Organisatie | Haaksbergen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels terugdringen ongewenste en onechte automatische Brandmeldingen (7.15) |
Citeertitel | Beleidsregels terugdringen ongewenste en onechte automatische brandmeldingen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2008 | nieuwe regeling | 17-06-2008 Haaksberger Koerier, 25-06-2008 | Onbekend |
Onderwerp: Beleidsregels terugdringen ongewenste en onechte automatische Brandmeldingen
Burgemeester en wethouders van Haaksbergen;
gelet op de bepalingen in de Woningwet, de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht
overwegende dat het wenselijk is beleidsregels vast te stellen om handhavend op te kunnen treden als automatische brandmeldinstallaties die direct door moeten melden naar de Meldkamer brandweer Twente niet zijn gecertificeerd, brandmeldingen vertraagd doorgeven of meer onechte en of ongewenste brandmeldingen geven dan volgens de regelgeving is toegestaan
Beleidsregels voor het opleggen van een last onder dwangsom om de verplichting tot certificeren af te dwingen en het vertraagd doormelden van brandmeldingen en het overschrijden van het aantal toegestane onechte en of ongewenste automatische brandmeldingen te beëindigen.
Deze beleidsregels zijn van toepassing als door een toezichthouder van de gemeente wordt geconstateerd dat:
een automatische brandmeldinstallatie, die op grond van artikel 2.6.3, tweede lid, van de Bouwverordening rechtstreeks door moet melden naar de alarmcentrale van de brandweer, meer onechte en of ongewenste brandmeldingen doorgeeft aan de Meldkamer Brandweer Twente dan is toegestaan op grond van artikel 2.6.4, eerste lid, van de Bouwverordening in samenhang met de NEN 2535: Brandveiligheid van gebouwen. Brandmeldinstallaties – Systeem- en kwaliteitseisen en projecteringsrichtlijnen, uitgave 1996 en NEN 2535/A1 wijzigingsblad uitgave 2002.
In afwijking van het eerst lid, onder a, worden deze beleidsregels niet toegepast als de installatie is aangelegd vóór 1 januari 2000 en op schriftelijk verzoek van de gebruiker van die installatie een beschikking is gegeven waarin het niet gecertificeerd zijn van de installatie gedurende een in die beschikking gegeven termijn van ten hoogste 5 jaren wordt gedoogd.
Opleggen van een last onder dwangsom niet gecertificeerde installatie
Wanneer door een toezichthouder van de gemeente wordt geconstateerd dat een brandmeldinstallatie als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder a, niet is gecertificeerd dan wordt de gebruiker van die installatie hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld en wordt de gelegenheid geboden om de installatie binnen 12 weken te certificeren. Een kopie van het geldige certificaat moet aan ons college zijn overgelegd.
Als de gebruiker van de installatie die installatie niet binnen de in het eerste lid genoemde termijn heeft gecertificeerd, wordt de gebruiker schriftelijk in kennis gesteld van het voornemen om een last onder dwangsom op te leggen. In de kennisgeving wordt een termijn gesteld van twee weken waarin de gebruiker zijn zienswijze met betrekking tot het voornemen om een last onder dwangsom op te leggen kenbaar kan maken.
Opleggen van een last onder dwangsom bij vertraagd doorgeven van brandmeldingen
Wanneer door een toezichthouder van de gemeente wordt geconstateerd dat een brandmeldinstallatie als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, de brandmeldingen vertraagd doorgeeft aan de Meldkamer Brandweer Twente dan wordt de gebruiker van die installatie schriftelijk op de hoogte gesteld dat daardoor de installatie niet voldoet aan de artikelen 2.6.3, tweede lid, en 2.6.4, eerste lid, van de Bouwverordening en wordt de gebruiker de gelegenheid geboden om de vertraagde doormelding van brandmeldingen binnen één week te beëindigen.
Als de gebruiker van de installatie niet binnen de in het eerste lid genoemde termijn de vertraagde doormelding van brandmeldingen heeft beëindigd, wordt de gebruiker schriftelijk in kennis gesteld van het voornemen om een last onder dwangsom op te leggen. In de kennisgeving wordt een termijn gesteld van twee weken waarin de gebruiker zijn zienswijze met betrekking tot het voornemen om een last onder dwangsom op te leggen kenbaar kan maken.
Opleggen van een last onder dwangsom bij overschrijden van het toegestane aantal onechte en of ongewenste brandmeldingen
Wanneer door een toezichthouder van de gemeente wordt geconstateerd dat een brandmeldinstallatie als bedoeld in artikel 1, eerste lid,onder c, met in achtnemen van het vierde lid van dat artikel, meer onechte en of ongewenste brandmeldingen doorgeeft aan de Meldkamer Brandweer Twente wordt de gebruiker van die installatie schriftelijk in kennis gesteld van het voornemen om een last onder dwangsom op te leggen. In de kennisgeving wordt een termijn gesteld van twee weken waarin de gebruiker zijn zienswijze met betrekking tot het voornemen om een last onder dwangsom op te leggen kenbaar kan maken.
Brief 1: verzoek om vertraagd doormelden te beëindigen
Brief 2: niet beëindigd vertraagde doormelding voornemen dwangsom op leggen
Brief 4: 50% loze meldingen bereikt
Brief 5: toegstane aantal loze meldingen bereikt
Brief 6: toegstane aantal loze meldingen overschreden vooraanschrijving
Brief 7: verzoek om bmi te certificeren
Brief 8: voornemen last onder dwangsom niet gecertificeerde bni