Paragraaf 1. Voorbereidingen
Artikel 6. Oproep en voorlopige agenda
- 1.
De commissievoorzitter zendt ten minste zeven dagen voor een vergadering de commissieleden een digitale oproep en de voorlopige agenda met de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken.
- 2.
Als een aanvullende agenda als bedoeld in artikel 7, eerste lid, wordt vastgesteld, wordt deze met de daarbij behorende stukken zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden gezonden.
Artikel 7. Aanvullende agenda; vaststellen agenda
- 1.
In spoedeisende gevallen kan de commissievoorzitter na het verzenden van een digitale oproep, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de commissievergadering, een aanvullende voorlopige agenda opstellen. De daarbij behorende stukken worden openbaar gemaakt.
- 2.
Als omtrent de inhoud van stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid onder berusting van de griffier en verleent deze de commissieleden op verzoek inzage.
- 3.
Een agenda wordt bij aanvang van een vergadering door de raadscommissie vastgesteld.
Artikel 8. Ter inzage leggen van stukken
- 1.
Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op een voorlopige agenda dienen, worden in het digitale raadsinformatiesysteem en op de website van de gemeente geplaatst.
Als na het verzenden van de digitale oproep stukken in het digitale raadsinformatiesysteem en op de website worden geplaatst, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raadscommissie en zo mogelijk door middel van openbare kennisgeving.
- 2.
Als omtrent stukken op grond van artikel 86, eerste of tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste en tweede lid onder berusting van de griffier en verleent deze de commissieleden op verzoek inzage.
Artikel 9. Openbare kennisgeving
- 1.
Commissievergaderingen worden ten openbare kennis gebracht door aankondiging op de gemeentelijke website en in de aangewezen lokale bladen en langs elektronischer weg via de website van de gemeente en de social media-kanalen van de gemeente.
- 2.
In spoedeisende gevallen kan de openbare kennisgeving uitsluitend langs elektronische weg plaatsvinden.
Paragraaf 2. Ter vergadering
Artikel 10. Presentielijst
- 1.
De commissiegriffier dan wel zijn vervanger draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten van vergaderingen.
- 2.
Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekenen commissieleden de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de commissievoorzitter en de commissiegriffier dan wel zijn vervanger door ondertekening vastgesteld.
Artikel 11. Vergadertijd, opening van de vergadering en quorum
- 1.
De vergaderingen vinden in de regel eens per vier weken plaats op een woensdag van 20:00 tot 23:00 uur.
- 2.
Een vergadering wordt niet geopend voordat blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende commissieleden tegenwoordig is.
- 3.
Als ingevolge het eerste lid de vergadering niet kan worden geopend, belegt de commissievoorzitter opnieuw een vergadering tegen een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de oproeping is gelegen.
- 4.
Op een vergadering als bedoeld in het tweede lid is het eerste lid niet van toepassing. De raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het eerste lid niet geopende vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, als blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende commissieleden tegenwoordig is.
Artikel 12. Verslag
- 1.
De commissiegriffier dan wel zijn vervanger draagt zorg voor verslagen van vergaderingen.
- 2.
Een verslag bevat in ieder geval:
- a.
de namen van de commissievoorzitter, de commissiegriffier, dan wel zijn vervanger , de burgemeester, de wethouders en de commissieleden, allen voor zover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben;
- b.
een aantekening van welke commissieleden afwezig waren;
- c.
een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;
- d.
een samenvatting van het advies aan de raad onder vermelding van de namen van de commissieleden die mededeling hebben gedaan van hun goed- of afkeuring, en met aantekening van de namen van de commissieleden die zich niet uitgelaten hebben;
- e.
bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 15 door de raadscommissie is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.
- 3.
Een conceptverslag worden gelijktijdig met de verzending aan de commissieleden verzonden aan de overige personen die het woord hebben gevoerd in de vergadering waarop het betrekking heeft.
- 4.
Vastgestelde verslagen worden ondertekend door de commissievoorzitter en de commissiegriffier, dan wel zijn vervanger.
- 5.
Elektronische verslagen worden op de website van de gemeente geplaatst.
- 6.
Van elke vergadering wordt een audio/video-opname gemaakt, die zo spoedig mogelijk na de vergadering op de gemeentelijke website wordt geplaatst en langs deze weg minimaal twee jaar oproepbaar is.
- 7.
Indien een lid van de raadscommissie daarom verzoekt kan een deel van de audio-opname woordelijk worden uitgewerkt.
Artikel 13. Advies; geen stemmingen
- 1.
Als een raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt, beslissen de leden op voorstel van de commissievoorzitter over de inhoud van het advies.
- 2.
In het advies worden opgenomen de standpunten van alle fracties en commissieleden die geen raadslid zijn.
- 3.
In een vergadering vinden geen stemmingen plaats, met uitzondering van over geheimhouding en met betrekking tot de orde.
Artikel 14. Aantal spreektermijnen
- 1.
Beraadslaging over onderwerpen of voorstellen geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.
- 2.
Spreektermijnen worden door de commissievoorzitter afgesloten.
- 3.
Commissieleden mogen in een termijn niet meer dan éénmaal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.
- 4.
Bij de bepaling hoeveel malen een commissielid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.
Artikel 15. Deelname aan de beraadslaging door anderen
Een raadscommissie kan op enig moment besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.
Artikel 16. Spreekrecht burgers over geagendeerde onderwerpen
- 1.
Na het vaststellen van de agenda kunnen burgers in een vergadering het woord voeren (spreekrecht) over onderwerpen die geagendeerd zijn.
- 2.
Het woord kan niet gevoerd worden:
- a.
over een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar of beroep op de rechter openstaat of heeft opengestaan;
- b.
over personen, persoonlijke aangelegenheden of gedragingen van personen.
- 3.
Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit 1 dag voor 12:00 uur voor de aanvang van de vergadering aan de commissiegriffier dan wel diens vervanger onder vermelding van zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp waarover het woord gevoerd wenst te worden.
- 4.
De commissievoorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De commissie-voorzitter kan van de volgorde afwijken, als dit in het belang is van de orde van de vergadering.
- 5.
De spreker voert het woord, nadat de commissievoorzitter hem dit heeft verleend en voorafgaande aan de eerste termijn. De commissievoorzitter kan de deelnemers aan de vergadering toestaan aan insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergadering.
- 6.
Voor het einde van de 1e termijn stelt de commissievoorzitter de burger nogmaals in staat het woord te voeren.
- 7.
Per inspreker wordt in principe een maximum spreektijd van vijf minuten gehanteerd.
- 8.
De commissie kan op verzoek van de commissievoorzitter dan wel een commissielid besluiten de burger in staat te stellen mee te praten over het voorstel.
- 9.
De commissievoorzitter of een commissielid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger.
Artikel 17. Spreekrecht burgers over niet geagendeerde onderwerpen
- 1.
Na het vaststellen van de agenda is er de mogelijkheid voor burgers om in te spreken over onderwerpen, die niet op de commissieagenda staan.Het woord kan niet gevoerd worden:
- a.
over een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar of beroep op de rechter openstaat of heeft opengestaan;
- b.
over personen, persoonlijke aangelegenheden of gedragingen van personen;
- 2.
Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken meldt dit uiterlijk1 dag voor de vergadering voor 12:00 uur voor aanvang van de vergadering aan de commissiegriffier.
- 3.
Er inspreker wordt een maximum spreektijd van vijf minuten gehanteerd.
- 4.
De voorzitter stelt de leden van de commissie in de gelegenheid om, in één spreekronde, om verduidelijkende vragen aan de burger te stellen.
Artikel 18. Spreekrecht voor commissieleden
- 1.
Na spreekrecht voor burgers is er spreekrecht, voor het stellen vragen aan het college van burgemeester en wethouders, voor commissieleden.
- 2.
Het lid van de commissie dat van het spreekrecht gebruik wil maken meldt dit, onder aanduiding van het onderwerp en de concrete vraag, uiterlijk één dag voor de vergadering voor 12.00 uur aan de commissiegriffier. Zo nodig wordt de betreffende portefeuillehouder uitgenodigd voor de commissievergadering. Indien men na deze uiterste datum toch een vraag wil stellen, dient dit zo urgent te zijn, dat deze vraag in deze tussenliggende tijd in het nieuws is geweest. De raadscommissie beslist of de vraag wordt toegelaten.
- 3.
Per fractie wordt in principe een maximumspreektijd van vijf minuten gehanteerd.
- 4.
Er is geen ruimte voor discussie wel kunnen verduidelijkende vragen worden gesteld, door de indiener van de vraag.
- 5.
Een lid van de commissie kan op basis van artikel 20 van deze verordening verzoeken het onderwerp van de vraag/vragen op de agenda te plaatsen.
Artikel 19. Handhaving orde en schorsing
- 1.
De commissievoorzitter zorgt voor de handhaving van de orde in de vergadering.
- 2.
Hij kan de raadscommissie voorstellen aan een commissielid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het commissielid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de commissievoorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het commissielid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.
- 3.
Hij kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en, als na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord, de vergadering sluiten.
- 4.
Hij roept sprekers tot de orde als deze zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaten, afwijken van het in behandeling zijnde onderwerp, andere sprekers herhaaldelijk interrumperen, dan wel anderszins de orde verstoren. Sprekers die hieraan geen gevolg geven, kunnen door hem het woord ontnomen worden over het aanhangige onderwerp.
Artikel 20. Voorstellen van orde
Commissieleden kunnen tijdens een vergadering mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. De raadscommissie beslist hier terstond over.
Paragraaf 3. Besloten vergaderingen
Artikel 21. Toepassing verordening op besloten vergaderingen
Op besloten vergaderingen is deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.
Artikel 22. Verslag besloten vergadering
- 1.
Conceptverslagen van besloten vergaderingen worden niet verspreid, maar uitsluitend voor de commissieleden ter inzage gelegd bij de commissiegriffier.
- 2.
Deze verslagen worden zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een besluit over het al dan niet openbaar maken van het verslag.
- 3.
De vastgestelde verslagen worden door de commissievoorzitter en de commissiegriffier ondertekend.
Artikel 23. Opheffing geheimhouding
Als de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt, als de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.
Paragraaf 4. Toehoorders en pers
Artikel 24. Toehoorders en pers
- 1.
Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare vergaderingen uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen.
- 2.
Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.
- 3.
De commissievoorzitter is bevoegd, wanneer de orde in de vergadering op enigerlei wijze door toehoorders wordt verstoord, deze en zo nodig andere toehoorders te doen vertrekken.
- 4.
Hij is bevoegd toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering te ontzeggen.
Artikel 25. Geluid- en beeldregistraties
Degenen die van een openbare vergadering geluid- of beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de commissievoorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.