Organisatie | Winterswijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Treasurystatuut gemeente Winterswijk 2022 |
Citeertitel | Treasurystatuut gemeente Winterswijk 2022 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt het Treasurystatuut gemeente Winterswijk 2014.
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum inwerkingtreding.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-11-2022 | nieuwe regeling | 03-11-2022 |
De raad van de gemeente Winterswijk,
gelet op artikel 212 van de Gemeentewet, artikel 15 Financiële verordening gemeente Winterswijk, de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido), de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo) en de Regeling schatkistbankieren decentrale overheden, het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV), Algemene wet bestuursrecht (Awb), Wet houdbare overheidsfinanciën (Wet Hof) en Europese regelgeving betreffende staatssteun;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Winterswijk,
besluit: college B&W 27 september 2022, Zaaknummer 2043164
HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN
In dit statuut wordt verstaan onder:
Medium term notes (MTN) zijn verhandelbare leningen met een looptijd tussen de vijf en tien jaar. Qua structuur zijn het feitelijk gewone obligaties, alleen is de coupure doorgaans groter en/of is de looptijd korter. De handel in MTN’s vindt plaats op de onderhandse kapitaalmarkt en dus niet op de beurs, zoals bij gewone obligaties.
Renterisiconorm: De renterisiconorm (= 20% van de het begrotingstotaal) geeft aan welk deel van de vaste schuld maximaal in aanmerking komt voor aflossing en/of renteherziening. Het doel van de renterisiconorm is het beheersen van het renterisico op langlopende leningen of vaste schuld (met een rentetypische looptijd van één jaar of langer) door het aanbrengen van spreiding in de looptijden in de leningenportefeuille.
Treasuryfunctie: De treasuryfunctie omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De treasuryfunctie bestaat uit vier deelfuncties: risicobeheer, gemeentefinanciering, kasbeheer en debiteuren- en crediteurenbeheer.
Artikel 3. Uitgangspunten risicobeheer
Voor risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:
Artikel 4. Verstrekken van leningen, waarborgen en garantstellingen
Ten aanzien van het verstrekken van leningen, waarborgen en garantstellingen gelden de volgende algemene uitgangspunten:
Het college is bevoegd tot het verstrekken van leningen, waarborgen en garantstellingen waarbij de volgende criteria en voorwaarden gelden:
Er wordt geen lening, waarborg of garantstelling verstrekt aan een partij die activiteiten ontplooit in een markt waar andere commerciële ondernemingen gelijke producten of diensten aanbieden of aan ondernemingen waarbij het aandeelhouderschap niet voor eenieder in de lokale gemeenschap open staat en waarbij het bedrijfsresultaat terugvloeit naar een beperkte kring van private aandeelhouders;
Er wordt alleen een lening, waarborg of garantstelling verstrekt wanneer de aanvragende partij kan aantonen of aannemelijk kan maken dat zonder gemeentelijke lening, waarborg of garantstelling de uit te voeren activiteit niet, of tegen onevenredige meerkosten, van de grond kan komen. Enkel het behalen van een rentevoordeel als enige onderbouwing voor de gemeentegarantstelling is geen reden om de lening, waarborg of garantstelling te verstrekken. Wat als onevenredige meerkosten wordt gezien, wordt per aanvraag apart beoordeeld.
Er wordt alleen een lening, waarborg of garantstelling verstrekt indien er geen derde is die de lening, waarborg of garantstelling kan of wil verstrekken. Aan de gemeente moeten stukken overlegd worden waaruit blijkt dan aan tenminste twee partijen is gevraagd om een lening of garantstelling te verstrekken. Uit die stukken moet onderbouwd blijken waarom zij de lening of garantstelling niet willen verstrekken.
De looptijd van de lening of garantstelling komt overeen met de economische of, indien korter, technische levensduur van de investering. Vervroegde aflossing is bij een lening vanuit de gemeente altijd mogelijk. Bij financiering door een bank stimuleert de gemeente om mogelijkheden tot vervroegde aflossing in de financieringsvoorwaarden op te nemen.
In het voorgenomen besluit stelt het college tenminste het volgende aan de orde:
Een overzicht van de zekerheden die de kans op het niet terugontvangen van de hoofdsom, rente en garantstellingsprovisie tot een minimum beperken. Bij de financiering van een onroerende zaak eist de gemeente een eersterecht van hypotheek en bij een roerende zaak een recht van pand op de waarde van de betreffende zaak of de daarmee te verwerven inkomsten. Alleen in uitzonderlijke gevallen kan van de benutting van deze zekerheden, mits zorgvuldig onderbouwd, afgeweken worden.
Na het verstrekken van de lening, waarborg of garantstelling wordt -om de gemeente op de hoogte te houden van (financiële) ontwikkelingen van de aanvrager- gedurende de gehele looptijd van de lening of garantstelling jaarlijks een voortgangsgesprek gevoerd tussen de gemeente en de aanvrager. Daarnaast bericht aanvrager de gemeente proactief over zaken die een (financiële) impact kunnen hebben op de aanvrager zoals investeringen, onverwachte kosten of incidentele/structurele nieuwe, grote uitgaven.
Beëindiging van de lening, waarborg of garantstelling:
Bij surseance van betaling, faillissement, ontbinding van de aanvrager óf het niet naleven van de uit de lening- of garantstellingovereenkomst voortkomende voorwaarden, is het college van burgemeester en wethouders, zonder uitdrukkelijke ingebrekestelling, bevoegd al hetgeen op te eisen dat de gemeente heeft betaald.
HOOFDSTUK 3 GEMEENTEFINANCIERING
Bij het aantrekken van financieringen gelden de volgende uitgangspunten:
toegestane geldmarktinstrumenten zijn rekening-courant krediet bij banken, daggeld- en kasgeldleningen. Daggeld- en kasgeldleningen worden afhankelijk van de prijs rechtstreeks bij een bank of door inschakeling van een geldmakelaar afgesloten. Toegestane kapitaalmarktinstrumenten zijn onderhandse leningen en medium term notes (MTN);
Overtollige liquide middelen (boven het drempelbedrag schatkistbankieren) moeten in rekening-courant of in deposito bij het agentschap van het Ministerie van Financiën (schatkistbankieren) worden aangehouden of kunnen uitgeleend worden aan decentrale overheden, niet zijnde de toezichthoudende provincie.
De gemeente beoogt het realiseren van gunstige c.q. marktconforme condities voor af te nemen financiële diensten. Hiervoor gelden de volgende uitgangspunten:
financiële instellingen (kredietinstellingen, beleggingsinstellingen, effecteninstellingen, verzekeraars en pensioenfondsen) dienen onder Nederlands of anderszins EER-toezicht (lidstaten Europese Unie en Noorwegen, IJsland en Liechtenstein) te vallen, zoals De Nederlandsche Bank en de Verzekeringskamer;
Om de kosten van het geldstromenbeheer te minimaliseren worden de geldstromen op gemeenteniveau waar mogelijk op elkaar en op de liquiditeitenplanning afgestemd. Hierbij wordt erop toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig kunnen worden nagekomen.
HOOFDSTUK 5 TAKEN EN BEVOEGDHEDEN
Artikel 10. Taken en bevoegdheden
De taken en bevoegdheden met betrekking tot de treasuryfunctie van de gemeente staan in onderstaande tabel gedefinieerd.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 3 november 2022.
de griffier,
w.g
R.J.F. Jansen
de voorzitter,
w.g
B.J.J. Bengevoord
Bijlage 1 Eisen aanvraag van lening, waarborg of garantstelling
Garantstelling- of leningsaanvragen moeten altijd, voorafgaand aan het aangaan van de verplichting, schriftelijk bij het college van burgemeester en wethouders ingediend worden.
Aanvragen moeten voorzien zijn van:
Bijlage 2 Aanvullende bepalingen voor de overeenkomst van te verstrekken geldlening, waarborg of garantstelling
Bij het opstellen van de overeenkomst van door gemeente Winterswijk te verstrekken geldlening, waarborg of garantstelling moeten de volgende bepalingen in acht genomen worden:
Bij het verstrekken van een lening wordt het rentepercentage gehanteerd waartegen de gemeente op het moment, na positieve besluitvorming door de raad, bij het opstellen van de conceptleningsovereenkomst, bij eenzelfde looptijd als de te verstrekken lening, geld kan aantrekken bij de BNG Bank. Dit percentage wordt vermeerderd met 0,5-procentpunt ter dekking van administratieve lasten en als risico-opslag. Bij een afgegeven garantstelling brengt de gemeente deze 0,5% ook in rekening als garantstellingsprovisie, tenzij de aanvragende partij voor tenminste 10% van de totaalfinanciering gebruikmaakt van cofinanciering.
Indien de gemeentegarantstelling wordt aangesproken, en de gemeente (een) betaling(en) verricht aan de geldverstrekker, dient/dienen deze door de aanvrager in zijn geheel aan de gemeente te worden terugbetaald. Het aan de gemeente terug te betalen bedrag wordt verhoogd met een extra opslag van 1-procentpunt ter dekking van (administratieve) lasten van de gemeente. Vanaf de dag dat de gemeente de betaling(en) heeft gedaan, tot aan de dag dat terugbetaald wordt, wordt deze extra opslag in rekening gebracht. De aanvrager staat toe dat de gemeente openstaande betalingen mag verrekenen met uit te keren subsidies of andere betalingen. Eenzelfde verrekeningsmethodiek mag vanuit de gemeente worden toegepast wanneer het een lening betreft en de aanvrager niet tijdig aan de betalingsverplichtingen voldoet.
Bijlage 3 Toelichting op het Treasurystatuut gemeente Winterswijk 2022
Treasury (Engels voor schatkist) staat voor het beheren van de “treasures”, de schatten, oftewel het geld van de onderneming. Treasury omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s.
Voor de treasuryfunctie geldt het volgende wettelijk kader:
Deze regelgeving wordt hieronder kort toegelicht.
Wet financiering decentrale overheden (Wet fido)
De Wet fido bevat de regels waaraan het financieringsbeleid moet voldoen en de wijze waarop de provincie als toezichthouder geïnformeerd dient te worden.
Besluit Begroting en Verantwoording (BBV)
Het BBV bevat voorschriften voor de begrotings- en verantwoordingsdocumenten van gemeenten. Het BBV schrijft voor dat zowel in de begroting als het jaarverslag een financieringsparagraaf opgenomen moet worden.
Algemene wet bestuursrecht (Awb)
Volgens de Awb worden zowel het verstrekken van geldleningen als het verlenen van garantstellingen aangemerkt als subsidieverlening. Een subsidieverhouding wordt vastgelegd in een beschikking, waarin essentiële elementen als aanduiding van de activiteiten en de verplichtingen en het subsidiebedrag zijn vastgelegd.
Wet houdbare overheidsfinanciën (Wet Hof)
Wet met het doel het EMU-saldo en de EMU-schuld te beheersen (EMU= Economische en Monetaire Unie). Het EMU-saldo en EMU-schuld zijn de belangrijkste indicatoren voor de gezondheid van de overheidsfinanciën.
Europese regelgeving betreffende staatssteun
Regelingen met als doel het voorkomen van oneerlijke concurrentie tussen lidstaten. Het verstrekken van leningen of garantstellingen uit hoofde van de publieke taak dient aan deze regels te worden getoetst.
Op basis van artikel 212 Gemeentewet stelt de raad de financiële verordening vast. In deze verordening is o.a. vastgelegd dat de regels voor de financieringsfunctie zijn vastgelegd in het voorliggende treasurystatuut.
In dit treasurystatuut wordt het treasurybeleid van de gemeente op hoofdlijnen vastgelegd. Dat gebeurt in de eerste plaats door het aangeven van de doelstellingen van de treasury-functie (in artikel 2). Vervolgens geeft het bestuur in het statuut aan binnen welke richtlijnen en limieten de doelstellingen dienen te worden gerealiseerd. Een richtlijn is een bindend voorschrift voor een handelwijze die gevolgd moet worden en een limiet is een type richtlijn die een uiterste grens aangeeft. Een belangrijk deel van de limieten en richtlijnen is bepaald door de Wet fido.
Met de limieten en richtlijnen wordt het “risicoprofiel” van de gemeente bepaald, waarbinnen de treasury-activiteiten dienen te worden uitgevoerd. Bij het risicoprofiel voor de uitvoeringsregels ligt, in de lijn van de wet fido, de nadruk op prudent beheer en risicobeperking.
De paragraaf financiering in de begroting geeft de beleidsplannen voor de treasuryfunctie voor de komende jaren en in het bijzonder voor het eerstkomende jaar weer. Het bevat onder meergegevens over de algemene ontwikkelingen en de concrete beleidsplannen binnen de kaders van het statuut.
Het gaat hierbij vooral om de plannen voor het risicobeheer, de gemeentefinanciering (analyse financieringspositie, leningen- en garantieportefeuille en uitzettingsportefeuille) en het kasbeheer. Uit de toelichting zal moeten blijken dat de plannen binnen de kaders van de Wet fido en het treasurystatuut blijven. De paragraaf financiering in het jaarverslag geeft in het bijzonder een verschillenanalyse tussen de plannen zoals deze zijn opgenomen in de begroting en de realisatie in het verslagjaar.
Hierna worden waar nodig de in het treasurystatuut opgenomen artikelen toegelicht.