Beleidsregels intrekken omgevingsvergunning bij uitblijven gebruikmaking

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Organisatie	Veenendaal
Organisatietype	Gemeente
Officiële naam regeling	Beleidsregels intrekken omgevingsvergunning bij uitblijven gebruikmaking
Citeertitel	Beleidsregels intrekken omgevingsvergunning bij uitblijven gebruikmaking
Vastgesteld door	college van burgemeester en wethouders
Onderwerp	bestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen
Datum inwerkingtreding	Terugwerkende kracht tot en met	Datum uitwerkingtreding	Betreft	Datum ondertekening Bron bekendmaking	Kenmerk voorstel
10-05-2012			vaststelling "Beleidsregels intrekken omgevingsvergunning bij uitblijven gebruikmaking"	03-04-2012 gmb-2022-485541

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels intrekken omgevingsvergunning bij uitblijven gebruikmaking

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal;

overwegende dat

–
een actief intrekkingsbeleid wenselijk is om te voorkomen dat er met ‘verouderde’ vergunningen situaties ontstaan die door de huidige wet- en regelgeving achterhaald zijn. Het gaat bijvoorbeeld om eisen voor brandveiligheid, energiezuinigheid en constructieve veiligheid die in de loop van de jaren zijn aangescherpt bij de bouw;
–
afgegeven vergunningen worden verwerkt in het kader van de Wet Basisadministratie Adressen en Gebouwen (BAG) en gegevens hieruit worden gehaald in het kader van de onroerendzaakbelasting (WOZ) waardoor actuele informatie voor een ieder noodzakelijk is;
–
de rechtszekerheid wordt geborgd door de geldigheid van de omgevingsvergunning binnen een tijdpad te limiteren.

gelet op

het bepaalde in artikel 1:3 lid 4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), artikel 4:81 tot en met 4:84 Awb en artikel 2.33 lid 2 onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo);

besluit:

vast te stellen de Beleidsregels intrekken omgevingsvergunning bij uitblijven gebruikmaking

Artikel 1 Begripsbepalingen

a. Omgevingsvergunning:	een vergunning die ziet op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1 of 2.2 van de Wabo;
b.Bouwen:	het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten van een bouwwerk;
c. Aanleggen:	het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, in gevallen waarin dat bij een bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit is bepaald;
d. Slopen:	het geheel of gedeeltelijk afbreken van een bouwwerk
e. Kappen:	het geheel of gedeeltelijk neerhalen van een groenopstand;
f. Inrichting:	inrichting behorende tot een categorie die is aangewezen in het Besluit omgevingsrecht:
g. Intrekken:	het geheel of gedeeltelijk intrekken van een omgevingsvergunning;
h. College:	college van burgemeester en wethouders;

Artikel 2 Intrekkingsregeling bij uitblijven aanvang bouw, kap, aanleg of sloop

1.
Op grond van artikel 2.33 lid 2 onder a van de Wabo zal het college een verleende omgevingsvergunning voor de activiteit bouw, kap, aanleg of sloop geheel of gedeeltelijk intrekken als er niet binnen 26 weken na het onherroepelijk worden van de verkregen omgevingsvergunning een begin is gemaakt met de werkzaamheden.
2.
Het college gaat niet over tot het intrekken van de omgevingsvergunning voor de activiteit bouw, kap, aanleg of sloop dan nadat hij de vergunninghouder de gelegenheid heeft geboden zijn zienswijze naar voren te brengen zoals aangegeven in artikel 4 lid 1 van deze beleidsregels;
3.
Als een zienswijze is ingediend wordt bekeken of de ingediende zienswijze aanleiding geeft tot het gunnen van een ruimere termijn waarbinnen met het bouwen, kappen, aanleggen of slopen een begin moet zijn gemaakt.
4.
De termijn bedoeld onder lid 3 wordt aan de hand van het concrete geval bepaald, maar bedraagt nooit meer dan 78 weken na het onherroepelijk worden van de verleende omgevingsvergunning voor de activiteit bouw, kap, aanleg of sloop.

Artikel 3 Intrekkingsregeling voor de activiteit milieu

1.
Op grond van artikel 2.33 lid 2 onder a van de Wabo zal het college een omgevingsvergunning voor de activiteit milieu geheel of gedeeltelijk intrekken indien gedurende drie jaar geen handelingen zijn verricht met gebruikmaking van de omgevingsvergunning voor de activiteit milieu.
2.
Het college gaat niet over tot het intrekken van de omgevingsvergunning voor de activiteit milieu dan nadat hij de vergunninghouder de gelegenheid heeft geboden zijn zienswijze naar voren te brengen zoals aangegeven in artikel 4 lid 1 van deze beleidsregels
3.
Als een zienswijze is ingediend wordt bekeken of de ingediende zienswijze aanleiding geeft tot het gunnen van een ruimere termijn waarbinnen handelingen moeten worden verricht met gebruikmaking van de omgevingsvergunning voor de activiteit milieu.
4.
De termijn bedoeld onder lid 3 wordt aan de hand van het concrete geval bepaald, maar bedraagt nooit meer dan 182 weken na het onherroepelijk worden van de verleende omgevingsvergunning voor de activiteit milieu.

Artikel 4 Procedure tot intrekking van de omgevingsvergunning

1.
De vergunninghouder krijgt voordat een omgevingsvergunning wordt ingetrokken de gelegenheid een zienswijze naar voren te brengen binnen vier weken nadat het college het voornemen tot intrekking heeft bekendgemaakt.
2.
Het college neemt binnen 8 weken na de ontvangst van de zienswijze of het verstrijken van de termijn van lid 1, een besluit over het intrekken van de omgevingsvergunning.
3.
Het besluit tot intrekking van de omgevingsvergunning wordt bekendgemaakt aan vergunninghouder en eventuele derdebelanghebbenden en wordt tevens gepubliceerd in een huis-aan-huisblad.

Artikel 5 Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als: Beleidsregels intrekken omgevingsvergunning.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking de dag na bekendmaking. [De beleidsregels zijn op 9 mei 2012 rechtsgeldig gepubliceerd in de Veenendaalse Krant]

Aldus vastgesteld in de vergadering van 3 april 2012

Burgemeester en Wethouders van Veenendaal

mevrouw drs. A.P.W. van de Klift

de secretaris,

de heer mr. T. Elzenga

de burgemeester,