemeentewet
  3. artikel 216 van de Gemeentewet
  4. artikel 229 van de Gemeentewet
  5. artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet
  6. artikel 7 van de Paspoortwet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-202331-12-2022bijlage I

22-12-2022

gmb-2022-576841

31-12-2022bijlage 1

13-12-2022

gmb-2022-581386

22-11-202201-01-2023nieuwe regeling

10-11-2022

gmb-2022-516104

Tekst van de regeling

Intitulé

Legesverordening Amsterdam 2023

De raad van de gemeente Amsterdam,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 september 2022;

 

gelet op artikel 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, artikel 216 en artikel 229 van de Gemeentewet, artikel 2, tweede lid, en artikel 7 van de Paspoortwet,

 

besluit de volgende verordening vast te stellen:

 

Legesverordening Amsterdam 2023

Artikel 1 Definitiebepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    afschriften, uittreksels en kopieën: stukken welke geheel of gedeeltelijk met de hand zijn geschreven, getekend of gekleurd, dan wel door middel van een tekstverwerker, een dupliceerapparaat of een soortgelijk middel, anders dan een drukpers, zijn gemaakt of bewerkt;

  • b.

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • c.

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • d.

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • e.

    maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • f.

    n, als bedoeld in het voorgaande lid: het nummer van een dag in een kalenderjaar;

  • g.

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het genot van, door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de legestabel in de bijlage.

Artikel 3 Belastingplicht

De leges worden geheven van de aanvrager van de dienst, dan wel van degene ten behoeve van wie een in deze verordening omschreven dienst wordt verricht of handelingen zijn verricht of aan wie een in deze verordening genoemd stuk wordt afgegeven.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • c.

    verzoeken tot verstrekkingen uit de basisregistratie personen als bedoeld in onderdeel 2.4 van de legestabel in de bijlage, alsmede verzoeken om verklaringen als bedoeld in onderdeel 2.5 van de legestabel, voor zover gedaan door advocaten namens of ten behoeve van cliënten aan wie, ter zake van de rechtsbijstand door de betreffende advocaat, door de Raad voor de Rechtsbijstand een toevoeging is verleend, waarvoor de eigen bijdrage is vastgesteld met inachtneming van artikel 2, eerste lid, onder a ,artikel 2, tweede lid, onder a, artikel 2, derde lid, onder a, artikel 2a, tweede lid onder a en artikel 2a, derde lid onder a, van het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand.

Artikel 5 Tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de legestabel in de bijlage.

  • 2.

    De leges worden verhoogd met de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag medegedeelde kosten van zegel, registratie, briefport en andere rechten.

  • 3.

    Tenzij in de legestabel in de bijlage met betrekking tot een bepaald onderdeel anders is vermeld, wordt van de leges geen teruggaaf verleend.

  • 4.

    Tenzij in de legestabel in de bijlage met betrekking tot een bepaald onderdeel anders is vermeld, wordt voor de berekening van de leges een gedeelte van een in de tabel genoemde eenheid voor een volle eenheid gerekend.

Artikel 6 Wijze van heffen

De leges worden geheven door middel van een aanslag, een mondelinge kennisgeving, een kennisgeving langs elektronische weg of een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota, een factuur of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Betaaltermijnen

  • 1.

    Leges die bij wege van aanslag worden geheven, worden betaald in één termijn. Deze termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    Leges waarvoor de kennisgevingen als bedoeld in artikel 6 van deze verordening:

    • a.

      mondeling worden gedaan, dienen te worden betaald op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk worden uitgereikt, dienen te worden betaald op het moment van het uitreiken van de kennisgeving.

  • 3.

    Ingeval de kennisgevingen als bedoeld in artikel 6 van deze verordening worden toegezonden, dienen de leges te worden betaald binnen dertig dagen na dagtekening van deze kennisgeving.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving en het de volgende onderdelen van de legestabel in de bijlage betreft:

    • 1.

      2.1.2 (verklaring huwelijksbevoegdheid en akten);

    • 2.

      2.2 (reisdocumenten);

    • 3.

      2.3 (rijbewijzen);

    • 4.

      2.5.1 (attestatie de vita);

    • 5.

      2.5.3 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 6.

      2.6 (naturalisatie);

    • 7.

      6.2 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 11 Inwerkingtreding, overgangsrecht en citeertitel

  • 1.

    De Legesverordening Amsterdam 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid vermelde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van heffing is 1 januari 2023.

  • 4.

    In hoofdstuk 3 “FYSIEKE LEEFOMGEVING” van de legestabel in de bijlage worden de normen over de bouwkosten als bedoeld in het normblad NEN 2699, uitgave 2017, op een bepaalde situatie van toepassing verklaard. Deze normen kunnen op verzoek van eenieder kosteloos worden ingezien op het stadhuis van de gemeente Amsterdam te Amstel 1.

  • 5.

    Deze verordening wordt aangehaald als Legesverordening Amsterdam 2023.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 10 november 2022.

De voorzitter

Femke Halsema

De raadsgriffier

Jolien Houtman

Bijlage 1 Legestabel 2023

 

ALTERNATIEVE LEGESTABEL 2023 (ZONDER OMGEVINGSWET)

Nummer

Tekst

Tarief 2023 incl. index

1.

HOOFDSTUK 1 - INFORMATIE

 

1.1

KOPIEËN, AFSCHRIFTEN EN FACTUREN

Het tarief bedraagt voor afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

1.1.1

per pagina op papier van A4-formaat

€ 0,30

1.1.2

per pagina op papier van A3-formaat

€ 0,50

1.1.3

Maatwerk: per kwartier, met een minimumtarief van één kwartier Onder maatwerk wordt onder andere verstaan: de niet in bovenstaande tarieven opgenomen afdruk- of bestandsformaten, reproductie van details uit een analoog of digitaal bestand, overzetten van beeld en geluid en andere werkzaamheden die de gemeente Amsterdam als maatwerk beschouwt. Het tarief bedraagt voor maatwerk, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

€ 22,40

Bijzondere bepalingen:

1.1.4

Het tarief bedraagt voor het op verzoek verstrekken van informatie over zakelijkrecht-gegevens en/of kadastrale percelen en/of verblijfsobjecten en/of gebouwen uit het verzamelbestand van de Basisvoorziening Vastgoed Amsterdam: per schermprint per perceelnummer; per kadastrale aanduiding of huisnummer per perceel; of per verblijfsobject/adres voor een opgave van een bouwjaar, bestemming en/of bouwkundige indeling

€ 8,50

1.1.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verrichten van onderzoek in het bij de gemeente Amsterdam berustend materiaal, ongeacht het resultaat, per kwartier, met een minimumtarief van één kwartier

€ 22,40

 

1.2

VERSTREKKEN VAN INFORMATIE

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

1.2.1

het op verzoek verstrekken van een protocollijst

€ 0,00

 

2.

HOOFDSTUK 2 - BURGERZAKEN

 

2.1

BURGERLIJKE STAND

2.1.1

HUWELIJKSVOLTREKKING / GEREGISTREERD PARTNERSCHAP

2.1.1.1

Het tarief bedraagt voor een huwelijksvoltrekking, een registratie van een partnerschap of een omzetting van een partnerschap in een huwelijk op grond van artikel 4 van de Wet rechten burgerlijke stand

€ 0,00

2.1.1.2

Het tarief bedraagt voor een huwelijksvoltrekking, een registratie van een partnerschap of een omzetting van een partnerschap in een huwelijk op een andere tijd of op een andere wijze dan waarop deze ingevolge 2.1.1.1 kosteloos plaatsheeft:

2.1.1.2.1

maandag t/m vrijdag op een Stadsloket met een uitgebreide ceremonie van maximaal 1 uur:

€ 831,40

2.1.1.2.2

maandag t/m vrijdag op een Stadsloket met een budgetceremonie van maximaal 10 minuten:

€ 177,20

2.1.1.2.3

in een andere daartoe aangewezen locatie (huis der gemeente) op maandag t/m vrijdag tussen 08:00 en 18:00 uur:

€ 789,90

2.1.1.2.4

in een andere daartoe aangewezen locatie (huis der gemeente) op maandag tot en met vrijdag tussen 18:00 en 08:00 uur en op zaterdag, zondag en officiële feestdagen

€ 1.023,60

2.1.1.2.5

in een bijzonder huis als bedoeld in artikel 1:64 Burgerlijk Wetboek

€ 177,20

2.1.1.2.6

bij het omzetten van een partnerschap in een huwelijk zonder ceremonie

€ 71,40

2.1.1.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk - zoals bedoeld in 2.1.1.2 - te annuleren of te wijzigen binnen een periode van 7 dagen of minder voorafgaand aan die gereserveerde datum:

2.1.1.3.1

maandag t/m vrijdag op een Stadsloket met een uitgebreide ceremonie van maximaal 1 uur

€ 831,40

2.1.1.3.2

maandag t/m vrijdag op een Stadsloket met een budgetceremonie van maximaal 10 minuten.

€ 177,20

2.1.1.3.3

in een andere daartoe aangewezen locatie (huis der gemeente) op maandag tot en met vrijdag tussen 08:00 en 18:00 uur

€ 789,90

2.1.1.3.4

in een andere daartoe aangewezen locatie (huis der gemeente) op maandag tot en met vrijdag tussen 18:00 en 08:00 uur en op zaterdag, zondag en officiële feestdagen

€ 1.023,60

2.1.1.3.5

in een bijzonder huis als bedoeld in artikel 1:64 Burgerlijk Wetboek

€ 177,20

2.1.1.3.6

bij het omzetten van een partnerschap in een huwelijk zonder ceremonie

€ 71,40

2.1.1.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk - zoals bedoeld in 2.1.1.2 - te annuleren of te wijzigen binnen een periode van 8 tot en met 14 dagen voorafgaand aan die gereserveerde datum:

2.1.1.4.1

maandag t/m vrijdag op een Stadsloket met een uitgebreide ceremonie van maximaal 1 uur

€ 415,70

2.1.1.4.2

maandag t/m vrijdag op een Stadsloket met een budgetceremonie van maximaal 10 minuten

€ 88,60

2.1.1.4.3

in een andere daartoe aangewezen locatie (huis der gemeente) op maandag tot en met vrijdag tussen 08:00 en 18:00 uur

€ 394,90

2.1.1.4.4

in een andere daartoe aangewezen locatie (huis der gemeente) op maandag tot en met vrijdag tussen 18:00 en 08:00 uur en op zaterdag, zondag en officiële feestdagen

€ 511,80

2.1.1.4.5

in een bijzonder huis als bedoeld in artikel 1:64 Burgerlijk Wetboek

€ 88,60

2.1.1.4.6

bij het omzetten van een partnerschap in een huwelijk zonder ceremonie

€ 35,70

2.1.1.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te annuleren of te wijzigen binnen een periode van 15 dagen of meer voorafgaand aan die gereserveerde datum:

€ 0,00

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

2.1.1.6

het aanwijzen van een locatie als huis der gemeente

€ 473,80

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

2.1.1.7

een trouwboekje of partnerschapboekje in een standaarduitvoering

€ 28,80

2.1.1.8

een trouwboekje of partnerschapboekje in een luxe uitvoering

€ 36,30

2.1.1.9

een duplicaat van het originele trouwboekje of partnerschapboekje in een standaarduitvoering

€ 86,50

2.1.1.10

een duplicaat van het originele trouwboekje of partnerschapboekje in een luxe uitvoering

€ 114,20

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

2.1.1.11

een éénmalige benoeming tot buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor een bepaald huwelijk of partnerschap

€ 265,70

 

2.1.2

VERKLARING HUWELIJKSBEVOEGDHEID EN AKTEN

Voor het verstrekken van:

2.1.2.1

een verklaring van huwelijksbevoegdheid als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand

€ 27,50

2.1.2.2

een uittreksel of afschrift van een akte van de burgerlijke stand als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand

€ 15,70

2.1.2.3

een meertalig formulier van huwelijksbevoegdheid als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand

€ 21,20

2.1.2.4

een meertalig formulier van een uittreksel of afschrift als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand

€ 15,70

 

2.2

REISDOCUMENTEN

2.2.1

PASPOORT

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

2.2.1.1

het verstrekken van een nationaal paspoort en faciliteitenpaspoort, alsmede een tweede paspoort, aan een persoon die op moment van verstrekken jonger is dan 18 jaar; en het verstrekken van een reisdocument voor vluchtelingen of voor vreemdelingen aan een persoon, ongeacht leeftijd (max. 5 jaar geldig) geldt het ten hoogste te heffen tarief (afgerond [naar beneden] op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden

€ 58,85

2.2.1.2

het verstrekken van een nationaal paspoort en faciliteitenpaspoort, alsmede een tweede paspoort, aan een persoon die op moment van verstrekken 18 jaar of ouder is (max. 10 jaar geldig) geldt het ten hoogste te heffen tarief (afgerond [naar beneden] op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden

€ 77,85

2.2.1.3

het verstrekken van een zakenpaspoort, zijnde een (tweede) nationaal paspoort, bevattende een groter aantal bladzijden dan een nationaal paspoort als bedoeld in 2.2.1.1 en 2.2.1.2, aan een persoon die op moment van verstrekken 18 jaar of ouder is (max. 10 jaar geldig) geldt het ten hoogste te heffen tarief (afgerond [naar beneden] op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden

€ 77,85

2.2.1.4

het verstrekken van een zakenpaspoort, zijnde een (tweede) nationaal paspoort, bevattende een groter aantal bladzijden dan een nationaal paspoort als bedoeld in 2.2.1.1 en 2.2.1.2, aan een persoon die op moment van verstrekken jonger dan 18 jaar is (max. 5 jaar geldig) geldt het ten hoogste te heffen tarief (afgerond [naar beneden] op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden

€ 58,85

2.2.1.5

een spoedlevering van de onder 2.2.1.1 t/m 2.2.1.4 genoemde documenten worden de betreffende tarieven verhoogd met de toeslag zoals die is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden

€ 53,00

2.2.1.6

het bezorgen van de onder 2.2.1.1 t/m 2.2.1.5 genoemde documenten is de toeslag (afgerond [naar beneden] op vijf cent) verschuldigd zoals die is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden

€ 16,70

 

2.2.2

NEDERLANDSE IDENTITEITSKAART

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet en artikel 6 besluit paspoortgelden:

2.2.2.1

voor een persoon die op het moment van verstrekken jonger is dan 18 jaar (5 jaar geldig) geldt het ten hoogste te heffen tarief (afgerond [naar beneden] op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden

€ 37,95

2.2.2.2

voor een persoon die op het moment van verstrekken 18 jaar of ouder is (10 jaar geldig) geldt het ten hoogste te heffen tarief (afgerond [naar beneden] op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden

€ 70,35

2.2.2.3

worden bij spoedlevering de tarieven, genoemd in 2.2.2.1 en 2.2.2.2, vermeerderd met de toeslag zoals die is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden

€ 53,00

2.2.2.4

is voor het bezorgen van de onder 2.2.2.1 t/m 2.2.2.3 genoemde documenten de toeslag (afgerond [naar beneden] op vijf cent) verschuldigd zoals die is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden

€ 16,70

 

2.3

RIJBEWIJZEN

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

2.3.1

voor het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Reglement rijbewijzen artikel 104b vermeerderd met de rijkskostencomponent zijnde het bedrag dat de gemeenten moeten afdragen aan de Dienst Wegverkeer als vergoeding van de productiekosten van het rijbewijs, afgerond naar beneden op vijf cent

€ 44,65

2.3.2

voor het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs via de Rijksdienst voor het Wegverkeer geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Reglement rijbewijzen artikel 104b vermeerderd met de rijkskostencomponent, afgerond naar beneden op vijf cent

€ 44,65

2.3.3

van een spoedlevering van de onder 2.3.1 en 2.3.2 genoemde documenten wordt het legesbedrag verhoogd met het bedrag conform de door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat goedgekeurde RDW-rijbewijstarieven, afgerond naar beneden op vijf cent

€ 34,10

2.3.4

voor de afgifte van een gezondheidsverklaring geldt het door het CBR vastgestelde tarief welke staat vermeld op de gezondheidsverklaring

€ 41,00

 

2.4

VERSTREKKINGEN UIT DE BASISREGISTRATIE PERSONEN

Het tarief bedraagt voor een uittreksel uit de Basisregistratie personen (BRP) met datum gelegen op of na 1 januari 1994:

2.4.1

per verstrekking, per persoon

€ 22,40

Het tarief bedraagt voor een uittreksel uit de Basisregistratie personen (BRP) met datum gelegen voor 1 januari 1994:

2.4.2

per verstrekking, per persoon

€ 31,00

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor verstrekking van een uittreksel uit de Registratie Niet-Ingezetenen (RNI):

2.4.3

per verstrekking, per persoon

€ 22,40

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

2.4.4

het op verzoek van een persoon of organisatie doornemen van de Basisregistratie Personen (BRP), per afgifte van staat van inlichtingen

€ 72,60

Bijzondere bepalingen:

  • -

    Indien op aanvraag werkzaamheden moeten worden verricht, bijvoorbeeld omdat gegevens of gegevensverzamelingen moeten worden geraadpleegd of bewerkt dan wel omdat de aanvraag een van de gebruikelijke wijze afwijkende presentatie behelst, wordt voorafgaand aan de behandeling van de aanvraag met de aanvrager contractueel een bedrag overeengekomen

  • -

    Voor de toepassing van het gestelde onder 2.4.1 tot en met 2.4.3 wordt verstaan onder één verstrekking: één of meer gegeven(s) omtrent één persoon voor wie de Basisregistratie personen (BRP) moet worden geraadpleegd

 

2.5

VERKLARINGEN

2.5.1

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor afgifte van een attestatie de vita als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand

€ 15,70

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor afgifte van:

2.5.2

een bewijs van in leven zijn

€ 22,40

2.5.3

een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG)

€ 41,35

2.5.4

een "laissez-passer" (lijkenpas)

€ 22,40

2.5.5

een verlof voor het bespoedigen van de termijn voor uitvaart overeenkomstig artikel 17 van de wet op de lijkbezorging

€ 22,40

2.5.6

een verlof voor het uitstellen van de termijn voor uitvaart overeenkomstig artikel 17 van de wet op de lijkbezorging

€ 22,40

2.5.7

een legalisatie van een handtekening

€ 22,40

2.5.8

het waarmerken van afschriften (certificaat van oorsprong)

€ 22,40

2.5.9

een verklaring betreffende woonplaats of hoofdverblijf als bedoeld in artikel 8, lid 1, sub c van de Rijkswet op het Nederlanderschap 1984

€ 22,40

2.5.10

een bewijs van Nederlanderschap ten behoeve van één persoon

€ 22,40

2.5.11

een bewijs van Nederlanderschap dat is bestemd voor meer dan één persoon: het bedrag in 2.5.10, vermeerderd met het hierna vermelde tarief voor elke extra persoon

€ 2,05

 

2.6

NATURALISATIE

Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het afleggen van een optie ter verkrijging van het Nederlanderschap, alsmede voor de behandeling van een naturalisatieverzoek worden de hierna genoemde tarieven geheven:

2.6.1

voor een optie, per persoon (tariefcode A), het tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, houdende wijziging van de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003

€ 206,00

2.6.2

voor een optie, samen met partner (tariefcode B), het tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, houdende wijziging van de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003

€ 351,00

2.6.3

voor een optie, per mede-opterend minderjarig kind in dezelfde aanvraag (tariefcode C), het tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, houdende wijziging van de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003

€ 23,00

2.6.4

voor een naturalisatie, per persoon (tariefcode D), het tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, houdende wijziging van de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003

€ 970,00

2.6.5

voor een naturalisatie, samen met partner (tariefcode E), het tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, houdende wijziging van de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003

€ 1.238,00

2.6.6

voor een naturalisatie, per vluchteling of staatloze (tariefcode F), het tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, houdende wijziging van de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003

€ 722,00

2.6.7

voor een naturalisatie van een vluchteling of staatloze samen met partner (tariefcode G), het tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, houdende wijziging van de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003

€ 991,00

2.6.8

voor een naturalisatie, per meenaturaliserend minderjarig kind in dezelfde aanvraag (tariefcode H), het tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, houdende wijziging van de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003

€ 143,00

Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot afgifte van een garantstelling indien een burger voor een derde - niet woonachtig in Nederland - garant wenst te staan en/of deze derde onderdak wenst te bieden bedraagt het tarief:

2.6.9

per handtekening, waarbij in geval van ontvangst van een echtgeno(o)te, dan wel geregistreerd partner, beide partners een handtekening dienen te zetten

€ 22,40

 

3.

FYSIEKE LEEFOMGEVING

 

3.1

OMGEVINGSVERGUNNING

Berekeningswijze leges omgevingsvergunning.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning in de zin van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft. Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.5, lid 1, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (eerste en tweede fase) wordt op dezelfde wijze berekend als bovenstaand aangegeven.

 

3.1.1

ALGEMENE TARIEVEN

3.1.1.1

Het tarief voor het in behandeling nemen van een conceptaanvraag voor een omgevingsvergunning (reactie op verzoek over de haalbaarheid van een voorgenomen project) bedraagt: De geheven leges voor het in behandeling nemen van een conceptaanvraag worden in mindering gebracht op de leges die worden geheven voor een omgevingsvergunningaanvraag voor het zelfde project indien de omgevingsvergunningaanvraag wordt ingediend binnen 26 weken nadat de conceptaanvraag inhoudelijk is beoordeeld.

€ 231,60

3.1.1.2

Het tarief voor het in behandeling nemen van een verzoek om bepaling van gelijkwaardigheid als bedoeld in artikel 1.3 van het Bouwbesluit 2012 bedraagt:

€ 734,30

3.1.1.3

Het tarief voor het intrekken van een aanvraag omgevingsvergunning of conceptaanvraag omgevingsvergunning die nog niet is getoetst op volledigheid, bedraagt:

€ 53,40

 

3.1.2

ACTIVITEIT: BOUWEN

3.1.2.1

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder a. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (bouwen) wordt, wanneer geen sprake is van een civieltechnisch werk zoals bedoeld in 3.1.2.3., bepaald aan de hand van onderstaande tabel

schijf 1 - bij bouwkosten van € 0 tot en met € 75.000: 2,64% van de bouwkosten, met een minimumtarief van € 250

zie tekstkolom

schijf 2 - bij bouwkosten van € 75.000 tot en met € 500.000 wordt het tarief van schijf 1 over de bij die schijf genoemde bouwkosten geheven, vermeerderd met 3,4% van het gedeelte van de bouwkosten dat valt in schijf 2

zie tekstkolom

schijf 3 - bij bouwkosten van € 500.000 tot en met € 5.000.000 wordt het tarief van de schijven 1 en 2 over de bij die schijven genoemde bouwkosten geheven, vermeerderd met 2,9% van het gedeelte van de bouwkosten dat valt in schijf 3

zie tekstkolom

schijf 4 - bij bouwkosten van € 5.000.000 tot en met € 35.000.000 wordt het tarief van de schijven 1, 2 en 3 over de bij die schijven genoemde bouwkosten geheven, vermeerderd met 2,35% van het gedeelte van de bouwkosten dat valt in schijf 4

zie tekstkolom

schijf 5 - bij bouwkosten van € 35.000.000 tot en met € 50.000.000wordt het tarief van de schijven 1, 2, 3 en 4 over de bij die schijven genoemde bouwkosten geheven, vermeerderd met 1,6% van het gedeelte van de bouwkosten dat valt in schijf 5

zie tekstkolom

schijf 6 - bij bouwkosten vanaf € 50.000.000 wordt het tarief van de schijven 1, 2, 3, 4 en 5 over de bij die schijven genoemde bouwkosten geheven, vermeerderd met 0,6% van het gedeelte van de bouwkosten dat valt in schijf 6

zie tekstkolom

3.1.2.2

In afwijking van het bepaalde in 3.1.2.1, wordt in de gevallen waarbij eerder een vergunning voor bepaalde tijd is afgegeven (de initiële vergunning), maar waarbij dient te worden geconstateerd dat afronding van het project niet binnen deze bepaalde tijd mogelijk blijkt te zijn, een aanvraag voor een tijdelijke verlenging van deze vergunning voor bepaalde tijd in behandeling genomen tegen een tarief van 20% van het bedrag dat verschuldigd zou zijn voor een initiële vergunningaanvraag conform de tarieven geldend in het jaar van aanvraag van de verlenging. Bij de vaststelling van het bedrag dat dient te worden voldaan, wordt een minimum van € 250 gehanteerd. Voorts wordt een maximum van € 25.000 gehanteerd. De verlenging van de vergunning voor bepaalde tijd wordt eveneens voor bepaalde tijd verleend.

zie tekstkolom

3.1.2.3

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor een bouwactiviteit die betrekking heeft op een civieltechnisch werk conform de hierna opgenomen omschrijving en opsomming, bedraagt 0,6975 % van de bouwkosten, met een minimumtarief van € 250,-. Onder civieltechnisch werken wordt voor de toepassing van dit onderdeel verstaan:

  • a.)

    Een bouwwerk dat geen gebouw is als bedoeld in artikel 1 van de Woningwet, een openbare en/of maatschappelijke functie vervuld en tevens is opgenomen in de volgende limitatieve opsomming:

    • 1.)

      Spoor- en weginfrastructuur inclusief de bijbehorende kunstwerken zijnde wegen, tunnels, bruggen, viaducten, geluidsschermen;

    • 2.)

      Waterinfrastructuur zijnde havens, kanalen, rivieren, sluizen, aquaducten, duikers, stuwen, gemalen, steigers, kademuren en keermuren;

  • b.)

    De terreinvoorbereiding behorend bij de bouwwerken zoals benoemd in onderdeel a.);

  • c.)

    De openbare terreininrichting behorend bij de bouwwerken zoals benoemd in onderdeel a.);

  • d.)

    Installaties benodigd voor een goede werking van de infrastructuur, genoemd in onderdeel a.), waaronder tevens wordt begrepen een bedieningsgebouw voor zover de functie van het gebouw ziet op de bediening van de benodigde installaties.

zie tekstkolom

Indien een aanvraag om een omgevingsvergunning een activiteit betreft als genoemd in 3.1.2.1 welke gedeeltelijk betrekking heeft op een civieltechnisch werk kan de aanvrager de bouwkosten gemotiveerd uitsplitsen tussen het deel dat betrekking heeft op een civieltechnisch werk en het deel dat geen betrekking heeft op een civieltechnisch werk. De uitsplitsing kan als bijlage aan het vergunningdossier worden toegevoegd. In dat geval worden de tarieven, genoemd in 3.1.2.1 berekend over het totaal van de bouwkosten verminderd met het deel van de bouwkosten dat betrekking heeft op het civieltechnisch werk. Het tarief, genoemd in 3.1.2.3 wordt berekend over de bouwkosten die betrekking hebben op het civieltechnisch werk.

 

Indien een van de genoemde werken een andere vergunning behoeft dan de vergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, zijn de leges verschuldigd conform het tarief dat geldt voor die andere vergunning.

3.1.2.4

In afwijking van het bepaalde onder 3.1.2.3, wordt in de gevallen waarbij eerder een vergunning voor een civieltechnisch werk voor bepaalde tijd is afgegeven (de initiële vergunning), maar waarbij dient te worden geconstateerd dat afronding van het project niet binnen deze bepaalde tijd mogelijk blijkt te zijn, een verlenging van deze vergunning voor bepaalde tijd afgegeven tegen een tarief van 20% van het bedrag dat verschuldigd zou zijn voor een initiële vergunning conform de tarieven geldend in het jaar van aanvraag van de verlenging. Hierbij geldt een minimum tarief van € 250 en een maximum tarief van € 25.000. De verlenging wordt eveneens voor bepaalde tijd verleend.

zie tekstkolom

 

 

3.1.3

ACTIVITEIT: AFWIJKEN BESTEMMINGSPLAN

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande artikelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

3.1.3.1

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in samenhang met artikel 2.12, lid 1, onder a, sub 1, resp. onder d: activiteit in strijd met het bestemmingsplan of de beheersverordening, respectievelijk een voorbereidingsbesluit in bij het plan of de verordening, respectievelijk het besluit aangegeven gevallen/binnenplanse afwijking (afwijkingsbesluit A1):

€ 385,30

3.1.3.2

een omgevingsvergunning als bedoeld in de artikel 2.1, lid 1, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in samenhang met artikel 2.12, lid 1, onder a, sub 2: bij algemene maatregel van bestuur aangewezen gevallen van buitenplanse afwijking van beperkte planologische betekenis (afwijkingsbesluit A2):

€ 385,30

3.1.3.3

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in samenhang met artikel 2.10, lid 2, 2.11, lid 2 en 2.12, lid 1, onder a, sub 3: buitenplanse afwijking. (afwijkingsbesluit A3):

€ 3.298,10

3.1.3.4

een verklaring van geen bedenkingen als bedoeld in artikel 2.27 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht:

€ 769,60

 

3.1.4

ACTIVITEIT: AANLEGGEN

3.1.4.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande artikelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder b, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (uitvoeren van werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden, in gevallen bij bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit bepaald):

€ 275,40

 

3.1.5

ACTIVITEIT: SLOPEN

3.1.5.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande artikelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder g, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (slopen bouwwerk voorzien in bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit):

€ 247,60

 

3.1.6

ACTIVITEIT: VELLEN HOUTOPSTAND

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande artikelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.2, lid 1, onder g, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in samenhang met de vigerende artikelen van de Bomenverordening 2014 (vellen of laten vellen van houtopstand) voor:

3.1.6.1

1 t/m 5 bomen

€ 134,40

3.1.6.2

6 t/m 10 bomen

€ 218,80

3.1.6.3

11 t/m 25 bomen

€ 275,40

3.1.6.4

26 t/m 50 bomen

€ 329,80

3.1.6.5

meer dan 50 bomen

€ 495,30

3.1.6.6

jaarvergunning

€ 495,30

 

3.1.7

ACTIVITEIT: MONUMENTEN

3.1.7.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande artikelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder f, en/of h, dan wel artikel 2.2, lid 1, onder b, en/of c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in samenhang met artikel 10 Erfgoedverordening Amsterdam (monument respectievelijk) beschermd stads- of dorpsgezicht:

€ 231,60

 

3.1.8

ACTIVITEIT: BRANDVEILIG GEBRUIK

3.1.8.1

DAGVERBLIJF

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande artikelen is het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder d, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, in samenhang met artikel 2.2, lid 1, onder b, van het Besluit omgevingsrecht, afhankelijk van het bij de beschikking op de aanvraag vast te stellen maximaal toelaatbare aantal personen en bedraagt het tarief:

3.1.8.1.1

tot en met 100 personen

€ 1.500,70

3.1.8.1.2

101-200 personen

€ 2.625,70

3.1.8.1.3

201-300 personen

€ 3.467,80

3.1.8.1.4

301-400 personen

€ 4.016,50

3.1.8.1.5

meer dan 400 personen

€ 4.169,10

 

3.1.8.2

NACHTVERBLIJF

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande artikelen is het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder d, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in samenhang met artikel 2.2, lid 1, onder a, van het Besluit omgevingsrecht in verband met artikel 4.1 van de Bouwverordening Amsterdam 2013, afhankelijk van het bij de beschikking op de aanvraag vast te stellen maximaal toelaatbare aantal personen/bedden en bedraagt het tarief:

3.1.8.2.1

0-25 personen

€ 967,00

3.1.8.2.2

26-50 personen

€ 1.948,90

3.1.8.2.3

51-100 personen

€ 3.336,50

3.1.8.2.4

101-200 personen

€ 4.328,10

3.1.8.2.5

201-300 personen

€ 5.637,80

3.1.8.2.6

meer dan 300 personen

€ 6.223,70

 

3.1.9

ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSVERGUNNING

Definities bouwkosten en aanlegkosten

Onder bouwkosten wordt verstaan de aannemingssom als bedoeld in paragraaf 1, lid 1, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor uitvoering van werken (UAV 2012) voor het uit te voeren werk, dan wel voor zover deze ontbreekt, een raming van de bouwkosten als bedoeld in het normblad NEN 2699, uitgave 2017, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Het inzien van de NEN 2699 is mogelijk in het Stadhuis van Amsterdam, Amstel 1. De UAV 2012 is in te zien op www.overheid.nl. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt, wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft. Onder aanlegkosten wordt verstaan de aannemingssom als bedoeld in paragraaf 1, lid 1, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor uitvoering van werken (UAV 2012) voor het uit te voeren werk, dan wel voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten. Als de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft.

De hieronder genoemde tarieven gelden in de daarin beschreven omstandigheden in afwijking van de hiervoor in paragraaf 3.1. beschreven tarieven.

3.1.9.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een vergunning, goedkeuring, verklaring, afwijking of een andere dienst die samenhangt met een project in de fysieke leefomgeving, voor zover daarvoor niet elders in deze tarieventabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

€ 275,40

3.1.9.2

Gereserveerd

3.1.9.3

Het tarief voor een aanvraag of conceptaanvraag die, na toepassing van het bepaalde in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht, niet in behandeling wordt genomen, bedraagt:

3.1.9.3.1

indien de leges die verschuldigd zouden zijn indien de aanvraag of conceptaanvraag wel in behandeling was genomen niet hoger zijn dan € 350

€ 106,80

3.1.9.3.2

indien de leges die verschuldigd zouden zijn indien de aanvraag of conceptaanvraag wel in behandeling was genomen tussen de € 351 en € 1.000 bedragen

€ 266,90

3.1.9.3.3

indien de leges die verschuldigd zouden zijn indien de aanvraag of conceptaanvraag wel in behandeling was genomen meer bedragen dan € 1.000

€ 533,70

3.1.9.4

Voor een aanvraag omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstand (paragraaf 3.1.6), die, na toepassing van het bepaalde in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht, niet verder in behandeling wordt genomen bedraagt het tarief, in afwijking van paragraaf 3.1.9.3:

€ 53,40

3.1.9.5

Het tarief bedraagt voor een aanvraag omgevingsvergunning die in behandeling is genomen en waar besloten wordt dat er geen vergunning vereist is (besluit vergunningvrij): Indien het een aanvraag als bedoeld in artikel 2.2 lid 1, onder g van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, vellen houtopstand, betreft, geldt het in onderdeel 3.1.9.6 vermelde tarief.

€ 231,60

3.1.9.6

Het tarief bedraagt voor een aanvraag omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.2 lid 1, onder g van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (vellen houtopstand) die in behandeling is genomen en waar besloten wordt dat er geen vergunning is vereist (besluit vergunningsvrij):

€ 53,40

3.1.9.7

Voor een lopende aanvraag waarop de reguliere voorbereidingsprocedure van toepassing is die binnen 8 weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen, wordt ingetrokken is, in afwijking van de voorgaande bepalingen, verschuldigd:

  • a)

    Indien de lopende aanvraag in de periode tot en met 2 weken na ontvangst van de aanvraag wordt ingetrokken: € 50

  • b)

    Indien de lopende aanvraag meer dan 2 weken tot en met 4 weken na ontvangst van de aanvraag wordt ingetrokken: 25 % van de hierboven vermelde tarieven

  • c)

    Indien de lopende aanvraag meer dan 4 weken tot en met 6 weken na ontvangst van de aanvraag wordt ingetrokken: 50% van de hierboven vermelde tarieven

  • d)

    Indien de lopende aanvraag meer dan 6 weken maar binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag wordt ingetrokken: 75 % van de hierboven vermelde tarieven Onder lopende aanvraag wordt verstaan: een aanvraag waarop nog geen besluit is genomen door de gemeente.

3.1.9.8

Voor een lopende aanvraag waarop de uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing is die binnen twaalf weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen, wordt ingetrokken is, in afwijking van de voorgaande bepalingen, verschuldigd:

  • a.)

    Indien de lopende aanvraag in de periode tot en met 2 weken na ontvangst van de aanvraag wordt ingetrokken: € 50

  • b.)

    Indien de lopende aanvraag meer dan 2 weken tot en met 4 weken na ontvangst van de aanvraag wordt ingetrokken: 25 % van de hierboven vermelde tarieven

  • c.)

    Indien de lopende aanvraag meer dan 4 weken tot en met 6 weken na ontvangst van de aanvraag wordt ingetrokken: 50% van de hierboven vermelde tarieven

  • d.)

    Indien de lopende aanvraag meer dan 6 weken maar binnen 12 weken na ontvangst van de aanvraag wordt ingetrokken: 75 % van de hierboven vermelde tarieven Onder lopende aanvraag wordt verstaan een aanvraag waarop nog geen besluit is genomen door de gemeente.

3.1.9.9

Indien de aanvraag voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het bouwen in afwijking van een eerder ingediend bouwplan waarvoor reeds een vergunning is verleend en het gaat om een wijziging van een of enkele onderdelen van het bouwplan die op zichzelf beoordeeld kunnen worden, worden de leges geheven overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk, waarbij dan als bouwkosten gelden de bouwkosten van de gewijzigde onderdelen van het bouwplan, met dien verstande dat het te betalen legesbedrag nooit minder is dan € 250.

3.1.9.10

Indien de aanvraag voor het verkrijgen van een omgevingsvergunnning wordt geweigerd, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. Deze teruggaaf bedraagt 25% van de leges die verschuldigd zijn voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd

3.1.9.11

Voor een aanvraag die, naar het oordeel van het Dagelijks Bestuur / College van burgemeester en wethouders, kan worden beschouwd als een aanvraag voor eenzelfde activiteit als waarvoor ten hoogste zes maanden voor de datum van ontvangst van deze aanvraag de vergunning is geweigerd en waarin de grondslag voor die weigering is opgeheven, wordt teruggaaf van 25% van de voor die aanvraag geheven leges verleend (vermindering leges 2e aanvraag voor eenzelfde activiteit), met dien verstande dat het te betalen legesbedrag nooit minder is dan € 250. Deze bepaling is niet van toepassing op aanvragen als bedoeld in onderdeel 3.1.6 (vellen houtopstand)

3.1.9.12

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van die activiteit, worden de op grond van de onderdelen 3.1.2 tot en met 3.1.7, 3.1.11 en 3.1.12 verschuldigde leges verhoogd met 10%.

 

3.1.10

ACTIVITEIT: MONUMENTEN IN COMBINATIE MET BOUWEN

3.1.10

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning als bedoeld in 3.1.7.1 (monumenten) in combinatie met een aanvraag voor een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (bouwen) worden de op grond van 3.1.7.1. verschuldigde leges niet geheven.

 

3.1.11

ACTIVITEIT: DUURZAAM VERBOUWEN VAN BESTAANDE GEBOUWEN

Voorwaarden toepassen tarief duurzaam verbouwen par. 3.1.11 3.1.11 uit de Legestabel geldt uitsluitend voor bestaande gebouwen. 3.1.11 is uitsluitend van toepassing indien bij de aanvraag omgevingsvergunning tevens het aanvraagformulier duurzaam verbouwen is ingediend.

3.1.11

Onderdeel 3.1.11 heeft betrekking op duurzaam verbouwen. De in dit onderdeel vermelde tarieven zijn uitsluitend van toepassing op duurzaam verbouwen van bestaande gebouwen en worden uitsluitend toegepast als de aanvrager het aanvraagformulier duurzaam verbouwen heeft ingediend. Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in 3.1.2 en 3.1.9, bedraagt bij duurzaam verbouwen, in afwijking van het tarief zoals aldaar bepaald, 0,1 % van de bouwkosten met een minimumtarief van € 100 (voor zover dit minimumtarief niet reeds wordt geheven op grond van 3.1.2 of 3.1.9 terzake van een eventuele reguliere bouw- of verbouwactiviteit die is begrepen in dezelfde vergunningaanvraag) voor het onderdeel van de aanvraag dat betrekking heeft op:

3.1.11.1

het plaatsen van een collector voor warmteopwekking of een paneel voor elektriciteitsopwekking, inclusief de benodigde bouwkundige voorzieningen hiervoor.

3.1.11.2

het plaatsen van nieuw glas, al dan niet in combinatie met kozijnvervanging, bij een woning of utiliteitsbouw, indien de warmtedoorgangswaarde (na vervanging) een U-waarde (U glas) van het HR++ of HR+++ (triple) glas van maximaal 1,1 W/m²K heeft. Indien monumentenglas vereist is geldt een U-waarde (U glas) van maximaal 2,0 W/m²K.

3.1.11.3

het plaatsen van isolerende kozijnen, al dan niet in combinatie met plaatsen van nieuw glas, bij een woning of utiliteitsbouw, indien de warmtedoorgangswaarde (na vervanging) een U-waarde (U raam) van maximaal 1,5 W/m²K heeft.

3.1.11.4

het isoleren van de buitengevel van een woning waarbij de isolatiewaarde van de gevel ná isolatie een waarde heeft van minimaal Rc ≥ 3,5 m²K/W.

3.1.11.5

het isoleren van de buitengevel van een utiliteitsgebouw waarbij de isolatiewaarde van de gevel ná isolatie een waarde heeft van minimaal Rc ≥ 5 m²K/W.

3.1.11.6

het isoleren van de binnengevel van een woning waarbij de isolatiewaarde van de gevel ná isolatie een waarde heeft van minimaal Rc ≥ 3 m²K/W.

3.1.11.7

het isoleren van de binnengevel van een utiliteitsgebouw waarbij de isolatiewaarde van de gevel ná isolatie een waarde heeft van minimaal Rc ≥ 5 m²K/W.

3.1.11.8

het isoleren van het dak van een woning, al dan niet in combinatie met het verhogen van de dakrand, dakgoot of nok waarbij de isolatiewaarde van het dak ná isolatie minimaal Rc ≥ 5,0 m²K/W bedraagt.

3.1.11.9

het isoleren van het dak van een utiliteitsgebouw, al dan niet in combinatie met verhogen van de dakrand, dakgoot of nok waarbij de isolatiewaarde van het dak ná isolatie minimaal Rc ≥ 6,0 m²K/W bedraagt.

3.1.11.10

het plaatsen van een lucht-water- of lucht-luchtwarmtepomp, inclusief laagtemperatuur afgiftesysteem en constructieaanpassingen ten behoeve van plaatsing warmtepomp.

3.1.11.11

het plaatsen van een water-water-, bodem-water- of bodem-luchtwarmtepomp in combinatie met bodembronnen, inclusief laagtemperatuur afgiftesysteem en constructieaanpassingen t.b.v. plaatsing warmtepomp of bronnen.

3.1.11.12

het plaatsen van een balansventilatie systeem met warmteterugwinning met bypass in een woning, met een capaciteit van minimaal 150 m3/uur en een rendement van minimaal 90%.

3.1.11.13

het plaatsen van een balansventilatie systeem met warmteterugwinning met bypass in een utiliteitsgebouw, met een capaciteit van minimaal 150 m3/uur en een rendement van minimaal 80%.

3.1.11.14

het plaatsen van een groen dak, inclusief de bouwkundige voorzieningen hiervoor, met een waterbergende capaciteit van minimaal 20 liter per m² en een oppervlakte van minimaal 30m².

3.1.11.15

het afkoppelen van hemelwater in combinatie met waterberging, inclusief buizen en bouwkundige voorzieningen hiervoor, met een bergende capaciteit van minimaal 60 mm / 24 uur of een wateropslag capaciteit van minimaal 1m3.

Bijzondere bepalingen

Maximum € 0 tarief.

Per aanvraag voor een omgevingsvergunning als bedoeld in 3.1.11 uit de Legestabel wordt voor de onderdelen van de aanvraag voor de hierboven genoemde duurzaamheidsmaatregelen het € 0-tarief toegepast tot een totaalbedrag van €25.000 aan leges per aanvraag die zonder toepassing van de rubriek 3.1.11 zou worden geheven voor deze onderdelen.

 

3.1.12

ACTIVITEIT: DUURZAAM VERBOUWEN i.c.m. AFWIJKEN BESTEMMINGSPLAN

3.1.12

Onverminderd het bepaalde in voorgaande artikelen bedraagt het tarief €0,- voor het aanvragen van een omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan of de beheersverordening als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder a of c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in samenhang met artikelen 2.10, 2.11 of 2.12 (afwijkingsbesluit), voor zover deze afwijking betrekking heeft op duurzaam verbouwen als bedoeld in paragraaf 3.1.11

 

4.

HOOFDSTUK 4- GERESERVEERD

 

5.

HOOFDSTUK 5 - FYSIEKE LEEFOMGEVING OVERIGE ACTIVITEITEN

 

5.1

WET RUIMTELIJKE ORDENING EN CRISIS- EN HERSTELWET

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

5.1.1

een bestemmingsplan of bestemmingsplanherziening op verzoek als bedoeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening

€ 3.661,20

5.1.2

een verzoek tot wijziging of uitwerking van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, lid 1, onder a, en/of artikel 3.6, lid 1, onder b, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 1.938,30

5.1.3

Een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet: de som van de bedragen die op grond van deze legesverordening- en tarieventabel verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, afwijking, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, lid 3, van de Crisis- en herstelwet

5.1.4

Daar waar door de gemeente medewerking wordt verleend aan een besluit als bedoeld in 5.1.1 en 5.1.2 en verzekerd is dat kostenverhaal plaatsvindt via afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatieplan / overeenkomst) wordt, om dubbele kosten te voorkomen, op verzoek vrijstelling of, indien van toepassing, teruggaaf verleend voor de op grond van voornoemde rubrieken geheven leges

 

5.2

SPLITSINGSVERGUNNING

5.2.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 22 van de Huisvestingswet (splitsingsvergunning):

5.2.1.1

per (eerste) pand zoals gedefinieerd in de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020

€ 3.345,10

5.2.1.2

per aanpalend pand onder de voorwaarden dat de panden dezelfde eigenaar hebben en de vergunningen voor de panden gelijktijdig zijn aangevraagd

€ 2.140,10

5.2.2

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een door een bij de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties aangesloten woningcorporatie ingediende aanvraag voor een splitsingsvergunning onder de voorwaarde dat het een splitsing betreft conform de voorwaarden van artikel 6, lid 2, van de 'Uitvoeringsovereenkomst Verkoop Sociale Huurwoningen 2020 t/m 2024' - per te formeren recht:

€ 350,10

 

5.3

VERGUNNING VOOR HET ONTTREKKEN, SAMENVOEGEN, OMZETTEN, VORMEN EN TOERISTISCHE VERHUUR VAN WOONRUIMTEN

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor:

5.3.1

het in behandeling nemen van een aanvraag voor een onttrekkingsvergunning voor sloop van een (gedeelte van een) woonruimte zoals geformuleerd in de op het moment van aanvraag geldende Huisvestingsverordening Amsterdam, per woonruimte of gedeelte van een woonruimte (per aanvraag):

€ 1.295,70

5.3.2

het in behandeling nemen van een aanvraag voor een Bed & Breakfast vergunning zoals geformuleerd in de op het moment van aanvraag geldende Huisvestingsverordening Amsterdam (per aanvraag):

€ 362,40

5.3.3

het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning voor vakantieverhuur zoals geformuleerd in de op het moment van aanvraag geldende Huisvestingsverordening Amsterdam (per aanvraag):

€ 48,10

5.3.4

het in behandeling nemen van een aanvraag voor een voorraadvergunning als bedoeld in de op het moment van aanvraag geldende Huisvestingsverordening Amsterdam, anders dan de vergunningen als bedoeld in 5.3.2 en 5.3.3: De tarieven gelden per aanvraag tenzij in een aanvraag meerdere panden zijn betrokken; dan geldt het genoemde tarief per pand

5.3.4.1

voor een onttrekkingsvergunning ander gebruik zoals geformuleerd in de op het moment van aanvraag geldende Huisvestingsverordening Amsterdam:

€ 587,10

5.3.4.2

voor een vergunning voor samenvoegen zoals geformuleerd in de op het moment van aanvraag geldende Huisvestingsverordening Amsterdam:

€ 587,10

5.3.4.3

voor een omzettingsvergunning zoals geformuleerd in de op het moment van aanvraag geldende Huisvestingsverordening Amsterdam: Er zijn geen leges verschuldigd indien een aanvraag moet worden afgewezen omdat het quotum voor omzettingsvergunningen reeds is overschreden

€ 587,10

5.3.4.4

voor een vergunning woningvorming zoals geformuleerd in de op het moment van aanvraag geldende Huisvestingsverordening Amsterdam:

€ 587,10

 

5.4

GESCHIKTHEIDSVERKLARING VOOR PROSTITUTIEBEDRIJVEN

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een geschiktheidsverklaring voor een prostitutiebedrijf in de zin van bijlage 6 van de Bouwverordening Amsterdam 2013:

5.4.1

voor de 1e werkruimte

€ 610,50

5.4.2

voor de 2e tot en met 5e werkruimte binnen een pand

€ 1.220,00

5.4.3

voor de 6e en alle volgende werkruimten binnen een pand

€ 1.829,40

5.4.4

voor een nieuwe geschiktheidsverklaring ter vervanging van een geschiktheidsverklaring wegens wijziging van de inrichting worden de leges berekend conform 5.4.1 t/m 5.4.3 en vervolgens verminderd met het hoogste van de volgende twee bedragen: * 1% van de bouwkundige kosten inzake de wijziging van de inrichting en * 10% van de leges berekend conform 5.4.1 t/m 5.4.3

 

5.5

OPENSTELLINGSVERGUNNING

5.5.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 8 van de Wet aanvullende regels veiligheid wegtunnels (openstellingsvergunning tunnel):

€ 164.905,80

 

5.6

HUISVESTINGVERGUNNING EN VERGUNNING VOOR TIJDELIJKE VERHUUR OP BASIS VAN DE LEEGSTANDWET

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

5.6.1

een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8 van de Huisvestingswet en de bijbehorende regels uit de Huisvestingsverordening Amsterdam:

€ 63,00

5.6.2

het verkrijgen of verlengen van een vergunning als bedoeld in artikel 15 van de Leegstandwet en de nadere regels Amsterdam voor tijdelijke verhuur op basis van de Leegstandwet:

€ 156,90

 

5.7

OPKOOPBESCHERMING

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

5.7.1

een vergunning of ontheffing in het kader van de opkoopbescherming als bedoeld in de Huisvestingsverordening Amsterdam:

€ 279,15

 

6.

HOOFDSTUK 6 - ECONOMIE EN MILIEU

 

6.1

HORECA

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

6.1.1

een exploitatievergunning horecabedrijf als bedoeld in artikel 3.8 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 betreffende de openbare orde en veiligheid:

6.1.1.1

met terras

€ 3.006,70

6.1.1.2

zonder terras

€ 2.499,70

6.1.2

een verlenging van de exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3.8 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008

6.1.2.1

met terras

€ 1.996,00

6.1.2.2

zonder terras

€ 1.585,00

6.1.3

het aanbrengen van een wijziging in de exploitatievergunning als bedoeld in 6.1.1 bestaande uit een aanpassing van een terras - met uitzondering van een verkleining van het terrasoppervlak binnen de vergunde contouren

€ 565,70

6.1.4.1

het aanbrengen van een wijziging in de exploitatievergunning als bedoeld in l 6.1.1 bestaande uit het wijzigen van de persoon van één leidinggevende (door het wisselen of toevoegen van een leidinggevende):

€ 336,10

6.1.4.2

het aanbrengen van een wijziging in de vergunning als bedoeld in 6.1.1 bestaande uit het wijzigen van de persoon van iedere volgende leidinggevende (door het wisselen of toevoegen van een leidinggevende) in dezelfde aanvraag als bedoeld in 6.1.4.1

€ 34,60

6.1.4.3

het aanbrengen van overige - andere dan die zijn vermeld in 6.1.4.1 en 6.1.4.2 - wijzigingen in de exploitatievergunning als bedoeld in 6.1.1

€ 401,30

6.1.5

een vergunning ingevolge artikel 3 van de Alcoholwet

€ 1.562,60

6.1.5.1

het aanbrengen van een wijziging in de vergunning als bedoeld in 6.1.5 bestaande uit het wijzigen van de persoon van één leidinggevende (door het wisselen of toevoegen van een leidinggevende):

€ 336,10

6.1.5.2

het aanbrengen van een wijziging in de vergunning als bedoeld in 6.1.5 bestaande uit het wijzigen van de persoon van iedere volgende leidinggevende (door het wisselen of toevoegen van een leidinggevende) in dezelfde aanvraag als bedoeld in 6.1.5.1

€ 34,60

6.1.5.3

het aanbrengen van overige - andere dan die zijn vermeld in 6.1.5.1 en 6.1.5.2 - wijzigingen in de vergunning als bedoeld in 6.1.5

€ 401,30

6.1.6

een ontheffing ingevolge artikel 35 van de Alcoholwet

€ 298,90

6.1.7

een ontheffing van de sluitingstijd als bedoeld in artikel 3.15, lid 3, van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008

€ 278,60

6.1.8

een ontheffing beperking sterke drank als bedoeld in artikel 3.23, lid 2, van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008

€ 298,90

 

6.2

KANSSPELEN

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

6.2.1

een aanwezigheidsvergunning in de zin van artikel 30c lid 1a van de Wet op de kansspelen voor het exploiteren van één of twee kansspelautomaten

€ 294,60

6.2.2

een aanwezigheidsvergunning in de zin van artikel 30c lid 1b van de Wet op de kansspelen voor het exploiteren van kansspelautomaten in een speelautomatenhal

€ 294,60

6.2.3

een exploitatievergunning als bedoeld in de Verordening kansspelautomaten en speelautomatenhallen Amsterdam

€ 2.463,40

6.2.3.1

het aanbrengen van wijzigingen in de vergunning als bedoeld in 6.2.3 (zoals het bijschrijven van één leidinggevende)

€ 396,00

6.2.3.2

iedere volgende leidinggevende in dezelfde aanvraag zoals bedoeld in 6.2.3.1

€ 42,70

6.2.4

een exploitatievergunning speelgelegenheid als bedoeld in artikel 3.54 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008

€ 2.463,40

6.2.5

een vergunning als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 237,00

6.2.6

een verlenging exploitatievergunning zoals bedoeld in 6.2.4 en 6.2.5

€ 2.463,40

 

6.3

PROSTITUTIE EN SEKSINRICHTINGEN

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

6.3.1

een vergunning exploitatie prostitutiebedrijf als bedoeld in artikel 3.27, lid 1, van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008:

6.3.1.1

voor 1 locatie

€ 1.901,00

6.3.1.2

voor 2 tot en met 5 locaties

€ 2.119,80

6.3.1.3

voor 6 of meer locaties

€ 4.525,60

6.3.2

een exploitatievergunning escortbedrijf als bedoeld in artikel 3.40, lid 1, van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008

€ 1.997,00

6.3.3

een exploitatievergunning van een seksinrichting als bedoeld in artikel 3.47 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008

€ 1.145,20

6.3.4

het aanbrengen van wijzigingen in de vergunning als bedoeld in 6.3.1, 6.3.2 en 6.3.3, zoals het bijschrijven van één leidinggevende

€ 184,60

6.3.4.1

iedere volgende leidinggevende in dezelfde aanvraag zoals bedoeld in 6.3.4

€ 20,30

6.3.5

het verlengen van een vergunning als bedoeld in 6.3.1, 6.3.2 en 6.3.3

€ 725,80

6.3.6

het advies van de GGD Amsterdam over de hygiëne in het bedrijfsplan inclusief praktijktoets (inspectie van de locatie) zoals bedoeld in artikel 3.28 Algemene Plaatselijke Verordening 2008, ter zake van een:

6.3.6.1

escortbedrijf, per locatie

€ 999,20

6.3.6.2

raamprostitutiebedrijf, per locatie

€ 1.117,80

6.3.6.3

besloten club, per locatie

€ 1.411,60

6.3.7

het advies van de GGD Amsterdam over de hygiëne in het bedrijfsplan exclusief praktijktoets, zoals bedoeld in artikel 3.28 Algemene Plaatselijke Verordening 2008, ter zake van het in behandeling nemen van een verlenging van één vergunning zoals bedoeld in 6.3.5, per locatie

€ 235,10

 

6.4

WINKELS

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

6.4.1

een ontheffing voor specifieke vormen van detailhandel om tussen 22.00u en 6.00u of een gedeelte daarvan open te zijn als bedoeld in artikel 4 (lid 1, 2, 3 en 4), artikel 5 (lid 1), artikel 6 en artikel 7 van de Verordening winkeltijden Amsterdam 2017

€ 117,50

 

6

HOOFDSTUK 6

 

 

 

 

6.5

EVENEMENTEN

Aantallen bezoekers of deelnemers bij evenementen worden gemeten op het drukste moment.

6.5.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 2.40 voor evenementen of artikel 2.47 voor evenementen in gebouwen van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008:

6.5.1.1

voor minder dan 250 bezoekers of deelnemers

€ 250,00

6.5.1.2

voor 250 of meer, maar minder dan 500 bezoekers of deelnemers

€ 1.046,00

6.5.1.3

voor 500 of meer, maar minder dan 2.000 bezoekers of deelnemers

€ 2.092,00

6.5.1.4

voor 2.000 of meer, maar minder dan 5.000 bezoekers of deelnemers

€ 7.540,90

6.5.1.5

voor 5.000 of meer, maar minder dan 10.000 bezoekers of deelnemers

€ 12.568,10

6.5.1.6

voor 10.000 of meer bezoekers of deelnemers

€ 16.757,40

 

6.6

ACTIVITEITEN OP DE OPENBARE WEG

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

6.6.1

een vergunning voor straatartiesten of om muziek ten gehore te brengen als bedoeld in artikel 2.49, lid 2, van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008

€ 201,00

6.6.2

een vergunning voor een openbare inzameling van geld of zaken als bedoeld in artikel 2.52, lid 1, van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008

€ 160,20

6.6.3

een ontheffing voor het rondleiden van 5 tot en met 15 mensen als bedoeld in artikel 2.50, lid 4, van Algemene Plaatselijke Verordening 2008, in een aangewezen toeristisch gebied

€ 201,00

 

6.7

MILIEU

Het tarief bedraagt voor:

6.7.1

het op verzoek verzegelen van een geluidsbegrenzer in een inrichting waarop het Activiteitenbesluit milieubeheer van toepassing is

€ 651,10

6.7.2

het op verzoek verzegelen van een geluidsbegrenzer in een inrichting waarvoor in de vergunning voorschriften zijn gegeven voor het afgrendelen en verzegelen van een geluidsbegrenzer

€ 651,10

6.7.3

het op verzoek opnieuw verzegelen van een geluidsbegrenzer in een inrichting als bedoeld in 6.7.1 en 6.7.2 tenzij verbreking van de verzegeling noodzakelijk was en vooraf gemeld

€ 651,10

6.7.4

ontheffing van geluid- en lichthindervoorschriften voor inrichtingen voor horeca- sport- en recreatieactiviteiten zoals bedoeld in artikel 5.6, lid 2, van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008

€ 172,90

6.7.5

het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning voor de uitoefening van een bedrijf of een nevenbedrijf om consumentenvuurwerk ter beschikking te stellen dan wel voor dit doel aanwezig te hebben als bedoeld in artikel 5.2, lid 1, van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 (verkoop van vuurwerk)

€ 437,60

6.7.6

het in behandeling nemen van een aanvraag voor gebruik van explosieven op grond van artikel 5.4 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008

€ 133,40

6.7.7

een ontheffing als bedoeld in artikel 5.5, lid 2, van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 (Ontheffing hinder)

€ 170,30

 

7.

HOOFDSTUK 7 - OPENBARE RUIMTE

 

7.1

PLAATSEN VAN VOORWERPEN

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning voor het plaatsen, aanbrengen, hebben of storten van voorwerpen of stoffen op, aan, in of boven de weg als bedoeld in artikel 4.3, lid 1, van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 (objectvergunning):

7.1.1

per aanvraag voor een plaatsingstermijn van maximaal 2 weken

€ 160,20

7.1.2

per aanvraag voor een plaatsingstermijn van 3 tot en met 16 weken:

7.1.2.1

per aanvraag voor een plaatsingstermijn van 3 weken

€ 240,20

7.1.2.2

per aanvraag voor een plaatsingstermijn van 4 weken

€ 320,30

7.1.2.3

per aanvraag voor een plaatsingstermijn van 5 weken

€ 400,40

7.1.2.4

per aanvraag voor een plaatsingstermijn van 6 weken

€ 480,40

7.1.2.5

per aanvraag voor een plaatsingstermijn van 7 weken

€ 560,50

7.1.2.6

per aanvraag voor een plaatsingstermijn van 8 weken

€ 640,60

7.1.2.7

per aanvraag voor een plaatsingstermijn van 9 weken

€ 720,70

7.1.2.8

per aanvraag voor een plaatsingstermijn van 10 tot en met 16 weken

€ 800,60

7.1.3

per aanvraag voor een plaatsingstermijn tot vier maanden

€ 800,60

7.1.4

per aanvraag voor een plaatsingstermijn van vier tot twaalf maanden

€ 1.601,00

 

7.2

OPBREKEN WEG

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

7.2.1

Een vergunning voor werkzaamheden aan de infrastructuur in de openbare ruimte: Het in de openbare ruimte aanbrengen, onderhouden en verwijderen van infrastructuur (kabel- en leidingnetwerken en (gemeentelijke) assets: wegbedekking, straatmeubilair, riolering plus toebehoren, groenvoorzieningen, openbare verlichting, verkeerregelinstallaties, kunstwerken zoals bruggen, tunnels en walmuur-/kadeconstructie, e.d.); met inbegrip van het hiervoor inrichten van een werkterrein en het plaatsen van objecten ten behoeve van de werkzaamheden, als bedoeld in de Verordening werken in de openbare ruimte Amsterdam 2021 en de Nadere Regels WIOR 2021

7.2.1.1

Een vergunning groot WIOR werk, ingrijpend werk met veel impact als bedoeld in artikel 3.6 Nadere Regels WIOR 2021

€ 746,10

7.2.1.2

Een vergunning middelgroot WIOR werk, werk met impact als bedoeld in artikel 3.6 Nadere Regels WIOR 2021

€ 320,20

7.2.1.3

Een vergunning meegaand in WIOR werk, als deelnemer van een gecombineerd werk, niet zijnde de projectinitiator en werkend onder de voor het gecombineerde werk opgestelde specifieke voorschriften en voorwaarden

€ 160,20

7.2.2

Een instemmingsbesluit op grond van artikel 5.4 van de Telecommunicatiewet voor werkzaamheden in of op openbare gronden in verband met de aanleg, instandhouding of opruiming van een openbaar elektronisch communicatienetwerk

7.2.2.1

Een instemmingsbesluit groot WIOR werk, ingrijpend werk met veel impact als bedoeld in artikel 3.6 Nadere Regels WIOR 2021

€ 746,10

7.2.2.2

Een instemmingsbesluit middelgroot WIOR werk, werk met impact als bedoeld in artikel 3.6 Nadere Regels WIOR 2021

€ 320,20

7.2.2.3

Een instemmingsbesluit meegaand in WIOR werk, als deelnemer van een gecombineerd werk, niet zijnde de projectinitiator en werkend onder de voor het gecombineerde werk opgestelde specifieke voorschriften en voorwaarden

€ 160,20

7.2.3

Het verlengen of wijzigen van een vergunning of instemmingsbesluit als bedoeld in 7.2.1 en 7.2.2 indien dit niet leidt tot verstoring van de programmering van werk of schade voor derden

€ 213,50

 

7.3

RECLAME

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

7.3.1

een ontheffing voor het (laten) verspreiden onder het publiek van voorwerpen voor reclamedoeleinden op of aan de weg als bedoeld in artikel 4.12, lid 2, van de Algemene Plaatselijke Verordening (verspreiding reclamemateriaal, sampling)

€ 160,20

7.3.2

een ontheffing voor het maken van reclame op of aan de weg of het openbaar water met een bord, doek of met enig ander middel of voorwerp of met een voertuig of vaartuig, uitsluitend of hoofdzakelijk gebruikt of bestemd voor het maken van reclame als bedoeld in artikel 4.11, lid 3, van de Algemene Plaatselijke Verordening APV

€ 160,20

 

7.4

AMBULANTE HANDEL

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

7.4.1

een vergunning voor het innemen van een marktplaats als bedoeld in artikel 3.14 van de Marktverordening of het toewijzen van een tijdelijke vaste marktplaats op grond van artikel 3.8 of 3.9 van de Marktverordening

€ 74,70

7.4.2

een ontheffing als bedoeld in artikel 2.1, lid 2, 3.19, lid 2, 3.20, lid 2 van de Marktverordening of de artikelen 2.1, lid 2, 3.8, lid 4, 3.9, lid 2 van de Verordening Staan- en ligplaatsen buiten de markt en venten, per kalenderjaar

€ 57,60

7.4.3

een ontheffing als bedoeld in artikel 3.26, lid 2 of 3.29, lid 2 van de Marktverordening of artikel 4.2, lid 2 van de Verordening Staan- en ligplaatsen buiten de markt en venten

€ 57,60

7.4.4

een vergunning voor het innemen van een staan of ligplaats buiten de markten als bedoeld in artikel 3.1 van de Verordening Staan- en Ligplaatsen buiten de markt en venten om toekenning van:

7.4.4.1

een overname bestaande staanplaats

€ 152,60

7.4.4.2

een initiatiefplaats

€ 152,60

7.4.4.3

een tijdelijke staanplaats voor het verkopen van seizoensgebonden producten

€ 174,00

7.4.4.4

een tijdelijke staanplaats in het kader van de regeling roulering ijs- en hotdogventers en een tijdelijke staanplaats bij wedstrijden en evenementen in de Johan Cruijff Arena

€ 26,70

7.4.4.5

een tijdelijke staanplaats die wordt toegekend na een open inschrijving. Indien een aanvraag niet leidt tot een vergunning wordt 50% restitutie verleend

€ 149,50

7.4.4.6

het wijzigen van een vergunning als bedoeld in 7.4.4 met uitzondering van 7.4.4.4

€ 130,20

7.4.5

een vergunning voor het gebruik van een eigen marktinrichting als bedoeld in artikel 3.25, lid 2 van de Marktverordening

€ 138,80

7.4.6

het overschrijven van een vergunning als bedoeld in de artikelen 3.5 en 3.15 van de Marktverordening en de artikelen 3.5 en 3.7 van de Verordening Staan- en Ligplaatsen buiten de markt en venten

€ 172,90

7.4.7

een inschrijving als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 van de Marktverordening en artikel 2.1, lid 1 van de Verordening Staan- en Ligplaatsen buiten de markt en venten en de jaarlijkse verlenging daarvan

€ 51,20

7.4.7.1

het opnieuw of tussentijds wijzigen van een inschrijving als bedoeld in 7.4.7

€ 27,70

7.4.8

een bijschrijving in het register op grond van artikel 2.5, lid 2 van de Marktverordening ten behoeve van een vervangerskaart als bedoeld in artikel 2.5, lid 1 van de Marktverordening en een partnerkaart als bedoeld in artikel 2.5, lid 1 van Verordening Staan- en Ligplaatsen buiten de markt en venten

€ 22,40

7.4.9

voor handelingen voor het reactiveren van een doorgehaalde inschrijving als bedoeld in artikel 2.1 van de Marktverordening en artikel 2.1 van de Verordening Staan- en Ligplaatsen buiten de markt en venten

€ 86,50

7.4.10

voor het opmaken van een officiële verklaring

€ 25,60

7.4.11

een jaarlijkse vernieuwing van de registratie van sollicitanten voor het zich laten plaatsen op een door het college bijgehouden sollicitantenlijst als bedoeld in artikel 3.2 van de Verordening Staan- en Ligplaatsen buiten de markt en venten

€ 29,90

7.4.12

een vergunning om op een markt kramen te plaatsen of te verhuren als bedoeld in artikel 3.24 lid 1 van de Marktverordening. Indien de aanvraag niet leidt tot een vergunning als bedoeld in artikel 3.24 lid 1 van de Marktverordening wordt 50% restitutie verleend.

€ 981,90

7.4.13

een vergunning om te venten als bedoeld in artikel 4.1 van de Verordening Staan- en Ligplaatsen buiten de markt en venten en de jaarlijkse verlenging daarvan

€ 21,30

7.4.14

een beschikking voor een marktplaats van 4 meter op Koningsdag (gebied Damrak en Rokin)

€ 166,60

7.4.15

een vergunning voor een markt op afstand als bedoeld in artikel 4.3, lid 1 van de Marktverordening.

 

Indien een aanvraag niet leidt tot een vergunning als bedoeld in artikel 4.3, lid 1 van de Marktverordening wordt 50% restitutie verleend.

€ 749,75

7.4.16

een vergunning voor een markt op afstand als bedoeld in artikel 4.3, lid 1 van de Marktverordening die incidenteel wordt gehouden

€ 283,90

 

8.

HOOFDSTUK 8 - VERKEER EN VERVOER

 

8.1

PARKEREN

Het tarief bedraagt - per aanvraag - voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

8.1.1

het verkrijgen, verlengen of wijzigen van een belanghebbendenvergunning met raamkaart en een gemarkeerde parkeerplaats voor voertuigen van autodeelorganisaties, politie, verloskundigen, huisartsen, consuls etc. als bedoeld in artikel 25 van de Parkeerverordening 2013

€ 160,20

8.1.2

het aanbrengen van markering, paal en borden ter aanduiding van een nieuwe gehandicaptenparkeerplaats op kenteken of belanghebbendenparkeerplaats (bord E6b of E9 uit bijlage I Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 + kentekenbord + bord wegsleepregeling)

€ 373,60

8.1.3

het verplaatsen van een bestaande belanghebbenden- of gehandicaptenparkeerplaats als bedoeld in 8.1.2

€ 373,60

8.1.4

het aanbrengen van een nieuw onderbord (bord E9 uit bijlage I Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990) met kenteken (bedrag is inclusief bord)

€ 160,20

8.1.5

het verkrijgen, verlengen of vernieuwen van een parkeerontheffing in het kader van een specifieke blauwe zone voor 2 jaar

€ 160,20

8.1.6

het vernieuwen van een parkeerontheffing bij een kentekenwijziging of het verstrekken van een duplicaat in het kader van een specifieke blauwe zone

€ 53,40

 

8.2

GEHANDICAPTEN

8.2.1

Voor het in behandeling nemen van elk van de volgende aanvragen inzake een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) is, per aanvraag, een tarief verschuldigd van:

  • -

    het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart (artikel 49 BABW)

  • -

    het verlengen van een gehandicaptenparkeerkaart (artikel 49 BABW)

  • -

    het wijzigen van een gehandicaptenparkeerkaart (artikel 49 BABW)

  • -

    het verstrekken van een duplicaat van een gehandicaptenparkeerkaart (artikel 52 BABW). Dit tarief is exclusief een toeslag voor een (schriftelijke) medische keuring; zie voor het tarief hiervan 8.2.3 en 8.2.4

€ 41,70

8.2.2

Voor het in behandeling nemen van elk van de volgende aanvragen inzake een gemarkeerde parkeerplaats bij de woning of het werkadres als bedoeld in artikel 26 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 is, per aanvraag, een tarief verschuldigd van:

  • -

    het verkrijgen van een gemarkeerde parkeerplaats

  • -

    het verlengen van een gemarkeerde parkeerplaats

  • -

    het wijzigen van een gemarkeerde parkeerplaats

Dit tarief is exclusief een toeslag voor een (schriftelijke) medische keuring; zie voor het tarief hiervan 8.2.3 en 8.2.4

€ 27,70

8.2.3

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een medische keuring ter verkrijging van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in 8.2.1. of een gemarkeerde parkeerplaats als bedoeld in 8.2.2. bedraagt:

€ 156,90

8.2.4

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een schriftelijke medische keuring op basis van reeds bekende medische gegevens ter verkrijging van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in 8.2.1 of gemarkeerde parkeerplaats als bedoeld in 8.2.2 bedraagt:

€ 39,40

8.2.5

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het aanbrengen van een nieuw onderbord met kenteken bedraagt (bedrag is inclusief bord):

€ 53,40

 

8.3

ONTHEFFINGEN Reglement verkeersregels en -tekens 1990 (RVV) / Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

8.3.1

ONTHEFFING RVV & TOEGANG TOT DE MILIEUZONE

8.3.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

8.3.1.1.1

een ontheffing van een aantal artikelen van het RVV 1990 voor een bepaalde periode, per 5 afgegeven ontheffingen. Dit tarief is uitsluitend van toepassing voor ontheffingen waarvoor geen specifieke bepaling in deze legestabel is opgenomen

€ 245,50

8.3.1.1.2

het vernieuwen van een ontheffing zoals bedoeld onder 8.3.1.1.1 bij een kentekenwijziging

€ 53,40

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het RVV voor toegang tot de milieuzone:

8.3.1.1.3

de verlening van een ontheffing voor 4 jaar van één of meerdere van de in artikel 87 van het RVV genoemde artikelen aan elektrisch aangedreven voertuigen. Indien er na 4 jaar geen sprake is van gewijzigde omstandigheden op de locatie waarvoor de ontheffing is verleend, en er geen sprake is van wijzigingen in het beleid die van invloed kunnen zijn op het verlenen van de desbetreffende ontheffing, dan wordt deze kosteloos met 2 jaar verlengd

€ 0,00

8.3.1.1.4

een ontheffing voor bewoners van autovrije gebieden voor 4 jaar

€ 106,80

8.3.1.1.5

het tarief bedraagt - in afwijking van 8.3.1.1.1 - voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor toegang tot gebieden die zijn afgesloten met een intelligent toegangssysteem (zoals camera afsluiting) wanneer de aanvraag, verwerking, controle/handhaving en uitgifte volledig digitaal en geautomatiseerd plaatsvindt

€ 0,00

 

Dagontheffingen voor milieuzone Amsterdam

8.3.1.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een:

8.3.1.2.1

Dagontheffing voor bedrijfsauto's zoals bedoeld in artikel 2 van het Ontheffingenbeleid milieuzone Amsterdam 2020 - per dag

€ 53,40

8.3.1.2.2

Dagontheffing voor vrachtauto’s en besloten busvervoer zoals bedoeld in artikel 3, 3a en 3b van het Ontheffingenbeleid milieuzone Amsterdam 2020 - per dag

€ 53,40

8.3.1.2.3

Dagontheffing voor Amsterdamse museumbussen zoals bedoeld in artikel 4 en museale legervoertuigen zoals bedoeld in artikel 5 van het Ontheffingenbeleid milieuzone Amsterdam 2020 - per dag

€ 26,70

8.3.1.2.4

Ontheffing voor kampeerwagens ten behoeve van verblijf op een camping zoals bedoeld in artikel 6 van het Ontheffingenbeleid milieuzone Amsterdam 2020

€ 10,70

 

Langdurige ontheffingen voor milieuzone Amsterdam

8.3.1.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een:

8.3.1.3.1

Ontheffing voor een personen- of bedrijfsauto die vanwege een handicap is aangepast zoals bedoeld in artikel 7 van het Ontheffingenbeleid milieuzone Amsterdam 2020

€ 53,40

8.3.1.3.2

Ontheffing voor voertuigen in verband met de levertijd van een vervangend voertuig voor zoals bedoeld in artikel 9, 9a en 9b van het Wijzigingsbesluit ontheffingenbeleid milieuzone Amsterdam 2020

€ 213,50

8.3.1.3.3

Ontheffing voor vrachtauto’s en besloten busvervoer in verband met bijzondere omstandigheden zoals bedoeld in artikel 11 en 11a van het Wijzigingsbesluit ontheffingenbeleid milieuzone Amsterdam 2020

€ 213,50

8.3.1.3.4

Ontheffing voor vrachtauto's in verband met een aanbestedingsprocedure zoals bedoeld in artikel 13 van het Ontheffingenbeleid milieuzone Amsterdam 2020

€ 213,50

8.3.1.3.5

Ontheffing waarbij toepassing wordt gegeven aan de hardheidsclausule zoals bedoeld in artikel 14 van het Ontheffingenbeleid milieuzone Amsterdam 2020

€ 245,50

 

Ontheffingen voor milieuzone brom- en snorfietsen op basis van het 'Gemeentelijk ontheffingenbeleid milieuzone brom- en snorfietsen Amsterdam'

8.3.1.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een:

8.3.1.4.1

ontheffing op medische gronden zoals bedoeld in artikel 4 van het Gemeentelijk ontheffingenbeleid milieuzone brom- en snorfietsen Amsterdam

€ 26,70

8.3.1.4.2

weekendontheffing voor oldtimers zoals bedoeld in artikel 6 van het Gemeentelijk ontheffingenbeleid milieuzone brom- en snorfietsen Amsterdam

€ 26,70

8.3.1.4.3

ontheffing voor de inbouw van een elektrische of euro 4 motor zoals bedoeld in artikel 7 van het Gemeentelijk ontheffingenbeleid milieuzone brom- en snorfietsen Amsterdam

€ 245,50

8.3.1.4.4

ontheffing waarbij toepassing wordt gegeven aan de hardheidsclausule zoals bedoeld in artikel 8 van het Gemeentelijk ontheffingenbeleid milieuzone brom- en snorfietsen Amsterdam

€ 245,50

 

8.3.2

TIJDELIJKE VERKEERSMAATREGELEN

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag of besluit als bedoeld in artikel 34 van het BABW voor:

8.3.2.1

een besluit inzake het wegverkeer (tijdelijke verkeersmaatregel), voor één tot drie dag(en)

€ 245,50

8.3.2.2

een besluit inzake het wegverkeer (tijdelijke verkeersmaatregel), voor één week

€ 320,20

8.3.2.3

een besluit inzake het wegverkeer (tijdelijke verkeersmaatregel), voor elke volgende week

€ 106,80

8.3.2.4

een besluit inzake het wegverkeer (tijdelijke verkeersmaatregel), voor (maximaal) vier maanden

€ 1.067,30

8.3.2.5

een besluit inzake het wegverkeer - Verkeersbesluit art 18 Wegenverkeerswet 1994

€ 266,90

8.3.2.6

een aanvraag voor spoedeisende werkzaamheden, die binnen 24 uur moeten worden hersteld (tijdelijke verkeersmaatregel)

€ 266,90

8.3.2.7

een besluit inzake het wegverkeer (tijdelijke verkeersmaatregel) waarbij uitsluitend gebruik wordt gemaakt van elektrisch aangedreven voertuig(en) ten behoeve van een verhuizing

€ 0,00

 

8.4

TIJDELIJK AFZETTEN PARKEERVAKKEN

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verrichten van werkzaamheden in, op, boven of langs een weg vanwege activiteiten welke niet behoren tot het normale verkeersgebruik van die weg waardoor verkeerstekens geplaatst of verwijderd worden als bedoeld in artikel 33 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW):

8.4.1

voor het tijdelijk afzetten van:

8.4.1.1

t/m 2 parkeervakken

€ 133,40

8.4.1.2

t/m 6 parkeervakken

€ 160,20

8.4.1.3

t/m 10 parkeervakken

€ 240,10

8.4.1.4

t/m 13 parkeervakken

€ 320,20

8.4.1.5

t/m 16 parkeervakken

€ 373,60

8.4.1.6

t/m 19 parkeervakken

€ 426,90

8.4.1.7

t/m 22 parkeervakken

€ 480,30

8.4.1.8

t/m 25 parkeervakken

€ 533,70

8.4.1.9

t/m 28 parkeervakken

€ 587,10

8.4.1.10

t/m 31 parkeervakken

€ 640,40

8.4.1.11

vanaf 32 parkeervakken; € 660,00 vermeerderd met € 52 per drie parkeervakken voor het aantal parkeervakken boven de 32 stuks.

8.4.1.12

parkeervakken ten behoeve van een verhuizing waarbij uitsluitend gebruik gemaakt wordt van elektrisch aangedreven voertuig(en)

€ 0,00

8.4.2

voor een tijdelijk verbod om fietsen en bromfietsen te plaatsen

€ 133,40

 

8.5

(VERVALLEN)

 

8.6

ONTHEFFING RVV VOOR TOEGANG ZONE ZWAAR VERKEER AMSTERDAM 2021

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en -tekens 1990 (RVV) voor het rijden in de Zone zwaar verkeer Amsterdam (het gebied waar een zonale geslotenverklaring is ingesteld voor voertuigen en samenstellen van voertuigen met een totaalmassa hoger dan 7,5 ton)

8.6.1

Voor een ontheffing als bedoeld in artikel 3 van de Beleidsregels Zone zwaar verkeer Amsterdam 2021 (dagontheffing zone zwaar verkeer) voor de duur van één dag

€ 26,30

8.6.2

Voor een ontheffing als bedoeld in artikel 3 van de Beleidsregels Zone zwaar verkeer Amsterdam 2021 (jaarontheffing zone zwaar verkeer) voor de duur van één jaar (twaalf maanden)

€ 125,90

8.6.3

Voor een ontheffing als bedoeld in artikel 4 van de Beleidsregels Zone zwaar verkeer Amsterdam 2021 (jaarontheffing zone zwaar verkeer met verklaring), voor de duur van één jaar (twaalf maanden)

€ 183,70

8.6.4

Voor een ontheffing als bedoeld in artikel 5 van de Beleidsregels Zone zwaar verkeer Amsterdam 2021 (routeontheffing), voor de duur van maximaal één jaar (twaalf maanden)

€ 272,90

8.6.5

Voor een ontheffing als bedoeld in artikel 6 van de Beleidsregels Zone zwaar verkeer Amsterdam 2021 (routeontheffing – breed opgezette wegen), voor de duur van maximaal één jaar (twaalf maanden)

€ 272,90

 

8.7

TAXIVERGUNNING/ONTHEFFING

Verwijzingen naar regelgeving

Waar in 8.7 wordt verwezen naar artikelen uit de 'verordening' wordt bedoeld de 'Taxiverordening Amsterdam 2012' zoals die luidt op het moment van de aanvraag. Waar in deze paragraaf wordt verwezen naar artikelen uit het 'beleid' wordt bedoeld het 'Beleid voor medegebruik van de lijnbusbaan/-strook door taxi's'.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

8.7.1

de eerste afgifte van of de verlenging van een zelfstandige lijnbusbaanontheffing conform artikel 2 lid 2 van het beleid.

€ 150,00

8.7.2

de eerste afgifte van een Taxxxivergunning conform artikel 2.3 lid 1 van de verordening inclusief de afgifte van een gekoppelde lijnbusbaanontheffing conform artikel 2 lid 1 van het beleid.

€ 314,90

8.7.3

het wijzigen van een Taxxxivergunning conform artikel 2.3 lid 1 van de verordening

€ 278,60

8.7.4

een vernieuwing van een Taxxxivergunning conform artikel 2.3 lid 1 en artikel 2.16 van de verordening inclusief de gekoppelde lijnbusbaanontheffing conform artikel 2 lid 1 van het beleid.

€ 235,90

8.7.5

een duplicaat van een Taxxxivergunning, taxi-ontheffing en keycard conform artikel 2.15 lid 1 van de verordening

€ 127,00

Het tarief bedraagt voor:

8.7.6

een beoordeling van de volledigheid van een aanvraag om een eerste TTO-vergunning - conform artikel 2.3 lid 2 van de verordening

€ 2.858,30

8.7.7

een beoordeling van de volledigheid van een aanvraag om een tweede en opvolgende TTO-vergunning - conform artikel 2.3 lid 2 van de verordening

€ 2.198,70

8.7.8

het in behandeling nemen van een eerste aanvraag om een TTO-vergunning als bedoeld in artikel 2.3 lid 2 van de verordening

€ 9.014,90

8.7.9

het in behandeling nemen van een tweede en opvolgende aanvraag voor van een TTO-vergunning, als bedoeld in artikel 2.3 lid 2 van de verordening

€ 6.706,20

8.7.10

het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een TTO-vergunning als bedoeld in artikel 2.3 lid 2 van de verordening op grond van wijzigingen van gegevens die dusdanig zijn dat geen sprake is meer is van de situatie waarvoor vergunning is verleend

€ 1.374,80

8.7.11

het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een TTO-vergunning als bedoeld in artikel 2.3 lid 2 van de verordening in verband met andere wijzigingen dan bedoeld in 8.7.10

€ 176,10

 

8.8

DEELVERVOER

Het tarief bedraagt voor:

8.8.1

het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning deelbromfietsen als bedoeld in artikel 2.50A van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV):

€ 5.191,00

8.8.2

het verlengen van een vergunning zoals bedoeld in 8.8.1

€ 688,00

8.8.3

het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing als bedoeld in artikel 2.50A van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV):

€ 3.041,00

8.8.4

het verlengen van een ontheffing zoals bedoeld in 8.8.3

€ 688,00

 

9.

HOOFDSTUK 9 - BINNENWATER

 

9.1

WOONBOTEN

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

9.1.1

een ligplaatsvergunning voor een woonboot als bedoeld in artikel 2.3.1 van de Verordening op het binnenwater 2010

€ 564,60

9.1.2

een omgevingsvergunning in de zin van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) voor het vervangen van een woonboot als bedoeld in artikel 2.3.3 van de Verordening op het binnenwater 2010 door een bestaande woonboot (zelfstandig varend of niet) van elders, niet zijnde een nieuw gebouwde woonboot - in afwijking van het bepaalde in paragraaf 3.1 van deze legestabel:

€ 619,10

9.1.3

een vergunning voor het verbouwen van een woonboot als bedoeld in artikel 2.3.4 van de Verordening op het binnenwater 2010

€ 619,10

9.1.4

een ontheffing voor een woonverblijf op een vaartuig anders dan een woonboot indien het betrokken vaartuig niet hoofdzakelijk als woonverblijf gebruikt wordt of bestemd is als bedoeld in artikel 2.6.1, lid 5, van de Verordening op het binnenwater 2010

€ 564,60

9.1.5

In geval van een huwelijk, geregistreerd partnerschap of notarieel samenlevingscontract en een vergunning of ontheffing als bedoeld in 9.1.1 respectievelijk 9.1.4 staat op de naam van één van de twee partners dan kan op verzoek de andere partner kosteloos worden bijgeschreven in de vergunning of ontheffing. Voorwaarde is dat deze partner minstens 6 maanden voor de datum van het verzoek staat ingeschreven op het adres van de woonboot

€ 0,00

 

9.2

BEDRIJFSVAARTUIGEN

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

9.2.1

een vergunning voor een ligplaats bedrijfsvaartuig als bedoeld in artikel 2.3.6 van de Verordening op het binnenwater 2010

€ 564,60

9.2.2

een vergunning voor het vervangen van een bedrijfsvaartuig als bedoeld in artikel 2.3.8 van de Verordening op het binnenwater 2010

€ 619,10

9.2.3

een vergunning voor het verbouwen van een bedrijfsvaartuig als bedoeld in artikel 2.3.9 van de Verordening op het binnenwater 2010

€ 619,10

9.2.4

een exploitatievergunning voor transport als bedoeld in artikel 2.5.1 van de Verordening op het binnenwater 2010

€ 489,80

9.2.5

een wijziging van een exploitatievergunning voor transport als bedoeld in artikel 2.5.1 van de Verordening op het binnenwater 2010, voor zover de wijziging enkel ziet op de naam van het vaartuig of object

€ 236,83

9.2.6

een wijziging van een exploitatievergunning voor transport als bedoeld in artikel 2.5.1 van de Verordening op het binnenwater 2010, voor zover de wijziging enkel ziet op de vergunninghouder

€ 236,83

9.2.7

een wijziging van een exploitatievergunning voor transport als bedoeld in artikel 2.5.1 van de Verordening op het binnenwater 2010, anders dan de naam van het vaartuig of object of de vergunninghouder

€ 236,83

9.2.8

een exploitatievergunning voor vervoer van personen als bedoeld in artikel 2.4.1 van de Verordening op het binnenwater 2010 die wordt gerangschikt op grond van artikel 2.4.5 van de Verordening op het binnenwater 2010

€ 418,70

9.2.9

een exploitatievergunning voor vervoer van personen als bedoeld in artikel 2.4.1 van de Verordening op het binnenwater 2010, die wordt gerangschikt op grond van artikel 2.4.5 van de Verordening op het binnenwater 2010 en op grond van deze rangschikking inhoudelijk wordt beoordeeld

€ 1.256,10

9.2.10

een wijziging van een exploitatievergunning voor vervoer van personen als bedoeld in artikel 2.4.1 van de Verordening op het binnenwater 2010, voor zover de wijziging enkel ziet op de naam van het vaartuig of object

€ 657,50

9.2.11

een wijziging van een exploitatievergunning voor vervoer van personen als bedoeld in artikel 2.4.1 van de Verordening op het binnenwater 2010, voor zover de wijziging enkel ziet op de vergunninghouder

€ 928,60

9.2.12

een wijziging van een exploitatievergunning voor vervoer van personen als bedoeld in artikel 2.4.1 van de Verordening op het binnenwater 2010, anders dan de naam van het vaartuig of object of de vergunninghouder

€ 1.577,50

9.2.13

een meldingsbewijs als bedoeld in artikel 2.4.6 van de Verordening op het binnenwater 2010, per vaartuig of object

€ 63,00

9.2.14

een vergunning bijzonder transport als bedoeld in artikel 1.21. van het Binnenvaartpolitiereglement

€ 217,20

9.2.15

een wijziging van een vergunning bijzonder transport als bedoeld in artikel 1.21 van het Binnenvaartpolitiereglement

€ 48,30

 

9.3

ONTHEFFINGEN BINNENWATER

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

9.3.1

een ontheffing voor een pleziervaartuig als bedoeld in artikel 2.6.1, lid 1, van de Verordening op het binnenwater 2010

€ 564,60

9.3.2

een ontheffing voor het plaatsen of houden van objecten in, op of boven het water als bedoeld in artikel 2.1.3, lid 2, van de Verordening op het binnenwater 2010

€ 564,60

 

9.4

PLEZIERVAARTUIGEN

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

9.4.1

het verstrekken van een vervangend vignet als bedoeld in artikel 11 van de Binnenhavengeldverordening Pleziervaart 2022

€ 44,80

 

10.

HOOFDSTUK 10 - KINDEROPVANG

 

10.1

KINDEROPVANG

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in artikel 1.45 Wet kinderopvang (Wko) voor:

10.1.1

het in exploitatie nemen van één kindercentrum of gastouderbureau als bedoeld in artikel 1.45, lid 1 van de Wet kinderopvang (Wko)

€ 1.566,90

10.1.2

het in exploitatie nemen van een voorziening voor gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.45, lid 2 Wet kinderopvang (Wko)

€ 510,20

10.1.3

het, in afwijking van 10.1.2., in exploitatie nemen van een voorziening voor gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.45 lid 2 Wet kinderopvang (Wko) waarbij de houder van de voorziening, de gastouder, al in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK) is opgenomen met een andere voorziening in de gemeente Amsterdam of waarbij het opvangadres al is geregistreerd als adres waar een voorziening voor gastouderopvang is gevestigd

€ 357,60

 

10.2

ALGEMENE BEPALINGEN KINDEROPVANG

10.2.1

Alleen voor de voorziening voor gastouderopvang geldt dat de onder 11.1 en 11.2 van deze tarieventabel vermelde leges, indien artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is, niet in rekening worden gebracht indien het onderzoek zoals bedoeld in artikel 1.62, lid 1, van de Wet kinderopvang (Wko) nog niet is aangevangen

 

11.

HOOFDSTUK 11 - ALGEMENE BEPALINGEN VOOR DE HOOFDSTUKKEN 5 T/M 10

De bepalingen in dit hoofdstuk zijn van toepassing op de hoofdstukken 5 t/m 10, zulks voor zover die hoofdstukken niet reeds in een afwijkende regeling voorzien

11.1

Het tarief voor een aanvraag die, na toepassing van het bepaalde in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht, niet in behandeling wordt genomen bedraagt 25% van de leges die zouden zijn verschuldigd indien de aanvraag wel in behandeling was genomen met een maximum van € 250

11.2

Voor een lopende aanvraag die binnen drie weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen, wordt ingetrokken is verschuldigd: 50% van het voor die aanvraag geldende tarief. Onder lopende aanvraag wordt verstaan een aanvraag waarop nog geen besluit is genomen door de gemeente

11.3

Voor betaling (en factuur) achteraf bij een online aanvraag voor een vergunning of ontheffing geldt een toeslag van: Deze toeslag is alleen van toepassing als er niet gekozen wordt voor de aangeboden mogelijkheid van directe betaling vooraf via Ideal

€ 21,30