Organisatie | Gilze en Rijen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidiekader basisondersteuning 1 juli 2023 tot en met 31 december 2026 Gemeente Gilze en Rijen |
Citeertitel | Subsidiekader basisondersteuning 1 juli 2023 tot en met 31 december 2026 Gemeente Gilze en Rijen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-11-2022 | nieuwe regeling | 04-11-2022 |
Wij willen dat iedereen die in onze gemeenten woont mee kan doen aan de samenleving, op een manier die bij hem / haar past. We willen een sterke sociale basis realiseren, waarin inwoners, vrijwilligers, informele en formele zorg- en welzijnsorganisaties samenwerken aan een zorgzame en inclusieve samenleving.
Samen met inwoners, vrijwilligers en beroepskrachten die zich inzetten in onze gemeenten willen we deze ambitie waarmaken. De gemeenten Alphen-Chaam, Baarle-Nassau en Gilze en Rijen (hierna: de gemeenten) vervullen hierin met hun subsidiebeleid een faciliterende rol.
In het subsidiebeleid van de gemeenten onderscheiden we een aantal basisvoorzieningen: accommodaties en professionals, waarvan de beschikbaarheid voorwaardenscheppend is om tot activiteitenaanbod te kunnen komen dat voor alle inwoners toegankelijk en beschikbaar is.
Voor deze basisvoorzieningen formuleren we op maat aanvullende subsidiekaders.
Dit document bevat de aanvullende subsidiekaders voor de basisvoorziening ‘basisondersteuning’.
In dit subsidiekader leggen we uit waarom we subsidie verlenen voor basisondersteuning, wat we daarmee willen bereiken en welke randvoorwaarden we daarbij stellen.
Op 20 juli hebben wij een subsidieaanvraag voor de basisondersteuning ontvangen van ContourdeTwern, die samen met MEE West-Brabant, IMW Breda, IMW Tilburg en VIPvoorElkaar is opgesteld.
Een nieuw onderdeel in het proces is dat we met dit samenwerkingsverband in gesprek gaan om samen de subsidieafspraken verder uit te werken. We gaan in gesprek over zowel inhoudelijke als organisatorische thema’s. Afspraken leggen we na de gesprekken vast in een gezamenlijke uitvoeringsovereenkomst.
Na ondertekening van deze uitvoeringsovereenkomst wordt de subsidie voor de periode 1 juli 2023 t/m 31 december 2026 door de gemeenten in een subsidiebeschikking verleend.
Planning proces subsidieverlening basisondersteuning:
De periode 1 januari tot 1 juli 2023 beschouwen we als een overgangsperiode, waarin nieuwe afspraken geïmplementeerd worden. We faciliteren deze overgangsperiode door de huidige subsidieafspraken met de betrokken organisaties met 6 maanden te verlengen.
Dit subsidiekader heeft betrekking op de basisondersteuning. Daaronder verstaan wij: ondersteuning gericht op het versterken van de sociale basis in de gemeenten en lichte ondersteuning bij vragen of problemen, die als basisvoorziening voor alle inwoners van de gemeenten beschikbaar is zonder verwijzing of indicatie.
Inwoners kunnen bij de basisondersteuning terecht met ideeën, vragen en zorgen die het sociale domein aangaan. We zien het sociaal domein daarbij als de samenleving van al onze inwoners en organisaties en hoe we daar met hen vorm aan geven. Het gaat om welzijn, zorg, werk, geldzaken, ontmoeten, sport, cultuur, opvoeding en onderwijs. De basisondersteuning is er voor ideeën, vragen en zorgen die een link hebben met de volgende leefgebieden:
De leefgebieden worden nader toegelicht onder 7 ‘ontwikkelopgave en doelstellingen’ in dit subsidiekader.
De activiteiten in de basisondersteuning zijn terug te voeren op:
Lichte hulp en ondersteuning1: het bieden van lichte ondersteuning, individueel en collectief, informeel en formeel. Het gaat niet (alleen) om het oplossen/overnemen van problemen van inwoners, maar (vooral) om inwoners te leren omgaan met hun belemmeringen en vraagstukken. Daarbij worden zij geholpen om binnen hun mogelijkheden en hun eigen omgeving oplossingen te realiseren en kansen te pakken.
Vraagverheldering en toeleiding naar ondersteuning: een onderdeel van lichte hulp en ondersteuning is het meedenken met inwoners met zorgen en ondersteuningsvragen.
We noemen dit ook vraagverheldering. Wanneer andere ondersteuning nodig is dan de basisondersteuning kan bieden, helpt de basisondersteuning inwoners op weg.
4. Wie subsidie aan kan vragen
In aanvulling op het gestelde in de Algemene subsidieverordeningen en in de Nadere regels voor subsidies in het sociaal domein van de gemeenten is voor de basisondersteuning het volgende van toepassing.
De afgelopen jaren zijn goede stappen gezet in het creëren van stevige basisondersteuning in de drie gemeenten. De beoogde transformatie van de basisondersteuning is nog niet gerealiseerd. In dit subsidiekader leggen we daarom meer nadruk op de benodigde transformatie- en sturingskracht van de basisondersteuning. We zien dit als een belangrijke randvoorwaarde om de ontwikkelopgaven en doelen in dit subsidiekader te kunnen realiseren. Deze zijn opgenomen onder 7 in dit subsidiekader.
Uitvoering door samenwerkingsverband basisondersteuning
Om invulling te kunnen geven aan de ontwikkelopgaven en de doelen te kunnen realiseren binnen de gestelde geschiktheidseisen en randvoorwaarden, is kennis en kunde nodig van verschillende organisaties. We vragen aan deze organisaties om te opereren als een samenwerkingsverband en hiervoor onderling de benodigde samenwerkingsafspraken te maken. Hoe de samenwerkende organisaties hun samenwerking organiseren is aan hen.
De gemeenten stellen hieraan wel de volgende voorwaarden:
nieuwe samenwerkingspartners moeten kunnen toetreden tot het samenwerkingsverband op basis van hun inhoudelijke toegevoegde waarde en bestaande samenwerkingspartners moeten kunnen uittreden wanneer hun deelname geen / onvoldoende toegevoegde waarde meer heeft.
Voor 2023 vragen wij concreet in ieder geval VIPvoorElkaar toe te laten treden tot het samenwerkingsverband.
Eén subsidieaanvraag en -aanvrager namens de samenwerkende organisaties
De gemeenten verlenen de subsidies voor basisondersteuning vanaf 2023, op grond van een gezamenlijke subsidieaanvraag van het samenwerkingsverband, aan de organisatie die daarvoor is gemachtigd door het samenwerkingsverband.
De samenhang in doelen en activiteiten in de basisondersteuning vraagt om een integrale aanpak, een integraal georganiseerd aanbod en integrale aansturing. Door de subsidie niet meer te versnipperen beogen we de samenwerking tussen de deelnemende organisaties te verstevigen, hen meer slagkracht te geven in het realiseren van de ontwikkelopgaven en doelen en in het efficiënt inrichten van de basisondersteuning.
In het ‘POSITIONPAPER DOORONTWIKKELING DORPSTEAMS ABG’ hebben de samenwerkingspartners MEE WEST-BRABANT, IMW REGIO TILBURG, IMW BREDA EN OMSTREKEN en CONTOURDETWERN (bijlage 1) beschreven hoe zij hun samenwerking willen organiseren. ContourdeTwern wordt in dit POSITIONPAPER aangewezen als gemandateerd opdrachtnemer namens de samenwerkingspartners, waarmee de gemeenten hun subsidieafspraken gaan maken.
Andere organisaties die mogelijk onderdeel uit kunnen gaan maken van het samenwerkingsverband
Een aantal organisaties voert op dit moment activiteiten uit in de gemeenten die mogelijk onderdeel uit kunnen gaan maken van de basisondersteuning. Het gaat dan om:
De activiteiten van deze organisaties vallen buiten dit subsidiekader voor zover daarvoor al via een andere weg subsidie wordt verleend.
Gedurende de looptijd van dit subsidiekader willen wij met de betrokken organisaties de mogelijkheden onderzoeken om te komen tot integratie van deze activiteiten in de basisondersteuning dan wel verdergaande samenwerking tussen betrokken organisaties te realiseren.
In dit subsidiekader beschrijven we de kaders die gelden voor de subsidieverlening in de periode 1-7-2023 tot en met 31-12-2026. We willen onze subsidie meerjarig verlenen omwille van continuïteit, lokale inbedding en stevig partnerschap van de basisondersteuning met de gemeenten, inwoners en andere maatschappelijke partners.
De gemeenten verlenen de subsidie voor 3,5 jaar onder voorbehoud van goedkeuring van de gemeentebegrotingen voor de betreffende jaren door de gemeenteraden.
Voor 1 april 2025 voeren we een evaluatie uit, waarbij we dit subsidiekader houden tegen de maatschappelijke actualiteit van dat moment.
We realiseren ons dat we te maken hebben met ontwikkelopgaven in een continu veranderende context. Om daarop in te kunnen spelen moet er ruimte zijn voor innovatie en om afspraken waar nodig aan te passen. In de uitwerkingsfase maken we afspraken over de wijze waarop we de benodigde flexibiliteit in de uitvoering van de activiteiten creëren.
6. Visie op de basisondersteuning
De gemeenten hebben hun visies op het sociaal domein recentelijk geactualiseerd. Dat was nodig om te kunnen omgaan met de uitdagingen die op ons afkomen en om de kansen die daarmee gepaard gaan te kunnen benutten. Uit de visies volgen inhoudelijke kaders en ontwikkelopgaven voor de basisondersteuning. Daarom geven wij deze visies hierbij gecombineerd en op hoofdlijnen weer.
Middelen worden daartoe effectief en efficiënt besteed.
We realiseren ons dat echte transformatie niet alleen gaat om wat de basisondersteuning doet, maar vooral over hoe de basisondersteuning dat doet. Daarvoor volgen uit de gemeentelijke visies de volgende leidende principes:
6.Sturen op maatschappelijk effect
De gemeenten bepalen niet hoe de uitvoering eruit moet zien. Het is aan het samenwerkingsverband om daar in hun subsidieaanvraag invulling aan te geven. In de afbakening (2) is aangegeven wat wij als basisondersteuning zien. In aanvulling daarop geven wij mee dat de volgende activiteiten / werksoorten onderdeel uitmaken van het totaalpakket van de basisondersteuning (basisvoorziening):
Het gaat om activiteiten die gericht zijn op meedoen mogelijk maken: voor alle inwoners, met en zonder beperking en van alle leeftijden (kinderen, jongeren, volwassenen, ouderen).
7. Ontwikkelopgave en doelstellingen
Voor de periode 2023 t/m 2026 hebben we een ontwikkelopgave en doelstellingen bepaald waaraan activiteiten in het kader van de basisondersteuning moeten bijdragen.
De leidende principes vormen het kader waarlangs deze ontwikkeling vorm moeten krijgen.
Als onderdeel van de subsidieaanvraag vragen wij om een ontwikkelplan, waaruit blijkt hoe het samenwerkingsverband de ontwikkelopgave in deze subsidieperiode wil gaan realiseren inclusief een voorstel voor outputindicatoren hoe ze de ontwikkeling wil meten.
Wij willen dat alle inwoners, van jong tot oud, mee kunnen in onze samenleving, op een manier die bij hen past. Onder meedoen verstaan wij:
Meedoen mogelijk maken is de belangrijkste doelstelling waaraan de basisondersteuning een bijdrage moet leveren en waarop activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd moeten zijn gericht. De basisondersteuning is daarmee gericht op alle inwoners, maar heeft extra aandacht voor inwoners waarvoor meedoen niet vanzelfsprekend is. Uit de subsidieaanvraag moet blijken op welke doelgroepen de basisondersteuning extra wil inzetten in de verschillende gemeenten en waaruit die extra inzet bestaat.
De volgende randvoorwaarden zijn van toepassing op de uitvoering van de basisondersteuning.
We stellen de volgende kwaliteitseisen voor de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten:
Toegankelijkheid, communicatie en bereikbaarheid
De leidende principes in de gemeentelijke beleidsvisies hebben ook betrekking op de manier waarop de bereikbaarheid en communicatie vanuit de basisondersteuning wordt vormgegeven.
We denken daarbij in het bijzonder aan:
Inrichting uitvoeringsorganisatie
De gemeenten subsidiëren de basisondersteuning omdat zij het belangrijk vinden dat de hiertoe behorende activiteiten beschikbaar en toegankelijk zijn voor alle inwoners van de gemeenten.
Om ervoor te zorgen dat de activiteiten daadwerkelijk zijn gericht op inwoners van de gemeenten, aansluiten op hun behoeften en lokale inrichting van het sociaal domein, stellen we de volgende voorwaarden aan de inrichting van de uitvoeringsorganisatie:
er wordt gebruik gemaakt van de opgebouwde kennis, kunde en relaties van de dorpsteams en vrijwilligerspunten in de afgelopen drie jaar. We kiezen ervoor basisvoorzieningen meerjarig te subsidiëren zodat de betrokken medewerkers vertrouwde gezichten worden voor inwoners en duurzame samenwerkingsrelaties aan kunnen gaan. Vanuit dit perspectief vragen wij het samenwerkingsverband basisondersteuning verder te bouwen op wat al is gerealiseerd en de huidige medewerkers van de dorpsteams en vrijwilligerspunten als uitgangspunt te nemen.
Ruimte voor leren en ontwikkelen
Veranderen en leren horen bij elkaar. We willen ruimte bieden voor leren en ontwikkelen. Innovatieve pilots kunnen zowel door het samenwerkingsverband, de gemeenten als andere maatschappelijke partners worden geïnitieerd. Daartoe rekenen we ook landelijke en regionale projecten, waarin goede afstemming en samenwerking met de basisondersteuning van belang is.
We kunnen innovatie vooraf niet concretiseren en kwantificeren, maar vragen om commitment van het samenwerkingsverband om hier mede invulling aan te geven. Gezamenlijk bespreken we of de inzet van de basisondersteuning in innovatieve pilots plaats kan vinden vanuit de basissubsidie (bijvoorbeeld nieuw voor oud) of dat daarvoor aanvullende subsidieverlening nodig is. We verwachten dat het samenwerkingsverband waar mogelijk ook pro actief zoekt naar andere financieringsmogelijkheden.
9. Wijze van monitoring en verantwoording
We verlenen subsidie om te faciliteren dat onze inwoners naar vermogen mee kunnen doen. We vinden het belangrijk om te weten of dat ook lukt. Centrale vragen in de monitoring en verantwoording zijn dan ook: doet de basisondersteuning de goede dingen en doet de basisondersteuning de dingen goed?
We vragen het samenwerkingsverband om in hun subsidieaanvraag een voorstel te doen voor indicatoren, aan de hand waarvan we het effect van de basisondersteuning op de doelstellingen kunnen meten met aandacht voor de volgende 5 aspecten:
Gezamenlijk werken we de monitoring vervolgens verder uit als onderdeel van de meerjarige subsidieovereenkomst. We rekenen niet af op resultaten, wanneer die niet volledig beïnvloedbaar zijn door de basisondersteuning. Bij de subsidievaststelling wordt dus rekening gehouden met de beïnvloedbaarheid van resultaten en gaan we uit van een inspanningsverplichting. Daarnaast gebruiken we de monitoring om van te leren en om bij te sturen.
Voor de basisondersteuning zullen per gemeente subsidieplafonds worden vastgesteld. De gemeenten maken deze jaarlijks definitief in hun gemeentebegrotingen.
Ten behoeve van de voorbereiding van de subsidieaanvraag geven we in dit kader een indicatief inzicht in de beschikbare budgetten per gemeente per jaar (prijspeil 2022):
Ontschotting subsidiebudgetten per gemeente
De budgetten van de gemeenten zijn niet gelijk. Dat heeft te maken met verschillen in schaalgrootte, het lokale ambitieniveau en lokale inrichtingskeuzes. In de subsidieaanvraag dient hier rekening mee gehouden te worden.
Op onderdelen kan een ABG brede uitvoering van activiteiten meerwaarde hebben voor inwoners, bijvoorbeeld omdat de ABG schaalgrootte kansen biedt om meer expertise te organiseren of meer activiteiten te ontplooien (voldoende groepsgrootte creëren). Voor die activiteiten mag ABG breed subsidie worden aangevraagd. De gemeenten verdelen deze activiteitenkosten onderling (verdeelsleutel ABG).
Bijstellen van subsidieplafonds
In de uitwerkfase zullen keuzes worden gemaakt die impact hebben op het besteedbare subsidiebudget voor de basisondersteuning. Het subsidieplafond zal worden aangepast wanneer de gemeenten keuzes maken die leiden tot andere verwachtingen ten aanzien van de basisondersteuning dan op basis van de huidige praktijk en dit subsidiekader verwacht mag worden.
De subsidies worden gedurende de subsidieperiode jaarlijks bijgesteld (indexering). We stellen de index als gemeenten vast aan de hand van de landelijke indexpercentages, zoals die door het rijk aan de gemeenten worden meegedeeld in de septembercirculaires.
Wanneer er sprake is van loonkosten, waarvoor de werkelijke index in een bepaalde sector sterk afwijkt van de gemeentelijke index, dan kan het samenwerkingsverband aanvullende compensatie voor indexering aanvragen. Het samenwerkingsverband moet dan zelf aantonen wat de geldende CAO-index is en wat het aandeel loonkosten is in de activiteitenbegroting.
Na afloop van ieder kalenderjaar wordt de subsidie definitief vastgesteld. Het samenwerkingsverband dient uiterlijk 1 mei van het jaar volgend op het jaar waarop de vaststelling betrekking heeft de volgende stukken in:
Als uit het financieel verslag blijkt dat de subsidiemiddelen in een gemeente niet volledig zijn besteed, maar de activiteiten waarvoor subsidie is verleend zijn wel uitgevoerd (inspanningsverplichting), dan kunnen de gemeenten besluiten dat er geen subsidie hoeft te worden terugbetaald. Voorwaarde hierbij is dat de subsidiemiddelen beschikbaar blijven voor activiteiten in de betreffende gemeente(n). Bij de vaststelling maken we hier gezamenlijk afspraken over.
11. Inhoud van de subsidieaanvraag
We beoordelen de subsidieaanvraag van het samenwerkingsverband op de volgende onderdelen:
het activiteitenplan, met daarin:
beschrijving hoe deze activiteiten bijdragen aan de doelen in dit subsidiekader2.
We toetsen in de verschillende onderdelen van uw aanvraag hoe u de leidende principes toepast en randvoorwaarden borgt.
BIJLAGE 1: POSITIONPAPER DOORONTWIKKELING DORPSTEAMS ABG MEE WEST-BRABANT, IMW REGIO TILBURG, IMW BREDA EN OMSTREKEN, CONTOURDETWERN
Visie en governancestructuur samenwerkingsverband basisondersteuning ABG
In dit document presenteert het samenwerkingsverband basisondersteuning ABG haar visie op de ontwikkelopdracht en daarbij behorende governancestructuur ten aanzien van de dorpsteams in de ABG gemeenten in de komende jaren.
Uitgangspunt van de ABG gemeenten is dat iedereen moet kunnen meedoen. Voor iedere inwoner betekent dit: prettig wonen in leefbare kernen zodat elke inwoner woont op een manier die bij hem/haar past en op een plaats waar hij/zij zich thuis voelt. Het betekent ook dat inwoners zich voor elkaar inzetten.
De bijdrage van het samenwerkingsverband basisondersteuning ABG is dat we dat we ondersteuning bieden die gericht is op versterken van gemeenschappen en individuen in hun leefomgeving (presentie), zodat inwoners veel meer vraagstukken zelf of met de hulp van hun netwerk kunnen oplossen (preventie). Waar zij dat niet kunnen (signalering) bieden we zelf lichte hulp of verwijzen we door naar anderen die hen verder kunnen helpen (passende hulp en ondersteuning).
We zijn drempelloos en eenvoudig voor alle inwoners toegankelijk.
We stimuleren de dialoog tussen inwoners en versterken informele netwerken. We bieden een collectieve aanpak waar dat kan en een individuele waar dat meerwaarde biedt. Dit kan leiden tot een verschuiving van inzet van financiële middelen: minder ten behoeve van het ondersteunen bij individuele hulpvragen en meer voor het versterken van gemeenschappen en individuen in hun leefomgeving. We werken aan een andere mindset bij inwoners, waarbij normaliseren en acceptatie centraal staan. Het leven is niet maakbaar, niemand is perfect. Onze basisondersteuning sluit aan bij de lokale vraagstukken in de ABG gemeenten. We hebben daarbij oog voor de eigenheid van elk van de gemeenten en de kernen die daartoe gerekend worden. Dit vraagt om diversiteit in kennis en kunde en daarom heeft de samenwerking tussen professionals (en hun organisaties) in de basisondersteuning een open karakter, waardoor andere betrokkenen, vrijwilligers en professionals, eenvoudig kunnen aansluiten. We streven naar intensivering van contact met partners in de lokale omgeving. Dat kan gaan om grote partijen, zoals de GGD, Novadic-Kentron en Indigo, maar ook om Vluchtelingenwerk en sportcoaches die in de drie gemeenten actief zijn. Tegelijkertijd zoeken we de samenwerking met lokale initiatieven. We denken daarbij uiteraard aan VIPvoorelkaar, maar bijvoorbeeld ook aan Het Trefpunt en “Effe Buurten” in Alphen-Chaam, dienstencentrum Ulicoten in Baarle-Nassau, Lokaal Steunpunt Mantelzorg, de Waygroup voor de gemeente Gilze en Rijen, etc.
We kiezen bewust en uit overtuiging voor de vorm van een samenwerkingsverband. Deze lichte organisatorische structuur biedt in onze ogen de meeste ruimte om de aanwezige expertises van de partners optimaal te benutten.
Samen hebben we alle benodigde expertise in huis en wordt deze ook duurzaam onderhouden. Tegelijkertijd laten we onze professionals als één team ‘dedicated’ werken opdracht in de ABG-gemeenten. Die samenwerking op de werkvloer staat garant voor het vertalen van inzichten in lokaal toepasbare oplossingen. Als moederorganisaties voeden we onze professionals structureel met de nieuwste inzichten. Zo dragen we gezamenlijk zorg voor een adequate aanpak waarbinnen de inwoners optimaal ondersteund worden.
We willen in alle opzichten laagdrempelig zijn. Waar mogelijk zoeken we zelf inwoners op om ze te ontmoeten en contact te leggen. Tegelijkertijd willen we herkenbaar en bereikbaar zijn voor inwoners met een ondersteuningsvraag. In iedere gemeente zorgen we daarom voor een fysieke, laagdrempelige locatie waar inwoners kunnen binnenlopen met een ondersteuningsvraag. Onze bereikbaarheid vergroten we ook door een gezamenlijk telefoonnummer en e-mailadres per gemeente. We hebben een gezamenlijke, herkenbare communicatiestijl en -aanpak, zodat we goed vindbaar zijn op (digitale) sociale kaarten in de gemeenten en actief in lokale media en op andere communicatiekanalen.
We zijn continu op zoek naar een manier van organiseren die passend is, volgend is, op de lokale maatschappelijke opgave. Die opgave is dynamisch. Daarom kiezen we voor een stevige basis voor de dorpsteams. Enerzijds krachtig centraal geleid, anderzijds flexibel door de borging van kwaliteit, menskracht en expertise bij een viertal lokaal ferm ingebedde maatschappelijke organisaties. Wij creëren centraal geleide integrale dorpsteams in Gilze-Rijen, Alphen-Chaam en Baarle Nassau die hun eigen identiteit hebben maar ook leren van elkaar.
De dorpsteams bestaan uit mensen met verschillende expertises, die nauw samenwerken met elkaar. Daarbij is de lokale behoefte leidend, niet het profiel van de achterliggende moederorganisatie. In de teams creëren we ruimte voor innovatie en stimuleren we initiatieven voor de ontwikkeling van nieuwe gezamenlijke methodieken en werkwijzes.
De medewerkers van de dorpsteams staan aan de lat voor twee vormen van ondersteuning:
We versterken de lokale gemeenschap zodat steeds meer samenredzaamheid verschijnt. Waarmee een beroep op individuele eerste of tweede lijns ondersteuning afgewend kan worden. We organiseren de ondersteuning informeel waar dat kan, soms met een beperkte formele ondersteuning om vervolgens weer met informele ondersteuning verder te kunnen (bv nu verbinding met VIP vrijwilligers voor het inburgeringsproces, maar ook OCO etc.
De dorpsteams worden aangestuurd door een integraal manager. Deze heeft de opdracht om veranderopgave met het team in de praktijk vorm te geven en beschikt daartoe over alle benodigde mandaten. De integraal manager stuurt op de beoogde ontwikkelingsrichting, de samenhang en de onderlinge verbinding en functioneert als SPOC (single point of coördination) voor de ambtelijke ABG organisatie. Daarnaast voorziet de governance structuur in een gemandateerd opdrachtnemer en een stuurgroep, gevormd door de deelnemende bestuurders.
De ABG gemeenten hebben één subsidierelatie met de dorpsteams: met de gemandateerd opdrachtnemer vanuit de vier maatschappelijke organisaties. Zoals eerder met u gecommuniceerd beleggen wij deze rol bij ContourdeTwern. Met deze gemandateerd opdrachtnemer worden bindende afspraken gemaakt over de opgave, de scope van de opdracht, de middelen en de randvoorwaarden over en weer. Daarmee hebben de ambtelijke ABG organisatie en de verantwoordelijk wethouders slechts twee gesprekspartners: de integraal dorpsteammanager en de directeur-bestuurder die namens de vier organisaties optreedt als gemandateerd opdrachtnemer.
De stuurgroep bestaat uit de bestuurders van de vier deelnemende partners:
Robert van der Krogt, bestuurder MEE West-Brabant
Ilja van den Hoek, bestuurder IMW Regio Tilburg
Gon Mevis, bestuurder ContourdeTwern
Coen Michel, bestuurder IMW Breda en omstreken
We hebben in de ABG-gemeenten de afgelopen jaren hard gewerkt en een goede basis neergezet. Wij denken dat de keuzes die we nu maken ons niet alleen helpen om hieraan een goed gevolg te geven, maar ook de door de gemeente (en de samenwerkende partijen) zo gewenste omslag en versnelling te realiseren. Dat gaat u merken op alle niveaus: in de afstemming met de opdrachtgever, in de samenwerking binnen het team en met externe partners, maar bovenal: in de manier waarop we inzetten op normalisatie en preventie, maar ook op vlotte en kwalitatief hoogwaardige collectieve en individuele ondersteuning van inwoners wanneer dat nodig is.