Organisatie | Eemnes |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | SUBSIDIEREGELING ‘ELKE PEUTER EEN KANS’ 2023-2024 GEMEENTE Eemnes |
Citeertitel | Subsidieregeling elke peuter een kans Eemnes 2023-2024 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling geldt van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2024, met dien verstande dat ook nadien kan worden beslist ter zake van aanvragen voor (vaststelling van) subsidie voor het tot en met 31 december 2024 geldende tijdvak.
titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-11-2022 | nieuwe regeling | 20-09-2022 |
Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Eemnes;
het college van burgemeester en wethouders op grond van artikel 2, lid 3 van de Algemene subsidieverordening Eemnes 2011, met het instellen van de nadere regeling ‘Elke PEUTER een KANS! 2020-2022’ heeft besloten het mogelijk te maken dat een kinderopvangcentrum peuters een peuter- en/of vve-programma kan aanbieden tegen een gereduceerd tarief;
deze regeling met ingang van 1 januari 2023 ten einde loopt;
met onderstaande subsidieregeling een vervolg wordt gegeven aan genoemde nadere regeling;
Artikel 2, lid 3 van de Algemene subsidieverordening Eemnes 2011 en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;
Artikel 1: Algemene bepalingen
In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:
Deze regeling heeft ten doel het realiseren van een kwalitatief goed aanbod van peuteropvang met voorschoolse educatie, gericht op de stimulering van de ontwikkeling van peuters, en met een sterke doorgaande lijn met de basisscholen van Eemnes. Om het VVE beleid goed vorm te geven, voeren burgemeesters en wethouders ten minste jaarlijks overleg met kinderopvangorganisaties, het primair onderwijs en de GGD met betrekking tot afspraken over de inzet van voor- en vroegschoolse educatie met als uitgangspunten dat:
Artikel 3: Subsidiabele activiteiten
De volgende activiteiten komen in aanmerking voor subsidie:
Een aanbod van minimaal 16 uur per week peuteropvang VVE aan doelgroep peuters vanaf 2 tot 4 jaar van zowel ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag als ouders met recht op kinderopvangtoeslag waarbij de gemeente maximaal 16 uur per week subsidieert.
Voor doelgroep peuters tussen 2 en 2,5 jaar oud kan de peuteropvang, in afstemming met de gemeente, besluiten om een doelgroep peuter op minder dan 16 uur per week te laten starten. Maatwerk ligt hieraan ten grondslag. Wanneer een doelgroep peuter de leeftijd van 2,5 jaar bereikt; moet volgens de landelijke norm een VVE-programma van 960 uur worden aangeboden door de opvangvoorziening.
De verleende subsidie kan ingezet worden om een doelgroep peuter die 4 tot maximaal 6 weken voor de vakantie vier jaar wordt, tot aan de vakantie te laten overbruggen om continuïteit te waarborgen voor het kind. Vanaf de leeftijd van 4 jaar gaat in doorgaande lijn de voorschoolse educatie binnen de kinderopvang over in vroegschoolse educatie binnen groep 1 en 2 van het onderwijs. Vanaf aanmelding heeft de school een zorgplicht voor aangemelde kinderen;
Om bij een zorgvraag een goede doorgaande lijn te waarborgen maakt de peuteropvang VVE samen met ouders, school en andere betrokken professionals een plan rondom het kind (wat het kind nodig heeft om te kunnen starten in het primair onderwijs, welke extra zorg/begeleiding om het kind heen georganiseerd, hoe wordt de financiering vormgegeven).
De opvangvoorziening komt uitsluitend voor subsidie in aanmerking wanneer:
10. De opvangvoorziening is verplicht de ouders te stimuleren daadwerkelijk gebruik te maken van de gesubsidieerde plaats peuteropvang en/of VVE peuteropvang en bij structureel geen gebruik maken van de plaats de plaatsing te beëindigen. Dit laat onverlet dat de ouders verplicht zijn de eigen bijdrage over de periode dat zij een overeenkomst met de opvangvoorzieningen hebben te betalen. Deze gefactureerde of te factureren ouderbijdrage wordt altijd in mindering gebracht op de vast te stellen subsidie voor de peuterplaats.
De opvangvoorziening komt uitsluitend voor subsidie in aanmerking wanneer:
9. Een opvangvoorziening met VVE-aanbod dient aan de volgende kwaliteitseisen te voldoen:
De opvangvoorziening werkt samen met lokale partners zoals de bibliotheek en het onderwijs aan de vormgeving van het VVE ouderprogramma gericht op opvoeden.1
De opvangvoorziening neemt deel aan een VVE-monitor die wordt aangeboden vanuit de gemeente.
De VVE-monitor is zodanig opgezet dat het bereik, de kwaliteit en de opbrengsten van het VVE-beleid van de gemeente worden gemonitord zoals omschreven in de handreiking ‘Tips voor het inrichten van een GOAB-monitor’.2
De opvangvoorziening toetst aan de hand van de ouderverklaring het recht op kinderopvangtoeslag, in combinatie met een inkomensverklaring van de ouder(s), of een peuter in aanmerking komt voor een gesubsidieerde plek. U kunt een inkomensverklaring opvragen bij de belastingdienst 3.
Wanneer het onmogelijk is omwille van een recente verblijfstatus in het buitenland om de inkomensverklaring op te vragen, kan er ander bewijs van inkomen worden opgevraagd. Dit kan zijn: salarisstrook, uitkeringsspecificatie, werkgeversverklaring, verklaring van schuldsanering etc.
De opvangvoorziening houdt een administratie bij van de documenten aan de hand waarvan de toetsing recht op een gesubsidieerde plek is gedaan en van bevindingen van deze toetsing. De opvangvoorziening bewaart deze gegevens nog 3 jaar (na afloop van het subsidiejaar) en stelt deze gegevens beschikbaar aan de gemeente als de gemeente hierop een controle wil uitvoeren. De opvangvoorziening is niet verantwoordelijk voor de juistheid van de door ouders geleverde gegevens.
Artikel 7: Subsidiabele kosten
De subsidie wordt berekend op basis van:
4. Op de te verlenen en vast te stellen subsidie per plaats peuteropvang en peuteropvang VVE wordt een bedrag voor ouderbijdrage in mindering gebracht. Dit bedrag wordt berekend op basis van de VNG-advies tabel ouderbijdrage peuteropvang van het betreffende kalenderjaar. Deze tabel wordt jaarlijks vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders.
7. De te verlenen subsidie per plaats peuteropvang wordt bepaald op de hoogte van het door de opvangvoorziening bij aanvraag opgegeven uurtarief tot een maximum van het onder lid 4 door het college vastgestelde uurtarief, vermenigvuldigd met het aantal uren per plaats zoals bepaald in lid 2, verminderd met de ouderbijdrage conform lid 5 van dit artikel.
8. De te verlenen subsidie per plaats peuteropvang VVE wordt bepaald op de hoogte van het door de opvangvoorziening bij aanvraag opgegeven uurtarief tot een maximum van het onder lid 4 door het college vastgestelde uurtarief vermenigvuldigd met het aantal uren per plaats zoals bepaald in lid 3, verminderd met de ouderbijdrage conform lid 5 van dit artikel.
De subsidie wordt betaald aan de opvangvoorziening als voorschot na beschikking, op basis van een factuur. Op de factuur dienen de volgende elementen opgenomen te worden:
Artikel 9: Rapportageverplichtingen
De subsidieaanvrager legt bij het verzoek tot vaststelling van de subsidie verantwoording af waarbij wordt overlegd:
Een overzicht van het aantal gerealiseerde plaatsen peuteropvang en/of VVE-peuteropvang en bewijsstukken (indien nog niet aanwezig bij gemeente) dat de betreffende peuters tot de doelgroep behoren waarbij:
Voor peuteropvang per gesubsidieerde plek start- en einddatum in het kalenderjaar worden vermeld en kopieën van bewijsstukken worden overlegd waaruit blijkt dat rechtmatig aanspraak wordt gemaakt op peuteropvang (ouderverklaring geen recht op toeslag of inkomensverklaring van de belastingdienst en eventuele aanvullende bewijsstukken);