Organisatie | Noord-Brabant |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 1 november 2022, houdende regels omtrent de verstrekking van bijdragen ten behoeve van projecten op het gebied van water en bodem (Bijdrageregeling water en bodem Noord-Brabant) |
Citeertitel | Bijdrageregeling water en bodem Noord-Brabant |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Besluit mandaat DAEB subsidieregeling |
Geen
Algemene bijdrageverordening Noord-Brabant
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-11-2022 | nieuwe regeling | 01-11-2022 | 5146280 |
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
Gelet op artikel 2 van de Algemene bijdrageverordening Noord-Brabant;
Overwegende dat op 3 december 2021 het Regionaal Water en Bodem Programma 2022-2027 door Provinciale Staten is vastgesteld en Deltafondsmiddelen ter beschikking zullen worden gesteld vanuit de Minister van Infrastructuur en Waterstaat ter stimulering van het nemen van maatregelen in het kader van de tweede fase van het Deltaprogramma zoetwater;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten een bijdrageregeling wenst vast te stellen om maatregelen te stimuleren die bijdragen aan de doelstellingen van genoemde programma’s;
In deze regeling wordt verstaan onder:
deelproject: onderdeel van een project dat afgebakend is in de tijd en gericht is op een specifiek eindresultaat;
Deltaplan Hoge Zandgronden (DHZ): regionale uitwerking van het Deltaprogramma Zoetwater voor de zandgronden in Zuid-Nederland met als doel de zandgronden in Noord-Brabant weerbaar te maken tegen watertekort;
Kaderrichtlijn water (KRW): zijnde richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid, PB EU L 327/1;
Kentallen: gemiddelde waarde per activiteit die waterschappen gebruiken om de uitvoeringskosten te ramen;
natte natuurparel: hydrologisch gevoelig gebied, dat vanwege specifieke omstandigheden van bodem en water hoge natuurwaarden vertegenwoordigt als opgenomen en begrensd in het Natuurbeheerplan van de provincie Noord-Brabant;
Natuurbeheerplan: plan als bedoeld in artikel 1.2 van de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Noord-Brabant 2016;
Natuurnetwerk Brabant: samenhangend netwerk van natuurgebieden, dat van nationaal en internationaal belang is en het veiligstellen van ecosystemen als doel heeft als opgenomen en begrensd in de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant;
opdrachtgeversoverleg WS-PNB: ambtelijk opdrachtgeversoverleg, dat minimaal tweemaal per jaar bijeenkomt waarbij in elk geval de programmering en de voortgang per beheergebied wordt besproken;
project: activiteit of samenhangend geheel van activiteiten die afgebakend zijn in de tijd en gericht zijn op een specifiek eindresultaat;
Regionaal Water en Bodem Programma 2022-2027 (RWP): zijnde het water- en bodembeleid van de provincie Noord-Brabant voor de periode 2022-2027, vastgesteld door Provinciale Staten Noord-Brabant op 3 december 2021;
verwerving: verkrijging van het recht van eigendom of het recht van erfpacht door middel van koop of ruil.
Een bijdrage op grond van deze regeling kan worden aangevraagd door waterschap Aa en Maas, Brabantse Delta, de Dommel en Rivierenland.
Artikel 1.3 Activiteiten die in aanmerking komen voor een bijdrage
Een bijdrage kan worden verstrekt voor projecten gericht op de volgende activiteiten:
Artikel 1.6 Kosten die in aanmerking komen voor een bijdrage
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de bijdrage komen de volgende kosten voor een bijdrage in aanmerking:
Artikel 1.7 Kosten die niet in aanmerking komen voor een bijdrage
In afwijking van artikel 1.6 komen de volgende kosten niet voor een bijdrage in aanmerking:
De bijdrageontvanger toont bij de aanvraag tot vaststelling aan dat de activiteiten waarvoor de bijdrage is verleend, zijn verricht en dat aan de bijdrage verbonden verplichtingen is voldaan door middel van:
De bijdrage wordt verleend en op aanvraag vastgesteld op grond van artikel 12, onder c, van de Algemene bijdrageverordening Noord-Brabant.
Gedeputeerde Staten zenden uiterlijk 2024 aan Provinciale Staten een verslag over de doeltreffendheid en effecten van deze regeling in de praktijk.
’s-Hertogenbosch, 1 november 2022
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter,
Mr. I.R. Adema
de secretaris,
Drs. P.J. Buijtels
Bijlage 1 behorende bij artikel 1.5, eerste lid, onder a van de Bijdrageregeling water en bodem Noord-Brabant
Beek- en kreekherstel (waaronder de realisatie van natuurvriendelijke oevers) omvat maatregelen die gericht zijn op het herstel van beken en kreken, zodat die beken bijdragen aan een klimaatrobuust watersysteem dat ecologisch goed functioneert en waar de schade door droogte en wateroverlast acceptabel is.
Bijlage 2 behorende bij artikel 1.5, eerste lid, onder c, van de Bijdrageregeling water en bodem Noord-Brabant
* DPRA = Deltaplan ruimtelijke adaptatie
** DF = deltafondsmiddelen uit de tijdelijke regeling stimuleren maatregelen tweede fase Deltaprogramma zoetwater vanuit het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
*** inclusief € 1,3 miljoen als cofinanciering voor het project Puzzelen met Ruimte voor de Regio Deal van de regio Noordoost Brabant.
Realisatie maatregelen tegen wateroverlast Vosdonk Etten-Leur | |||||
Aanpak 7 stuks vismigratieknelpunten (Agger, Donge, Dongekanalen en Tonnekreek) | |||||
* DPRA = Deltaplan ruimtelijke adaptatie
** DF = deltafondsmiddelen uit de tijdelijke regeling stimuleren maatregelen tweede fase Deltaprogramma zoetwater vanuit het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
* DPRA = Deltaplan ruimtelijke adaptatie
** DF = deltafondsmiddelen uit de tijdelijke regeling stimuleren maatregelen tweede fase Deltaprogramma zoetwater vanuit het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
Bijlage 3 behorende bij artikel 1.5, tweede lid, van de Bijdrageregeling water en programma Noord-Brabant
Toelichting behorende bij de Bijdrageregeling water en bodem Noord-Brabant
Op 3 december 2021 hebben Provinciale Staten van Noord-Brabant het Regionaal Water en Bodem Programma 2022-2027 (RWP) vastgesteld. Door middel van het RWP is beleid vastgesteld om te komen tot een klimaatrobuust water- en bodemsysteem in 2050, en zorg te dragen voor veilig, schoon en voldoende water en een vitale bodem in de provincie Noord-Brabant. De provincie wil de uitvoering van projecten t.b.v. een klimaatbestendig en waterrobuust Brabant door andere partners initiëren en stimuleren en heeft daarvoor voorzien in financiële middelen. In deze bijdrageregeling staat omschreven welke activiteiten voor een bijdrage in aanmerking kunnen komen en wat daarvoor de voorwaarden zijn.
Deze bijdrageregeling is vastgesteld op grond van de Algemene bijdrageverordening (Abv). Dit betekent dat een aantal aspecten van de verstrekking van de bijdrage niet in de bijdrageregeling zijn vastgelegd, maar in de Abv. In de Abv staat onder meer wat de beslistermijnen zijn voor Gedeputeerde Staten en welke algemene verplichtingen gelden voor de bijdrageontvanger, zoals de meldingsplicht. Voor een goed begrip van deze bijdrageregeling is dus tevens bestudering van de Abv noodzakelijk.
De bijdrageregeling is een zogenaamde ‘aanbouwregeling’. Indien andere bijdrages op het gebied van water of bodem in de toekomst gewenst zijn, dan kunnen deze aan deze regeling in een nieuwe paragraaf worden toegevoegd.
Deze paragraaf staat alleen open voor de Brabantse waterschappen. Voor de projecten die betrekking hebben op de hoge zandgronden, geldt dat deze alleen voor een bijdrage in aanmerking komen indien zij binnen het DHZ-gebied (zie bijlage 3) worden uitgevoerd. Dit betekent dat waterschap Rivierenland geen aanspraak kan maken op de DHZ-middelen.
Het is mogelijk om een subsidie of bijdrage uit verschillende provinciale regelingen te combineren, mits er sprake is van een duidelijk onderscheid in de begroting wat activiteiten betreft. Uit de begroting moet ten eerste blijken dat kosten slechts aan één (provinciale regeling) gehangen worden en ten tweede dat aan de benodigde cofinanciering voldaan wordt.
Kosten van dezelfde maatregel mogen niet meerdere keren ten laste van een subsidie- of bijdrageregeling worden gelegd. Het is wel mogelijk om een project in fasen te onderscheiden of een onderscheid in de specifieke maatregelen te maken.
Artikel 1.5 Vereisten voor een bijdrage
Er kunnen geen losse onderzoeksprojecten worden aangevraagd voor de activiteiten genoemd onder artikel 1.3, onder a tot en met e. Deze moeten altijd gepaard gaan met uitvoeringsmaatregelen. Voor de activiteiten genoemd in artikel 1.3 f tot en met h, is het wel mogelijk een bijdrage aan te vragen voor losse onderzoeksprojecten. Dit onderzoek mag echter niet uitsluitend ten dienste staan van één project, maar moet breder inzetbaar zijn in de provincie.
Artikel 1.6 Kosten die in aanmerking komen voor een bijdrage
Onder de subsidiabele kosten voor onderzoek, voorbereiding en planvorming en uitvoering, vallen ook de noodzakelijke kosten voor adviesdiensten en benodigd onderzoek dat het waterschap uitbesteed.
Op grond van Europese regelgeving dient geborgd te worden dat grondverwerving marktconform geschiedt. De aanvrager kan dit aantonen door middel van een onafhankelijke taxatie. De kosten komen slechts in aanmerking voor een bijdrage als de grondverwerving noodzakelijk is voor de uitvoering van maatregelen. Onder de kosten vallen de aankoopsom zelf, de leges en de notariële kosten. Ook vallen de kosten van een accountantsverklaring hieronder indien deze kosten zijn gemaakt in het kader van de verwerving van grond.
Voor het bepalen van kosten van nadeelcompensatie wordt uitgegaan van schadeloosstelling op marktconforme wijze waarbij geen sprake is van overcompensatie van degene die schade lijdt. Schade aan bebouwing door vernattingsmaatregelen kan ontstaan door grondwaterstijging en door toename inundatie vanuit oppervlaktewater, bijvoorbeeld omdat de beekbedding omhoog wordt gebracht.
Artikel 1.7 Kosten die niet in aanmerking komen voor een bijdrage
De milieueffectrapportage (m.e.r.) brengt de milieugevolgen van een plan of project in beeld voordat er een besluit over is genomen. De plan-m.e.r. heeft betrekking op de beoordeling van plannen en programma’s op een abstracter niveau en in een eerder stadium dan de project-m.e.r.. Het opstellen van een plan-m.e.r. is niet subsidiabel, het opstellen van een project-m.e.r. welke concreet gekoppeld is aan een uitvoeringsproject wel.
Voor het tijdig behalen van de doelen en het versnellen van de uitvoering van de projecten uit bijlage 2 is extra capaciteit nodig. Indien het waterschap ervoor kiest om de extra benodigde capaciteit niet in te huren, maar in dienst te nemen, dan zijn deze uren subsidiabel. Algemene overheadskosten van het waterschap zijn echter uitgesloten van een provinciale bijdrage.
Artikel 1.11 Verplichtingen van de bijdrageontvanger
Het opdrachtgeversoverleg WS-PNB is een ambtelijk overleg tussen provincie en waterschappen. De waterschappen hebben elk een maatwerkovereenkomst met de provincie getroffen over de doelen en opgaven in het beheergebied van het waterschap voor de planperiode tot en met 2027. Met de waterschappen wordt minimaal tweemaal per jaar overleg gevoerd om de voortgang van de projecten te bespreken en eventueel de programmering aan te passen. Deze overleggen worden integraal gevoerd met programma Natuur.
Het begroting- en verantwoordingsformat bevat de integrale projectenlijst met zowel de KRW, DPRA als DHZ-projecten. In dit document wordt aangegeven of de projecten volgens planning verlopen, worden activiteiten uit het deelproject gereed gemeld en wordt de kosten- en dekkingskant van projecten uiteengezet.
Artikel 1.13 Bevoorschotting en betaling
Gedeputeerde Staten bevoorschotten 100% van de bijdrage. In hoeveel termijnen het voorschot wordt uitgekeerd, hangt af van de liquiditeitsbehoefte van de aanvrager. Dit dient de aanvrager bij zijn aanvraag inzichtelijk te maken (zie artikel 1.5, onderdeel d, onder 7°).
Deze bijlage is tot stand gekomen na afstemming tussen het waterschap en de provincie Noord-Brabant. Deze bijlage, inclusief de plafondbedragen genoemd in artikel 1.9, worden geactualiseerd in een volgende openstelling. Nieuwe projecten aandragen voor financiering, dient te verlopen via het opdrachtgeversoverleg WS-PNB (zie artikel 1.11, onder d).