Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Borsele

Beleidsplan Gladheidbestrijding 2022-2026

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBorsele
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsplan Gladheidbestrijding 2022-2026
CiteertitelBeleidsplan Gladheidbestrijding 2022-2026
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-11-2022nieuwe regeling

15-02-2022

gmb-2022-487260

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsplan Gladheidbestrijding 2022-2026

Het college van Burgemeester en wethouders,

 

Besluit tot vaststellen Beleidsplan Gladheidbestrijding 2022-2026

 

Inhoudsopgave

 

  • 1.

    Inleiding

  • 2.

    Gladheidbestrijding algemeen

    • 2.1

      Juridische aspecten

    • 2.2

      Arbo aspecten

    • 2.3

      Milieuaspecten/-schade

  • 3.

    Organisatie en verantwoordelijkheden

    • 3.1

      Verantwoordelijkheid

    • 3.2

      Gladheidcoördinatoren

    • 3.3

      Strooiploeg

    • 3.4

      Vergoedingen strooiploeg

    • 3.5

      Faciliterende partijen

    • 3.6

      Zeeuws-brede samenwerking

  • 4.

    Uitgangspunten en prioritering

    • 4.1

      Routes

    • 4.2

      Prestatienormen

    • 4.3

      Overige wegen

    • 4.4

      Kwetsbare locaties

    • 4.5

      Weekmarkten

    • 4.6

      Begraafplaatsen

    • 4.7

      Brandweerkazernes

  • 5.

    Strooiwijze en signalering

    • 5.1

      Strooiwijze

    • 5.2

      Signalering

  • 6.

    Communicatie

  • 7.

    Materiaal en machines

  • 8.

    Financiën

1. Inleiding

 

In de winterperiode gaat het weerbericht regelmatig vergezeld van waarschuwingen voor gladheid door sneeuw, ijzel of bevriezing van een nat weggedeelte. De veiligheid van de weggebruiker, de doorstroming van het verkeer en de bereikbaarheid van bestemmingen zijn dan in het geding.

 

In Nederland is de gladheidbestrijding een verantwoordelijkheid van de wegbeheerders. De gemeente Borsele is beheerder van de openbare wegen, fiets- en voetpaden binnen de gemeentegrenzen. De gemeente heeft een zorgplicht, vastgelegd in de Wegenwet, om haar wegen, fiets- en voetpaden in een goede en veilige staat te laten verkeren. Gladheidbestrijding valt onder deze zorgplicht.

 

Om optimaal in te kunnen spelen op deze zorgplicht wordt de gladheidbestrijding uitgevoerd volgens een vastgesteld beleidsplan. Hierin zijn de algemene uitgangspunten voor de gladheidbestrijding in de gemeente Borsele opgenomen. Het beleidsplan wordt vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders voor de periode 2022 t/m 2026.

2. Gladheidbestrijding algemeen

 

De wijze waarop het product gladheidbestrijding vorm krijgt, wordt voornamelijk bepaald door de wettelijke kaders waarbinnen het moet worden uitgevoerd, aangevuld met plaatselijke omstandigheden. Bij de invulling van deze taak heeft de beheerder te maken met juridische aspecten, arbo-technische aspecten en met de consequenties voor het milieu als gevolg van het gebruik van dooimiddelen. Daarnaast is ook het beschikbare budget een randvoorwaarde die bepalend is voor de invulling van de taak.

 

2.1. Juridische aspecten

Steeds vaker worden gemeenten (wegbeheerders) geconfronteerd met schadeclaims als gevolg van wintergladheid, sneeuw, ijzel en bevroren weggedeelten. Burgers zijn vaak van mening dat de wegbeheerder te allen tijde aansprakelijk is voor de geleden schade, ongeacht de weersomstandigheden. Dit is niet geheel juist. De wegbeheerder is verantwoordelijk voor het onderhoud van de weg. Dat is duidelijk vastgelegd in de Wegenwet. Hierin staat onder meer dat bij de wegbeheerder de zorg berust voor het in goede en veilige staat verkeren van wegen.

Tot de zorg behoort ook het bestrijden van de gladheid (artikel 6:162 BW). Het gaat hierbij om een inspanningsverplichting van de wegbeheerder en niet om een garantieverplichting.

De inspanningsverplichting is niet geldend voor het gehele wegennet, maar alleen voor die wegen die zijn opgenomen in het gladheidbestrijdingsplan.

 

Daarnaast mag je van een weggebruiker verwachten dat hij of zij bij winterse omstandigheden met grote mate van oplettendheid en voorzichtigheid aan het verkeer deelneemt. De zorgplicht van de gemeente gaat dus niet zover dat de veiligheid te allen tijde gegarandeerd moet worden. Wel dient aangetoond te worden dat de gemeente aan haar zorgplicht heeft voldaan.

De middelen die de wegbeheerder hiervoor kan aanwenden zijn:

  • een door B&W vastgesteld gladheidbestrijdingsplan;

  • een adequaat gladheidmeldsysteem;

  • een goede administratie van gereden routes en tijden;

  • het voorhanden hebben van goed materieel;

  • consistentie in beleid en uitvoering.

Ondanks vele inspanningen kan de wegbeheerder alsnog aansprakelijk gesteld worden voor geleden schade. De gemeente heeft in het kader van gladheid te maken met schuldaansprakelijkheid. Schuldaansprakelijkheid zijn zaken en substanties op het wegdek, waaronder sneeuw, ijzel en rijp. Hierbij geldt: wie eist, bewijst. Dat betekent voor schade als gevolg van gladheid dat de eisende partij moet stellen en betwisten dat de gemeente tekortgeschoten is in haar zorgplicht.

 

2.2. Arbo aspecten

Gladheidbestrijding vindt vrijwel altijd plaats onder moeilijke omstandigheden voor het uitvoerende personeel: koude weersomstandigheden, vaak in nachtelijke uren en op gladde wegen. De kaders voor de inzet en de arbeidsomstandigheden van het personeel zijn bepaald in de Arbeidstijdenwet en de Arbowet.

 

De regels voor de arbeidstijden en consignatie zijn vastgelegd in de Arbeidstijdenwet en het Arbeidstijdenbesluit. De bepalingen hebben betrekking op de maximale arbeidsduur per etmaal, per week en per maand en op de maximale duur van de consignatie.

 

Vanuit de Arbowet zijn er ook eisen gesteld waaraan werkgevers en medewerkers moeten voldoen ten aanzien van gladheidbestrijding. Binnen de afdeling Buitendienst is dit vastgelegd in het Arbo-handboek Buitendienst.

 

2.4. Milieuaspecten/schade

Het strooien van zout brengt voor het milieu neveneffecten met zich mee. Een deel van het gebruikte dooimiddel komt terecht in de directe omgeving van de wegen waarop is gestrooid. Uiteindelijk komt het zout, na te zijn afgespoeld van het wegdek, terecht in de bodem, het oppervlakte- of grondwater en via de riolering bij de zuivering.

 

De eerste in aanmerking komende maatregel om zoutschade te voorkomen of te beperken is het reduceren van strooizout. Om dit te bereiken strooit de gemeente Borsele volgens de “nat-zout” methode. Nat-zout strooien is een methode waarbij het strooimiddel wordt vermengd met een vloeistof. Een voordeel van deze methode is een betere hechting van het zout aan het wegdek. Het zoutverbruik is vele malen lager (30-40%) dan bij “droog” strooien, omdat het strooiproces efficiënter is. Er treedt minder verwaaiing op, tijdens en na het strooien. Dit heeft het voordeel dat er minder zout in de bermen terechtkomt. Een ander voordeel is dat het dooimiddel sneller werkt omdat het zout al deels opgelost is. Een andere manier om het zoutgebruik terug te dringen is om kritisch te kijken welke wegen er gestrooid worden en of dit ook noodzakelijk is.

 

Ondanks bovenstaande inspanningen kan er schade optreden aan vegetatie in plantsoenen en particuliere tuinen, veroorzaakt door zout.

3. Organisatie en verantwoordelijkheden

3.1. Verantwoordelijkheid

Het college van burgemeester en wethouders is als wegbeheerder van alle openbare wegen, fiets- en voetpaden binnen de gemeentegrenzen verantwoordelijk voor de gladheidbestrijding. Het vaststellen van een beleidsplan gladheidbestrijding is hiermee een taak voor het college. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de gladheidbestrijding is gemandateerd aan de domeinmanager Ruimte. De daadwerkelijke aansturing en uitvoering van de gladheidbestrijding wordt gedaan door de afdeling Buitendienst en valt onder de directie verantwoordelijkheid van de bedrijfsleider Buitendienst.

 

3.2. Gladheidcoördinatoren

Om uitvoering te geven aan de gladheidbestrijding heeft de gemeente twee gladheidcoördinatoren die per toerbeurt dienst hebben. De gladheidcoördinatoren vervullen een belangrijke taak zijn verantwoordelijk voor:

  • overleg met het meteorologisch instituut;

  • besluiten om wel of niet te strooien;

  • alarmeren van eigen personeel;

  • controle bij het opzetten van strooiers en het monteren van ploegen;

  • bijhouden van de zoutvoorraad;

  • controle op de strooiactie;

  • vastleggen van gegevens en verplichtingen;

  • afhandelen van klachten en meldingen;

  • toezicht op naleving van de Arboregels;

  • houden van een toolboxmeeting met strooiploeg;

  • contact met andere wegbeheerders;

  • bij hevige gladheid zorgen voor het strooien van kwetsbare plaatsen door de groenploegen.

Op het moment dat we in een curatieve fase terecht komen, is het van belang dat de gladheid-coördinatoren goed met elkaar afstemmen wie strooit en wanneer er gestrooid wordt. Dit om te voldoen aan de gestelde arbeidstijden. Door de arbeidstijden kan het incidenteel voorkomen dat medewerkers verplicht moet rusten tijdens de normale werkuren. Zij zullen de zogenaamde “rusturen” schrijven op het product Wegen, waaronder de gladheidbestrijding valt. Vanwege de arbeidstijden houden de gladheidcoördinatoren een planning bij van de uitruk van de medewerkers.

 

Bij gladheid en vooral bij winterse neerslag komen er klachten en meldingen van burgers.

De gladheidcoördinatoren ontvangen de klachten en bekijken of er binnen de bestaande kaders een oplossing is. De coördinatoren zijn ook verantwoordelijk voor de terugkoppeling.

De meldingen worden genoteerd en bewaard om tijdens de evaluatie te kijken of een route aangepast moet worden.

 

Gezien de verantwoording, kennis en kunde die nodig is om als gladheidcoördinator te kunnen fungeren is het van belang dat de coördinatoren in bezit zijn van het diploma tot gladheidcoördinator.

 

3.3. Strooiploeg

De strooiploeg bestaat uit 10 personen verdeeld over twee ploegen. Dit is inclusief de gladheidcoördinatoren. Voor de leden van de strooiploeg is het van belang dat zij in bezit zijn van rijbewijs B, C en T, zodat flexibiliteit in de planning behouden blijft. Vanwege de veiligheid worden jaarlijks de werkinstructiekaarten uit het Arbo-handboek die relevant zijn voor de gladheidbestrijding behandeld. Daarnaast is het van belang dat de medewerkers van de strooiploeg één keer per vijf jaar de cursus “Winterdienst” volgen.

 

3.4. Vergoedingen strooiploeg

De gladheidcoördinatoren en de leden van de strooiploeg hebben naast hun salaris recht op de volgende vergoedingen:

  • het arbeidscontract van de gladheidcoördinators wordt aangepast van een 36-urige naar een 38-urige werkweek. Deze aanpassing wordt gedaan voor een heel jaar;

  • de consignatieperiode loopt van 15 oktober t/m 15 april;

  • conform de CAO, artikel 3.13 hebben de medewerkers recht op een beschikbaarheidstoelage;

  • bij een uitruk hebben de medewerkers recht op een overwerkvergoeding. Overuren worden uitbetaald in tijd voor tijd en de overwerkpercentages in geld;

  • Naast bovenstaande vergoeding hebben de medewerkers die uitrukken recht op een uitrukpremie, vuilwerktoelage en dienstkilometers;

  • bij wijzigingen ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden en vergoedingen is de CAO en het RAP bindend.

De beschikbaarheidstoelage wordt jaarlijks aangevraagd bij de salarisadministratie en wordt maandelijks uitgekeerd bij het salaris. Voor een normale uitruk (preventief) wordt er door iedereen drie uur geschreven. Bij een curatieve strooibeurt de werkelijk gewerkte uren. De uitrukpremie, de vuilwerktoelage en de kilometers kunnen gedeclareerd worden via Motion.

 

3.5. Faciliterende partijen

De beleidsmedewerker Milieu is faciliterend aan de gladheidbestrijding. Hij vertaalt nieuwe ontwikkelingen op het gebied van gladheidbestrijding naar beleid. Dit in overleg met de bedrijfsleider Buitendienst en de gladheidcoördinatoren.

Voorafgaand aan periodes van gladheidbestrijding neemt de beleidsmedewerker maatregelen die een adequate bestrijding ook daadwerkelijk mogelijk maken:

  • werkoverleg met gladheidbestrijders en betrokkenen over inzet en routes;

  • actualiseren beleidsplan gladheidbestrijding en routes;

  • communicatie via website en Bevelandse Bode;

  • ondersteuning op het gebied van administratie en advies;

  • na het seizoen een evaluatiemoment organiseren over inzet, klachten en meldingen.

De chef werkplaats is ervoor verantwoordelijk dat vóór de consignatieperiode het materiaal, dat gebruikt wordt voor de inzet van de gladheidbestrijding, gereed staat voor mogelijke inzet. Tijdens acute gladheid hebben reparaties met betrekking tot dit materiaal prioriteit boven alle andere werkzaamheden. De chef werkplaats draagt zorg voor tijdige vervanging van het materiaal wat gebruikt wordt voor de gladheidbestrijding. Dit in overleg met de gladheidcoördinatoren, de bedrijfsleider en de beleidsmedewerker milieu.

 

3.6. Zeeuws-brede samenwerking

Alle Zeeuwse gemeenten, de Provincie, het Waterschap en andere wegbeheerders werken samen op het gebied van gladheidbestrijding. In deze samenwerking worden de routes op elkaar afgestemd. Daarnaast wordt vanuit het samenwerkingsverband het strooizout gezamenlijk ingekocht.

4. Uitgangspunten en prioritering

 

Voor het opstellen van het gladheidbestrijdingsplan zijn een aantal uitgangspunten gehanteerd:

  • de veiligheid van de weggebruiker staat voorop;

  • het voorkomen van het ontstaan van gladheid gaat, waar noodzakelijk en indien mogelijk, boven curatieve gladheidbestrijding;

  • de hulpdiensten moeten zo vlug mogelijk ter plaatse kunnen zijn. Dit betekent dat de hoofdverkeersroutes van hulpdiensten voorrang krijgen;

  • in het kader van de mobiliteit dient het openbaar vervoer zonder al te grote vertragingen doorgang te kunnen vinden. Doorgaande wegen in de bebouwde kom zullen dus aangewezen worden als strooiroute;

  • belangrijke ontsluitingswegen naar wijken, bij scholen, verzorgingstehuizen, seniorenwoningen, dorpshuizen en andere belangrijke wegen worden mee gestrooid in de strooiroute;

  • fietsers moeten ook veilig aan het verkeer deel kunnen nemen;

  • De fietspaden langs de doorgaande wegen worden mee gestrooid en indien nodig ook geveegd;

Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat voetpaden niet behoren tot de gladheid-bestrijding die onder verantwoordelijkheid van de gemeente valt. Wij gaan ervan uit dat burgers en bedrijven in dit geval hun eigen verantwoordelijkheid nemen vanuit hun ‘burgerplicht’.

 

Het Beleidsplan Gladheid wordt vastgesteld voor de periode 2022 tot en met 2026.

 

4.1. Routes

Op de website van de gemeente Borsele zijn de strooiroutes digitaal te raadplegen. In de strooiroute zijn opgenomen:

  • hoofdverkeersroutes;

  • doorgaande fietsroutes;

  • ontsluitingswegen naar wijken;

  • wegen voor scholen;

  • wegen voor verzorgingstehuizen en seniorenwoningen;

  • wegen naar dorpshuizen;

  • andere belangrijke wegen en risicoplekken.

Voor het strooiseizoen en tijdens de evaluatie zijn de routes onderdeel van het overleg en kunnen wijzigingen doorgevoerd worden. Vanwege de consistentie in het beleid worden er tijdens het strooi-seizoen geen aanpassingen gedaan in de routes. Als door onvoorziene omstandigheden zoals wegwerkzaamheden of wegversperring een gedeelte van de route niet gestrooid kan worden is de gladheidcoördinator bevoegd om gemotiveerd af te wijken van de strooiroute.

 

4.2. Prestatienormen

Voor de bestrijding van gladheid zijn er prestatienormen opgenomen. Deze normen hebben betrekking op de strooiroute en gelden alleen voor de wegen binnen de bebouwde kom. Wegen en fietspaden van de strooiroute zullen na het uitrukken binnen 3 uur zijn gestrooid en/of geveegd.

 

De praktijk leert dat met het rijden van één ronde de sneeuw en gladheid niet verdwenen zijn. Daarom worden de routes gereden totdat deze schoon zijn. Afhankelijk van de weersomstandigheden kan dit één of meerdere dagen duren.

 

4.3. Overige wegen

Vanwege consistentie in beleid en uitvoering is het van belang dat de aangewezen strooiroutes worden aangehouden. Voor de overige wegen geldt dat deze niet gestrooid of geveegd worden.

Bij extreme gladheid kan er besloten worden om ook een gedeelte van de overige wegen te strooien. Dit in overleg met de bedrijfsleider Buitendienst, gladheidcoördinatoren en de beleidsmedewerker milieu. De prioriteit van de gladheidbestrijding blijft liggen bij de primaire route.

 

4.4. Kwetsbare locaties

In verschillende dorpskernen zijn er kwetsbare locaties zoals taluds, hellingbanen, trappen of stoepen waar de gladheid op maat wordt bestreden door inzet van de groenploegen. Hierbij dient te worden aangetekend dat deze werkzaamheden worden uitgevoerd tijdens de normale werkuren. Deze activiteiten richten zich op het handmatig sneeuwvrij maken, vegen en strooien van verhardingen. Dit beleid past binnen de CROW-richtlijn.

 

4.5. Weekmarkten

Met het oog op de weekmarkten zorgt de strooiploeg dat de marktterreinen sneeuwvrij worden gemaakt. Ook hierbij geldt dat de prioriteit van de gladheidbestrijding blijft liggen bij de primaire route.

Zie onderstaand de dagdelen en locaties van de weekmarkten:

Dinsdagmorgen

Lewedorp

Zandkreekstraat

Dinsdagmiddag

’s-Heerenhoek  

Deken Holtkampstraat

Dinsdagmiddag

Ovezande

Schuttersstraat

Woensdagmorgen

Nieuwdorp

Oranjeplein

Woensdagmorgen

Borssele

Plein

Donderdagmorgen

Heinkenszand

Van der Biltplein

Vrijdagmorgen

’s-Gravenpolder

Burg. Jansenstraat

 

4.6 Begraafplaatsen

In de preventieve fase wordt er geen rekening gehouden met de ontsluitingswegen richting begraafplaatsen, parkeerplaatsen van begraafplaatsen en de paden op de begraafplaats zelf. Bij extreme sneeuwval in combinatie met een begrafenis zullen de voormannen en de gladheidscoördinatoren zoeken naar een oplossing om de wegen enigszins begaanbaar te maken, zodat een begrafenis doorgang kan vinden.

 

4.7 Brandweerkazernes

De wegen langs de brandweerkazernes zitten in de huidige strooiroutes. In de preventieve fase worden de terreinen van de brandweerkazernes niet gestrooid. Bij sneeuwval zullen de terreinen meegenomen worden met een sneeuwschuiver.

5. Strooiwijze en signalering

 

In de gladheidbestrijding spreken we van preventief strooien en curatief strooien.

Preventief strooien houdt in dat er gestrooid wordt voordat er gladheid ontstaat. Door preventieve strooiacties wordt in veel gevallen voorkomen dat het glad wordt. Bij hevige sneeuwval en of ijzel spreken we over de curatieve fase en gaan we over op curatieve acties.

 

5.1. Strooiwijze

In de gemeente Borsele wordt gebruik gemaakt van de methodiek “natstrooien”. Dit is een methode waarbij het strooizout wordt vermengd met een zoutoplossing (natriumchloride). Het bevochtigde zout wordt door een roterende schijf op de weg gestrooid. Voordeel van deze methode is een betere hechting van het zout aan het wegdek. Het zoutverbruik is met deze methode ook lager omdat het gehele strooiproces efficiënter is, er treedt minder verwaaiing op. Een ander voordeel is dat het dooiproces eerder op gang komt omdat het zout al deels is opgelost.

 

In de curatieve fase kan het voorkomen dat bij hevige sneeuwval de voertuigen worden uitgerust met een sneeuwploeg. Hiermee wordt de sneeuw naar de kanten van de weg geduwd. In deze fase kan het voorkomen dat er niet gestrooid wordt met de nat-zout methode, maar dat er gestrooid wordt met zout.

 

5.2. Signalering

De gemeente Borsele beschikt niet over een eigen gladheidmeetsysteem. Om dit op te vangen heeft de gemeente Borsele een contact afgesloten met een meteorologisch instituut. Zij bewaken 24/7 de actuele weerssituatie.

 

Tijdens de winterperiode heeft de meteorologisch adviseur wekelijks contact met de dienstdoende gladheidcoördinator om de verwachting door te nemen. Bij acute wijzigingen in de verwachte weersomstandigheden neemt de adviseur contact op met de dienstdoende gladheidcoördinator. Hij geeft advies over wanneer en hoe laat er een strooiactie moet plaatsvinden. De uiteindelijke beslissing om een strooiactie op te zetten berust bij de dienstdoende gladheidcoördinator. In de praktijk wordt het advies van de metrologische adviseur altijd opgevolgd.

 

De contactmomenten met de meteorologisch adviseur worden digitaal vastgelegd en zijn te raadplegen op de website strooitveilig.nl. Op deze website is voor de gladheidcoördinator ook de meteorologische achtergrond van de strooiactie te raadplegen.

6. Communicatie

 

Communicatie richting de burgers over de gladheid is belangrijk.

 

Op de website van de gemeente Borsele is het gladheidbestrijdingsplan te raadplegen. Daarnaast is er een digitale kaart waarop te zien is welke wegen er gestrooid worden. Het onderwerp gladheidbestrijding zal tijdens het winterseizoen prominent op de website staan.

 

Voorafgaand aan en tijdens het winterseizoen wordt er in de Bevelandse Bode bij de bekendmakingen aandacht geschonken aan de gladheidbestrijding. De volgende punten krijgen dan aandacht:

  • de strooiroutes en het gladheidbestrijdingsplan zijn te raadplegen op de website van de gemeente Borsele;

  • weggebruikers worden opgeroepen om het rijgedrag aan te passen aan de winterse omstandigheden;

Voorafgaand aan een strooiactie wordt er een bericht geplaatst op de Twitter- en Facebookaccount van de gemeente Borsele dat er een strooiactie wordt ingezet.

7. Materiaal en machines

 

Om de gladheidbestrijding te kunnen uitvoeren is het van belang dat er voldoende materiaal aanwezig is om de gladheidbestrijding te kunnen uitvoeren.

 

Voor de gladheidbestrijding wordt het volgende gebruikt:

 

Materiaal gladheidbestrijding

Omschrijving

OW-nummer

Zoutopslag

OW-518

Open veldschuur strooieropslag

OW-520

Mobiele leegdraaiunit

OW-510

Zoutoplosser

OW-517

Opzet natzoutstrooier

OW-520

Sneeuwploeg met hefinrichting

OW-522

Voorzet sneeuwschuif

OW-523

Aanhanger natzoutstrooier

OW-524

Rolbezem

OW-525

Haakarm natzoutstrooimachine

OW-526

Aanhanger natzoutstrooier

OW-527

Sneeuwploeg vrachtwagen

OW-528

Sneeuwploeg tractor

OW-529

Vrachtwagen

OW-85

Auto stratenmakers

OW-53

Tractor

OW-70

Kleine tractor John Deere

OW-320

8. Financiën

 

De kostenposten voor gladheidbestrijding zijn onder te verdelen in vaste en variabele kosten.

De vaste onderdelen binnen het budget worden gevormd door de kapitaalslasten voor materieel, zoutopslag, veldschuur en de vaste vergoedingen van de gladheidbestrijders.

Het hoofdbestanddeel van de variabele kosten wordt gevormd door uren en uitrukpremies van personeel, verbruik van dooimiddelen en onderhoud van materieel.

De variabele kosten hangen af van de ernst van de winter. De meevallers van winters met weinig gladheid moeten de kosten van dure winters compenseren. De kosten voor de gladheidbestrijding worden jaarlijks meegenomen in de begroting.

Aldus vastgesteld in haar vergadering van 15 februari 2022.

G.M. Dijksterhuis, voorzitter

J.M. Jansen, secretaris