Organisatie | Almelo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2023 |
Citeertitel | Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2023 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2023 | Nieuwe regeling | 10-11-2022 |
De Raad van de Gemeente Almelo;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 september 2022;
gelet op artikel 255 van de Gemeentewet, artikel 26 van de Invorderingswet 1990 en de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990;
overwegende, dat in afwijking van de regels gesteld in de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 gewenst is regels te stellen voor het in het geheel geen dan wel gedeeltelijk verlenen van kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en rechten;
Artikel 1 Uitgesloten van kwijtschelding
Bij de invordering van de volgende belastingen en rechten wordt geen kwijtschelding verleend:
A. haven-, kade- en opslaggeld;
H. onroerende-zaakbelastingen als bedoeld in artikel 5, lid 1, onderdeel a en onderdeel b, subonderdeel ii (Niet-woningen) van die verordening;
I. rioolheffing als bedoeld in artikel 7, lid 1 (Eigenaren), lid 2, onderdeel b en 3 (Grootverbruik) van die verordening.
Artikel 2 Beperkte kwijtschelding
1. Bij de invordering van de onroerende-zaakbelastingen als bedoeld in artikel 5, lid 1, onderdeel b, sub i (Woningen) van die verordening wordt volledige kwijtschelding verleend van het in te vorderen bedrag.
2. Bij de invordering van de afvalstoffenheffing wordt alleen kwijtschelding verleend voor het bepaalde in hoofdstuk 1, artikel 2, onderdeel a en b van de tarieventabel van die verordening.
Bij de invordering van de rioolheffing wordt alleen kwijtschelding verleend van het bepaalde in artikel 3, lid 1, onder b, in relatie met:
3. artikel 7, lid 2, onderdeel a (Niet woningen);
Artikel 3 Verruimde kwijtschelding
1. Bij de invordering van de in artikel 2 genoemde belastingen, vindt ten aanzien van kwijtschelding het bepaalde in hoofdstuk 2, artikel 16, eerste en tweede lid, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 toepassing met dien verstande, dat de kosten van bestaan als bedoeld in artikel 16 van de genoemde uitvoeringsregeling, worden vastgesteld op 100 percent van de genormeerde bijstandsuitkering.
2. Bij de kwijtschelding van de in artikel 2 genoemde belastingen wordt voor echtgenoten, voor een alleenstaande of een alleenstaande ouder, die de AOW-pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt, het percentage voor de berekening van de kosten van bestaan gesteld op 100% percent van de toepasselijke netto AOW-bedragen, berekend overeenkomstig het bepaalde in artikel 1a van de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen.
3. Bij de kwijtschelding van de in artikel 2 genoemde belastingen worden overeenkomstig het bepaalde in artikel 28, lid 3, van de Uitvoeringsregeling als uitgaven mede in aanmerking genomen de netto kosten van kinderopvang.
4. Ter beoordeling van de aanvraag om kwijtschelding vindt een toets plaats aan de hand van hetgeen bepaald is in artikel 11 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.
5. Met inachtneming van het overigens in dit besluit bepaalde, wordt een verzoek om kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en heffingen die geen verband houden met de uitoefening van het bedrijf of beroep, van een natuurlijk persoon die een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefent, behandeld volgens de bepalingen van hoofdstuk II, afdelingen 1, 2 en 5 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990
Artikel 4 Wijze van aanvraag kwijtschelding
Voor de aanvraag om kwijtschelding dient gebruik te worden gemaakt van het door de gemeenteambtenaar belast met invordering van gemeentelijke belasting, als bedoeld in artikel 232, lid 4 onder b van de Gemeentewet (invorderingsambtenaar), vastgestelde aanvraagformulier met de daarbij behorende toelichting.
De Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2022, vastgesteld op 11 november 2021, wordt, voor zover deze betrekking heeft op de in deze verordening behandelde beleidskeuzes, ingetrokken met ingang van de artikel 6 genoemde datum van ingang van de verordening, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op ingediende verzoeken die zich voor die datum hebben voorgedaan.