Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeenschappelijke Regeling Waterschapsbedrijf Limburg

Delegatiebesluit Waterschapsbedrijf Limburg 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGemeenschappelijke Regeling Waterschapsbedrijf Limburg
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingDelegatiebesluit Waterschapsbedrijf Limburg 2022
Citeertitel
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-11-2022Nieuwe regeling

28-09-2022

bgr-2022-1191

Tekst van de regeling

Intitulé

Delegatiebesluit Waterschapsbedrijf Limburg 2022

Het Algemeen bestuur van het Waterschapsbedrijf Limburg;

 

Overwegende

- dat vanwege gewijzigde wet- en regelgeving (zoals onder meer de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren) een actualisatie van het delegatie- en mandaatbesluit wenselijk is;

- dat conform bestuurlijke wens het geactualiseerde delegatie- en mandaatbesluit van het Waterschap Limburg als uitgangspunt is genomen, waar op punten wordt afgeweken vanwege de specifieke kenmerken van het Waterschapsbedrijf Limburg;

- dat het streven is om bevoegdheden en verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie te beleggen;

- dat het wenselijk is om tot een overzichtelijke indeling en structuur te komen van de gedelegeerde bevoegdheden, met een duidelijkere rubricering van de verschillende typen bevoegdheden;

- dat voor de realisering van bovengenoemde uitgangspunten een nieuw delegatiebesluit nodig is.

 

Gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Gemeenschappelijke regeling Waterschapsbedrijf Limburg en de Algemene wet bestuursrecht;

 

BESLUIT:

 

Met betrekking tot de beslissing, de voorbereiding, de uitvoering en ondertekening van de onder de competentie van het Algemeen bestuur vallende aangelegenheden het navolgende delegatiebesluit vast te stellen.

 

 

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. delegeren: Het krachtens artikel 50ea, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen overdragen door het Algemeen bestuur van zijn bevoegdheid tot het nemen van besluiten aan het Dagelijks bestuur die deze onder eigen verantwoordelijkheid uitoefent;

b. Algemeen bestuur: Het Algemeen bestuur van Waterschapsbedrijf Limburg;

c. Dagelijks bestuur: Het Dagelijks bestuur van Waterschapsbedrijf Limburg.

 

Artikel 2 Gedelegeerde bevoegdheden

De volgende bevoegdheden worden door het Algemeen bestuur gedelegeerd aan het Dagelijks bestuur:

 

Waterzuivering

1. Het bouwen, exploiteren, onderhouden en beheren van alle zuiveringstechnische werken met toebehoren in het beheersgebied van de gemeenschappelijke regeling op zodanige wijze dat de doelmatige werking van de zuiveringstechnische werken onder alle normale plaatselijke weersomstandigheden is gewaarborgd, ongebruikelijke situaties buiten beschouwing gelaten, op grond van artikel 3.5e, tweede lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer;

2. Het contractbeheer van de waterkwaliteitslaboratoriumactiviteiten;

3. Het bemonsteren en analyseren van zowel het inkomende, onbehandelde stedelijk afvalwater als het te lozen gezuiverde stedelijk afvalwater op grond van artikel 3.5g, eerste lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer;

4. Het opstellen en overleggen van een rapportage van de onder de zorg van het Waterschapsbedrijf Limburg staande zuiveringstechnische werken en van de resultaten van de bemonstering, analyse en beoordeling op grond van artikel 3.5g, tweede lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer;

5. Het inbrengen van informatie over zuiveringstechnische werken waarnaar het ingezamelde afvalwater wordt getransporteerd van een gemeente bij de voorbereiding van het gemeentelijke rioleringsplan op grond van artikel 4.23, eerste lid, van de Wet milieubeheer;

 

Onroerende zaken

6. Het aan- en verkopen en ruilen van onroerende zaken.

7. Het in gebruik geven, (ver)huren of (ver)pachten van onroerende zaken. Hieronder wordt ook begrepen het aangaan, wijzigen en beëindigen van pacht- en jachtrechtovereenkomsten;

8. Het vestigen, wijzigen, opzeggen en afstand doen van zakelijke rechten. Hieronder wordt ook verstaan het vestigen, wijzigen, opzeggen en afstand doen van zakelijke rechten ten behoeve van het leggen van kabels en leidingen en het aanbrengen van andere werken van openbaar nut of de liquidatie daarvan;

9. Het nemen van beslissingen omtrent het tot stand brengen, wijzigen, of tenietgaan van kwalitatieve verplichtingen.

 

Aanbestedingen

10. De vaststelling van de wijze en het houden van aanbestedingen voor uit te voeren werken, leveringen en diensten conform het besluit Drempelbedragen voor het inkoop- en aanbestedingsbeleid en voor financiële volmacht;

11. Met inachtneming van Europese en nationale voorschriften, nadere regels stellen die bij de aanbesteding en gunning van werken, leveringen en diensten in acht genomen moeten worden;

12. Het incidenteel gemotiveerd afwijken van inkoop- en aanbestedingsbeleid.

 

Financiën

13. Het besluiten tot votering van de individuele investeringskredieten per project, die in het Meerjarig InvesteringsProgramma bij de programmabegroting door het Algemeen bestuur zijn aangewezen;

14. Het besluiten tot het gunnen van opdrachten, het aangaan van verplichtingen en het sluiten van contracten;

15. Het beschikken over de post onvoorzien op de begroting;

16. Het schuiven tussen kredieten binnen een paraplukrediet, mits hierdoor de voor het betreffende paraplukrediet voorziene kredietruimte niet wordt overschreden;

17. Het vaststellen van regels voor budgetbeheer en financieel mandaat;

18. Het af- en overschrijven van begrotingsbedragen binnen het aan een afdeling toegekend budget;

19. Beschikbare geldmiddelen met inachtneming van de in het treasurystatuut gestelde regels tijdelijk beleggen;

20. Geldleningen met inachtneming van de in het financieringsstatuut gestelde regels aangaan ter financiering van de publieke taak;

21. Het aanwenden van een getroffen voorziening voor het doel waarvoor de voorziening beschikbaar is gesteld;

22. Het aangaan en wijzigen van rekening-courantovereenkomsten;

23. Het verlenen van vermindering of kwijtschelding van verplichtingen aan hen, die verplichtingen jegens het Waterschapsbedrijf Limburg zijn aangegaan;

 

Juridisch en procedureel

24. Het aangaan van samenwerkingsverbanden, niet zijnde de oprichting van en de deelneming in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen.

25. De aanwijzing van bestuursleden voor samenwerkingsverbanden waarin het Waterschapsbedrijf Limburg deelneemt;

26. Het binnen het bestaande beleidskader bepalen van het standpunt van het Waterschapsbedrijf Limburg in de hoedanigheid van deelnemer aan samenwerkingsverbanden op het gebied van het water(keten)beheer;

27. Het aanvragen van subsidies;

28. Het beoordelen, vaststellen, verlenen, intrekken, wijzigen, betalen en terugvorderen van subsidies, voor zover er sprake is van een van de omstandigheden als genoemd in artikel 4:23, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en daarom is voorzien in subsidieverlening;

29. Het beslissen op verzoeken aan het Algemeen bestuur betreffende:

a. Informatie

b. Het verwerken van persoonsgegevens

30. Het besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen;

31. Het besluiten tot het toekennen, afwijzen en intrekken van schadevergoeding of nadeelcompensatie;

32. Het voeren van de volgende (gerechtelijke) procedures, alsmede het nemen van alle daarbij behorende voorbereidende beslissingen en conservatoire en executoriale maatregelen ter voorbereiding of ter beëindiging van deze procedures en de tenuitvoerlegging van uitspraken, vonnissen en arresten:

a. Het in alle instanties instellen van bezwaar en beroep, alsmede het vragen van een voorlopige voorziening en het voeren van bezwaarprocedures en procedures bij de bestuursrechter;

b. Het in alle instanties instellen en voeren van bijzondere bestuursrechtelijke procedures, inclusief de behandeling van en het voeren van verweer inzake klachten;

c. Het in alle instanties instellen van procedures (ook kort geding) en het voeren van procedures bij de burgerlijke rechter;

d. Het in alle instanties instellen van procedures en het voeren van procedures bij de strafrechter, inclusief het doen van beklag over het niet vervolgen van strafbare feiten;

e. Het indienen van inspraakreacties, het afgeven van bedenkingen, zienswijzen en adviezen inzake ruimtelijke plannen, de watertoets daaronder begrepen, indien een recht daartoe bij wettelijk voorschrift aan het waterschap of het waterschapsbestuur is toegekend;

f. Het onderwerpen van een procedure aan arbitrage of bindend advies.

33. Het stellen van nadere regels voor onderwerpen die door het Algemeen bestuur in verordeningen zijn bepaald;

34. De bevoegdheid om ermee in te stemmen dat overheden bij afzonderlijk besluit taken passend binnen het kader van de Gemeenschappelijke regeling Waterschapsbedrijf Limburg – zijnde het waterzuiveringsbeheer en het contractbeheer van waterkwaliteitslaboratoriumactiviteiten – op- of overdragen aan het Waterschapsbedrijf Limburg;

35. Het vaststellen van de hoofdlijnen van de organisatiestructuur.

 

Artikel 3 Voorwaarden voor gebruik van gedelegeerde bevoegdheden

a. Indien gebruik wordt gemaakt van een gedelegeerde bevoegdheid, vindt dit plaats binnen de door het Algemeen bestuur vastgestelde beleidsregels.

b. Indien uit het gebruik van een gedelegeerde bevoegdheid kosten voortvloeien, moet op de begroting een post zijn opgenomen om deze kosten te dekken.

 

Artikel 4 Wijziging wetgeving

Ingeval van wijziging van wetgeving waarop de delegatie berust, blijft de delegatie verleend en wordt de delegatie geacht te zijn verleend op grond van de corresponderende bepalingen in de gewijzigde wetgeving. De wijzigingen in de wetgeving worden bij de eerstvolgende herziening van het delegatiebesluit verwerkt.

 

Artikel 5 Inlichtingenplicht gebruik gedelegeerde bevoegdheden

De krachtens delegatie genomen besluiten worden tenminste jaarlijks ter kennis van het Algemeen bestuur gebracht.

 

Artikel 6 Citeertitel, inwerkingtreding en intrekking oud besluit

1. Dit besluit kan worden aangehaald als: Delegatiebesluit Waterschapsbedrijf Limburg 2022

2. Het Delegatiebesluit Waterschapbedrijf Limburg 2022 treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking conform de vigerende wet- en regelgeving;

3. Het Delegatiebesluit Waterschapsbedrijf Limburg, vastgesteld op 9 juni 2009, wordt op het moment van inwerkingtreding als bedoeld in het tweede lid, ingetrokken, zij het dat de op grond daarvan genomen besluiten van kracht blijven.

 

 

 

 

 

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van het Algemeen bestuur van 28 september 2022.

De directeur,

ing E.M. Pelzer MMO

De voorzitter,

drs. ing. P.F.C.W. van der Broeck

Toelichting bij het Delegatiebesluit Waterschapsbedrijf Limburg 2022

 

Aanleiding actualisatie

Het Algemeen bestuur van het Waterschapsbedrijf Limburg kan bevoegdheden delegeren aan het Dagelijks bestuur van het Waterschapsbedrijf Limburg. Met het voorliggende Delegatiebesluit Waterschapsbedrijf Limburg 2022 heeft het Dagelijks bestuur van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Conform de bestuurlijke wens is het format voor het nieuwe (concept)delegatie- en mandaatbesluitbesluit van Waterschap Limburg als uitgangspunt genomen, maar is op bepaalde punten afgeweken vanwege de specifieke kenmerken van het Waterschapsbedrijf Limburg. Daarnaast wordt een actualisatie van het Delegatie- en Mandaatbesluit beoogd vanwege gewijzigde wetgeving, zodat:

- er in de toekomst voor de praktijk kan worden volstaan met één Delegatiebesluit en één Mandaatbesluit, en

- de in de gemeenschappelijke regeling opgenomen bevoegdheden in het Delegatiebesluit zijn opgenomen.

 

Gelijktijdig met de vaststelling van het Delegatiebesluit Waterschapsbedrijf Limburg 2022 zal een geactualiseerd Mandaatbesluit Waterschapsbedrijf Limburg 2022 worden vastgesteld.

 

In dit Delegatiebesluit Waterschapsbedrijf Limburg 2022 zijn bij de delegatie van bevoegdheden aan het Dagelijks bestuur de volgende criteria in acht genomen:

- invloed vooraf en/of verantwoording achteraf;

- routinematigheid;

- slagvaardigheid/werkbaarheid, mede in relatie tot vergaderfrequentie;

- verantwoordelijkheid voor beleid: waar kan deze het best worden belegd en op welk detailniveau.

 

Bevoegdheden Algemeen bestuur

Op grond van artikel 50, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen [Wgr] kunnen de algemene besturen, de Dagelijkse besturen en de voorzitters van twee of meer waterschappen afzonderlijk of tezamen, ieder voor zover zij voor het eigen waterschap bevoegd zijn, een gemeenschappelijke regeling treffen ter behartiging van een of meer bepaalde belangen van die waterschappen.

Op grond van artikel 50e van de Wgr berusten de bevoegdheden die bij de regeling worden overgedragen, bij het Algemeen bestuur, tenzij bij wet of in de regeling anders is bepaald.

 

In artikel 50ea van de Wgr is de delegatiegrondslag gegeven. In het eerste lid is bepaald: “Het Algemeen bestuur kan aan het Dagelijks bestuur bevoegdheden van het Algemeen bestuur overdragen, tenzij de aard van de bevoegdheid zich daartegen verzet.” In het tweede lid is bepaald welke bevoegdheden het Algemeen bestuur niet mag overdragen:

a. Het vaststellen van de begroting of van de jaarrekening, bedoeld in artikel 50f;

b. Het heffen van rechten, bedoeld in artikel 50b, eerste lid, onder a;

c. Het vaststellen van verordeningen door strafbepaling of bestuursdwang te handhaven.

 

In artikel 3 van de Gemeenschappelijke regeling Waterschapsbedrijf Limburg zijn de te behartigen belangen opgenomen:

1. De bouw, de exploitatie, het onderhoud en het beheer van alle zuiveringstechnische werken met toebehoren;

2. Het contractbeheer van de waterkwaliteitslaboratoriumactiviteiten.

 

Op grond van artikel 5 van de Gemeenschappelijke regeling Waterschapsbedrijf Limburg treedt het Algemeen bestuur, het Dagelijks bestuur en de voorzitter van de regeling in de plaats van de respectievelijke bestuursorganen van de deelnemers, ieder voor zover het hen aangaat, voor de uitvoering van enige wettelijke bepaling betreffende de in artikel 3 genoemde belangen. Op grond van artikel 6 van de Gemeenschappelijke regeling Waterschapsbedrijf Limburg dragen het Algemeen bestuur, het Dagelijks bestuur en de voorzitter van de deelnemers de uitvoering van de in bijlage 1 opgenomen wettelijke bepalingen betreffende de in artikel 3 genoemde belangen over aan de respectievelijke bestuursorganen van de regeling, ieder voor zover het hen aangaat. Op het terrein van zuiveringsbeheer betreft het de volgende bevoegdheden:

• het beheer van de zuiveringstechnische werken in het beheersgebied van de waterschappen;

• bemonstering en analyse als bedoeld in artikel 6.7, eerste lid, Waterbesluit – thans artikel 3.5g, eerste lid, Activiteitenbesluit milieubeheer;

• de opstelling van een rapportage als artikel 6.7, tweede lid, Waterbesluit – thans artikel 3.5g, tweede lid, Activiteitenbesluit milieubeheer;

• inbreng bij de voorbereiding van een gemeentelijk rioleringsplan als bedoeld in artikel 4.23 Wet milieubeheer.

 

In artikel 10 van de Gemeenschappelijke regeling Waterschapsbedrijf Limburg zijn de taak en de bevoegdheden van het Algemeen bestuur opgenomen:

a. het vaststellen en wijzigen van de begroting;

b. het vaststellen van de bijdragen van de deelnemers in de kosten van de regeling;

c. het vaststellen van de rekening;

d. het vaststellen van de hoofdlijnen van de organisatiestructuur;

e. het aangaan van geldleningen en van rekening-courant overeenkomst;

f. het uitlenen van gelden;

g. het uitvoeren van opgedragen of overgedragen taken als bedoeld in Hoofdstuk III van de regeling;

h. het vaststellen van verordeningen die noodzakelijk zijn ter behartiging van de taken van de regeling;

i. het vaststellen van een treasurystatuut.

 

Bevoegdheden Dagelijks bestuur

Artikel 14 van de Gemeenschappelijke regeling Waterschapsbedrijf Limburg geeft de bevoegdheden van het Dagelijks bestuur aan:

a. de voorbereiding van al hetgeen in de vergadering van het Algemeen bestuur van de regeling ter overweging en beslissing moet worden gebracht;

b. het uitvoeren van de besluiten van het Algemeen bestuur van de regeling;

c. de uitvoering van opgedragen of overgedragen taken als bedoeld in Hoofdstuk III van de regeling.

 

Bij gebruik bevoegdheid delegatiebesluit vermelden

In artikel 10:19 van de Algemene wet bestuursrecht [Awb] is bepaald dat een besluit dat op grond van een gedelegeerde bevoegdheid wordt genomen, het delegatiebesluit en de vindplaats daarvan vermeld.

 

 

 

 

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

De overdracht van bevoegdheden van het Algemeen bestuur naar het Dagelijks bestuur wordt delegatie genoemd. Delegatie is een echte overdracht van bevoegdheden, dat wil zeggen dat de bestuursbevoegdheid wordt overgedragen aan het Dagelijks bestuur die deze op eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid uitoefent. Het Algemeen bestuur kan de bevoegdheid na delegatie niet meer zelf uitoefenen. Wel kan het delegatiebesluit op grond van artikel 10:18 Awb (deels) worden ingetrokken (zie ook de toelichting onder artikel 5).

 

Artikel 2 Gedelegeerde bevoegdheden

In artikel 2 worden de bevoegdheden van het Algemeen bestuur opgesomd die aan het Dagelijks bestuur worden overgedragen.

 

Artikel 3 Voorwaarden voor gebruik van gedelegeerde bevoegdheden

Gebruikmaking van de gedelegeerde bevoegdheid vindt altijd plaats binnen de door het Algemeen bestuur eventueel vastgestelde beleidsregels. Zie ook artikel 10:20, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

 

Artikel 4 Wijziging wetgeving

Door deze bepaling wordt gewaarborgd dat de delegatie wordt geacht mede betrekking te hebben op gewijzigde wetgeving om te voorkomen dat hierdoor onbevoegd besluiten genomen worden.

De benodigde aanpassingen worden dan meegenomen bij de eerstvolgende wijziging van het delegatiebesluit.

 

Artikel 5 Inlichtingenplicht gebruik gedelegeerde bevoegdheden

Deze bepaling bevat de wijze waarop het Algemeen bestuur wordt ingelicht over het gebruik van de gedelegeerde bevoegdheden. Zie ook artikel 10:16, tweede lid, Awb, waarin is bepaald dat degene aan wie de bevoegdheid is gedelegeerd (Dagelijks bestuur), het bestuursorgaan (Algemeen bestuur) op diens verzoek inlichtingen verschaft over de uitoefening van de bevoegdheid.

De inlichtingenplicht houdt verband met de mogelijkheid voor het Algemeen bestuur om beleidsregels (artikel 4:8 Awb en artikel 10:20, tweede lid, Awb) te stellen over de wijze waarop de gedelegeerde bevoegdheden moeten worden uitgeoefend en de mogelijkheid om het delegatiebesluit (deels) in te trekken (artikel 10:18 Awb).

 

Artikel 6 Citeertitel, inwerkingtreding en intrekking oud besluit

Lid 3 is opgenomen om duidelijk te maken dat besluiten die zijn genomen op grond van eerdere delegatiebesluiten bevoegd zijn genomen.