Organisatie | Rotterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening leges Publiekszaken Rotterdam 2023 |
Citeertitel | Verordening leges Publiekszaken Rotterdam 2023 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De datum van ingang van de heffing is 1 juli 2023.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2023 | bijlage 1 | 06-06-2023 | 2023, nummer 92 | ||
01-01-2023 | 01-07-2023 | nieuwe regeling | 10-11-2022 | 2022, nummer 213 |
De Raad van de gemeente Rotterdam,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 september 2022 (raadsvoorstel nr. 22bb006167/22bb006182/22bo5562);
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet ende artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening en daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
De leges Publiekszaken worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt
Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges ter zake van een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een verzoek als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 10 november 2022.
De griffier,
I.C.M. Broeders
De voorzitter,
A. Aboutaleb
Bijlage 1 Tarieventabel als bedoeld in artikel 5 van de Verordening leges Publiekszaken Rotterdam 2023
* In een aantal gevallen is sprake van rijkstarieven, die niet door de gemeenteraad worden vastgesteld. Daar waar uitsluitend de rijkstarieven mogen worden gehanteerd, maar deze voor 2023 op het moment van behandeling door de gemeenteraad nog niet zijn vastgesteld, en er geen sprake is van een college of raadsbevoegdheid, treden de tarieven in de plaats van de thans vermelde rijkstarieven 2022 (aangegeven met een *). In de communicatie met de belastingplichtigen zullen de correcte rijkstarieven voor 2023 worden gehanteerd.
Toelichting op de Verordening leges Publiekszaken Rotterdam 2023
De leges worden geheven op basis van artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet. Voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument, is de grondslag artikel 7 van de Paspoortwet.
Vanaf 1 januari 1995 komt het begrip ‘leges’ niet meer voor in de Gemeentewet. De reden hiervan is dat er geen wezenlijke verschillen bestaan tussen leges en andere rechten. Het begrip ‘rechten’ in artikel 229 van de Gemeentewet omvat mede de leges.
In de verordening is ervoor gekozen de rechten ‘leges’ te blijven noemen, omdat het hier gaat om een ingeburgerd en herkenbaar begrip. Bovendien gaat het in vrijwel alle gevallen om het in behandeling nemen van aanvragen en vergunningen e.d. en om het verstrekken van documenten.
De Algemene legesverordening bestaat uit twee gedeelten, namelijk de verordening zelf met de formele en materiële bepalingen en de tarieventabel met een omschrijving van de belastbare feiten, de heffingsmaatstaven en de tarieven.
Artikel 229, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bepaalt dat gemeenten onder andere rechten kunnen heffen voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten.
Het bepaalde in artikel 7 tweede lid van de Paspoortwet stelt dat voor het verrichten van handelingen door de burgemeester van een gemeente ten behoeve van de aanvraag van een reisdocument rechten kunnen worden geheven. Voor die handelingen kunnen geen andere dan deze rechten worden geheven. Het tarief van de rechten kan verschillen al naar gelang de leeftijd van de aanvrager, het feit of deze in de basisregistratie personen als ingezetene is ingeschreven, de soort en de geldigheidsduur van het reisdocument en de snelheid van de uitreiking.
Leges kunnen dus uitsluitend geheven worden voor door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten. Dit blijkt uit het arrest van de Hoge Raad van 9 december 1987 (nr. 24.892, BNB 1988/117, Belastingblad 1988, blz. 65).
Het begrip ‘dienst’ is niet nader gedefinieerd in de wet. Wel is in de jurisprudentie invulling gegeven aan het begrip ‘dienst’. Op grond van de jurisprudentie wordt geoordeeld dat voor de vraag of er sprake is van een dienst doorslaggevend is of degene te wiens behoeve de dienst wordt verleend een individueel belang heeft bij de dienst. Dit individueel belang is in beginsel altijd aanwezig indien de dienstverlening wordt gevraagd.
Indien de dienst ambtshalve wordt verleend, is er naar het oordeel van de wetgever geen sprake van een dienst (Tweede Kamer, vergaderjaar 1989-1990, 21 591, nr. 3, blz. 78). Dit betekent dat vanaf 1 januari 1995 voor het ongevraagd verlenen van diensten geen legesheffing meer mogelijk is.
Is het algemene belang groter dan het individuele belang van de aanvrager dan wel degene te wiens behoeve de dienst wordt verleend, dan is er geen sprake van een dienst die legesheffing rechtvaardigt.
In artikel 7, lid c wordt gesproken over bijzondere gevallen. Hierbij moet gedacht worden aan gevallen waarin er vooraf geen mondeling (balie/huisbezoek/telefonisch), schriftelijk (post) of digitaal contact is.
Deze bepaling voorziet erin dat ook in deze gevallen de verschuldigde leges kunnen worden geïncasseerd.
Ten slotte wordt opgemerkt dat het ‘verlenen’ van een dienst, zoals geformuleerd in de verordening, uitsluitend betrekking heeft op het in gang zetten van de dienstverlening. Er is dus sprake van een inspanningsverplichting en niet van een resultaatsverplichting.
In 2023 is een aantal bepalingen toegevoegd om de verschillende Rotterdamse legesverordeningen meer uniform te maken. Ook zijn nieuwe tarieven toegevoegd.
Het aanvragen via de elektronische weg is meer en meer gebruikelijk. Met het uitbreiden van deze bepaling sluit deze beter aan bij de huidige praktijk.
Artikel 7 Termijnen van betaling
Hetgeen geldt voor het aanvragen geldt ook voor de betaling. Het betalen via de elektronische weg is meer en meer gebruikelijk. Met het uitbreiden van deze bepaling sluit deze beter aan bij de huidige praktijk.
Voor leges wordt geen kwijtschelding verleend. Het heffen van leges is als een betaling voor een bepaalde prestatie van de gemeente aan te merken. Deze bepaling was niet eerder in de Legesverordening publiekszaken opgenomen.
Kosteloze huwelijken (1.4.4-1.4.6)
De trouwlijst wordt vier weken van tevoren opgesteld. Wijzigingen leiden tot extra kosten die in rekening worden gebracht. Bij kosteloze huwelijken komt het voor dat aanstaande partners het huwelijk annuleren, de datum niet 28 dagen van te voren wijzigen of helemaal niet komen opdagen op de afgesproken tijd. Voor deze handelingen wordt een bedrag in rekening gebracht.
Aan Hoofdstuk 2 Basisregistratie personen (BRP) is een nieuw tarief toegevoegd, de bepaling 2.2.4. Rotterdam is een van de 19 RNI gemeenten waarbij personen die staan ingeschreven in de RNI (Registratie niet ingezetenen) een uittreksel kunnen aanvragen. In de RNI staan gegevens van personen die in het buitenland wonen of korter dan vier maanden in Nederland wonen. Deze personen kunnen een uittreksel uit de RNI opvragen bij deze 19 RNI gemeenten. Tot 2022 werd het reguliere tarief van 2.2.1 toegepast terwijl de werkzaamheden voor een RNI-uittreksel gecompliceerder zijn. Om deze reden geldt een apart tarief.