Organisatie | Smallingerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement van orde voor de vergaderingen van de raad en raadscommissies van de gemeente Smallingerland 2022 |
Citeertitel | Reglement van orde voor de vergaderingen van de raad en raadscommissies van de gemeente Smallingerland 2022 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt het Reglement van orde voor de vergaderingen van de raad en raadscommissies van de gemeente Smallingerland 2019 en de Tijdelijke aanvulling Reglement van Orde gemeenteraad Smallingerland 2021.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-11-2022 | nieuwe regeling | 25-10-2022 | 25-10-2022, volgnummer 10 |
HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 - Begripsomschrijvingen
In dit reglement wordt verstaan onder:
Artikel 3 - Plaatsvervangend voorzitter van de raad
De raad benoemt uit zijn midden een 1e, 2e en 3e plaatsvervangend voorzitter.
HOOFDSTUK 2 De raad: toelating nieuwe leden en fracties
Artikel 6 - Onderzoek geloofsbrieven en beëdiging
Deze onderzoekt de geloofsbrieven en de daarop betrekking hebbende stukken van de nieuw benoemde raadsleden en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de toelating van de nieuw benoemde raadsleden tot de raad. Indien van toepassing, wordt van een minderheidsstandpunt melding gemaakt in dit advies.
Artikel 6a - Benoeming Fractievertegenwoordigers
Artikel 10 van de Gemeentewet is van toepassing op de door de raad benoemde fractievertegenwoordigers met dien verstande dat de minimumleeftijd 16 jaar is (in plaats van 18 jaar). Ook de artikelen 11, 12 en 13 met betrekking tot de benoemingsvereisten en de onverenigbare betrekkingen en de verboden handelingen voor de raadsleden, alsmede de door de raad voor zijn leden vastgestelde gedragscode, zijn van overeenkomstige toepassing op de door de raad benoemde fractievertegenwoordigers.
Artikel 6b - Benoeming wethouders
Deze onderzoekt of de benoeming van de kandidaat-wethouder voldoet aan de vereisten van de artikelen 36a, 36b, 41b, eerste, derde en vierde lid, en 41c, eerste lid van de wet en kan van de kandidaat-wethouder een verklaring omtrent het gedrag vragen als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens.
HOOFDSTUK 3 De fases van het besluitvormingsproces
Het besluitvormingsproces is opgedeeld in drie fases: de informatieve fase, de meningsvormende fase en de besluitvormende fase. De informatieve fase is bedoeld voor het uitwisselen van informatie tussen fracties, burgers, maatschappelijke organisaties, bedrijven, het college, ambtenaren en overige deskundigen. Wanneer er in de informatieve fase een groot aantal onderwerpen aan de orde komt dan bestaat de mogelijkheid deze onderwerpen in twee parallelle sessies te behandelen. De meningsvormende fase is bedoeld voor het uitwisselen van standpunten tussen fracties onderling en tussen fracties en de indiener(s) van het voorstel en het voeren van een debat over voorstellen aan de raad. In de besluitvormende fase wordt, zoals het woord al aangeeft, tot besluitvorming overgegaan.
Alle onderwerpen die voor behandeling worden aangedragen doorlopen (met uitzondering van de in artikel 8, derde lid genoemde stukken) de volledige cyclus van informatieve, meningsvormende en besluitvormende fase. Behalve het college en de raad(sleden) kunnen ook burgers, maatschappelijke organisaties en instellingen en bedrijven onderwerpen aandragen voor agendering.
Artikel 9 - Agenda en uitnodiging
De agenda en de bijbehorende stukken worden uiterlijk 10 dagen vóór de vergadering beschikbaar gesteld. De agenda wordt openbaar gemaakt op de voor de gemeente gebruikelijke wijze. In spoedeisende gevallen kan de voorbereidingscommissie tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen. Deze agenda hoeft alleen via elektronische weg bekend gemaakt te worden.
De agenda wordt bij aanvang van de commissievergadering vastgesteld. Hierbij kunnen punten van de agenda afgevoerd worden. Dit gebeurt bij meerderheid van stemmen. Stemgerechtigd hierbij zijn de commissieleden die bij aanvang van de vergadering de presentielijst hebben getekend en die aan de vergadering deelnemen.
Artikel 14 - Uitnodiging en agenda
De agenda inclusief de bijbehorende stukken wordt uiterlijk 10 dagen vóór de vergadering beschikbaar gesteld. De agenda wordt openbaar bekend gemaakt via de voor de gemeente gebruikelijke wijze.
In spoedeisende gevallen kan de voorbereidingscommissie tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen. Deze wordt met de bijbehorende stukken aan de leden gezonden. Deze agenda hoeft alleen elektronisch bekend gemaakt te worden.
Als voor stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid of artikel 86 van de wet geheimhouding is opgelegd blijven deze stukken, in afwijking van het tweede lid, onder berusting van de griffier en verleent deze de raadsleden of commissieleden op verzoek inzage. Van geheimhouding wordt melding gemaakt op de stukken.
Artikel 18 - Uitnodiging en agenda
De agenda en bijbehorende stukken worden uiterlijk tien dagen vóór de vergadering beschikbaar gesteld. De agenda wordt openbaar gemaakt via voor de gemeente gebruikelijke wijze. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen. Deze agenda hoeft alleen elektronisch bekend gemaakt te worden.
De voorzitter opent de vergadering, indien daarvoor op grond van artikel 20 van de wet vereiste aantal leden blijkens de presentielijst aanwezig is. Wanneer niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter, na opnoemen van de namen van de afwezige raadsleden, dag en uur van de volgende vergadering, onder verwijzing naar artikel 20 van de wet.
Na het sluiten van de beraadslagingen en voordat de raad tot stemming overgaat, kunnen raadsleden hun voorgenomen stemgedrag toelichten.
Artikel 22 - Algemene bepalingen over stemming
Als een voorstel zonder stemming wordt aangenomen kunnen de in de vergadering aanwezige raadsleden aantekening in de besluitenlijst vragen dat zij geacht willen worden te hebben tegengestemd of zich overeenkomstig artikel 28 van de wet van stemming hebben onthouden. In dat geval wordt het besluit met de stemmen van de overige aanwezige leden geacht te zijn aangenomen.
Een raadslid dat zich bij het uitbrengen van zijn stem heeft vergist, kan deze vergissing herstellen tot het volgende raadslid gestemd heeft. Bemerkt het raadslid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt aantekening vragen van zijn vergissing. Dit brengt geen verandering in de uitslag van de stemming.
Artikel 25 - Herstemming over personen
Wanneer ook bij deze tweede stemming niemand de volstrekte meerderheid heeft, vindt een derde stemming plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen hebben gekregen. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.
Uit een besluitenlijst blijkt in ieder geval:
een overzicht van het verloop van elke stemming, met vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de leden die voor of tegen stemden, onder aantekening van de namen van de raadsleden die zich overeenkomstig de wet van stemming hebben onthouden of zich bij het uitbrengen van hun stem hebben vergist;
HOOFDSTUK 4 Rechten van leden van de raad en raadscommissies
Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behalve in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, ten minste 48 uur voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de voorzitter ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd alsmede de te stellen vragen.
De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden en de wethouders. Bij de behandeling van de ingekomen stukken van de eerstvolgende vergadering na indiening van het verzoek wordt het verzoek in stemming gebracht. De raad bepaalt op welk tijdstip tijdens de vergadering de interpellatie zal worden gehouden.
Artikel 35 - Schriftelijke vragen
Schriftelijke beantwoording gebeurt zo spoedig mogelijk, in ieder geval binnen dertig dagen, nadat de vragen zijn binnengekomen. Mondelinge beantwoording vindt plaats in de eerstvolgende raadsvergadering. Als beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, stelt het college(lid) de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij wordt aangegeven wanneer beantwoording plaatsvindt.
HOOFDSTUK 5 Besloten vergadering
Deze besluitenlijst worden zo spoedig mogelijk in een (besloten) raadsvergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raad een besluit over het al dan niet openbaar maken van de vastgestelde besluitenlijst. Het vastgestelde document wordt door de voorzitter en de griffier ondertekend.
Als de raad op grond van de artikelen 25 derde en vierde lid, 55, tweede en derde lid of 86, tweede en derde lid voornemens is geheimhouding op te heffen dan wel niet te bekrachtigen, wordt, als het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten vergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.
HOOFDSTUK 6 Lidmaatschap van andere organisaties
Artikel 41 - Verslag en verantwoording
Een lid van de raad, een wethouder, de burgemeester of andere personen die door de gemeenteraad zijn aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, heeft het recht verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur als bedoeld aan de orde zijn. De voorbereidingscommissie bepaalt wanneer en in welk gremium dit gebeurt.
Wanneer een lid van de raad een persoon als bedoeld in het eerste lid ter verantwoording wenst te roepen over zijn wijze van functioneren als zodanig, besluit de raad over het toestaan daarvan. De regels voor het vragen van inlichtingen, vastgelegd in artikel 38, zijn van overeenkomstige toepassing.
HOOFDSTUK 7 Orde tijdens de vergadering
Indien een spreker, terwijl hij het woord voert, zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een spreker herhaaldelijk interrumpeert, danwel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin dit plaats heeft, over het betreffende onderwerp het woord ontzeggen.