Organisatie | Flevoland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Mandaatbesluit heffingsambtenaar inzake legesheffing aan het hoofd van de afdeling Infrastructuur |
Citeertitel | Mandaatbesluit heffingsambtenaar inzake heffing leges aan het hoofd van de afdeling Infrastructuur |
Vastgesteld door | geattribueerde functionaris |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt het Mandaatbesluit heffingsambtenaar inzake heffing leges door het hoofd van de afdeling Infrastructuur)
afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-11-2022 | 01-01-2021 | nieuwe regeling | 27-10-2022 | 3032628 |
MANDAATBESLUIT HEFFINGSAMBTENAAR INZAKE LEGESHEFFING AAN HET HOOFD VAN DE AFDELING INFRASTRUCTUUR
De provincieambtenaar belast met de heffing van provinciale belastingen van de provincie Flevoland,
op grond van de legesverordening Flevoland voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning c.q. ontheffing, leges wordt geheven en in bij deze legesverordening bepaalde gevallen kan worden teruggegeven;
de bevoegdheid om leges te heffen in artikel 227a, tweede lid onderdeel b van de Provinciewet is toegekend aan de provincieambtenaar belast met de heffing van provinciale belastingen, waartoe ook de leges worden gerekend;
gedeputeerde staten, de heffingsambtenaar hebben aangewezen als provincieambtenaar belast met de heffing van provinciale belastingen;
het uit een oogpunt van efficiency gewenst is dat de heffingsambtenaar aan het hoofd van de afdeling infrastructuur de bevoegdheid mandateert om namens hem leges te heffen en in bij de legesverordening bepaalde gevallen terug te geven;
gelet op het bepaalde in afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht;
Vast te stellen ‘Mandaatbesluit heffingsambtenaar inzake legesheffing aan het hoofd van de afdeling Infrastructuur’
De heffingsambtenaar verleent aan het hoofd van de afdeling Infrastructuur de bevoegdheid om namens hem de in de legesverordening genoemde leges te heffen voor het op grond van het algemeen mandaatbesluit in behandeling nemen van ingediende aanvragen om een vergunning c.q. ontheffing en in bij de legesverordening bepaalde gevallen terug te geven.
In geval van afwezigheid van het hoofd van de afdeling infrastructuur kan het mandaat worden uitgeoefend door diens formele plaatsvervanger in de functie van bureauhoofd.
Artikel 4. Voorwaarden mandaat
Het hoofd van de afdeling Infrastructuur houdt zich bij de uitoefening van het aan hem verleende mandaat aan relevante wet- en regelgeving.
Het hoofd van de afdeling Infrastructuur brengt ieder jaar schriftelijk verslag uit aan de heffingsambtenaar over het door hem uitgeoefende mandaat en het door hem verleende ondermandaat, waarbij aandacht wordt besteed aan aantallen, (financiële) risico’s en rechtmatigheid.
Uit de ondertekening van uitgaande stukken waarop het mandaat betrekking heeft, moet blijken dat het namens de heffingsambtenaar is genomen.