Organisatie | Kampen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2023 |
Citeertitel | Verordening parkeerbelastingen 2023 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De 'Verordening Parkeerbelastingen 2022’, vastgesteld op 11 november 2021, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-07-2023 | 01-01-2023 | wijz. hfdst 4 | 13-07-2023 | 40239-2023 | |
30-11-2022 | 26-07-2023 | nieuwe regeling | 10-11-2022 | 94441-2022 |
De raad van de gemeente Kampen;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 oktober 2022 inzake de herziening van de belastingtarieven met ingang van 1 januari 2023, zaak 94441-2022
gelet op artikel 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening vastgesteld op 30 januari 2014;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2023
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, als deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.
Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld
Indien de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b in de loop van het belastingjaar eindigt, dan bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, niet geheven van degene die een motorvoertuig op meer dan twee wielen heeft geparkeerd waarin op de voorgeschreven wijze een geldige en behoorlijk leesbare gehandicaptenparkeerkaart is aangebracht.
Artikel 8 Termijnen van betaling
In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon en/of inloggen op de centrale computer.
Artikel 9 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.
De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 72,90.
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kunnen nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de parkeerbelasting.
De 'Verordening Parkeerbelastingen 2022’, vastgesteld op 11november 2021, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 10 november 2022,
De raad van de gemeente Kampen,
drs. H.A. van der Meulen,
griffier
S. de Rouwe,
voorzitter
Tarieventabel behorende bij de ‘Verordening parkeerbelastingen 2023’
Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedraagt: | |||
Prinsenstraat tussen Koornmarkt en Burgwal (laatste 30 meter) | |||
Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt: | |||||
Bewoner belanghebbende 2e vergunning (tevens tarief indien aanvrager beschikt over POET) | |||||
Het tarief voor een ontheffing als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt: | ||||||
Algemene ontheffing maandag tot en met vrijdag van 9.00 uur tot 18.00 uur | ||||||
Het voor 2023 geraamd op te leggen aantal naheffingsaanslagen is: 2.785.
De kosten gedeeld door het aantal te verwachte naheffingsaanslag geeft een bedrag van € 172,00 per naheffingsaanslag. Het wettelijk maximum voor de naheffingsaanslag is door de Kroon voor 2023 vastgesteld op € 72,90, zoals dat is opgenomen in artikel 10 van de Verordening parkeerbelasting 2023.
Deze tarieventabel behoort bij de ‘Verordening parkeerbelastingen 2023’, vastgesteld door de raad van de gemeente Kampen op 10 november 2022,
De raad van de gemeente Kampen,