Organisatie | Renkum |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels eenmalige energietoeslag gemeente Renkum 2022-2 |
Citeertitel | Beleidsregels eenmalige energietoeslag gemeente Renkum 2022-2 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
ter vervanging van de regeling: https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR678114
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-11-2022 | 01-02-2023 | Beleidsregels eenmalige energietoeslag gemeente Renkum 2022-2 | 18-10-2022 |
Beleidsregels eenmalige energietoeslag gemeente Renkum 2022
Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Renkum;
1. titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;
2. artikel 35 van de Participatiewet.
- het college het wenselijk vindt om te bepalen in welke situaties en onder welke voorwaarden huishoudens in aanmerking kunnen komen voor een eenmalige energietoeslag 2022;
- het daarom wenselijk is voor dit doel beleidsregels vast te stellen;
Gezien het voorstel van 18 oktober 2022;
Vast te stellen de volgende ‘Beleidsregels eenmalige energietoeslag gemeente Renkum 2022-2’.
Als de aanvrager niet in aanmerking komt voor een eenmalige energietoeslag kan het college, gelet op alle omstandigheden, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor een eenmalige energietoeslag, indien dringende redenen hiertoe noodzaken.
Artikel 6 Inwerkingtreding, duur beleidsregels en overgangsrecht
Deze beleidsregels treden in werking op de dag van bekendmaking op www.overheid.nl onder gelijktijdige intrekking van de Beleidsregels eenmalige energietoeslag gemeente Renkum 2022.
Aldus besloten op 18 oktober 2022 te Oosterbeek.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
de secretaris,
P.U.L.M. Coesmans
de burgemeester,
A.M.J. Schaap
De beleidsregels eenmalige energietoeslag 2022-2 zijn op enkele onderdelen aangepast ten opzichte van de eerdere beleidsregels energietoeslag. De wijzigingen betreffen enerzijds de hoogte van de toeslag en de verlengde periode waarin de toeslag aangevraagd kan worden. Anderzijds zijn studenten niet langer als groep uitgesloten. Om die reden is het begrip huishouden toegevoegd aan artikel 1. Als laatste is de bepaling opgenomen dat een aanvrager aantoonbaar periodieke energielasten verschuldigd is. Om praktische redenen toetsen we alleen bij aanvragen die op grond van deze beleidsregels worden afgehandeld of er aantoonbaar energiekosten verschuldigd zijn. Dit is in overeenstemming met de bedoeling van de regeling.
Het doel van de energietoeslag is het bieden van een tegemoetkoming aan minima voor de stijgende energielasten. Het rijk heeft in artikel 35 lid 4 van de Participatiewet bepaald dat een stijging van de energielasten geen voorwaarde is:
“In afwijking van het eerste lid kan in het jaar 2022 bijzondere bijstand ook aan een alleenstaande of een gezin worden verleend in de vorm van een eenmalige energietoeslag, zonder dat wordt nagegaan of die alleenstaande of dat gezin in dat jaar een sterk gestegen energierekening had.”
Hierdoor wordt het uitvoeringsproces vereenvoudigd. Een neveneffect hiervan is dat de toeslag soms wordt uitgekeerd aan iemand die (nog) geen hogere energielasten heeft.
Door studenten uit te sluiten, trad in de praktijk ook een tegengesteld effect op: waar sprake was van gestegen energielasten bij een student, kwam deze desondanks niet voor de toeslag in aanmerking. In deze herziene beleidsregels zijn studenten niet langer als groep uitgesloten.
De beleidsregels eenmalige energietoeslag 2022-2 staan niet op zichzelf, maar zijn gebaseerd op artikel 35 van de Participatiewet. Dit betekent dat wie niet aan de voorwaarden van de wet voldoet, bijvoorbeeld omdat die persoon op de peildatum geen rechthebbende is of omdat een uitsluitingsgrond geldt, geen aanspraak kan maken op de energietoeslag. Soms kan dat een hardheid inhouden. Daar voorziet artikel 5 in.
In artikel 2 worden de doelgroep en voorwaarden nader omschreven. Met vermogen wordt geen rekening gehouden. Voor het begrip ‘inkomen’ en ‘referteperiode’ is aansluiting gezocht bij het beleid dat daarvoor al in de gemeente Renkum geldt. Daar voorziet artikel 1 in. Voor de ambtshalve groep geldt de peildatum op of vanaf 1 januari 2022. Voor de groep die een aanvraag doet, is de aanvraagdatum de peildatum.
Een ambtshalve toekenning is mogelijk als vaststaat dat de persoon op de peildatum recht heeft. Dit kan worden aangenomen bij huishoudens die algemene bijstand ontvangen of een uitkering IOAW, IOAZ, Bbz of AIO. Bij de Bbz zijn verschillende omstandigheden mogelijk. De in deze beleidsregels genoemde doelgroep betreft alleen de Bbz voor de kosten van levensonderhoud.
Er zijn situaties denkbaar waarbij de aanvrager op de peildatum weliswaar niet voldeed aan de voorwaarden voor de energietoeslag, maar de (enige) uitsluitingsgrond slechts van korte duur was. De gemeente kan overwegen om in dergelijke situaties een toets op hardheid van de voorgenomen afwijzing uit te voeren (zie artikel 5) en hier zo nodig ook beleidsuitgangspunten voor te formuleren. De hardheidsclausule artikel 16 van de Participatiewet voorziet hier niet in.