Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
IJsselstein

Beleidsregel wegslepen, bewaren en teruggave van voertuigen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieIJsselstein
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel wegslepen, bewaren en teruggave van voertuigen
CiteertitelBeleidsregel wegslepen, bewaren en teruggave van voertuigen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wegenverkeerswet 1994
  2. Besluit wegslepen van voertuigen
  3. Wegsleepverordening IJsselstein 2022
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-11-2022nieuwe regeling

01-11-2022

gmb-2022-495477

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel wegslepen, bewaren en teruggave van voertuigen

Inleiding

Op 29 september 2022 heeft de raad de Wegsleepverordening IJsselstein 2022 vastgesteld. Deze verordening is vastgesteld om uitvoering te kunnen geven aan de wegsleepregeling uit de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994) en het Besluit wegslepen van voertuigen (Besluit).

 

Bergen van een voertuig na een aanrijding of diefstal

Ook bij een aanrijding of diefstal kan er sprake zijn van het bergen van een voertuig. Het bergen van een voertuig valt in dat geval niet onder de werking van de wegsleepverordening en deze beleidsregel. Het bergen van voertuigen wordt verzorgd door de verzekeraarshulpdienst.

 

Begrippen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

 

  • a.

    Bevoegde functionaris: de gemandateerde parkeercontroleur, gemandateerde buitengewoon opsporingsambtenaar, de marktmeester en/of de gemandateerde executieve politieambtenaar

  • b.

    Buitengewoon opsporingsambtenaar: ambtenaar in dienst van de gemeente bevoegd tot het toepassen van bestuursdwang met betrekking tot de wegsleepregeling

  • c.

    Executieve politieambtenaar: politieambtenaar bevoegd tot het toepassen van bestuursdwang met betrekking tot wegsleepregeling

  • d.

    Berger: de directeur van het wegsleepbedrijf dat gemandateerd is tot uitvoering van de wegsleepverordening van de gemeente; de berger is belast met zowel het wegslepen, bewaren als teruggave van voertuigen.

  • e.

    Rechthebbende: de eigenaar of houder van een voertuig

  • f.

    Bewaarder: de directeur van het wegsleepbedrijf dat gemandateerd is tot uitvoering van de wegsleepverordening van de gemeente.

1. Aantreffen foutief geparkeerd voertuig

 

Wegslepen is een bijzondere vorm van bestuursdwang, waarvoor de wettelijke regels voor bestuursdwang van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing zijn.

 

De procedure van de wegsleepregeling start met het aantreffen van een fout geparkeerd voertuig. Onder “voertuigen” wordt mede verstaan: fietsen, bromfietsen, scooters, invalidenvoertuigen, vrachtauto’s, bussen en aanhangwagens.

 

De eerste afweging, die dan moet worden gemaakt, is of de aangetroffen situatie wegsleepwaardig is. Daarvoor gelden drie criteria:

  • 1.

    door de wijze van parkeren wordt de veiligheid op de weg in gevaar gebracht en/of

  • 2.

    door de wijze van parkeren wordt de vrijheid van het verkeer belemmerd en/of

  • 3.

    er wordt geparkeerd op één van de wegen of weggedeelten, die zijn aangewezen in het Besluit en waarop de gemeentelijke wegsleepverordening van toepassing is.

Uit de woorden “en/of” blijkt dat er tegelijkertijd sprake kan zijn van meerdere criteria, die de situatie wegsleepwaardig maken. Eén van de criteria is voldoende om de wegsleepregeling te kunnen toepassen.

1.1 Noodzaak

Wellicht ten overvloede wordt nog vermeld, dat het aantreffen van een fout geparkeerd voertuig op een aangewezen weg of weggedeelte, als bedoeld in artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen, in beginsel voldoende is om de wegsleepregeling toe te passen. De veiligheid op de weg of de vrijheid van het verkeer hoeft dan niet tevens in het geding te zijn.

 

Wel moet de noodzaak in zekere mate duidelijk zijn zoals vermeld in de hierboven genoemde criteria. Zo is bijvoorbeeld het wegslepen van een voertuig om 04.00 uur ’s nachts vanaf een parkeerterrein waarop geen bijzondere situatie van toepassing is (het houden van een weekmarkt op die dag bijvoorbeeld), niet noodzakelijk.

1.2 Actie

Alleen een executieve politieambtenaar en een bevoegde functionaris is bevoegd om actie te ondernemen na het constateren van de overtreding. Indien er sprake is van een wegsleepwaardige situatie, wordt de wegsleep- en bewaarprocedure in gang gezet. Deze procedure wordt hierna beschreven.

1.3 Waarnemingstijd

Om de overtreding nadrukkelijk te kunnen vaststellen kan allereerst een waarnemingstijd nodig zijn.

  • a.

    Verbod stil te staan: voor constatering van een gedraging in strijd met een verbod stil te staan is geen waarnemingstijd nodig.

  • b.

    Parkeerverboden: bij parkeerverboden is, volgens jurisprudentie, een waarnemingstijd van tien minuten reëel, voordat er kan geconstateerd dat er sprake is van parkeren.

  • c.

    Parkeren op laad- en loshavens: bij laad- en loshavens wordt tevens een onafgebroken waarnemingstijd van tien minuten aanbevolen, gedurende welke geen laad- en losactiviteiten worden geconstateerd. Pas dan wordt geconstateerd dat er sprake is van parkeren.

2. Toepassing procedure

 

  • a.

    De bevoegde functionaris schakelt bij een wegsleepwaardige situatie het wegsleepbedrijf van de berger in.

  • b.

    De bevoegde functionaris wacht in de nabijheid van het voertuig tot de komst van de takelwagen.

  • c.

    De bevoegde functionaris maakt een ‘Besluit tot toepassen bestuursdwang wegslepen en opslaan voertuig’ in tweevoud op. Na de komst van de takelwagen maakt het personeel van de berger een foto van de situatie. Op de foto moet de overtreding zo veel mogelijk zichtbaar zijn. Hierdoor kan het nodig zijn enkele foto’s te maken. De foto’s worden in het bewaringsregister van de berger opgenomen. Daarna controleert de bevoegde ambtenaar het weg te slepen voertuig zorgvuldig op aanwezige beschadigingen. In verband met de schadevergoedingsplicht van de gemeente op grond van artikel 172, lid 8, WVW 1994 moet dit worden gecontroleerd. De schade wordt genoteerd op het ‘Proces-verbaal van meevoeren en opslaan’. Ook eventuele schade, die veroorzaakt is tijdens het bevestigen in het juk of tijdens het overbrengen moet worden genoteerd.

  • d.

    De bevoegde functionaris vult alvorens de werkzaamheden voorafgaande aan het meevoeren te starten, in samenwerking met personeel van de berger het ‘Proces-verbaal van meevoeren en opslaan’ ter plaatse volledig in. Dit document wordt ondertekend door een medewerker van de berger en de bevoegde functionaris.

  • e.

    Na aankomst op de bewaarplaats controleert het personeel van de berger het voertuig nogmaals op beschadigingen. De bevindingen worden eveneens ingevuld op het ‘Proces-verbaal van meevoeren en opslaan’.

  • f.

    Het ‘Besluit tot toepassen bestuursdwang wegslepen en opslaan voertuig’ en het ‘Proces-verbaal van meevoeren en opslaan’ wordt opgenomen in het bewaringsregister.

2.1 Geen Mulder-traject na wegslepen

De wetgever zet in de memorie van toelichting uiteen, dat van het instellen van een strafvervolging, dan wel het opleggen van een sanctie ingevolge de Wet Mulder, kan worden afgezien, omdat de overtreder ten gevolge van het wegslepen van het voertuig al genoeg “gestraft” is. De aanhalingstekens worden hier bewust gebruikt, omdat er formeel geen sprake is van straffen. Met het wegslepen wordt beoogd een einde te maken aan een verboden gedraging, niet het bestraffen van de bestuurder. De overtreder wordt bij toepassing van deze bestuursdwang wel met hoge kosten geconfronteerd en kan dit als een straf ervaren. Hierin kan aanleiding worden gevonden van een strafrechtelijk of administratiefrechtelijk vervolg af te zien maar dat is de discretionaire bevoegdheid van de bevoegde functionaris.

 

Er is een uitzondering waarin dat wel gebeurt. Dit betreft de situatie dat er meerdere auto’s moeten worden weggesleept om het betreffende terrein te kunnen inrichten voor de markt. In dat geval wordt op de auto’s eerst een Mulder-bon achtergelaten. Vervolgens gaat het wegsleepbedrijf opeenvolgend de auto’s wegslepen.

2.2 Sleepfasen en kosten

Het wegslepen van voertuigen is te verdelen in twee fasen:

 

FASE I: Loze rit en Onvolledige berging

Een takelwagen is besteld. Indien de eigenaar/ houder/ bestuurder van het voertuig ter plaatse komt, voordat het wegsleepvoertuig ter plaatse is en de eigenaar/ houder/ bestuurder het voertuig verplaatst. Het wegsleepbedrijf wordt dan direct afgebeld. Er worden dan geen kosten in rekening gebracht. De kosten van deze zogenoemde ‘loze rit’ komen ten laste van de gemeente.

 

Er ook sprake is van een onvolledige berging als het wegsleepvoertuig ter plaatse is en het voertuig nog niet op de takelwagen staat. De kosten voor de onvolledige berging dienen ter plaatse door de eigenaar/ houder/ bestuurder van het voertuig te worden vergoed. Gebeurt dit niet, dan wordt het voertuig alsnog weggesleept.

 

Als het voertuig al op de takelwagen staat en de wegslepers zien de bestuurder alsnog arriveren, wordt het voertuig afgetakeld en is er sprake van een onvolledige berging. De kosten overeenkomstig het tarief van voorrijkosten dienen in dat geval wel te worden voldaan. De bevoegde functionaris dient de personalia van de eigenaar/ houder/ bestuurder vast te stellen. De kosten voor de onvolledige berging dienen ter plaatse door de eigenaar/ houder/ bestuurder van het voertuig te worden vergoed. Gebeurt dit niet, dan wordt het voertuig alsnog weggesleept.

 

FASE II: Volledige berging

Teruggave van het voertuig kan slechts plaatsvinden aan de eigenaar/ houder/ gemachtigde van het voertuig, na betaling van de volledige wegsleepkosten, de kosten van bewaring en eventuele stallingskosten.

2.3 Geen kosten verschuldigd

De kosten van wegslepen en in bewaring stellen zijn niet verschuldigd voor de rechthebbende op het voertuig, indien:

  • a.

    niet tot overbrenging en inbewaringstelling had mogen worden overgegaan;

  • b.

    aannemelijk is dat het voertuig tegen de wil van de rechthebbende is gebruikt en hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

Indien niet tot overbrenging en inbewaringstelling had mogen worden overgegaan, betaalt de gemeente de kosten van het wegslepen aan de berger. Indien aantoonbaar is dat tijdens de overbrenging en bewaring schade aan het voertuig is toegebracht, is de berger gehouden deze schade te vergoeden.

3. Bewaren van voertuigen

3.1 Aanvang van het bewaren

Het is belangrijk te weten wanneer er een aanvang is gemaakt met het bewaren van een voertuig. Aan het bewaren van een voertuig zijn bewaarkosten verbonden. Het tijdstip van bewaren gaat, na het wegslepen in, op het moment dat het voertuig van het wegsleepvoertuig is losgekoppeld op de plaats van bewaring.

3.2 Plaats van het bewaren

Het bewaren geschiedt op een in de wegsleepverordening aangewezen plaats.

3.3 Procedure

  • 1.

    Het voertuig wordt geplaatst op het terrein van de berger. Ingeval er van een motorvoertuig contactsleutels aanwezig zijn, worden deze overgedragen aan de berger;

  • 2.

    De berger draagt er zorg voor dat het voertuig op de juiste wijze wordt ingeschreven in het bewaringsregister. Daarbij dienen de omstandigheden die verwijdering noodzakelijk maakten te worden vermeld. Tevens dient in het bewaringsregister te worden vermeld onder welke voorwaarde(n) het betreffende voertuig mag worden teruggegeven;

  • 3.

    De berger is verantwoordelijk voor het registeren van het weggesleepte voertuig;

  • 4.

    Van het wegslepen en in bewaring stellen maakt het wegsleepbedrijf een takelkaart op.

     

Het voertuig is nu overgedragen aan de berger als gemandateerde van het college. Het voertuig zal zo spoedig mogelijk aan de eigenaar/ houder of gemachtigde worden teruggegeven. Indien een weggesleept voertuig met onjuiste of onvolledige informatie in het bewaringsregister is ingeschreven, is dit de verantwoordelijkheid van de berger.

4. Teruggave van voertuigen

4.1 Betaling kosten

Een voertuig dat op grond van de wegsleepverordening is weggesleept en in bewaring is gesteld moet worden teruggegeven als de kosten zijn betaald. Een betalingsregeling is niet mogelijk. De betaling van de kosten kan niet geschorst worden, omdat iemand het niet eens is met de reden van wegslepen.

4.2 Aan wie teruggeven

Teruggave van een voertuig kan slechts aan degene die aantoont dat hij/zij of eigenaar, houder of gemachtigde is van het voertuig. De wijze van legitimatie c.q. machtiging dient in het bewaringsregister vermeld te worden (art. 170 lid 5 WVW 1994).

4.3 Bewijs van afhalen

Bij het afhalen verstrekt de berger een bewijs van afhalen. Dit dient tevens als vrijwaringbewijs voor de berger jegens degene wiens voertuig is weggesleept.

4.4 Niet afgehaalde voertuigen

Wordt een voertuig niet binnen 48 uur afgehaald, dan laat de berger als gemandateerde namens het college, een onderzoek instellen naar de eigenaar/houder van het voertuig. Zodra die bekend is, stuurt het wegsleepbedrijf aan de verantwoordelijke persoon binnen 7 dagen, per aangetekende brief een kennisgeving. In deze kennisgeving dient de gepleegde overtreding en het in bewaring nemen van het voertuig te worden vermeld, evenals de voorwaarden waaraan voldaan moet worden om het voertuig terug te krijgen.

 

Na een bewaartijd van 7 dagen kan het voertuig, in opdracht van de bewaarder, worden overgebracht naar een andere bewaarplaats. De kosten van dit transport maken deel uit van de kosten van bewaring. De rechthebbende wordt conform artikel 5:30 Awb over deze verplaatsing geïnformeerd.

 

De berger is bevoegd, indien:

  • a.

    een voertuig niet binnen 13 weken is opgehaald, of

  • b.

    de kosten van overbrenging, bewaring e.d. hoger worden dan de waarde van het voertuig, het voertuig vanaf 14 dagen na het uitgaan van de kennisgeving, te verkopen, weg te geven en dergelijke.

De bewaarder draagt namens het college zorg voor de bewaring en eventuele verkoop van het voertuig en is bevoegd daarvoor alle handelingen (inclusief het inschakelen van een taxateur) te verrichten.

4.5 Betaling kosten wegslepen, bewaren en verkoop bij voertuig met lage taxatiewaarde

Indien de totale kosten van het wegslepen, bewaren en verkopen de getaxeerde verkoopwaarde c.q. sloopwaarde van het betreffende voertuig overtreffen, vergoedt de gemeente het verschil tussen de opbrengst van het voertuig en de genoemde totale kosten aan de berger.

 

Indien de totale kosten van het wegslepen, bewaren en verkopen de getaxeerde verkoopwaarde c.q. sloopwaarde van het betreffende voertuig niet overtreffen, vergoedt de berger het verschil tussen de opbrengst van het voertuig en de genoemde totale kosten aan de gemeente.

4.6 Procedure teruggave

  • 1.

    Indien dit bij het wegslepen is aangegeven dient de eigenaar/houder of gemachtigde die zijn voertuig op komt halen moet eerst door een bevoegde ambtenaar van de gemeente worden gehoord met betrekking tot het feit waarvoor het voertuig is gesleept.

  • 2.

    Vervolgens toont de eigenaar/houder of gemachtigde het kentekenbewijs en een geldig rijbewijs, evenals eventuele andere benodigde formulieren. Bijvoorbeeld een bewijs dat de eigenaar/houder of gemachtigde niet de bestuurder hoeft te zijn.

  • 3.

    De eigenaar/houder of gemachtigde moet eerst de totale kosten aan de berger voldoen alvorens het voertuig wordt teruggegeven. Hiervoor ontvangt de eigenaar/houder of gemachtigde van het wegsleepbedrijf een betaalbewijs.

  • 4.

    In het bijzijn van de eigenaar/houder of gemachtigde wordt het voertuig op eventuele schade gecontroleerd die tijdens het wegslepen of bewaren veroorzaakt zou kunnen zijn.

  • 5.

    De doorslag van het betalingsbewijs wordt in het bewaringsregister opgenomen. De kwitantie geldt tevens als vrijwaringbewijs voor het wegsleepbedrijf.

  • 6.

    Afgifte van een voertuig, geplaatst op een andere bewaarplaats, geschiedt in overleg met de berger.

5. Bewaringsregister

5.1 Inschrijven in bewaringsregister

Door het college wordt de berger als bewaarder aangewezen, die het register beheert.

 

Elk voertuig dat op de bewaarplaats wordt gebracht wordt ingeschreven in het bewaringsregister.

 

In het bewaringsregister worden zo spoedig mogelijk na de inbewaringstelling de volgende gegevens opgenomen

  • o

    een afschrift van het ‘Proces-verbaal van meevoeren en opslaan’ en het ‘Besluit tot toepassen bestuursdwang wegslepen en opslaan voertuig’ (conform Awb);

  • o

    datum en tijdstip van inbewaringstelling;

  • o

    een nauwkeurige omschrijving van het voertuig;

  • o

    de eventuele voorwaarden tot teruggave;

  • o

    ingeval het een kentekenplichtig voertuig betreft, de tenaamstelling van het kenteken;

  • o

    ingeval het een ander voertuig betreft, de naam van de eigenaar of houder voor zover deze bekend heeft kunnen worden;

Bij teruggave

  • o

    de datum en tijdstip waarop het voertuig is afgehaald;

  • o

    de naam en het adres van degene die het voertuig heeft afgehaald evenals de gegevens waaruit blijkt dat deze tot het afhalen van het voertuig gerechtigd was;

  • o

    het bedrag dat als kosten is betaald.

Bij niet afhalen

Indien het voertuig binnen 48 uur na de inbewaringstelling niet is afgehaald, worden in het bewaringsregister opgenomen:

  • o

    de datum van de bekendmaking,

  • o

    de naam en het adres van degene aan wie is bekendgemaakt.

Bij verkoop/vernietiging

  • o

    de datum en het tijdstip van de verkoop, de afstandsverklaring of de vernietiging;

  • o

    ingeval van verkoop de opbrengst van die verkoop, de naam en het adres van de koper, het eventuele batig saldo van die verkoop, de naam en het adres van degene aan wie het eventuele batig saldo is uitgekeerd, evenals gegevens waaruit blijkt dat deze tot het in ontvangst nemen van dat eventuele batig saldo gerechtigd was;

  • o

    ingeval van een afstandsverklaring, de naam en het adres van degene aan wie het voertuig om niet is overgedragen;

  • o

    ingeval van vernietiging de geschatte sloopwaarde van het voertuig. Een in bewaring gesteld voertuig wordt niet verkocht, om niet in eigendom overgedragen of vernietigd dan nadat een beëdigd taxateur een rapport betreffende de waarde heeft opgemaakt.

Indien restitutie wordt verleend

  • o

    de datum waarop restitutie is verleend, het bedrag van de restitutie, de grond tot restitutieverlening en de naam en het adres van degene aan wie restitutie werd verleend.

5.2 Bewaren gegevens

De gegevens blijven in het bewaringsregister opgenomen gedurende vijf jaar na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de bewaarder het voertuig heeft teruggegeven, verkocht, om niet aan een derde in eigendom overgedragen dan wel vernietigd.

5.3 Verstrekken gegevens

Het college verstrekt aan belanghebbenden desgevraagd gegevens uit het bewaringsregister. Hierbij wordt de Algemene verordening gegevensbescherming in acht genomen.

5.4 De bewaarder

Het college mandateert de bevoegdheid tot het bewaren aan de berger. Deze persoon vervult dan namens het college de functie van “bewaarder”. De bewaarder beheert het bewaringsregister en ziet erop toe dat de wettelijke termijnen niet worden overschreden. Hij geeft uitvoering aan die werkzaamheden die zijn genoemd in deze werkinstructie, aan de bewaarder zijn toebedeeld.

6. Besluit tot toepassing bestuursdwang en proces-verbaal

6.1 Karakter bestuursdwang

Een besluit tot toepassing van bestuursdwang, wil in dit geval zeggen dat het toepassen van de wegsleepverordening als bedoeld in artikel 170, lid 1, WVW 1994, op schrift wordt gesteld. Deze schriftelijke beslissing is een beschikking (art. 5:24, lid 1 Awb). Ingevolge het tweede lid van artikel 5:24 Awb moet de beschikking vermelden welk voorschrift is of wordt overtreden.

 

Elke beschikking is een besluit, waartegen op grond van het bepaalde in de artikelen 8:1 en 7:1 Awb bezwaar en beroep openstaat. In het “Besluit tot toepassing bestuursdwang”, dat wordt bekendgemaakt aan de rechthebbende, staat vermeld dat iedere belanghebbende tegen het genomen besluit bezwaar kan maken. Tevens vermeldt het besluit aan welke voorwaarden het bezwaarschrift moet voldoen.

6.2 Karakter proces-verbaal meevoeren en opslaan

Van het meevoeren en opslaan van het voertuig moet een proces-verbaal worden opgemaakt, waarvan een afschrift wordt verstrekt aan degene, die het voertuig onder zich had. Het opmaken van een proces-verbaal van meevoeren en opslaan is in het bijzonder voorgeschreven in het belang van de rechtszekerheid van de rechthebbenden.

 

Met betrekking tot de wegsleepregeling zal dit proces-verbaal een rol kunnen spelen ingeval de belanghebbende tegen de toepassing van de wegsleepregeling bezwaar maakt bij het college van burgemeester en wethouders. Degene die het bezwaarschrift indient, moet daarbij een afschrift van het voegen.

6.3 Bezwaar- en beroepsmogelijkheid

De rechthebbende kan zijn bezwaren tegen het toepassen van de bestuursdwang - in casu de wegsleepverordening op grond van artikel 170, lid 1, WVW 1994 - voorleggen aan het college. Tegen een beslissing op het bezwaarschrift staat beroep open op de rechtbank.

Vastgesteld op 1 november 2022

Het college van IJsselstein,

de secretaris

drs. W.M. van de Werken

de burgemeester

mr. P.J. M. van Domburg