Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oisterwijk

Nota prostitutiebeleid

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOisterwijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNota prostitutiebeleid
CiteertitelNota prostitutiebeleid
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-12-2000nieuwe regeling

22-08-2000

huis-aan-huis blad, 10-10-2000

Tekst van de regeling

Intitulé

Nota prostitutiebeleid

 

1. Doelstellingen van het regeringsbeleid:

Op 26 oktober 1999 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het voorstel het algemeen bordeelverbod op te heffen. De wetswijziging zal van kracht worden per 1 oktober 2000.

 

Door de regering zijn aan de wetswijziging de volgende zes doelstellingen verbonden:

  • 1.

    Het beheersen en reguleren van de exploitatie van prostitutie, onder andere door het invoeren van een gemeentelijk vergunningenbeleid.

  • 2.

    Het verbeteren van de bestrijding van exploitatie van onvrijwillige prostitutie.

  • 3.

    Het beschermen van minderjarigen tegen seksueel misbruik.

  • 4.

    Het beschermen van de positie van de prostituees.

  • 5.

    Het ontvlechten van prostitutie en criminele randverschijnselen.

  • 6.

    Het terugdringen van de omvang van prostitutie door illegalen (personen zonder geldige verblijfsvergunning).

Vanaf 1 oktober 2000 is het vestigen van seksinrichtingen legaal en is de exploitant in beginsel te vergelijken met iedere andere ondernemer. Exploitanten zijn vrij zich te vestigen, tenzij er lokale regelgeving is die daar grenzen aan stelt c.q. randvoorwaarden voor formuleert.

2. Verschijningsvormen van seksinrichtingen

Er wordt een onderscheid gemaakt met betrekking tot seksinrichtingen, waarin prostitutie plaatsvindt en inrichtingen waarin uitsluitend vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden.

In deze nota wordt allereerst ingegaan op de seksinrichtingen waarin prostitutie plaatsvindt, waaronder ook de escortbedrijven worden begrepen. Vervolgens wordt ingegaan op de nadere eisen ten aanzien van de inrichtingen, waarin uitsluitend vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden.

3. Vergunningenstelsel prostitutie inrichtingen

Het verdient aanbeveling in de APV een vergunningstelsel op te nemen voor het exploiteren van inrichtingen waarin prostitutie bedreven wordt (seksinrichtingen). Op de eerste plaats is het mogelijk om te komen tot het reguleren van de vestigingsmogelijkheden. Hierbij wordt overigens aangetekend dat een "nul-optie" door de regering wordt uitgesloten. Dit houdt in, dat de vestiging van seksinrichtingen binnen de gemeente niet mag worden uitgesloten. De vestiging van een dergelijke inrichting moet uiteraard getoetst worden aan het vigerende bestemmingsplan.

Voor de gemeente Oisterwijk geldt dat binnen de geactualiseerde bestemmingsplannen de vestiging van seksinrichtingen niet actief is gereguleerd, met uitzondering van twee plannen, namelijk bestemmingsplan "Woongebied West" ontwerpbestemmingsplan "Centrum Oisterwijk". De gedetailleerde bestemmingsaanduidingen (sub bestemmingen) in de geactualiseerde bestemmingsplannen bieden wellicht enig aanknopingspunt om vestiging van seksinrichtingen tegen te gaan. In de actualisatie van de oudere bestemmingsplannen zal met deze problematiek rekening worden gehouden.

Hierbij moet wel worden gewezen op het feit dat bij het hanteren van de eerdergenoemde "nul-optie' de jurisprudentie zal uitwijzen, welke (on)mogelijkheden de bestemmingsplannen bieden.

Ook na legalisatie van deze branche, door opheffing van het bordeelverbod, blijft er sprake van een bijzondere branche, waar het gevaar van bedreiging van de openbare orde c.q. aantasting van woon-en leefklimaat latent aanwezig is.

Het vestigingsbeleid is aan de orde, voordat eventueel vergunning verleend wordt. Daarnaast is het zaak, als vergunning verleend is, voorschriften te verbinden aan die vergunning in het belang van de openbare orde en woon- en leefklimaat, maar ook met het oog op de bescherming van de veiligheid en gezondheid van de in de branche werkzame personen. Het bewaken daarvan is een taak die door de minister in de Memorie van Toelichting op het wetsontwerp aan gemeenten is toebedeeld en die ook past binnen de gemeentelijke taak. Die (onder)grens wordt overschreden, waar de bemoeienis rechtstreeks betrekking zou hebben op de arbeidsverhouding tussen exploitant en prostitue(e). Hoe deze hun relatie regelen, dat wil zeggen of er sprake is van het werkzaam zijn in een gezagsverhouding of dat volstaan wordt met het verhuren van de exploitant aan de prostitue(e) van ruimte, waarna deze vervolgens vrij ondernemer is, is geen zaak die de gemeente dwingend kan voorschrijven. Wel is het vanuit een oogpunt van veiligheid en gezondheid van de prostitue(e) zaak dat deze, ook al zou er sprake zijn van een gezagsverhouding, deze in ieder geval voldoende vrijheid behoudt zijn/haar grenzen te bepalen. In de hierna opgenomen vergunningsvoorschriften zijn dan ook voorschriften opgenomen die dit beogen te bewerkstelligen.

 

Bovenstaande leidt tot de volgende conclusies:

  • 1.

    Vestiging van een seksinrichting dient in overeenstemming te zijn met het bestemmingsplan.

  • 2.

    In de APV dient een vergunningstelsel te worden opgenomen in het belang van de openbare orde, de bescherming van het woon-en leefklimaat en de veiligheid en gezondheid van de prostitue(e)s.

  • 3.

    Een vergunningaanvraag dient getoetst te worden aan :

    • Mogelijk gevaar voor aantasting van de openbare orde c.q. het woon- en leefklimaat bij verlening van de vergunning (locatietoets).

    • Eisen aan de exploitant/beheerder. Voldoet de verantwoordelijke exploitant/beheerders aan de te stellen gedragseisen (vgl. Drank-en Horecawet). Doel hiervan is zoveel mogelijk te waarborgen dat zij van goed levensgedrag zijn. Het Besluit inlichtingen justitiële documentatie is gewijzigd. Gemeenten hebben toegang gekregen tot de justitiële register ten behoeve van deze toets.

    • Eisen aan het pand, waarin de inrichting gevestigd is/wordt. De inrichtingseisen, die uit een oogpunt van veiligheid en gezondheid gesteld dienen te worden.

  • 4.

    Verloopt de toetsing aan de onder 2 genoemde criteria positief dan kan de vergunning verleend worden. Aan de vergunning dienen vervolgens voorschriften verbonden te worden om te verzekeren, dat de bedrijfsvoering zodanig verloopt, dat ook daarin geen grond gelegen is voor aantasting van de onder 1 genoemde belangen.

  • 5.

    Bij het ontwikkelen van nieuwe bestemmingsplannen dient de problematiek inzake de exploitatie van prostitutie meegenomen te worden.

3.1 Toetsingscriteria vergunningaanvraag

3.1. 1. Locatietoets

Eerste criterium is dat vestiging in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften van het bestemmingsplan dient te zijn. Het schenken van alcohol in de seksinrichting is alleen mogelijk indien de bestemmingsvoorschriften de mogelijkheid van horeca bieden.

 

In de APV wordt expliciet opgenomen dat vergunning alleen verleend kan worden als het bestemmingsplan vestiging toelaat. Juridisch is een dergelijke bepaling mogelijk (ARRS 24 maart 1997 (APV Amsterdam).

 

Met het oog op bescherming van het belang van de openbare orde c.q. voorkoming van aantasting van het woon- en leefklimaat, zoals hiervoor nader toegelicht, dient voorts nog aan een aantal specifieke op de A.P.V. gebaseerde vestigingscriteria te worden voldaan. Uitgangspunt daarbij is dat mogelijke overlast voor de woonfunctie zo veel mogelijk wordt voorkomen. Duidelijk is dat de vestiging in woonstraten niet toelaatbaar is, vanwege de mogelijke aantasting van het woon- en leefklimaat. Daarbij spelen twee aspecten: de verkeersfunctie van de straat en de gebruiksfunctie van de bebouwing.

Ten aanzien van de gebruiksfunctie van de bebouwing is van belang dat de woonfunctie qua beleving ondergeschikt is aan de bedrijfsfunctie van de directe omgeving. Daarbij kan een gebied van 100 m aan weerszijden (bij hoeken meerdere zijden) en aan de overzijde van een voorgenomen vestiging worden beschouwd. De meest direct betrokken buurpanden zullen de grootste overlast ervaren. Dit zouden dan bij voorkeur ook geen woonpanden maar feitelijke bedrijfspanden moeten zijn (eventueel wel met bovenwoningen). Voor de verder gelegen bebouwing binnen 100 m van een voorgenomen vestiging dient ook sprake te zijn van een overwegend bedrijfsmatig karakter op de begane grond.

Bovengenoemde locatiecriteria moeten in zijn algemeenheid voldoende zijn om de mogelijke overlast van prostitutie-inrichtingen voor het woon- en leefklimaat te minimaliseren. Dit kan als volgt worden geformuleerd:

  • 1)

    Geen vestiging van seksinrichtingen in of aan woonstraten. Onder het begrip woonstraten wordt in dit verband verstaan: voet- en rijstraten, wegen, lanen, kaden, hofjes, woonerven en pleinen waaraan bebouwing is gelegen die uitsluitend of in belangrijke mate dient ter bewoning c.q. een woonfunctie heeft.

  • 2)

    Geen vestiging van seksinrichtingen in andere straten als bedoeld onder l., indien één of meer panden binnen een straal van 100 meter van het pand waarvoor vergunning wordt aangevraagd op de begane grond een woonfunctie heeft.

  • 3)

    Vestiging is voorts niet mogelijk binnen een straal van 250 meter van een andere seksinrichting, zulks om concentratie van dat soort inrichtingen te voorkomen.

  • 4)

    Vestiging is niet mogelijk indien deze binnen een straal van 250 meter van een onderwijsinrichting c.q. school is gelegen.

  • 5)

    Geen vestiging van seksinrichtingen binnen een straal van 250 meter van een wijken/of jeugd- en jongerencentrum.

Als meetpunt in de onder 3 en 4 en 5 bedoelde gevallen geldt de afstand tussen de toegangsdeur van de prostitutie-inrichting en de plaats waar de bezoekers van de betreffende instelling (wijkcentrum/school/andere prostitutie-inrichting) de openbare weg betreden. Wanneer er sprake is van meerdere toegangen tot de openbare weg geldt als meetpunt die toegang die het dichtst gelegen is bij de prostitutie-inrichting. Mutatis mutandis geldt dat als de prostitutie-inrichting meerdere toegangen heeft ook hier gemeten wordt vanaf die toegang die het dichtst bij de school, etc. is gelegen.

 

Voor alle duidelijkheid: er moet dus zowel voldaan worden aan de geldende bepalingen in een toepasselijk bestemmingsplan als aan de hierboven genoemde openbare orde en woon-en leefklimaat toets. Dit dient steeds per pand getoetst te worden. Met andere woorden ook al wordt aan de openbare orde en woon-en leefklimaat criteria voldaan dan nog kan het bestemmingsplan vestiging uitsluiten en dient de aanvraag dus afgewezen te worden.

3.1.2. Gedragseisen

De exploitant en de beheerder dienen te voldoen aan de volgende gedragseisen:

  • Zij dienen niet in enig opzicht van slecht levensgedrag te zijn. Toetsing vindt plaats aan de hand van het opvragen van gegevens uit de justitiële documentatie. Bij de beoordeling wordt aangesloten bij de reeds bestaande jurisprudentie in deze met betrekking tot de Drank- en Horecawet.

  • Zij mogen niet onder curatele staan of uit de ouderlijke macht ontzet zijn.

  • Zij dienen minstens 21 jaar oud te zijn.

Daarnaast mogen zij geen veroordeling hebben gehad wegens overtreding van een aantal met name in de APV genoemde artikelen.

 

Indien op enig moment niet meer aan die eisen voldaan wordt dient de vergunning ingetrokken te worden. Eén en ander zal in ieder geval één maal per jaar gecheckt worden.

3.1.3. Inrichtingseisen

De seksinrichtingen dienen te voldoen aan de eisen die zijn gesteld in het bouwbesluit en de bouwverordening:

Daarbij geldt in dit verband:

  • a.

    Hoofdstuk 2 van het Bouwbesluit (is van toepassing op inrichtingen met één werkruimte).

  • b.

    Hoofdstuk 7, titel 2 Bouwbesluit (is van toepassing op inrichtingen met meer dan één werkruimte).

  • c.

    De algemene gebruikseisen van de Bouwverordening (van toepassing op alle inrichtingen).

Voorgesteld wordt om, in verband met het bijzondere van de seksinrichtingen waarin prostitutie wordt bedreven, de volgende nadere eisen te stellen:

  • Werkruimten moeten tenminste een oppervlakte hebben van 8 m2 en een breedte van 2,10 m en voorzien zijn van een wasbak met warm en koud stromend water. De werkruimte moet voorzien zijn van heldere witte elektrische verlichting;

  • In de inrichting dient of een aparte kleedruimte met een afsluitbare hang-/legkast aanwezig te zijn of er dient, bij afwezigheid van een aparte kleedruimte, in iedere werkruimte een dergelijke kast aanwezig te zijn.

  • In de inrichting dient ten minste één heren- en één damestoilet aanwezig te zijn en tenminste één badruimte per bouwlaag; ten minste één toiletruimte en één badruimte per vijf werkruimten.

  • In een inrichting dient een dagverblijf te zijn met een oppervlakte van tenminste 16 m2 en een breedte van 3,35 meter en dit verblijf dient alleen als zodanig in gebruik te zijn.

  • In een inrichting, met vijf of meer werkruimten moet een keuken aanwezig zijn met een oppervlakte van tenminste 5 m2 en een breedte van tenminste 1,80 meter.

  • Kleedruimte, dagverblijf en keuken mogen niet voor prostitutiedoeleinden gebruikt worden.

  • De inrichting dient voorzien te zijn van één of meer verwarmingsinstallaties c.q. toestellen, waarmee alle ruimten op een veilige wijze en voldoende kunnen worden verwarmd.

  • De toegangsdeur van een werkruimte mag slechts afsluitbaar zijn als in de inrichting een, voor de overige aanwezige prostitué(e)s goed bereikbare, op die deur passende moedersleutel aanwezig is.

  • In het dagverblijf, de keuken en de kleedkamer moet voldoende daglicht kunnen toetreden, en vanaf deze verblijfsruimten moet visueel contact met buiten mogelijk zijn.

  • Iedere werkruimte moet zijn voorzien van een zogenaamd stil alarm.

  • De voorzieningen voor de toevoer van verse lucht en de afvoer van binnenlucht in een seksinrichting moeten voldoen aan het bepaalde in hoofdstuk 2 van het bouwbesluit.

  • Het gebruik van verplaatsbare verwarmingstoestellen is niet toegestaan.

3.1.4. Vergunningsvoorschriften

Gelet op de hiervoor genoemde belangen dienen aan de bedrijfsvoering een aantal eisen verbonden te worden. Onderscheiden naar het belang dat met oplegging van die voorschriften gemoeid is dient aan de volgende eisen voldaan te worden:

 

Openbare orde

  • Het is de exploitant verboden zich schuldig te maken aan overtreding van artikel 250 a en 250 ter van het Wetboek van Strafrecht (mensenhandel, e.d.).

  • Het is de exploitant verboden om personen te werk te stellen, die niet beschikken over een geldige verblijfstitel in Nederland.

  • Het is de exploitant verboden om minderjarigen te werk te stellen.

  • Raamprostitutie c.q. het op andere wijze de aandacht trekken van voorbijgangers is verboden.

N.B. Indien deze voorschriften overtreden worden is onmiddellijke intrekking van de vergunning mogelijk. Daarnaast dient de exploitant te allen tijde aan de gedragseisen te voldoen, zoals hiervoor vermeld. Als dat niet meer het geval is, b.v. vanwege een strafrechtelijke veroordeling kan eveneens de vergunning ingetrokken worden.

 

(volks)qezondheid

Voorschriften ter bevordering van de gezondheid

  • Het is de exploitant verboden reclame te maken, waarbij de garantie gegeven wordt dat de prostitue(e)s in het bedrijf vrij zijn van seksueel overdraagbare aandoeningen.

  • Aan klanten dient bekend gemaakt te worden dat een veilig seksbeleid gevoerd wordt. Het is echter verboden om hiermee reclame te maken.

  • De exploitant is verantwoordelijk voor het in voldoende mate in de inrichting en in de werkkamers aanwezig zijn van condooms.

  • Het is de exploitant verboden de prostitué(e)s aan te zetten of te verplichten tot het meedrinken van alcoholhoudende dranken met klanten.

  • Het is de exploitant verboden te adverteren met de mogelijkheid om onveilig te vrijen.

  • Het is de exploitant verboden de prostitue(e)s te aan te zetten of te verplichten tot onveilig te vrijen

  • De exploitant dient de GGD toegang te verlenen voor het geven van voorlichting omtrent gezondheid en seksueel overdraagbare aandoeningen en andere beroepsrisico's en dient er voor te zorgen dat er voorlichtingsmateriaal daaromtrent in de inrichting in voldoende mate aanwezig is, zo nodig in verschillende talen.

  • De exploitant dient de prostitué(e)s in staat te stellen zich regelmatig te doen controleren op de aanwezigheid van seksueel overdraagbare aandoeningen. De prostitu(e)e bepaalt zelf welke arts het onderzoek verricht en met welke frequentie.

Hygiëne-eisen

  • In de inrichting dienen voldoende schone handdoeken e.d. aanwezig te zijn voor het aantal te verwachten klanten op die dag. De handdoeken worden na gebruik door schone vervangen.

  • Het bedlinnen in de werkruimten dient dagelijks te worden verschoond.

  • De aanwezige vertrekken en sanitaire voorzieningen dienen te allen tijde in een zintuiglijk schone staat te verkeren; in iedere werkruimte dient stromend water, papieren handdoekjes, een afvalbak en vloeibare zeep voor handen te zijn.

  • Na iedere klant dient het bed laken verschoond te worden.

  • Vuil linnengoed dient verzameld te worden in een afsluitbare container.

  • Hulpstukken moeten na elk gebruik huishoudelijk schoon gemaakt worden.

4. Escortbedrijven

Onder "escort" wordt verstaan het op bedrijfsmatige wijze bemiddelen in de totstandkoming van contacten tussen een prostitue(e) en degene die van zijn/haar diensten gebruik wil maken.

In deze bedrijven bestaat weinig inzicht. Dit is wel gewenst omdat afgezien van het feit, dat de prostitutie niet op één specifieke locatie plaatsvindt voor het overige deze bedrijfsvorm volstrekt vergelijkbaar is met de hiervoor gedefinieerde prostitutie-inrichtingen. Met andere woorden ook hier is een vorm van toezicht gewenst.

Gelet daarop dient ook voor escortbedrjjven een vergunningplicht in het leven geroepen te worden. De mogelijkheid om dit te doen is met zoveel woorden opgenomen in het nieuwe artikel 152a Gemeentewet.

Probleem is wel, dat vaak niet aanstonds duidelijk is waar een escortbedrijf gevestigd is, soms is alleen een 06-nummer bekend; de vraag is dan wanneer een bedrijf zich bij de gemeente Oisterwijk dient te melden, dat wil zeggen wanneer gezegd kan worden, dat dit in Oisterwijk gevestigd is. Immers de verordenende bevoegdheid van de gemeente gaat niet verder dan de gemeentegrenzen.

Wij zijn van mening, dat een bedrijf geacht kan worden in Oisterwijk gevestigd te zijn en dus vergunningsplichtig te zijn, indien:

> het bedrijf blijkens inschrijving bij de Kamer van Koophandel in Oisterwijk gevestigd is; > het bedrijf niet is ingeschreven, maar de exploitant wel in Oisterwijk woonachtig is.

 

Te stellen eisen

Locatiecriteria en inrichtingseisen spelen niet. Wel kunnen de persoonlijkheidseisen voor bordeelexploitanten van overeenkomstige toepassing worden verklaard.

Voor wat betreft de vergunningvoorschriften dienen de eerste drie, die onder het kopje openbare orde staan (onder 3.1.4. van deze Nota), opgelegd te worden, alsmede de voorschriften ter bevordering van de gezondheid (onder 3.1.4 van deze Nota).

5. Seksinrichtingen, waar uitsluitend vertoningen gegeven worden.

Ook deze vallen onder het begrip seksinrichtingen. In Oisterwijk bestaan dergelijke inrichtingen, (nog) niet. De mogelijkheid bestaat echter dat men, nu aan prostitutie-inrichtingen strenge eisen gesteld gaan worden, hun toevlucht nemen tot het opzetten van dergelijke inrichtingen

b.v. als dekmantel voor activiteiten op het terrein van de mensenhandel. Om die reden is het zaak ook voor dit soort inrichtingen een vergunning te eisen.

Bij een vergunningaanvraag voor bovengenoemde seksinrichting moet getoetst worden aan:

  • het bestemmingsplan;

     

  • locatiecriteria (zoals vermeld in punt 3.1.1 van deze nota)

     

  • gedragseisen (zoals vermeld in 3.1.2. van deze nota)

     

  • bouwbesluit en bouwverordening

Als het seksinrichtingen betreft, waar live-shows plaatsvinden, dient ook voldaan te worden aan de volgende gezondheidsvoorschriften:

 

  • De exploitant dient de verpleegkundige en/of arts van de GGD toegang te verlenen voor het geven van voorlichting over seksueel overdraagbare aandoeningen en andere beroepsrisico's.

  • De exploitant dient er zorg voor te dragen dat er voldoende voorlichtingsmateriaal over SOA’s beschikbaar is. Zo nodig in verschillende talen.

  • De exploitant is verantwoordelijk voor het in voldoende mate aanwezig zijn van condooms in het bedrijf,

  • De exploitant dient de bij de uitvoering van de show betrokken personen in staat te stellen zich regelmatig te laten controleren op SOA 's.

  • Indien aan het bedrijf een vaste arts is verbonden worden naam en adres van deze arts aan de GGD bekend gemaakt.

  • De bij de uitvoering van de show betrokken personen kiezen zelf voor de arts die het SOAonderzoek verricht en met welke frequenties.

  • Het is de exploitant verboden de bij de uitvoering van de show betrokken personen aan te zetten of te verplichten om onveilig (zonder condoom) te werken.

  • De kleedruimte, de badruimte en de ruimte waar de vertoning plaatsvindt dienen te allen tijde in een zintuigelijk schone staat te verkeren.

  • In het bedrijf dient stromend water en vloeibare zeep, papieren handdoekjes, schone handdoeken en een afvalbak aanwezig te zijn.

  • Hulpstukken moeten na elk gebruik huishoudelijk schoongemaakt worden.

6. Overige aandachtspunten

6.1. Sluitingsuur

Ter voorkoming van overlast voor omwonenden dient ook voor alle seksinrichtingen een sluitingsuur te gelden. De voor horecabedrijven geldende regeling (artikel 2.3.1.4. APV) dient van overeenkomstige toepassing verklaard te worden.

 

6.2. Thuiswerk

Het gaat hier om een aparte categorie, waar de prostitutie-activiteiten (veelal) in de eigen woning plaatsvinden. Deze categorie kenmerkt zich doordat er sprake is van alleen werkende prostitue(e)s, in de eigen woonomgeving, waarbij veelal ook geen reclame wordt gemaakt. In het algemeen is het hiervoor beschreven beleid niet van toepassing op deze categorie. Dit is het geval indien voldaan wordt aan de volgende eisen:

  • Thuiswerk vindt uitsluitend plaats in de eigen woning. De man of vrouw die prostitutie bedrijft in de eigen woning, moet volgens het bevolkingsregister op dat adres zijn ingeschreven.

  • Het werven van klanten geschiedt in de regel langs informele weg; de prostitue(e) mag adverteren, doch dit mag slechts incidenteel gebeuren; in geval van dagelijks of wekelijks terugkerende advertenties is geen sprake van incidenteel adverteren.

  • Aan de buitenkant van het perceel mag niet duidelijk zijn dat er prostitutie wordt bedreven.

  • De prostitue(e) mag niet toestaan dat anderen of andere bewoners in de woning prostitutie bedrijven.

  • De verdiensten voortkomend uit de prostitutie moeten uitsluitend ten goede komen aan de prostitue(e)

  • Er mag geen sprake zijn van overlast of aantasting van het woon- en leefklimaat.

Wordt aan één of meer van deze eisen niet voldaan, dan valt de thuiswerker onder de omschrijving van prostitutie en daarmee onder de in deze nota daaraan gestelde vestigings- en andere eisen. Bij overtreding van de vestigings- en andere eisen kan opgetreden worden door middel van het opleggen van een dwangsom. Immers dan worden gemeentelijke voorschriften als bedoeld in artikel 125 gemeentewet (jo. artikel 5:32 Awb) overtreden.

 

6.3. Straat- en raamprostitutie

Zichtbare vormen van straat- en raamprostitutie hebben een veel sterkere uitstraling op de woon- en leefomgeving dan de andere prostitutievormen. Naast het feit, dat deze prostitutievormen een aantasting opleveren van het woon- en leefklimaat kan niet worden uitgesloten, dat zij een inbreuk zullen vormen op de rust en orde in de gemeente. Derhalve worden straat- en raamprostitutie niet toegestaan in de gemeente Oisterwijk.

7. Uitvoering en handhaving

7.1. organisatie van de uitvoering

De gemeente is belast met het toezicht op de locatie-eisen, gedragseisen en inrichtingseisen en is belast met de vergunningverlening.

Met de controle op de voorschriften, die verband houden met de openbare orde, is de politie te belasten. Op grond van artikel 6. la jo. 6.3 APV kan de politie hiertoe, ook indien er geen sprake is van strafbare feiten woningen en andere gebouwen binnentreden. Met de controle op de naleving van de brandveiligheidseisen dient de brandweer te worden belast.

In het kader van het voorkomen danwel bestrijden van vrouwen-/mensenhandel, gedwongen prostitutie, prostitutie door minderjarigen, illegaliteit, onmenselijke situaties op het gebied van

o.a. hygiëne en veiligheid, handel in drugs en vuurwapens en criminele handelingen zal een vast team van de politie regelmatig controles houden.

De volksgezondheidsaspecten zijn een zaak van de GGD, waarbij ook aan deze instantie toezichthoudende bevoegdheden zullen worden verleend door het college van burgemeester en wethouders en door de burgemeester. Naast het houden van toezicht vervult de GGD een zeker zo belangrijke meer adviserende en preventieve rol. Beide rollen hoeven elkaar niet te "bijten". Desgewenst kan de GGD verschillende ambtenaren met de verschillende taken belasten.

Waar geconstateerd wordt dat bestaande voorschriften worden overtreden is het zaak de gemeente steeds te informeren, omdat deze steeds zal moeten nagaan of de verleende vergunning op basis van de APV niet moet worden ingetrokken c.q. andere maatregelen getroffen dienen te worden.

 

7.2. handhavingsbeleid

Omtrent de handhaving zijn op regionaal niveau afspraken gemaakt. Zo zullen contactpersonen aangesteld worden die ten minste twee maal per jaar overleg voeren over de uit te voeren controles.

De Regiopolitie Midden en West Brabant zal, waar de bestrijding van mensenhandel een belangrijke doelstelling is van de opheffing van het bordeelverbod, tenminste zes maal per jaar controle uitoefenen op seksinrichtingen, waar prostitutie plaatsvindt. Zij heeft hiertoe binnen elk district een speciaal team geformeerd, dat multidisciplinair is samengesteld.

Indien geconstateerd wordt, dat vergunningvoorschriften overtreden worden, zal, hiertegen opgetreden worden overeenkomstig het als bijlage bij dit voorstel gevoegde schema, dat in regionaal verband is vastgesteld. Voordeel hiervan is dat binnen de gehele (politie)regio een eensluidend handhavingsbeleid gevoerd zal gaan worden.

Oisterwijk, 21 september 2000.

BIJLAGE: HANDHAVINGSSCHEMA

I EXPLOITATIE ZONDER VERGUNNING

Overtreding

Politie/toezichthouder

Gemeente

Openbaar Ministerie

Anderen

Exploitatie past niet binnen het prostitutiebeleid

Art. 3.2.1. APV

Rapport opmaken t.b.v. gemeente; bij herhaling tevens PV t.b.v. OM

Sluiting conform Awb)

Vervolging (in geval van PV) o.g.v. APV

Afhankelijk van situatie evt. inschakelen van derden, bv. de belastingdienst, arbeidsinspectie, GGD

Exploitatie past binnen het prostitutiebeleid

Art. 3.2.1. APV

Rapport opmaken t.b.v. gemeente; bij herhaling tevens PV t.b.v. OM

Schriftelijke aanzegging dat vergunning moet worden aangevraagd en tevens sluiting voor onbepaalde tijd (tot vergunning is verleend)

Vervolging (in geval van PV) o.g.v. APV

Afhankelijk van situatie evt. inschakelen van derden, bv. de belastingdienst, arbeidsinspectie, GGD

 

II EXPLOITATIE IN STRIJD MET VERGUNNING

Overtreding

Politie/toezichthouder

Gemeente

Openbaar

Ministerie

Anderen

Wijziging inrichting zonder voorafgaande toestemming art.

Rapport t.b.v. gemeente

1 e keer schriftelijke waarschuwing 2e keer tijdelijke sluiting

3e keer intrekkina vergunning

-

Afhankelijk van situatie evt. inschakelen van derden, bv. de belastingdienst, arbeidsinspectie, GGD

Handelen in strijd met gedragsregels art. 3.2.2. APV

Rapport t.b.v. gemeente

Intrekking vergunning en sluiting pand

-

-

Handelen in strijd met sluitingsuur art. 3.2.3. APV

Rapport t.b.v. gemeente en PV t.b.v. OM bij recidive

1ekeer schriftelijke waarschuwing 2e keer tijdelijke sluiting (1 week) 3ekeer intrekking vergunning

Vervolging bij recidive

Afhankelijk van situatie evt. inschakelen van derden, bv. de belastingdienst, arbeidsinspectie, GGD

Afwezigheid van exploitant en beheerder art.

3.2.5. lid 1 APV

Rapport t.b.v. gemeente en PV t.b.v. OM bij recidive

1ekeer schriftelijke waarschuwing 2e keer tijdelijke sluiting (1 week) 3ekeer intrekking vergunning

Vervolging bij recidive

-

Ontbreken toezicht door exploitant art. 3.2.5. lid 2a

Rapport t.b.v. gemeente en PV t.b.v. OM bij recidive

Afhankelijk van ernst gepleegde strafbare feiten waarschuwen, sluiten of intrekken

Afhankelijk van gepleegde strafbare feiten

Afhankelijk van situatie evt. inschakelen van derden, bv. de belastingdienst, arbeidsinspectie, GGD

Schijnbeheer

Rapport t.b.v. gemeente

Intrekking vergunning en sluiting pand

-

-

Ontbreken van toezicht door exploitant:

aanwezigheid van illegale prostituees

art. 3.2.5. lid 2b

APV

Rapport t.b.v. gemeente en PV t.b.v. OM

1ekeer schriftelijke waarschuwing 2e keer tijdelijke sluiting (1 maand)

3e keer intrekking vergunning

Vervolging

Afhankelijk van situatie evt. inschakelen van derden, bv. de belastingdienst, arbeidsinspectie, GGD

Overlast voor de omgeving art.

3.3.2. APV

Rapport t.b.v. gemeente en PV t.b.v. OM

1ekeer schriftelijke waarschuwing

2e keer tijdelijke sluiting (1 maand)

3e keer intrekking vergunning

Vervolging bij recidive

-

Gebruik van de inrichting in strijd met vergunnings-voorwaarden c.q. nadere regels (bv. Gezondheid brandveiligheid) art. 3.3.3. APV

Rapport t.b.v. gemeente en PV t.b.v. OM

1ekeer schriftelijke waarschuwing

2e keer tijdelijke sluiting (1 tot 3 maanden)

3e keer intrekking vergunning

Vervolging bij recidive

Afhankelijk van situatie evt. inschakelen van derden, bv. de belastingdienst, arbeidsinspectie, GGD

 

III EXPLOITATIE IN STRIJD MET ARTIKEL 250 A WETBOEK VAN STRAFRECHT

Overtreding

Politie toezichthouder

Gemeente

Openbaar Ministerie

Anderen

Overtreding art.

250a Wetboek van strafrecht (mensenhandel, minderjarigen

Rapport t.b.v. gemeente en PV t.b.v. OM

Sluiting voor onbepaalde tijd en intrekking vergunning

Vervolging

Afhankelijk van situatie evt. inschakelen van derden, bv. de belastingdienst, arbeidsinspectie, GGD