Besluit van de raad van Woerden houdende een verordening op de commissieleden (Verordening op de commissieleden 2022)

Artikel 1  

Deze verordening verstaat onder:

• a.

  de raad: de raad van de gemeente Woerden;

• b.

  fractie: het lid (of de gezamenlijke leden) van een politieke groepering, dat (die) namens deze groepering is (zijn) verkozen en namens deze groepering zitting heeft (hebben) in de raad;

• c.

  onafhankelijk raadslid: een raadslid dat zich heeft afgesplitst van een fractie als bedoeld in artikel 7, vierde en vijfde lid van het Reglement van Orde en daarmee als onafhankelijk raadslid functioneert;

• d.

  groep: twee of meer onafhankelijke raadsleden die zich hebben afgesplitst van een fractie en vervolgens gezamenlijk als groep opereren;

• e.

  commissielid: een persoon, niet zijnde een raadslid, die is aangewezen door de fractie, onafhankelijk raadslid of een groep om hem/haar bij te staan bij het verrichten van haar werk ten behoeve van de raad en van door de raad ingestelde commissies en daartoe schriftelijk door een fractie, onafhankelijk raadslid of groep is aangemeld bij de griffier.

Artikel 2  

• 1.

  Iedere fractie mag drie commissieleden aanmelden bij de griffier. Daarbij worden de andere betrekkingen, die de aangemelde persoon bekleedt, vermeld. Een afgesplitst (onafhankelijk) raadslid of een groep afgesplitste raadsleden als bedoeld in artikel 7, vierde en vijfde lid van het Reglement van Orde kan één commissielid aanmelden.

• 2.

  Voor het commissielidmaatschap is vereist dat men ingezetene van de gemeente is, de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt en niet is uitgesloten voor het Kiesrecht.

• 3.

  De griffier brengt iedere aanmelding van een commissielid met de daarbij door de aangemelde persoon opgeven betrekkingen direct ter kennis van de raad.

• 4.

  Eventuele wijzigingen in de door het commissielid beklede andere functies, die na de aanmelding optreden, deelt de betreffende commissielid direct schriftelijk mede aan de griffier. De griffier brengt deze wijzigingen direct ter kennis van de raad.

• 5.

  Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen, leggen de commissieleden in een vergadering van de raad als bedoeld in artikel 3, lid 1, in handen van de voorzitter, de eed of belofte af, overeenkomstig het bepaalde in artikel 14 Gemeentewet.

• 6.

  Een fractie, onafhankelijk raadslid of groep kan al dan niet op verzoek van het commissielid de aanmelding, als bedoeld in het eerste lid, intrekken of wijzigen.

• 7.

  Met het eindigen van een zittingsperiode van de raad vervallen de aanmeldingen van alle commissieleden. Commissieleden die na de gemeenteraadsverkiezingen in de nieuwe raadsperiode in dezelfde functie zullen terugkeren, hoeven niet opnieuw te worden benoemd.

Artikel 3  

• 1.

  Is een lid van de raad van oordeel, dat bezwaar bestaat tegen het optreden als commissielid van een bij de raad als zodanig ter kennis gebrachte persoon, dan brengt hij dat voor de installatie van het commissielid ter kennis van de betreffende fractie, onafhankelijk raadslid of groep. Tegelijkertijd zendt hij van deze kennisgeving van het bezwaar een afschrift aan de raadsleden.

• 2.

  Handhaaft de in het eerste lid genoemde fractie, onafhankelijk raadslid of groep de aanmelding en meent het raadslid daarin niet te moeten berusten, dan vraagt hij daarover met een opgave van zijn beweegredenen en met overlegging van het bericht van handhaving van de fractie, het onafhankelijk raadslid of de groep binnen zes weken na ontvangst van dat bericht het oordeel van de raad.

• 3.

  Zolang de raad geen uitspraak heeft gedaan of indien de raad eveneens bezwaar heeft tegen de in het eerste lid bedoelde persoon, kan laatstgenoemde persoon niet in functie treden als commissielid.

• 4.

  Dit artikel is van overeenkomstige toepassing bij wijziging in de door een commissielid beklede andere betrekkingen.

Artikel 4  

De commissieleden hebben het recht inzage te krijgen in de – al of niet geheime – stukken, die voor advies worden voorgelegd aan de leden van de raad en de door de raad ingestelde commissies, zoals bedoeld in artikel 82 en 84 van de Gemeentewet.

Artikel 5  

De commissieleden hebben de plicht tot geheimhouding indien en voor zover deze verplichting voor de raadsleden geldt. Zij nemen met betrekking tot de stukken die zij inzien en ten aanzien van zaken en personen dezelfde zorgvuldigheid in acht als van raadsleden wordt verwacht.

Artikel 6  

• 1.

  Aan het commissielid, van wie blijkt, dat hij zich op een of andere manier niet houdt of heeft gehouden aan zijn plicht tot naleving van het bepaalde in deze verordening, kan het presidium de rechten die deze verordening hem toekent, voorlopig ontnemen. Het presidium legt deze zaak daarna zo spoedig mogelijk met een opgave van haar beweegredenen ter beslissing voor aan de raad.

• 2.

  Indien de raad de in het vorige lid bedoelde voorlopige ontneming bevestigt of uit eigen beweging tot ontneming van deze rechten besluit, heeft slechts één commissielid van de betreffende fractie de in deze verordening aan hem toegekende rechten gedurende drie maanden vanaf het tijdstip waarop de raad heeft beslist.

• 3.

  De raad neemt geen beslissing als bedoeld in het tweede lid dan nadat het betrokken commissielid door het presidium is gehoord.

• 4.

  Zolang de raad geen uitspraak heeft gedaan, blijft de in het eerste lid bedoelde voorlopige ontneming van kracht.

Artikel 7  

• 1.

  Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening op de commissieleden 2022”.

• 2.

  Deze verordening treedt in werking op 7 juli 2022.