Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Amsterdam

Subsidieregeling Stichting Amsterdam 750 II

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmsterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling Stichting Amsterdam 750 II
CiteertitelSubsidieregeling Stichting Amsterdam 750 II
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is tevens vastgesteld door het bestuur van Stichting Amsterdam 750.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-11-2022nieuwe regeling

25-10-2022

gmb-2022-484588

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling Stichting Amsterdam 750 II

 

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    De Stichting: De Stichting Amsterdam 750;

  • b.

    Aanvrager: de natuurlijke persoon of rechtspersoon als bedoeld in artikel 1.4 van deze regeling;

  • c.

    Adviesraad: door de Stichting ingestelde roulerende poule van adviseurs die over een subsidieaanvraag adviseert;

  • d.

    Vieringsjaar: de viering van het 750-jarig bestaan van de stad Amsterdam van 27 oktober 2024 t/m 27 oktober 2025;

  • e.

    Programmalijn: de drie inhoudelijke programmalijnen zoals geformuleerd in het Programmaplan Amsterdam 750 dd. 27 oktober 2020 en gepubliceerd op www.amsterdam750.nl/plan;

  • f.

    Begrotingstekort: saldo tussen geraamde kosten en inkomsten zonder het gevraagde subsidiebedrag, waarbij de kosten hoger zijn dan de inkomsten;

  • g.

    Sluitende begroting: een begroting waarbij de totale kosten volledig gedekt worden door inkomsten inclusief het bedrag waarvoor subsidie is aangevraagd;

  • h.

    Project: een in de tijd en middelen begrensde activiteit, waarbij het resultaat tenminste gedeeltelijk openbaar beschikbaar of toegankelijk is;

  • i.

    Overhead: alle kosten die niet direct aan het primaire proces van het project toe te rekenen zijn;

  • j.

    Regeling: deze Subsidieregeling Stichting Amsterdam 750 II;

  • k.

    Samenwerkingspartner: een rechtspersoon of natuurlijk persoon waarmee bij de uitvoering van het project wordt samengewerkt, die niet tevens aanvrager is;

  • l.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam.

Artikel 1.2 Doel van de regeling

Het doel van de regeling is om projecten te ondersteunen die specifiek worden ontwikkeld en uitgevoerd in het kader van de viering van Amsterdam 750. Het betreft initiatieven uit Amsterdam en Weesp die tijdens of in aanloop naar het vieringsjaar bijdragen aan de doelstellingen van de viering zoals geformuleerd in het Programmaplan Amsterdam 750 (www.amsterdam750.nl/plan).

Artikel 1.3 Waarvoor en voor welk bedrag kan subsidie worden aangevraagd?

  • 1.

    Binnen deze regeling kan subsidie worden aangevraagd voor:

    • a.

      Een project waarbij het gevraagde subsidiebedrag exact € 10.000 bedraagt (categorie I);

    • b.

      Een project waarbij het gevraagde subsidiebedrag exact € 20.000 bedraagt (categorie II);

    • c.

      Een project waarbij het gevraagde subsidiebedrag exact € 50.000 bedraagt (categorie III);

  • 2.

    Het college kan een Prijsvraag voor Jonge Amsterdammers instellen waarvoor de aanvraagprocedure en beoordelingscriteria nader bekend worden gemaakt.

  • 3.

    Bij een project moet met één of meerdere partners worden samengewerkt.

  • 4.

    Een project moet verband houden met minimaal één van de programmalijnen van Amsterdam 750: De stad maken we samen, Het verhaal van Amsterdam en Een nieuwe kaart.

Artikel 1.4 Wie kan aanvragen?

  • 1.

    Een aanvraag voor subsidie voor een project kan uitsluitend worden ingediend door een natuurlijk persoon of rechtspersoon zonder winstoogmerk. De aanvrager moet woonachtig of gevestigd zijn in hetzelfde stadsdeel in de gemeente Amsterdam of stadsgebied Weesp als de stadsdeelronde waarvoor wordt ingediend. Dit blijkt uit de statutaire zetel dan wel het bezoekadres op het uittreksel van de Kamer van Koophandel of ingeval van een natuurlijk persoon uit de inschrijving bij de Basisregistratie Persoonsgegevens of correspondentie van de energieleverancier waarop naam en adresgegevens zichtbaar zijn.

  • 2.

    De aanvrager als bedoeld in het eerste lid is de penvoerder van de aanvraag.

  • 3.

    Organisaties die op naam zijn aangewezen in de Amsterdam Bis van de gemeente Amsterdam, of een vierjarige subsidie ontvangen van het Amsterdams Fonds voor de Kunst in het kader van het Kunstenplan 2021-2024, kunnen zelf geen aanvraag op grond van deze regeling indienen. Zij kunnen wel als partner optreden bij een aanvraag.

Artikel 1.5 Beschikbaar subsidiebedrag

  • 1.

    Per aanvraagronde bedraagt het subsidieplafond 300.000 euro. Een uitzondering hierop vormen de ronde in West/ Nieuw-West (430.000 euro) en de algemene aanvraagronde (750.000 euro).

  • 2.

    Als in één of meer aanvraagrondes het subsidieplafond niet wordt overschreden, kan het college besluiten om het resterende bedrag aan één of meer andere aanvraagrondes toe te voegen.

  • 3.

    Het college kan tevens besluiten een subsidieplafond vast te stellen per in artikel 1.3 genoemde categorieën. Deze bedragen gelden als deelsubsidieplafonds.

  • 4.

    Een besluit tot vaststelling, verhogen of verlagen van een (deel)subsidieplafond wordt bekendgemaakt in het Gemeenteblad en via de website van de Stichting.

Artikel 1.6 Algemene weigeringsgronden voor alle categorieën

  • 1.

    Het college weigert de subsidie, ongeacht voor welke categorie, als:

    • a.

      de aanvraag niet past binnen de doelstelling van de regeling zoals opgenomen in artikel 1.2;

    • b.

      de projecten op grond van artikel 1.3 niet voor subsidie in aanmerking komen;

    • c.

      de aanvrager op grond van artikel 1.4 niet voor subsidie in aanmerking komt.

  • 2.

    Het college weigert de subsidie, ongeacht voor welke categorie waarvoor is aangevraagd, voorts als:

    • a.

      de aanvraag na toetsing van de aanvraag aan de beoordelingscriteria als bedoeld in artikel 3.1 niet voor honorering in aanmerking komt;

    • b.

      door de aanvrager reeds eerder binnen deze regeling subsidie is aangevraagd en deze aanvraag is gehonoreerd;

    • c.

      als een persoon, organisatie of onderneming reeds twee keer als partner heeft opgetreden bij een aanvraag in het kader van deze regeling en deze aanvragen beide zijn gehonoreerd;

    • d.

      reeds eerder voor hetzelfde project of dezelfde activiteiten binnen deze regeling subsidie is aangevraagd en deze aanvraag is gehonoreerd;

    • e.

      als reeds tweemaal eerder voor hetzelfde project of dezelfde activiteiten subsidie is aangevraagd en deze aanvragen zijn geweigerd;

    • f.

      uit de aanvraag blijkt dat de (eerste) publieke presentatie plaatsvindt binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag.

    • g.

      er sprake is van een begrotingstekort;

    • h.

      door toekenning van de subsidie het (deel)subsidieplafond wordt overschreden;

    • i.

      het resultaat van het project niet tenminste gedeeltelijk openbaar beschikbaar of toegankelijk is voor publiek;

    • j.

      de aanvrager doelen nastreeft, activiteiten ontplooit of handelingen verricht die in strijd zijn met het recht, het algemeen belang of de openbare orde en veiligheid;

    • k.

      de aanvrager niet voldoet aan de voor de desbetreffende organisatie gebruikelijke normen met betrekking tot good governance en fair practice op het terrein van goed bestuur, adequaat toezicht en een veilige werkomgeving;

    • l.

      de overhead meer dan 7% van de totale begroting bedraagt;

    • m.

      de bijdragen van overige financiers niet minimaal 50% bedragen, waardoor de gevraagde subsidie meer dan de helft van het dekkingsplan bedraagt;

    • n.

      binnen het project geen toegangsplekken of exemplaren gratis beschikbaar zijn voor Amsterdammers met een beperkt budget;

    • o.

      het project niet toegankelijk is (gemaakt) voor mensen met een beperking;

    • p.

      als het project niet uiterlijk op de laatste dag van het vieringsjaar (27 oktober 2025) is afgerond.

 

Paragraaf 2 De aanvraagprocedure

Artikel 2.1 Indieningsvereisten aanvraag

  • 1.

    Een subsidie als bedoeld in deze regeling wordt via het daarvoor bedoelde digitale formulier op de website www.mijnamsterdam750.nl aangevraagd.

  • 2.

    De aanvraag voor projecten bestaat uit de volgende verplichte onderdelen:

    • a.

      een volledig ingevuld aanvraagformulier;

    • b.

      een projectplan van maximaal 10 pagina’s;

    • c.

      een sluitende begroting met dekkingsplan;

    • d.

      een uittreksel uit het register van de Kamer van Koophandel dat niet ouder is dan twee maanden (rechtspersoon) of een uittreksel uit de Basisregistratie Persoonsgegevens of correspondentie van energieleverancier waarop naam en adresgegevens zichtbaar zijn (natuurlijke persoon);

    • e.

      afschrift van de statuten van de aanvrager (rechtspersoon);

    • f.

      een overzicht van samenwerkingspartners vergezeld van een machtiging met handtekening van (een tekenbevoegde vertegenwoordiger van) elke samenwerkingspartner;

    • g.

      In aanvulling op bovenstaande verplichte onderdelen, dienen aanvragen voor projecten in categorie III (50.000 euro) ook een communicatie- en marketingplan te bevatten.

  • 3.

    De aanvraag dient in het Nederlands of Engels te zijn opgesteld.

Artikel 2.2 Indiening aanvraag en verdeelsystematiek

  • 1.

    Subsidieaanvragen worden in behandeling genomen in de volgorde van ontvangst daarvan. Als tijdstip van indiening geldt daarbij het moment waarop de aanvraag compleet is.

  • 2.

    Aanvragen voor projecten kunnen op de volgende momenten worden ingediend, telkens van 09.00 uur op de dag van aanvang, tot 16.00 uur op de sluitingsdag:

    • a.

      Stadsdeel Oost (inclusief Weesp) van donderdag 1-12 t/m woensdag 14-12 2022

    • b.

      Stadsdeel West en Nieuw-West van woensdag 15-03 t/m dinsdag 28-03 2023

    • c.

      Stadsdeel Centrum van dinsdag 15-08 t/m maandag 28-08 2023

    • d.

      Stadsdeel Noord van maandag 02-10 t/m zondag 15-10 2023

    • e.

      Stadsdeel Zuidoost van donderdag 01-02 t/m woensdag 14-02 2024

    • f.

      Stadsdeel Zuid van vrijdag 15-03 t/m donderdag 28-03 2024

    • g.

      Alle Stadsdelen van maandag 02-09 t/m zondag 15-09 2024

     

Paragraaf 3 Beoordeling

Artikel 3.1 Beoordelingscriteria

Aanvragen voor een project worden aan de hand van de volgende criteria beoordeeld:

  • a.

    Bijdrage aan de viering;

  • b.

    Toekomstbestendigheid;

  • c.

    Samenwerking;

  • d.

    Haalbaarheid & uitvoerbaarheid.

In de toelichting op deze regeling zijn de beoordelingscriteria uitgewerkt.

Artikel 3.2 Advisering

Aanvragen in categorie II en III kunnen worden voorgelegd aan één of meer adviseurs.

Aan de adviseur(s) wordt een gemotiveerd oordeel gevraagd over de mate waarin een aanvraag voldoet aan de in artikel 3.1 eerste lid opgenomen criteria. De adviseurs adviseren om de aanvraag te honoreren of niet te honoreren.

Artikel 3.3. Besluit en beslistermijn

  • 1.

    Het college beslist binnen dertien weken na ontvangst over de aanvraag, waarbij de subsidie in categorie I direct wordt vastgesteld.

  • 2.

    De subsidie wordt verleend onder voorbehoud van de jaarlijkse verstrekking van de bijbehorende middelen door de gemeente Amsterdam.

  • 3.

    Het college kan besluiten de beslistermijn met acht weken te verlengen en doet daarvan voor afloop van de hiervoor genoemde termijn van dertien weken mededeling aan de aanvrager.

 

Paragraaf 4 Verlening, verplichting, verantwoording en vaststelling

Artikel 4.1 Aan de subsidie verbonden verplichtingen

  • 1.

    De subsidieontvanger meldt onverwijld aan het college als:

    • a.

      de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt niet of niet geheel zullen plaatsvinden; of

    • b.

      niet of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan; of

    • c.

      er aanzienlijke inhoudelijke of zakelijke wijzigingen zijn ten opzichte van het plan op basis waarvan subsidie is verstrekt.

  • 2.

    In aanvulling op de in het eerste lid genoemde verplichtingen kan het college bij beschikking andere verplichtingen aan de subsidie verbinden.

Artikel 4.2 Intrekking of wijziging van de subsidie

  • 1.

    Zolang de subsidie nog niet definitief is vastgesteld, kan het college het besluit tot verlening van de subsidie intrekken dan wel de hoogte van die subsidie verminderen, in elk geval indien:

    • a.

      het project waarvoor de subsidie is verleend niet of niet geheel volgens de aanvraag, de wet, de regeling heeft plaatsgevonden of zal plaatsvinden;

    • b.

      de ontvanger van de subsidie heeft gehandeld in strijd met de voorwaarden die zijn verbonden aan het besluit;

    • c.

      de verantwoording niet binnen de vermelde termijn is ingediend;

    • d.

      wijzigingen van activiteiten als bedoeld in artikel 4.1 van de regeling hebben plaatsgevonden en het college daaraan haar goedkeuring heeft onthouden of de wijzigingen naar het oordeel van het college aanleiding zijn de hoogte van de subsidie aan te passen.

  • 2.

    De intrekking of wijziging werkt terug tot het tijdstip waarop de subsidie is verleend, tenzij bij het besluit tot intrekking of wijziging anders is bepaald.

Artikel 4.3 Bevoorschotting

Bij een project in de categorie II en III geldt dat de subsidieontvanger als voorschot 90% van het toegekende subsidiebedrag ontvangt. Dit voorschot wordt automatisch uitbetaald binnen vier weken na het toekenningsbesluit, tenzij de aanvrager hier anders om verzoekt.

Artikel 4.4 Verantwoording

  • 1.

    Bij een project in categorie I, II of III geldt dat de ontvanger binnen drie maanden na afloop van het project een inhoudelijk verslag indient. Voor projecten in categorie II en III geldt dat de ontvanger eveneens een financiële verantwoording indient conform de daartoe gegeven richtlijnen van het college.

  • 2.

    Bij een project in categorie III, of als het project een minimale projectgrootte heeft van € 125.000, geldt dat de financiële verantwoording wordt voorzien van (minimaal) een samenstellingsverklaring conform de daartoe gegeven richtlijnen van het college.

Artikel 4.5 Vaststelling subsidie

  • 1.

    Het college stelt de subsidie voor projecten in de categorie II en III vast na goedkeuring van de verantwoording van het project.

  • 2.

    Als de activiteiten volgens de aanvraag zijn uitgevoerd en is voldaan aan alle aan de subsidie verbonden verplichtingen, stelt het college de subsidie binnen 13 weken overeenkomstig de subsidieverlening vast.

  • 3.

    Het college kan de in lid 2 genoemde termijn voor ten hoogste 6 weken verdagen, onder schriftelijke mededeling aan de aanvrager.

  • 4.

    Onterecht en/of onverschuldigd betaalde subsidies en voorschotten kunnen door het college onmiddellijk worden teruggevorderd.

     

Paragraaf 5 Slotbepalingen

Artikel 5.1 Inwerkingtreding

De regeling treedt in werking op 1 november 2022, wordt gepubliceerd in het Gemeenteblad en is tevens te raadplegen op www.amsterdam750.nl/stichting.

Artikel 5.2 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Stichting Amsterdam 750 II.

Goedgekeurd door het bestuur van Stichting Amsterdam 750

Ahmet Polat

creatief directeur

Anna Brolsma

zakelijk leider

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam in haar vergadering van 25 oktober 2022.

Femke Halsema

Burgemeester

Peter Teesink

gemeentesecretaris

Toelichting bij de subsidieregeling Stichting Amsterdam 750 II

In deze toelichting op de subsidieregeling Stichting Amsterdam 750 II geven we meer informatie over het aanvragen van subsidie bij de Stichting Amsterdam 750. Er wordt uitgelegd wie kan aanvragen, voor welke projecten en bedragen aangevraagd kan worden, hoe het aanvragen werkt, hoe de beoordeling plaatsvindt en tenslotte wat er verwacht wordt aan verantwoording. Mocht je na lezing van deze toelichting nog vragen hebben, kijk dan voor antwoorden op www.stichtingamsterdam750.nl of neem contact met ons op. We helpen je graag.

 

1.Over je aanvraag

 

Waarvoor aanvragen?

 

Binnen de regeling kan subsidie worden aangevraagd voor:

  • Categorie I: projecten met een exact subsidiebedrag van € 10.000

  • Categorie II: projecten met een exact subsidiebedrag van € 20.000

  • Categorie III: projecten met een exact subsidiebedrag van € 50.000

Projecten moeten speciaal georganiseerd worden in het kader van de viering van 750 jaar Amsterdam, ze moeten worden georganiseerd door Amsterdammers of inwoners van Weesp en (in eerste instantie) gericht zijn op Amsterdammers en Weespers. De aanvraag moet worden gedaan in de subsidieronde van het stadsdeel waarin de aanvrager woont of is gevestigd (als het een organisatie betreft). Het resultaat van het project moet tenminste gedeeltelijk openbaar beschikbaar of toegankelijk worden gemaakt. Dat betekent dat ook anderen dan de aanvrager zelf het resultaat moeten kunnen ervaren. Een project kan uit meerdere activiteiten bestaan, met een duidelijke inhoudelijke samenhang en met een beginmoment en een eindpunt

 

Binnen deze regeling kun je aanvragen voor projecten op het gebied van: kunst en cultuur; welzijn, sport en natuur; onderwijs, jeugd en educatie; wetenschap, ondernemerschap en techniek. Een combinatie is ook mogelijk. We nodigen aanvragers uit om mensen en organisaties bij elkaar te brengen, bijvoorbeeld door nieuwe samenwerkingsverbanden aan te gaan.

 

Wie kan aanvragen?

 

Een aanvraag voor subsidie kan worden ingediend door een natuurlijk persoon, of een non-profit organisatie (organisatie zonder winstoogmerk). Zonder winstoogmerk betekent dat alleen stichtingen en verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid kunnen aanvragen.

 

De aanvrager moet woonachtig of gevestigd zijn in het stadsdeel in Amsterdam (of Weesp) waarop de betreffende aanvraagronde is gericht. Daarnaast zijn er één of meer partners met wie het plan wordt ingediend.

 

De aanvrager is de penvoerder van de aanvraag en gaat dus de subsidierelatie met het college aan. De penvoerder is contactpersoon namens het samenwerkingsverband en is vanuit die rol namens alle deelnemers verantwoordelijk voor het doorgeven van wijzigingen in het projectplan of de begroting. De penvoerder is tevens verantwoordelijk voor het informeren van de deelnemers in het samenwerkingsverband. De toegekende subsidie wordt uitbetaald aan de penvoerder; deze zorgt -indien nodig- voor het eventueel juist en tijdig verdelen van de ontvangen middelen onder de betreffende deelnemers. De penvoerder draagt tot slot zorg voor tijdige en juiste inhoudelijke en financiële verslaglegging en verantwoording achteraf. Ook voor de afwikkeling van een eventuele lagere vaststelling of terugvordering is de penvoerder verantwoordelijk.

 

Rechtspersonen zonder volledige rechtsbevoegdheid zoals een maatschap vennootschap onder firma, commanditaire vennootschap of verenigingen met beperkte rechtsbevoegdheid kunnen niet aanvragen. Ook rechtspersonen met een winstoogmerk zoals een BV of NV kunnen niet aanvragen, ook niet als in hun statuten staat dat de BV of NV geen winstoogmerk heeft.

 

Hetzelfde geldt voor ontvangers van een vierjarige subsidie van het Amsterdams Fonds voor de Kunst in het kader van het Kunstenplan 2021-2024 of binnen de Amsterdamse Basisinfrastructuur 2021-2024: zij kunnen zelf geen aanvraag indienen. Zij kunnen wel als partner meedoen aan een projectaanvraag waarvan de penvoerder geen meerjarige subsidie van het Amsterdams Fonds voor de Kunst, of binnen de Amsterdamse Basisinfrastructuur ontvangt.

 

Subsidieplafonds

Omdat het aantal aanvragen naar verwachting hoger is dan het beschikbare budget, stelt het college subsidieplafonds vast, vastgelegd in de Regeling. Dat betekent dat er per subsidieronde een maximaal bedrag kan worden toegekend. Door te werken met subsidieplafonds wordt een goede verdeling van de te honoreren aanvragen over de stad gewaarborgd. Hierdoor is gegarandeerd dat alle stadsdelen goed vertegenwoordigd zijn. De subsidieplafonds en de besluiten tot verhoging of verlaging van de budgetten worden in het Gemeenteblad en op de website van de Stichting gepubliceerd.

 

2. De aanvraagprocedure

 

Je aanvraag indienen

Je kunt aanvragen alleen indienen met het digitale aanvraagformulier. Om subsidie aan te vragen heb je een account nodig dat je kunt aanvragen via www.mijnamsterdam750.nl. Je ontvangt dit account meestal binnen een werkdag, maar bij grote drukte kan het langer duren. Vraag het account daarom op tijd aan.

 

Een subsidieaanvraag bestaat uit de volgende onderdelen:

 

  • a.

    Een volledig ingevuld online aanvraagformulier.

  • b.

    Een beschrijving van het project waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

Zorg ervoor dat het projectplan zorgvuldig is uitgewerkt, zodat wij het plan kunnen beoordelen. Belangrijk is dat de gemaakte keuzes ook worden toegelicht en gemotiveerd. Geef alle informatie waarvan je denkt dat het belangrijk is voor de beoordeling

 

De basis van deze beschrijving is een projectplan van maximaal 10 pagina’s.

Daarnaast ben je welkom het plan te ondersteunen door middel van een filmpje van maximaal 5 minuten.

 

Uit de beschrijving moet duidelijk worden:

 

  • wat het doel van je project is;

  • wat de inhoudelijke en praktische uitgangspunten van het project zijn;

  • aan welke programmalijn(en) van Amsterdam 750 het project bijdraagt (zie verderop bij de criteria) en op welke wijze;

  • waar, wanneer, hoe en met wie het project wordt uitgevoerd en wie het beoogde publiek en/of de beoogde deelnemers zijn;

  • hoeveel mensen worden bereikt en hoe je daarvoor gaat zorgen met behulp van communicatie en eventueel marketing.

 

  • c.

    Een realistische, sluitende begroting met dekkingsplan.

Geef hierbij een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven en geef een toelichting per begrotingspost. Let daarbij op het volgende:

 

  • Er moet sprake zijn van een redelijke verhouding tussen de plannen en de kosten die daarvoor zijn begroot. Het is dus belangrijk dat je de begroting en het aangevraagde bedrag zorgvuldig onderbouwt.

  • De subsidie moet voornamelijk besteed worden aan activiteitenkosten. De kosten voor overhead mogen daarom maximaal 7% van de totale begroting bedragen. Overhead zijn kosten die je maakt die niet direct besteed worden aan je project. Denk bijvoorbeeld aan kosten die je normaal gesproken ook al maakt zoals je internet- of telefoonabonnement, of kantoorhuur van je organisatie. Wanneer in een aanvraag meer dan 7% van de totale kosten voor overhead wordt opgevoerd, moet worden uitgelegd wat de reden is en waarom het opgevoerde bedrag redelijk is. Wanneer de overhead te hoog is, kan de subsidie worden afgewezen.

  • Omdat de subsidie vooral bedoeld is voor de ontwikkeling van een activiteit, mag slechts een beperkt deel (maximaal 1/3) besteed worden aan de aanschaf of huur van middelen die ook na de activiteit of het project gebruikt worden. Denk bijvoorbeeld aan apparatuur, hulpmiddelen (gereedschap) en software (licenties). In de begroting moeten de volledige aanschafkosten worden opgenomen. In de toelichting geef je aan hoeveel hier vanuit de subsidie aan wordt bijgedragen.

  • In de begroting moeten bedragen die bij andere partijen zijn aangevraagd voor een subsidie, sponsoring of vergoeding voor hetzelfde project worden opgenomen. Vermeld hierbij ook de status van zo’n aanvraag.

  • De bijdrage vanuit de subsidieregeling Amsterdam 750 II bedraagt exact €10.000, € 20.000 of € 50.000.

  • De bijdrage vanuit de subsidieregeling is maximaal 50% van de totale projectkosten. Dat wil zeggen dat je ook andere bronnen voor de financiering van het project nodig hebt. Denk bijvoorbeeld aan: bijdragen van samenwerkingspartners in de vorm van geld, uren of materiaal, inkomsten vanuit andere fondsen, eigen inkomsten uit entree of sponsoring in geld of natura, etcetera.

  • Geef in de begroting aan welk bedrag je beschikbaar stelt voor communicatie en eventueel marketing.

 

  • d.

    Een uittreksel uit het register van de Kamer van Koophandel of een uittreksel uit de Basisregistratie Persoonsgegevens of correspondentie van energieleverancier (als de aanvrager een natuurlijke persoon is). De bewijsstukken mogen niet ouder zijn dan twee maanden. Wanneer je als natuurlijk persoon aanvraagt en als bewijsstuk een brief of factuur van je energieleverancier toevoegt, dan dient daarop de energieleverancier, je naam en adres leesbaar te zijn.

  • e.

    Een afschrift van de statuten van de aanvrager (als de aanvrager een organisatie is). Deze kun je opvragen bij de Kamer van Koophandel (www.kvk.nl)

  • f.

    Een overzicht van je samenwerkingspartners. Hierbij vragen we je om een machtigingsformulier met handtekening van (een tekenbevoegde vertegenwoordiger van) minimaal één samenwerkingspartner. Op www.stichtingamsterdam750.nl is een voorbeeld te vinden van zo’n machtiging.

3. Beoordeling van de aanvraag

 

Aanvragen in categorie I worden door het bureau van Stichting Amsterdam 750 inhoudelijk beoordeeld aan de hand van de beoordelingscriteria.

Aanvragen in categorie II en III worden voorgelegd aan één of meer adviseurs uit de Adviesraad van de Stichting Amsterdam 750. Dit is een door de Stichting ingestelde roulerende poule van adviseurs. Aan de leden van de Adviesraad wordt een gemotiveerd oordeel gevraagd over de mate waarin een aanvraag voldoet aan de beoordelingscriteria. Met inachtneming van de adviezen neemt het college het besluit over aanvragen in categorie I, II en III.

 

Beoordelingscriteria

Aanvragen die voldoen aan alle eisen om voor subsidie in aanmerking te komen, worden behandeld op volgorde van binnenkomst en beoordeeld aan de hand van de beoordelingscriteria. De criteria worden toegepast om vast te stellen of de aanvraag past bij de doelstellingen van deze regeling.

Alle criteria wegen daarbij even zwaar. Een positief advies op een of meer van de criteria betekent niet automatisch dat subsidie wordt verstrekt. Andersom is het ook niet zo dat alle vier de criteria een ‘goed’ of ‘uitstekend’ oordeel hoeven te krijgen om toch subsidie te kunnen ontvangen. Het totaalbeeld van de onderbouwde beoordelingen is bepalend voor het besluit

Aanvragen worden getoetst aan de volgende criteria:

 

  • A.

    Bijdrage aan de viering

  • B.

    Toekomstbestendigheid

  • C.

    Samenwerking

  • D.

    Haalbaarheid & uitvoerbaarheid

A. Bijdrage aan de viering

 

Het project moet iets nieuws toevoegen aan het bestaande aanbod in de stad en speciaal ontwikkeld worden in het kader van Amsterdam 750. De inhoud en ambities van de aanvraag moeten duidelijk aansluiten bij de doelstellingen en inhoudelijke programmalijnen van de viering van Amsterdam 750 (www.amsterdam750.nl/plan). De drie programmalijnen zijn:

 

  • De stad maken we samen

  • Op welke manier draagt jouw project bij aan een meer verbonden straat, buurt of stad? Dat kan zijn door nieuwe verbindingen te maken tussen en mensen en organisaties, maar ook tussen thema’s en disciplines. Denk bijvoorbeeld aan kruisbestuivingen tussen sport, cultuur, welzijn en wetenschap.

  • Het verhaal van Amsterdam

  • Voegt het project iets nieuws toe aan de bestaande verhalen over Amsterdam en de Amsterdammers?

  • Denk bijvoorbeeld aan onbekende of onderbelichte personen en verhalen die de stad hebben gevormd.

  • De nieuwe kaart

  • Draagt jouw project nieuwe ideeën aan over de toekomst van de stad? Denk bijvoorbeeld aan nieuwe invalshoeken op hoe mensen wonen, werken, studeren en zich verplaatsen in en rond Amsterdam, of op eigentijdse stedelijke vraagstukken als voedselzekerheid, waterveiligheid of klimaat.

B. Toekomstbestendigheid

 

Op welke manier blijft er ook na 2025 iets achter van je project? Dit kan zowel materieel als immaterieel zijn. Denk bijvoorbeeld aan een nieuw netwerk tussen mensen en/of organisaties of een nieuwe traditie in de vorm van een terugkerend evenement.

 

C. Samenwerking

 

Het gaat hier om de kwaliteit van het samenwerkingsverband dat het project opzet en uitvoert. Om de samenwerking te toetsen wordt elke aanvraag beoordeeld op alle volgende aspecten:

  • Is het samenwerkingsverband logisch en inhoudelijk en/of praktisch van belang voor het plan?

  • Is de rol en inzet van de van de samenwerkingspartners helder en is er een evenwichtige, effectieve bijdrage van de verschillende samenwerkingspartners aan het plan?

D. Toegankelijkheid

 

  • Op welke manier is (het eindresultaat van) je project openbaar toegankelijk en/of makkelijk beschikbaar voor anderen? Denk bijvoorbeeld aan online beschikbaarheid, gratis toegang tot een evenement of gratis exemplaren voor Amsterdammers met een kleine portemonnee.

  • In welke mate wordt er rekening gehouden met toegankelijkheid voor mensen met een beperking?

E. Haalbaarheid & uitvoerbaarheid

 

Dit betreft de ‘reality check’ van de beoogde plannen. Het gaat om de beoordeling van de in het plan voorziene mensen, middelen, communicatie in relatie tot het voorgenomen inhoudelijke plan: is het plan met deze opzet uitvoerbaar? Om dat te bepalen wordt elke aanvraag beoordeeld op alle volgende aspecten:

 

  • Is het plan realistisch en uitvoerbaar wat betreft werkwijze, organisatie en vakmanschap van medewerkers/personeel en partners?

  • Is de begroting realistisch en passend bij het plan (kosten en inkomsten)? Zijn er verschillende bronnen van inkomsten (financieel en/of in natura) zodat risico’s worden gespreid?

  • Bij een project in categorie III geldt aanvullend: Is het communicatie- en marketingplan realistisch en is er een concrete en overtuigende aanpak om het beoogde publiek te bereiken?

  • Is het project haalbaar en uitvoerbaar vóór of op de verjaardag van Amsterdam op 27 oktober 2025?

Besluit

Besluiten over aanvragen worden genomen binnen dertien weken na ontvangst van de complete aanvraag. Het college kan deze beslistermijn met acht weken verlengen. Aanvragers krijgen in dat geval voor het aflopen van de termijn van dertien weken bericht. Het schriftelijke besluit wordt per mail aan alle aanvragers bekend gemaakt. Tevens vindt een publicatie plaats van de toegekende aanvragen op de website van de Stichting.

 

4. Verlening, verplichting, verantwoording en vaststelling

 

Voorschot

Bij een project in de categorie II en III geldt dat de subsidieontvanger als voorschot 90% van het toegekende subsidiebedrag ontvangt. Dit voorschot wordt automatisch uitbetaald binnen vier weken na het toekenningsbesluit, tenzij de aanvrager hier anders om verzoekt. De subsidie in categorie I wordt direct vastgesteld en kent dus geen voorschot maar een directe toekenning van het aangevraagde bedrag.

 

Verantwoording

Alle veranderingen die belangrijk zijn in relatie tot de aanvraag en toekenning moet de aanvrager zo snel mogelijk aan het college melden. Daarvan is bijvoorbeeld sprake als bepaalde activiteiten niet doorgaan, als er wijzigingen in de organisatie of uitvoerenden zijn of als er aanzienlijke veranderingen zijn in de financiering van de activiteiten. Ook kunnen in het subsidiebesluit verplichtingen zijn opgenomen waarbij specifieke zaken gemeld of aangevuld moeten worden. Als achteraf blijkt dat wezenlijke veranderingen niet zijn gemeld, kan het college de subsidie lager vaststellen of intrekken. Dit is geheel voor risico van de aanvrager.

 

Binnen drie maanden na afloop van het project dien je als aanvrager een inhoudelijk verslag in. Voor projecten in de categorie II en III moet ook een financiële verantwoording worden ingediend. Hiervoor gebruik je de richtlijnen voor een verantwoording die op de website www.mijnamsterdam750.nl beschikbaar zijn. De financiële verantwoording laat zien hoe de subsidie is gebruikt en besteed. Belangrijke verschillen tussen verantwoording en begroting worden toegelicht.

Bij de verantwoording laat je zien dat het project heeft plaatsgevonden volgens de aanvraag of volgens de door het college geaccepteerde wijzigingen.

 

Op basis van de verantwoording stelt het college voor projecten in de categorie II en III de subsidie vast. Het college beslist binnen dertien weken over de vaststelling. Deze termijn kan met acht weken worden verlengd. De aanvrager krijgt daarvan bericht vóór het verlopen van de oorspronkelijke termijn van dertien weken.

Bij een project in categorie III, of als het project een minimale projectgrootte heeft van € 125.000, geldt dat de financiële verantwoording wordt voorzien van (minimaal) een samenstellingsverklaring conform de daartoe gegeven richtlijnen van de gemeente.

 

Tot slot

Deze toelichting moet worden gelezen in combinatie met de Subsidieregeling Stichting Amsterdam 750 II.

Bij onderlinge tegenstrijdigheden tussen de regeling en de toelichting prevaleert de Subsidieregeling Stichting Amsterdam 750 II.