Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Alphen aan den Rijn

Beleidsregels Standplaatsen en Venten 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAlphen aan den Rijn
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels Standplaatsen en Venten 2022
Citeertitel
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-11-2022nieuwe regeling

01-11-2022

gmb-2022-496048

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels Standplaatsen en Venten 2022

1. Inleiding  

Ambulante handel is de verkoop van producten aan particulieren door rondtrekkende handelaren. De producten worden vanuit een (markt)kraam verkocht in een openbaar gebied, aan de openbare weg of bij mensen thuis aan de deur. Standplaatsen zijn vaste plekken waar ambulante handelaren een of meerdere dagen per week waren zoals vis, kaas, snacks, bloemen en dergelijke kunnen verkopen. Meerdere handelaren kunnen op verschillende dagen in de week van één standplaats gebruik maken. Naast standplaatsen kunnen handelaren ook venten. Bij venten beweegt de handelaar zich met een doorgaans kleine kar of een rijdende winkel door de straten op zoek naar klanten. Deze vormen van ambulante handel kunnen op positieve wijze bijdragen aan een levendige omgeving en een goed voorzieningenniveau voor lokale consumenten en bezoekers.

Om te voorkomen dat er te veel kramen in de gemeente staan en daarmee overlast, zoals parkeren, stank, of uitzichtbeperking te voorkomen, zijn standplaatsen onder voorwaarden toegestaan. Het college kan een vergunning verlenen voor het innemen van een standplaats en daaraan voorwaarden verbinden. Op grond van artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan het college de uitoefening van deze bevoegdheid regelen door beleidsregels vast te stellen. In dit beleid worden de beleidsregels rondom standplaatsen en venten nader toegelicht.

1.2. Aanleiding actualisatie beleid  

Het standplaatsenbeleid uit 2015 heeft lang volstaan om alle standplaatshandelaren een plek te kunnen bieden. De belangrijkste aanleiding om het beleid te actualiseren was om het proces rondom de vergunningverlening te verduidelijken, enerzijds door jurisprudentie rondom schaarse vergunningen, anderzijds om meer duidelijkheid te bieden aan standplaatsnemers.

Doordat we in onze gemeente sinds 2015 een maximum aantal standplaatsen hebben, is er sprake van schaarse vergunningen. Wetgeving en jurisprudentie schrijven voor dat (potentiële) gegadigden voor schaarse vergunningen gelijke kansen moeten hebben om daarvoor in aanmerking te komen. In het beleid wordt hiervoor een mededingingsmethode beschreven om de beschikbare vergunningen op transparante wijze te verdelen. Daarnaast mogen schaarse vergunningen slechts een beperkte duur hebben, maar deze duur moet lang genoeg zijn om de investeringen in de kraam terug te kunnen verdienen. In het nieuwe beleid gaan we daarom uit van een nieuwe termijn voor vergunningen.

Daarnaast bleek de afgelopen jaren dat kramen zoals foodtrucks, koek en zopie en kramen voor winkels volgens de APV Alphen aan den Rijn ook onder standplaatsen vallen. In het nieuwe beleid is hiervoor een nieuwe categorie incidentele standplaatsen opgenomen.

Als laatste was het oude beleid niet in elk opzicht even duidelijk met betrekking tot de vergunningverlening. De werkwijze, die al jaren gehanteerd wordt, is daarom verduidelijkt in dit beleid.

1.3. Uitgangspunten nieuw beleid  

A. Versterken lokaal voorzieningenniveau

Standplaatsen worden beschouwd als een aanvulling op het bestaande winkel- en marktaanbod, zeker op locaties met weinig detailhandelsvoorzieningen zoals kleine winkelcentra. Bij voorkeur is de branchering van een standplaats daarom aanvullend op het omliggende winkelaanbod, om zo het voorzieningenaanbod voor de lokale consument te versterken.

B. Stimuleren venten

Om ondernemerschap te stimuleren en levendigheid in het straatbeeld te creëren, wordt venten gestimuleerd. Bij venten worden producten telkens vanaf een andere plaats aangeboden en verkocht, waardoor de venter voortdurend in beweging is.

Doordat voor venten geen vergunning nodig is en er geen leges in rekening worden gebracht, kan venten een goed alternatief voor een standplaatsvergunning zijn. Indien echter blijkt dat door het venten problemen ontstaan in de sfeer van overlast, zal overwogen worden het venten vergunningplichtig te maken.

C. Transparante regels

Uit recente jurisprudentie volgt dat standplaatsenvergunningen in Alphen aan den Rijn schaarse vergunningen zijn en dat moet worden voldaan aan de Europese Dienstenrichtlijn. Dit betekent onder meer dat alle (potentiële) gegadigden gelijke kansen moeten krijgen voor een standplaatsvergunning en dat de gemeente daarbij gebonden is om de duur van standplaatsvergunningen in de tijd te beperken. Tegelijkertijd wil de gemeente standplaatshouders wel de ruimte bieden om te investeren in een kwalitatieve en duurzame kraam. Daarvoor is het wenselijk dat zij voldoende perspectief hebben om hun investeringen terug te kunnen verdienen. In het nieuwe beleid wil de gemeente daarom duidelijkheid bieden aan alle (potentiële) gegadigden over hoe wij hier mee omgaan.

1.4. Relevante wettelijke en beleidskaders  

Voor het standplaatsenbeleid zijn er een aantal wettelijke en beleidskaders die de basis vormen voor dit beleid. Dit zijn: de detailhandelsvisie 2016-2025 Alphen aan den Rijn, de winkeltijdenverordening Alphen aan den Rijn 2015, de Alcoholwet, de Handelsregisterwet, de Warenwetbesluit, het voedselveiligheidsplan (HACCP-plan), het allergenenbeleid, de Bbgbop, de Wet milieubeheer en de aankomende Omgevingswet. In Bijlage 2 staat nader beschreven wat deze kaders inhouden.

2. Definities, type standplaatsen en locaties  

 

In dit hoofdstuk worden de juridische en beleidsmatige uitgangspunten voor standplaatsen en de bijbehorende nadere regels beschreven.

2.1. Definities standplaatsen en venten  

Dit beleid beperkt zich tot de standplaatsen en venten, zoals bedoeld in afdeling 3 en 4 (artikel 5:14 tot en met 5:20) van de APV Alphen aan den Rijn.

Standplaats:het vanaf een vaste plaats, op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten, gebruikmakend van fysieke middelen. Denk aan een kraam, een wagen, een tafel of een foodtruck, waar vis-, bloemen- of oliebollen, etc. verkocht worden. Het begrip standplaats heeft betrekking op de locatie en moet openbaar toegankelijk zijn.

Onder een standplaats wordt niet verstaan: een vaste plaats op een (jaar)markt en of een evenement. Onder vast wordt ook geen kiosk of ander bouwwerk verstaan. Vast wordt in dit geval gebruikt om aan te geven dat het een standplaats op een vaste locatie is voor een bepaalde periode.

Standplaatshouder: natuurlijk persoon aan wie een standplaatsvergunning is verleend.

Venten: het in de uitoefening van ambulante handel te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten op een openbare en in de open lucht gelegen plaats of aan huis. Bij venten is het van belang dat de venter in beweging is, tenzij hij klanten bedient. De venter biedt zijn waren voortdurend aan vanaf een andere plaats en het tijdelijk stilstaan in afwachting van klanten is geen venten. Het verschil tussen venten en het innemen van een standplaats betreft de periode gedurende welke goederen vanaf dezelfde plaats op straat worden aangeboden aan willekeurige voorbijgangers. Voor venten hoeft geen vergunning te worden aangevraagd, maar in Artikel 5:14 van de APV Alphen aan den Rijn zijn wel algemene regels opgenomen ten aanzien van venten.

2.2.Type standplaatsen  

Er zijn verschillende soorten standplaatsen. Zo wordt er onderscheid gemaakt tussen standplaatshouders die het hele jaar staan, een kortere aaneengesloten periode staan of een incidentele (zeer) korte periode staan. De verschillende type standplaatsen worden hieronder toegelicht.

2.2.1. Jaarrond standplaatsen

Een jaarrond standplaats betreft een standplaats die voor een langere periode (minimaal 1 jaar) op dezelfde aangewezen locatie, dag(en) en tijd(en) wordt ingenomen met een mobiele kraam of kar. Een standplaatslocatie kan door meerdere standplaatsnemers op verschillende dagen worden ingenomen. De kramen mogen ’s nachts niet blijven staan met uitzondering van aaneengesloten dagen voor de bakwagens. Hierover worden aparte voorwaarden opgenomen in de vergunning.

2.2.2. Seizoensstandplaatsen

Een seizoensstandplaats betreft een standplaats die voor een kortere periode (minimaal 1 maand tot maximaal 5 maanden) op dezelfde aangewezen locatie wordt ingenomen met een mobiele kraam of kar, voor de verkoop van seizoensgebonden waren en goederen. Hierbij kan gedacht worden aan de verkoop van oliebollen en kersgroen. Standplaatsen voor de verkoop van kerstgroen mogen voor een kortere periode worden ingenomen, maar wel voor minimaal 2 weken. De periode wordt vastgelegd in de vergunning en kan ingaan vanaf de 1e of 15e dag van de desbetreffende maand. Kramen met een seizoensstandplaats mogen ’s nachts blijven staan.

Seizoen

Branche

Periode

Winter

 

 

Oliebollen

1 oktober t/m 31 januari

Kerstbomen

1 december t/m 24 december

Koek en zopie

1 november t/m 31 maart

2.2.3. Incidentele standplaatsen

Een standplaats die voor een (zeer) kortere periode (vanaf 1 dag) op een nader te bepalen locatie wordt ingenomen. Voor incidentele standplaatsen wordt onderscheid gemaakt tussen maatschappelijke en commerciële standplaatsen.

  • 1.

    Maatschappelijke incidentele standplaatsen: een standplaats waarbij de activiteiten of opbrengsten voor een niet-commercieel doel zijn. Deze standplaatsen worden bijvoorbeeld ingenomen door verenigingen, stichtingen en politieke partijen met een maatschappelijk, ideëel of sociaal doel. Bijvoorbeeld een kraam bij politieke verkiezingen of collecte voor goede doelen.

  • 2.

    Commerciële incidentele standplaatsen: een standplaats waarbij de activiteiten of opbrengsten voor commerciële doelen zijn. Bijvoorbeeld:

    • a.

      Commerciële promotiedoeleinden;

    • b.

      Commerciële verkoop van producten, zoals foodtrucks of ‘koek en Zopie’. Zie hieronder een nadere uitwerking van deze twee categorieën.

    • c.

      Commerciële verkoop van producten voor de eigen winkel. Hieronder volgt een andere uitwerking van deze categorie.

Incidentele maatschappelijke en commerciële promotie standplaatsen

Deze standplaatsvergunningen mogen voor elke willekeurige locatie in de gemeente worden aangevraagd. Per aanvraag wordt bekeken of het past in het gebied (gelet op de openbare orde en veiligheid) en of het niet botst met eventuele andere activiteiten op dezelfde dag. In het geval dat de plek wordt aangevraagd in een winkelgebied is het van belang dat de aanvrager contact opneemt met de desbetreffende winkeliersvereniging.

Belangrijke voorwaarden voor een maatschappelijke en commerciële promotie standplaats zijn: dat er geen producten ter verkoop worden aangeboden of anderszins (ruil)handel worden bedreven, de standplaats de doorstroom van het winkelend publiek niet mag hinderen en de toegangsdeuren van de winkels vrij toegankelijk zijn en blijven.

Foodtrucks

Volgens de definitie van een standplaats moeten foodtrucks een standplaats innemen en hiervoor een standplaatsvergunning aanvragen. De eigenaar van de foodtruck mag hiervoor een jaarrond of incidentele standplaatsvergunning aanvragen. Het is daarbij niet toegestaan voor particulieren (inwoners/bedrijven) om een foodtruck in te huren en deze op openbare of eigen grond te plaatsen en vanuit de foodtruck goederen, voedsel en dranken te verkopen. Indien foodtrucs ingehuurd worden als onderdeel van een evenement dan is dit onder voorwaarden toegestaan (zie hiervoor het evenementenbeleid van gemeente Alphen aan den Rijn).

Koek en zopie (pilot)

Tijdens de vorstperiode kunnen aanvragen voor koek- en zopiekramen bij natuurijs (langs de waterkant) ingediend worden. Bij koek- en zopiekramen worden warme dranken (m.u.v. alcoholische drank/glühwein), soep, koek en broodjes verkocht. Dit is een nieuwe categorie in het standplaatsenbeleid en daarom wordt er tijdens de eerste vorstperiode die zich aandient vanaf 2023 gekeken of onderstaande bepalingen in de praktijk werken, of er beleidspunten moeten worden aangepast en een aanpassing in de APV Alphen aan den Rijn moet volgen.

Koek- en zopiekramen mogen alleen worden ingenomen op de vastgestelde locaties (zie bijlage) en gedurende de periode dat er natuurijs ligt waarop geschaatst kan worden. Als de standplaatsnemer aan de voorwaarden voor een koek- en zopiekraam voldoet, hoeft er alleen een melding bij de gemeente gedaan te worden. Dit kan uiterlijk 1 maand tot 3 werkdagen voorafgaand aan de gewenste ingangsdatum gedaan worden. Bij te veel meldingen wordt de plek toegewezen aan degene die als eerste de melding heeft ingediend. Horecaondernemers met een horecabedrijf gevestigd aan het water hoeven geen melding te doen indien de koek- en zopiestandplaats wordt ingenomen op eigen terrein/terras.

Koek- en zopiekramen mogen bij de vastgestelde openbare schaatslocaties geplaatst worden (zie bijlage 3). De algemene richtlijn per locatie is 100 meter tussen de kramen. De openingstijden van de kramen zijn gelijk aan de tijden zoals beschreven in de winkeltijdenverordening. Als iemand eerder wenst open te gaan, dan kan hiervoor een ontheffing aangevraagd worden.

Kraam voor eigen winkel

Voor een incidentele standplaats direct voor de eigen winkel voor de verkoop van producten uit het eigen assortiment of producten gerelateerd aan de branche van de winkel, is een incidentele standplaatsvergunning nodig. Deze vergunning mag 2 keer per jaar worden aangevraagd voor in totaal maximaal 8 dagen.

De standplaats mag niet worden ingenomen met een (al dan niet gemotoriseerde) verkoopwagen, dus uitsluitend met een kraam. De kraam moet direct aansluitend tegen de voor- of zijgevel worden geplaatst en de breedte van de kraam mag niet meer bedragen dan de breedte van de eigen voor- of zijgevel. Daarbij mag de kraam de doorstroom van winkelend publiek niet hinderen, de toegangsdeur tot de winkel niet blokkeren en geen belemmering vormen voor de hulpdiensten. Bij de standplaats mag geen gebruik worden gemaakt van een bak- of braadtoestel of kookbrander. Het gebruik van een warmhoudtoestel op elektra is wel toegestaan, onder voorwaarde dat er een brandblusser bij de standplaats aanwezig is.

Verschil incidentele standplaats bij winkel of uitstalling

Soms willen ondernemers voor hun winkelpand een kraam plaatsen om producten uit te stallen. Wanneer producten buiten worden aangeboden en er wordt buiten de winkel afgerekend, dan valt dit onder een standplaats en is dit zonder incidentele standplaatsvergunning niet toegestaan. Wanneer producten alleen worden aangeboden en binnen in de winkel worden afgerekend, dan valt dit onder een uitstalling. Hiervoor is geen standplaatsvergunning nodig.

2.3.Standplaatslocaties  

2.3.1. Locaties

Een standplaatslocatie is een geografisch gebied waarbinnen de standplaats te situeren is. Het college wijst de locaties voor jaarrond- en seizoensstandplaatsen, en koek en zopie aan. In bijlage 3 van dit beleid staan de locaties beschreven.

Het nieuwe maximumaantal jaarrond en seizoensstandplaatsen op gemeentegrond wordt vastgesteld op 20. Dit is minder dan voorgaande jaren omdat bij een aantal locaties de (ruimtelijke) situatie dusdanig veranderd is, dat het niet meer mogelijk / wenselijk is om daar een standplaats te hebben.

Het kan ook gebeuren dat na inwerkingtreding van deze beleidsregels een standplaatslocatie door (ruimtelijke) ontwikkelingen niet langer geschikt is als standplaatslocatie. Indien mogelijk, wacht de gemeente tot het einde van de vergunningsduur en komt de standplaats daarna te vervallen. Als dit geen optie is, wordt in overleg met de standplaatshouder gezocht naar een andere bestaande of nieuwe standplaatslocatie. Als er geen overeenstemming met de standplaatshouder kan worden bereikt over verplaatsing, wordt binnen de bestaande mogelijkheden van dit beleid naar een andere oplossing gezocht.

2.3.2. Branchering

Het behouden van een zo’n volwaardig en compleet mogelijk voorzieningenaanbod in de wijken en kernen van de gemeente is een belangrijk uitgangspunt. Met name in de kernen zien we een afname in het dagelijks aanbod en is soms geen of slechts één enkele winkel van een bepaalde branche gevestigd. Als deze laatste winkels verdwijnen bestaat het risico dat het lokale voorzieningenniveau voor de consument in het gedrang komt. Daarom wil de gemeente met standplaatsen een zo’n volwaardig mogelijk voorzieningenniveau nastreven door de branchering te laten aansluiten op wat er al in het winkelcentrum gevestigd is. Daarnaast biedt het voor standplaatsnemers ook meer toegevoegde waarde als hun aanbod niet overlapt met de bestaande winkelvoorzieningen in de nabije omgeving.

Voorafgaand aan de inschrijftermijn voor een standplaatsperiode zullen daarom de mogelijke branches per standplaats vastgesteld worden door het college van B&W en bekend gemaakt worden. De branches wijzigen alleen indien het winkelaanbod in de directe omgeving wijzigt. Bij inschrijving voor een standplaatslocatie is het voor een standplaatsnemer verplicht om aan te geven in welke branche hij producten verkoopt.

Om een zo gevarieerd mogelijk aanbod op een bepaalde standplaatslocatie te stimuleren, wordt de maximale standplaatsduur van een bepaalde branche per kern (m.u.v. de kern Alphen aan den Rijn) beperkt tot twee dagen in de week. Op deze manier wordt in het belang van de consument, als ook andere standplaatshouders, de diversiteit aan standplaatsen gestimuleerd en daarmee een zo’n volwaardig mogelijk aanbod in de kernen nagestreefd.

2.3.3. Weekmarkt en evenementen

Een aantal standplaatslocaties bevinden zich op dezelfde locatie als de weekmarkt. Het is dan niet mogelijk om de standplaats in te nemen, omdat deze plek dan voor de weekmarkt wordt gebruikt. Daarom wordt er geen standplaatsvergunning verleend op de dag(en) dat de weekmarkt er staat, met uitzondering van seizoensstandplaatsen.

Daarnaast kan het voorkomen dat er evenementen gehouden worden op de locatie van een standplaats. Dan wordt door de gemeente gekeken of de standplaats in het kader van de openbare orde en (verkeers-)veiligheid kan worden ingepast in het evenement. Indien blijkt dat de standplaats niet inpasbaar is, zal in samenwerking met de standplaatshouder gezocht worden naar een alternatieve locatie voor de desbetreffende dag(en).

2.3.4. Schaarse standplaatsvergunningen

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) heeft in 2016 een uitspraak gedaan, waardoor een nationale rechtsnorm is erkend en daarmee de besluitvorming over schaarse vergunningen veranderd heeft. Doordat het aantal beschikbare vergunningen (in dit geval voor standplaatsen) beperkt is, is er sprake van schaarse vergunningen. De nationale rechtsnormen, de Dienstenwet, Europese Dienstenrichtlijn en jurisprudentie geven daardoor aan dat (potentiële) gegadigden voor schaarse vergunningen gelijke kansen moeten hebben om in aanmerking te komen. Gelijke kansen moeten gecreëerd worden door:

  • 1.

    Iedereen de mogelijkheid te geven om naar de beschikbare vergunning mee te dingen;

  • 2.

    De beschikbaarheid van één of meerdere schaarse vergunningen openbaar kenbaar te maken. En daarbij aan te geven in welk tijdvak aanvragen ingediend kunnen worden en op welke manier de beschikbare vergunningen verdeeld worden.

  • 3.

    Door de duur van vergunningen niet van onbepaalde tijd of buitensporig lang te laten zijn. Als richtlijn wordt gehanteerd dat de vergunning niet onnodig langer mag zijn dan de terugverdientijd van de investeringen.

Dit gelijkheidsbeginsel vormt daarmee een aanvulling op de dienstenrichtlijn en het Werkingsverdrag van de EU.

2.3.5. Standplaatsen op particulier terrein

Een standplaats kan zowel op gemeentegrond, als op particulier terrein dat openbare toegankelijk is worden ingenomen. Op grond van artikel 5:19 van de APV dient de standplaatsnemer wel te beschikken over een standplaatsvergunning. Standplaatsen op particuliere grond vallen daarom ook onder het maximumstelsel en daarom is hier ook mededinging op van toepassing.

De aanvraag voor een standplaats op particuliere grond wordt gedaan door degene die een standplaats wil innemen. Bij het indienen van de aanvraag moet een schriftelijke toestemming of een privaatrechtelijke overeenkomst tussen de grondeigenaar en de aanvrager van de standplaatsvergunning worden overlegd.

3. Aanvraagprocedure  

Elke ondernemer moet voldoende kans hebben om mee te dingen naar een (schaarse) standplaatsvergunning en de procedure moet voldoende gelijkwaardig en transparant zijn. In dit proces is het niet mogelijk om de huidige standplaatsnemers voorrang te geven. Het proces bestaat vanaf 2023 voor een jaarrond of seizoensstandplaats uit 3 stappen:

  • 1.

    Publicatie en bekendmaking van de vrijgekomen standplaatsen.

  • 2.

    Indienen van inschrijvingen voor een standplaatsvergunning door de potentiële gegadigden om in aanmerking te komen voor een standplaats.

  • 3.

    Een toetsingsprocedure.

  • 4.

    Het verlenen en publiceren van de standplaatsvergunning op een rechtsgeldige publicatiebron en in lokale huis-aan-huisbladen.

3.1. Publicatie vrijgekomen standplaatsen  

Vrijgekomen jaarrond- en seizoensstandplaatsen worden gepubliceerd op de gemeentelijke website en in de lokale huis-aan-huisbladen. Potentiële standplaatshouders kunnen zo op de hoogte worden gesteld als er standplaatsen vrijkomen en kunnen zich aanmelden. Bij de bekendmaking staat in ieder geval: 1) de locatie, 2) beschikbare dagen, 3) mogelijke branchering, 4) de indieningsperiode voor aanvragen, en 5) op welke manier een aanvraag kan worden ingediend.

Op sommige momenten kunnen er meerdere standplaatsen tegelijkertijd vrijkomen. Een ondernemer kan een aanvraag indienen voor één standplaatsvergunning en kan optioneel een tweede voorkeur doorgeven voor een andere standplaats. Ook voor een eventuele tweede locatie geldt de mededingingsprocedure. Buiten deze aanmeldingsperiode worden er geen wachtlijsten bijgehouden.

3.2. Aanvraag termijn  

Jaarrond standplaatsen

Gegadigden dienen bij een vrijgekomen vaste standplaatslocatie binnen dezelfde kalendermaand als de publicatie op de website een volledige aanvraag in. Als er op de aangegeven einddatum bij een vrijgekomen standplaatslocatie geen aanvragen binnen zijn, komt de vrije standplaatslocatie op de website te staan onder de beschikbare standplaatsen en zal de eerstvolgende aanvraag als eerste behandeld worden en in aanmerking kunnen komen voor de standplaats.

Seizoensstandplaatsen

Voor een seizoensstandplaatsen kunnen gegadigden voor 1 juli van het betreffende kalenderjaar een aanvraag indienen voor een oliebollen standplaatsvergunning. Bij meerdere aanvragen zal een loting plaatsvinden.

3.3. Indieningsvereisten  

Via het aanvraagformulier op de gemeentelijke website wordt aan de aanvrager gevraagd het volgende ten minste aan te geven:

  • Naam, e-mailadres, mobiel telefoonnummer, privéadres van de standplaatsnemer en namen van de medewerkers.

  • Op welke standplaatslocatie de aanvraag betrekking heeft (adres van de standplaats) en eventueel het adres van de locatie van de tweede voorkeur.

  • Op welke dagen/maanden van het jaar de aanvraag betrekking heeft. Een aanvraag voor een seizoensstandplaats kan alleen voor de minimale duur van 2 weken en maximaal 4 maanden.

  • Een situatieschets waaruit blijkt welke afmetingen de verkoopvoorziening (wagen/kraam) heeft en de benodigde ruimte voor eventuele uitstalling, statafels, luifel/windscherm en/of reclame-uiting. Hieruit moet duidelijk worden welke ruimte wordt gebruikt als de kraam open (en gesloten voor seizoensplaatsen) is.

  • Een beschrijving van de voorzieningen (elektra, bakvoorziening, afvalverwerking) die de ondernemer treft om de kwaliteit van de standplaats te waarborgen.

  • Duidelijke foto's van de verkoopvoorziening (voor- en achterkant).

  • Welke assortimenten de aanvrager gaat voeren en tot welke branche(s) deze behoort uit lijst in bijlage 1.

  • Indien het een standplaats op particuliere grond betreft, dient een formele (schriftelijke) toestemming van de grondeigenaar meegestuurd te worden.

  • Recent uittreksel van de Kamer van Koophandel.

  • Een kopie van een geldig legitimatiebewijs van de aanvrager.

3.4. Inschrijving en procedure  

Inschrijving

Na de bekendmaking kunnen handelaren een aanvraag indienen via de gemeentelijke website met het daarvoor bestemde aanvraag formulier. Alleen volledige aanvragen, inclusief de op het formulier gevraagde bijlagen, komen in aanmerking voor behandeling. Een aanvrager die een onvolledige aanvraag heeft ingediend, krijgt 2 weken de gelegenheid om zijn aanvraag aan te vullen (artikel 4:5, lid 1, sub c, AWB), mits de aanvraag binnen de gestelde inschrijftermijn is binnengekomen. Als de aanvraag na de hersteltermijn nog niet volledig is, dan wordt deze buiten behandeling gelaten.

Toetsing en lotingssysteem

Het toetsingsproces bestaat uit de volgende stappen:

Stap 1: beoordeling inschrijvingen

Alle inschrijvingen worden beoordeeld aan de hand van deze beleidsregels en aan artikel 5:18, lid 2, APV Alphen aan den Rijn.

Stap 2: verdeling van dagen

Er wordt vastgesteld of er meerdere aanvragen voor dezelfde dag op dezelfde locatie zijn binnengekomen.

  • Indien er één aanvraag voor een locatie op een bepaalde dag is binnengekomen, dan wordt de vergunning aan deze aanvrager verleend.

  • Indien er twee of meer aanvragen voor een locatie op een bepaalde dag zijn binnengekomen, dan neemt de gemeente contact op met de betreffende aanvragers om te kijken of ten minste één van hen op een andere dag wil staan. Als hier mee tot een goede verdeling van dagen gekomen kan worden, dan worden de vergunningen aan deze aanvragers verleend.

  • Als het niet lukt om tot een andere verdeling van dagen, dan wordt er over gegaan op loting.

Stap 3: loting

Als loting noodzakelijk is, wordt er per locatie en per dag waarop meerdere inschrijvingen zijn geloot. Er wordt geloot door de namen van de aanvragers van dezelfde dag en locatie op een apart briefje te schrijven, deze op te vouwen en in een bak te doen. Vervolgens trekt een vergunningverlener onder toeziend oog van een medewerker van economische zaken het winnende lot. De aanvrager van wie het winnende lot wordt getrokken, komt als eerste in aanmerking voor een vergunning. Indien er meer dan twee aanvragers zijn, wordt één extra lot getrokken als reserve. Indien de aanvrager aan wie de standplaats is toegewezen zich terugtrekt, dan krijgt de reserve de standplaats aangeboden. Indien er slechts één andere aanvrager is, dan is deze aanvrager vanzelfsprekend de reserve aanvrager. Na loting worden er geen wachtlijsten bijgehouden.

3.5. Standplaatsen waarop geen mededinging van toepassing is  

Aanvragen voor incidentele standplaatsen en de verkoop van kerstbomen behoeven geen mededinging. Een aanvraag voor een incidentele standplaatsvergunning wordt in principe 4 weken voor aanvang van de aangevraagde periode ingediend. Aanvragen voor een incidentele standplaats op dezelfde locatie worden op volgorde van binnenkomst behandeld. Aanvragers die in het verleden een vergunning hebben gekregen voor een bepaalde locatie hebben geen voorrang op andere aanvragers. Er worden geen wachtlijsten bijgehouden.

Voor koek en zopie standplaatsen is geen vergunning nodig, maar mogen de aangewezen locaties worden ingenomen als er ijs ligt waarop geschaatst kan worden en de standplaatsnemer aan de voorwaarden voldoet. Voor het innemen van de plek moet wel melding gemaakt worden bij de gemeente. Dit kan uiterlijk 1 maand tot 3 werkdagen voordat de plek wordt ingenomen gedaan worden.

3.6. Leges  

Voor het aanvragen van een vergunning is de aanvrager leges verschuldigd aan de gemeente. De hoogte van de leges worden jaarlijks vastgesteld in de legesverordening van de gemeente Alphen aan den Rijn.

4. Standplaatsvergunning  

4.1. inhoud vergunning  

Een vergunning voor een standplaats bevat ten minste:

  • 1.

    Tot welke datum de vergunning geldig is;

  • 2.

    Het type standplaats: jaarrond, seizoensgebonden of incidenteel;

  • 3.

    De naam van de vergunninghouder;

  • 4.

    De locatie van de standplaats;

  • 5.

    De dagen en/of periode waarin de standplaats ingenomen mag worden;

  • 6.

    De branche of artikelen die de standplaatsnemer mag verhandelen;

  • 7.

    De aan de vergunning gebonden voorwaarden.

4.2. Geldigheidsduur jaarrond- en seizoensstandplaatsen  

Schaars vergunningen mogen slechts een beperkte geldigheidsduur hebben om andere handelaren de mogelijkheid te bieden om mee te dingen naar een standplaatsvergunning. Tegelijkertijd moeten handelaren met een vergunning voldoende gelegenheid hebben om goed te kunnen ondernemen. Daarom is ervoor gekozen om standplaatsvergunningen met een maximale doorlooptijd van 5 jaar te verlenen, met de optie voor de standplaatsnemer om eenmalig met 5 jaar te verlengen. In totaal kan een standplaatsvergunning dus voor maximaal 10 jaar verleend worden aan eenzelfde standplaatsnemer. Deze periode geeft handelaren voldoende tijd om hun investeringen terug te verdienen en een klantenkring op de vergunde standplaats op te bouwen. Kortere vergunningen kunnen het ook bemoeilijken om krediet te verkrijgen bij een bank.

Voor het aflopen van de eerste 5 jaar verstuurt de gemeente een brief naar de standplaatsondernemer met daarin de vraag of de standplaatsnemer wil verlengen. Als de tweede periode erop zit, zal de gemeente een brief naar de standplaatsnemer versturen met daarin uitleg over het aflopen van de vergunning en het eventueel meedoen aan een nieuwe mededingingsronde voor de standplaats.

4.3. Geldigheidsduur incidentele standplaatsen  

De geldigheidsduur voor incidentele standplaatsen is afhankelijk voor welke activiteit de vergunning wordt aangevraagd en of het past bij andere activiteiten die in de omgeving georganiseerd worden. Alleen voor een kraam voor de eigen winkel kunnen winkeliers maximaal 2 keer per jaar een incidentele vergunning aanvragen voor in totaal maximaal 8 dagen.

4.4. Proefperiode standplaatsen  

Na de start van de vergunningsperiode hebben standplaatsnemers een proefperiode van ten minste 3 tot maximaal 6 maanden, waarin de standplaatsnemer gemakkelijk de huurovereenkomst kan opzeggen. De proefperiode is onderdeel van de 5-jarige huurovereenkomst.

Mocht de standplaatsnemer in zijn proefperiode opzeggen, dan volgt er geen nieuwe mededingingsronde en krijgt de tweede kandidaat uit de laatste ronde als eerste de keus aangeboden om deze standplaats in te nemen. Als er geen tweede kandidaat is, volgt wel een nieuwe mededingingsronde. Dit geldt alleen voor standplaatsen die niet op particuliere grond staan, voor deze standplaatsen wordt samen met de grondeigenaar gekeken naar een oplossing.

4.4. Overschrijven vergunning  

Vergunningen zijn in principe niet overdraagbaar, vanwege hun schaarse karakter en economische waarde. Slechts bij langdurige ziekte of overlijden van de standplaatsnemer kan het college schriftelijk toestemming geven om de vergunning te laten overschrijven op naam van de levenspartner, nakomeling of medewerker.

Zij komen in deze volgorde in aanmerking voor de vergunning, mits zij het volledige bedrijf overnemen. Indien de vergunning wordt overgeschreven naar een medewerker, moet deze persoon kunnen aantonen dat hij/zij gedurende een periode van tenminste één jaar voor de vergunninghouder op de standplaats werkzaam is geweest. Een verzoek tot overschrijven van de vergunning dient binnen zes weken na het overlijden of langdurige ziekmelding van de vergunninghouder schriftelijk bij de gemeente te worden ingediend.

4.5. Opzeggen standplaats  

Mocht de standplaatsnemer de standplaatsvergunning en huurovereenkomst tussentijds willen opzeggen, dan kan dit schriftelijk gedaan worden en dan heeft de standplaatsnemer een opzegtermijn van ten minste 2 kalendermaanden. In uitzonderlijke gevallen kunnen hierover aparte afspraken met de standplaatsnemer gemaakt worden.

Na afloop van de vergunningsperiode of bij het tussentijds opzeggen van de standplaats moet de locatie leeg en schoon worden opgeleverd. Een standplaats wordt niet gezien als een bouwwerk en moet op eenvoudige wijze te ontruimen zijn.

4.6. Intrekken vergunning  

Het college van B&W mag de vergunning intrekken als:

  • De standplaats voor andere functies dan ambulante handel wordt gebruikt;

  • De voorschriften die aan de vergunning zijn verbonden niet worden nageleefd;

  • Als de voorschriften van de huurovereenkomst niet worden nageleefd;

  • De vergunninghouder de standplaats niet persoonlijk inneemt. De vergunninghouder mag zich op de standplaats wel laten bijstaan door een of meerdere werknemers;

  • Als de standplaats gedurende een bepaalde periode niet of slechts incidenteel wordt ingenomen;

  • Als er niet aan artikel 5:18 van de APV Alphen aan den Rijn wordt voldaan.

4.7. Innemen standplaats  

De standplaatsnemer mag de standplaats innemen op de dagen zoals vermeld in de standplaatsvergunning binnen de tijden zoals vastgelegd in de winkeltijdenverordening 2015. Hieronder valt ook het op- en afbouwen van de standplaats.

Voor standplaatsen die slechts één dag worden ingenomen geldt een mobiliteitseis. Dit betekent dat de aanwezige inrichting, zoals een kraam of verkoopwagen een mobiel karakter heeft en verplaatsbaar is. Het dagelijks verwijderen van de verkoopwagen/verkoopinrichting waarborgt dat de overlast van de standplaats op de directe omgeving zoveel mogelijk wordt beperkt.

Voor seizoensstandplaatsen of standplaatsen die meerdere aaneengesloten dagen worden ingenomen geldt geen mobiliteitseis. Zij mogen de verkoopwagen/verkoopinrichting 's nachts laten staan op de in de vergunning vermelde dagen c.q. nachten. In beide gevallen mag de standplaats of bijbehorende objecten op geen enkele wijze vast in de grond verankerd worden.

Daarnaast geldt dat:

  • Tijdens het innemen van een standplaats mag geen muziek of enig versterkt geluid ten gehore worden gebracht.

  • Een standplaats mag geen belemmering vormen voor de doorstroming van het verkeer. Met uitzondering van voetgangersgebieden moet de loopruimte voor voetgangers minimaal 1,50 meter bedragen. Indien er een trottoir of stoeprand aanwezig is, wordt deze afstand gemeten vanaf de trottoirband of stoeprand. In voetgangersgebieden moet altijd een vrije doorgang van minimaal 4,5 meter zijn t.b.v. hulpdiensten en overig (bevoorradings-)verkeer.

  • Op andere wegen en weggedeelten is te allen tijde een vrije en onbelemmerde doorgang van minimaal 4,5 meter aanwezig voor hulpverleningsdiensten. Een in de bestrating aangebrachte gidslijn voor blinden en slechtzienden moet altijd vrij blijven.

  • De directe omgeving van de standplaats dient vrij te worden gehouden van afvalstoffen. Afval dient zo vaak als nodig op een verantwoorde wijze worden opgeruimd. Bij de standplaats dienen daarvoor voldoende afvalbakken geplaatst te worden.

  • Een terras dat deel uitmaakt van een standplaats is niet toegestaan. Het is wel toegestaan om maximaal 2 hoge tafels/statafels te plaatsen voor het eten van producten die op de standplaats zijn gekocht, mits dit geen overlast voor de omgeving veroorzaakt.

4.8. Stroom- en watervoorziening  

De standplaatshouder is zelf verantwoordelijk voor het organiseren van een passende elektra- en watervoorziening. Op de meeste locaties zijn deze voorzieningen namelijk niet aanwezig. Dan kan de standplaatshouder (in overleg) gebruik maken van de voorzieningen van een naastgelegen bedrijf of gebruik maken van een aggregaat. Voor het gebruik van aggregaten moet worden voldaan aan de Wet milieubeheer. Eventuele kosten voor de aanleg van elektra- of watervoorzieningen kunnen niet op de gemeente verhaald worden.

Op punten waar wel elektriciteit aanwezig is, zal de gemeente de kosten voor het energiegebruik in rekening brengen of de aanvrager verzoeken zelf een energiemeter te plaatsen. In ieder geval zijn de kosten voor dergelijke nutsvoorzieningen niet bij de huurprijs/ leges inbegrepen. Daarnaast wordt eventueel een maximaal wattage per plek opgenomen. Kosten voor de reparatie van eventuele doorgeslagen stoppen zijn voor de standplaatsnemer.

4.9. Handhaving  

Toezicht en handhaving wordt uitgevoerd volgens het principe van informatie gestuurd handhaven. Dit betekent dat wordt gereageerd op signalen en meldingen. De handhaving richt zich dan op de verleende vergunning, opgenomen voorschriften in de vergunning, in de APV opgenomen regelgeving over de standplaatsen en op basis van de WABO (illegale bouwwerken)/ omgevingswet.

Bij constatering van overtredingen wordt eerst gewaarschuwd en vervolgens wordt bestuursrechtelijk opgetreden, dit kan leiden tot het intrekken van de huurovereenkomst en/of de vergunning. Daarnaast zijn ook publiekrechtelijk sancties mogelijk (aanzeggen van bestuursdwang of opleggen van een last onder dwangsom), met als uiterste sanctie het verwijderen van de mobiele verkoopinrichting door de Gemeente Alphen aan den Rijn. De afdeling Veiligheid, Toezicht & Handhaving is belast met toezicht, controle en handhaving. In het veiligheids- en handhavingsbeleid gaat het bij standplaatsen voornamelijk om markttoezicht.

5. Huurovereenkomst  

Naast een vergunning ontvangt de standplaatsnemer ook een huurovereenkomst van de gemeente. In de huurovereenkomst wordt de huurprijs voor het gebruik van de grond middels een private afspraak vastgelegd. De huurprijzen worden jaarlijks vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders en vastgelegd in het grondprijzenbeleid. Het tarief zal per individuele kraam berekend worden op basis van het aantal vierkante meters. Kosten voor nutsvoorzieningen (elektriciteit en water) zijn hierin niet meegenomen, omdat niet elke standplaats beschikt over een nutsvoorziening of deze anderszins wordt gefaciliteerd.

In de vergunningsvoorwaarden komt te staan dat een standplaats niet mag worden ingenomen zonder huurovereenkomst en in de huurovereenkomst komt te staan dat een vergunning nodig is.

Indien de standplaats op particulier terrein wordt ingenomen, ontvangt de standplaatsnemer geen huurovereenkomst van de gemeente. In dat geval moet de standplaatsnemer eigenstandig afspraken maken met de grondeigenaar over de hoogte van de huur en het gebruik van de grond.

6. Inwerkingtreding en hardheidsclausule  

6.1. Inwerkingtreding  

Deze beleidsregels en bijbehorende nadere regels treden in werking een dag na publicatie.

6.2. Overgangsbepaling  

Voor de huidige vergunninghouders (2022) worden de vergunningen bij wijze van overgang eenmalig met 10 jaar verlengd. De duur van deze periode is gelijk aan de vergunningsduur volgens de nieuwe beleidsregels. Deze periode wordt gehanteerd zodat de huidige vergunninghouders de tijd hebben om zich in te kunnen stellen op de nieuwe beleidsregels en de gevolgen hiervan. Tevens hebben zij hierdoor de tijd om hun recentste investeringen (deels) terug te verdienen.

6.2. Hardheidsclausule  

Het college heeft de bevoegdheid om, in gevallen die naar haar oordeel tot een bijzondere hardheid leiden, ten gunste van de aanvrager af te wijken van het standplaatsenbeleid.

Bijlage 1: branchering standplaatsen  

Branches met dagelijkse (vers)producten

1

Vis en visproducten (gebakken & verse vis)

2

Aardappelen, groente en fruit

3

Zuivelproducten

4

Vleeswaren

5

Poelierswaren

6

Noten & gedroogde vruchten

7

Stroopwafels

8

Overige en buitenlandse delicatesse

9

Frites en andere snacks

10

Loempia’s en andere pasteitjes

11

Chocolade, drop en snoep

12

Poffertjes en churros

13

Oliebollen en warm gebak

14

IJs (schepijs of verpakt ijs)

15

Koffie, sapjes, of andere non-alcoholische dranken

16

Anders, namelijk…

Bijlage 2: relevante wettelijke- en beleidskaders  

Een toelichting op de beschreven wettelijke- en beleidskaders in hoofdstuk 1.

Detailhandelsvisie 2016-2025 Alphen aan den Rijn

In de detailhandelsvisie van Alphen aan den Rijn is de voorzieningenstructuur van Alphen aan den Rijn en de omliggende kernen in kaart gebracht. Om te voorzien in een toekomstbestendige voorzieningenstructuur voor consumenten en het tegen gaan van leegstand in winkelgebieden, is het van belang een goede balans te houden tussen het aantal winkels en het aantal standplaatsen.

Winkeltijdenverordening Alphen aan den Rijn 2015

De openingstijden van standplaatsen moeten voldoen aan de winkeltijdenverordening van Alphen aan den Rijn.

Alcoholwet

In artikel 18 van de Alcoholwet is gesteld dat geen alcoholhoudende drank vanaf een standplaats mag worden verkocht.

Handelsregisterwet

Op basis van de Handelsregisterwet 2007 dient een ondernemer ingeschreven te zijn bij de Kamer van Koophandel. Zonder benodigde inschrijving is het niet toegestaan om goederen dan wel diensten aan te bieden.

Warenwetbesluit

In het ‘Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen’ staat aan welke eisen levensmiddelen moeten voldoen. Daaronder vallen bereiding, behandeling, bewaring, verpakking en vervoer. De eisen zijn bedoeld om de verontreiniging van levensmiddelen te voorkomen.

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) controleert of de regels van de Warenwet worden nageleefd. Bij overtreding van de Warenwet kan de NVWA-maatregelen nemen. De NVWA kan bijvoorbeeld een waarschuwing geven of een bestuurlijke boete opleggen.

Voedselveiligheidsplan (HACCP-plan)

Elk bedrijf dat met levensmiddelen werkt, moet een voedselveiligheidsplan (HACCP) hebben. Een voedselveiligheidsplan beschrijft de processen die belangrijk zijn bij ontvangst, bereiding, productie, verpakking, opslag en transport van levensmiddelen. In het plan staan ook de zogeheten kritische controlepunten. Dit zijn punten in het productieproces die vragen om extra maatregelen om de voedselveiligheid te garanderen. Ondernemers die levensmiddelen verkopen en volgens HACCP-regels werken, zijn in staat veilig voedsel te produceren. Iedere branche heeft een specifieke invulling als het gaat om voedselveiligheid. Daarom hebben diverse branches een eigen pakket aan eisen, een zogeheten hygiënecode. Het is niet verplicht om deze hygiënecode te gebruiken voor een eigen voedselveiligheidsplan.

Allergenenbeleid

Allergenen zijn eiwitten die allergische reacties kunnen opwekken. Mensen met een voedselallergie reageren overgevoelig na het eten van allergenen waar ze allergisch voor zijn. Sinds 2014 moet van alle producten die te koop worden aangeboden de allergeneninformatie bekend zijn en schriftelijk of mondeling aan de klant te worden verstrekt.

Bbgbop

In het in het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen (Bbgbop) zijn alle wettelijke voorschriften opgenomen waaraan ondernemers zich moeten houden. Hierin staan onder andere de artikelen met betrekking tot het veilig gebruik van (veilige) toestellen en installaties, en een veilige opstelling van de kraam in de openbare ruimte.

Wet milieubeheer

Op grond van het Besluit houdende regels ter uitvoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Besluit omgevingsrecht) vallen standplaatsen (over het algemeen) onder de werking van het Activiteitenbesluit Wet milieubeheer. Hierin zijn voorschriften opgenomen ter bescherming van het milieu, waaraan de vergunninghouder dient te voldoen, onder andere ten aanzien van afval(water), geluid en lucht. Het college kan aan deze bepalingen maatwerkvoorschriften verbinden. Op grond van artikel 8.40 van de Wet milieubeheer dient soms een melding te worden ingediend. Een vergunninghouder kan pas van de standplaatsvergunning gebruik maken, nadat aan bovengenoemde meldingsplicht is voldaan.

Omgevingswet

De Omgevingswet bundelt alle wetten voor de leefomgeving, zoals de wet milieubeheer. Het is de verwachting dat de Omgevingswet per 1 januari 2023 ingaat. Indien nodig, wordt het standplaatsenbeleid geüpdatet naar aanleiding van nieuwe wet- en regelgeving.

Bijlage 3: locaties standplaatsen  

Locatie

Ter hoogte van huisnummer

Dagen/periode

Opmerking

Koudekerk

Prins Bernhardstraat

29-33

Hele week (m.u.v. marktdagen). Per branche maximaal twee dagen

Aarlanderveen

Stationsweg, bij brandweerkazerne 

4b

Hele week. Per branche maximaal twee dagen

Ziendeweg

Bij de kano-losplaats

Hele week

Alphen aan den Rijn – Jaarrondplaatsen

Emmalaan / Koningin Julianabrug

Onder de brug

Hele week

Laan den Continenten / Euromarkt

Hele week

Winkelcentrum de Atlas

Kruising Provincie passage / Flevolandstraat

Hele week

Winkelcentrum de Baronie

92

Hele week

Standplaats op privéterrein

Winkelcentrum de Herenhof

Herenhofplein

Hele week

Alphen aan den Rijn - seizoensstandplaatsen

Baronie

1 oktober – 31 januari

Oliebollen / Standplaats op privéterrein

Euromarkt

199

1 oktober – 31 januari

Oliebollen

Herenhof P-Terrein Jumbo

183

1 oktober – 31 januari

Oliebollen

Kalkovenweg

5a

1 oktober – 31 januari

Kerstbomen

Ridderhof/BBS

1 oktober – 31 januari

Oliebollen

Julianastraat

62

1 oktober – 31 januari

Oliebollen

Station

Bij bussen-platform

1 oktober – 31 januari

Oliebollen

Boskoop

Burgemeester Colijnstraat

24 – Marktplein / naast de Kerk

Hele week (m.u.v. marktdagen). Per branche maximaal twee dagen

Hazerswoude Dorp

Parkeerterrein De Juffrouw

Hele week (m.u.v. marktdagen). Per branche maximaal twee dagen

Standplaats op privéterrein

ITC terrein –Denemarkenlaan

Hele week

Dorpsstraat - Huisman

95

December

Alleen verkoop van Kerstbomen

Hazerswoude-Rijndijk

Da Costasingel

Achter het voormalig gemeentehuis

Hele week (m.u.v. marktdagen). Per branche maximaal twee dagen

Locaties Koek en Zopie

Alphen aan den Rijn

Weteringpark

Wijk Burggooi

Vijver tussen de huizen en de geluidswal

Aarlanderveen

Treinweg

Benthuizen

De Dijk

Hazerswoude-Dorp

Poelzoom

Hazerswoude-Rijndijk

Da Costasingel

Vijver achter het oude gemeentehuis