Organisatie | Noord-Brabant |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant 3 oktober 2022 houdende regels omtrent treasury (Treasurystatuut Noord-Brabant 2022) |
Citeertitel | Treasurystatuut Noord-Brabant 2022 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-11-2022 | nieuwe regeling | 03-10-2022 | C2303004/5129371 |
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 2.1 van de Verordening treasury Noord-Brabant 2021;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten voor de inrichting en tenuitvoerlegging van een adequaat werkende treasuryfunctie een treasurystatuut wensen vast te stellen;
In dit treasurystatuut wordt verstaan onder:
beleggen: uitzetten van middelen in de vorm van een obligatie, onderhandse lening, deposito of stand op een rekeningcourant;
Beleggingscommissie: Beleggingscommissie als bedoeld in bijlage 6, behorende bij dit treasurystatuut;
debiteurenlimiet: maximale omvang van een uitzetting per aanvrager als percentage van het toegewezen vermogen aan de immunisatieportefeuille;
derivaten: financiële instrumenten die hun bestaan ontlenen aan een bepaalde onderliggende waarde;
dividend - en rentereserve: reservering op de balans met als doel een jaar op jaar stabiele begroting te bewerkstelligen;
due diligence: onderzoek naar en analyse van de economische, juridische, fiscale en financiële omstandigheden en de integere bedrijfsvoering van een entiteit of onderneming;
ExpectedLoss: methode die wordt gebruikt om te berekenen wat het voorgecalculeerd risico is van een individuele belegging of kredietverstrekking van de immunisatieportefeuille;
immunisatieportefeuille: portefeuille van beleggingen met als doel jaarlijks een vaste inkomensstroom te realiseren ten behoeve van de begroting;
investeren: uitzetten van middelen in de vorm van het participeren in eigen vermogen, het verkrijgen van eigendom van roerende en onroerende zaken of het deelnemen in fondsen;
krediet verstrekken: uitzetten van middelen in de vorm van een lening;
liquiditeitsplanning: overzicht van de verwachte ontvangsten en uitgaven van de provincie voor een bepaalde periode;
onderhandse lening: lening aan een decentrale overheid waarop de provincie geen financieel toezicht houdt;
overige financiële middelen: alle financiële middelen van de provincie die niet zijn toegewezen aan de immunisatieportefeuille;
rendementsrisico: risico dat in enig jaar onvoldoende rendement wordt gemaakt voor de dekking van de begrotingsuitgaven;
risicobudget: maximale bedrag dat met een bepaalde waarschijnlijkheid verloren mag gaan in een bepaalde tijd;
risicohouding: mate waarin de provincie bereid is risico’s te lopen om haar doelstellingen te realiseren;
Ruddo: Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden;
treasuryfunctie: alle activiteiten die zich richten op het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen en de financiële posities;
Team Immunisatieportefeuille: Team Immunisatieportefeuille als bedoeld in bijlage 5, behorende bij dit treasurystatuut;
Team Treasury: Team Treasury als bedoeld in bijlage 5, behorende bij dit treasurystatuut;
TreasuryCommitee: Treasury Committee als bedoeld in bijlage 6, behorende bij dit treasurystatuut;
uitzettingen: bedragen die zijn uitgeleend, geïnvesteerd of belegd;
Value at Risk: methode die wordt gebruikt om te berekenen wat het potentieel verlies is voor uitzettingen in een bepaalde periode;
vermogensrisico: risico op een duurzame waardevermindering op het ingezette vermogen bij investeringen, kredieten of beleggingen;
Artikel 2.1 Uitgangspunten beleid immunisatieportefeuille
Met betrekking tot de immunisatieportefeuille nemen Gedeputeerde Staten de volgende uitgangspunten in acht:
Artikel 2.2 Uitgangspunten uitzetten van middelen via een belegging
Met betrekking tot de het uitzetten van middelen, via een belegging in de immunisatieportefeuille, nemen Gedeputeerde Staten de volgende uitgangspunten in acht:
Artikel 2.4 Beoordeling aanvraag krediet of investering
Gedeputeerde Staten beoordelen op basis van een advies van Team Immunisatieportefeuille of een aanvraag voor een krediet of investering initieel passend is binnen de kaders en uitgangspunten van de inzet van middelen vanuit de immunisatieportefeuille.
Artikel 2.5 Beoordeling krediet- of investeringsvoorstel
Gedeputeerde Staten leggen het krediet- of investeringsvoorstel ter beoordeling voor aan een adviescommisie ingesteld op grond van artikel 82 van de Provinciewet nadat de stappen, opgenomen in bijlage 1 behorende bij dit treasurystatuut, zijn doorlopen waarna de adviescommissie de voorstellen beoordeelt op basis van het risicoprofiel, rendement en de bedrijfseconomische gegoedheid.
Met betrekking tot kredietbeheer nemen Gedeputeerde Staten de volgende uitgangspunten in acht:
Artikel 2.8 Zekerheden met betrekking tot kredieten
Met betrekking tot het verkrijgen van zekerheden nemen Gedeputeerde Staten de volgende uitgangspunten in acht:
Artikel 3.1 Uitgangspunten beleid overige financiële middelen
Met betrekking tot de overige financiële middelen nemen Gedeputeerde Staten de volgende uitgangspunten in acht:
Artikel 3.2 Het aantrekken van financiële middelen
Met betrekking tot het aantrekken van financiële middelen nemen Gedeputeerde Staten de volgende uitgangspunten in acht:
Artikel 3.4 De inzet van derivaten
Artikel 4.1 Methodiek voor het kwantificeren van de financiële risico’s
Gedeputeerde Staten passen voor het kwanitifcieren van de financiële risico’s de volgende berekingsmethodieken toe:
Artikel 4.2 Soorten risico’s immunisatieportefeuille
Gedeputeerde Staten onderscheiden, op het niveau van de totale immunisatieportefeuille, de volgende risico’s:
Artikel 4.3 Uitgangspunten risicometing uitzettingen immunisatieportefeuille
Met betrekking tot het risico van de immunisatieportefeuille nemen Gedeputeerde Staten de volgende uitgangspunten in acht:
Artikel 4.9 Value at Risk kredieten en beleggingen
Gedeputeerde Staten maken, bij het berekenen van de Value at Risk voor zowel individuele kredieten en beleggingen als voor de totale portefeuille van kredieten en beleggingen, gebruik van de daarvoor ontwikkelde rekentool, opgenomen in bijlage 2, behorende bij dit treasurystatuut.
Artikel 4.10 Value at Risk investeringen
Gedeputeerde Staten maken, bij het berekenen van de Value at Risk voor investeringen, gebruik van de daarvoor ontwikkelde rekentool, opgenomen in bijlage 3, behorende bij dit treasurystatuut.
Artikel 4.11 Value at Risk totale portefeuille aan uitzettingen
Gedeputeerde Staten combineren met behulp van de rekentools, opgenomen in bijlagen 2 en 3, behorende bij dit treasurystatuut, de uitkomsten van de berekeningen van de Value at Risk voor alle bestaande kredieten, investeringen en beleggingen om tot de risico-inschatting voor de totale portefeuille te komen.
Artikel 4.12 Expected Loss kredieten en beleggingen
Gedeputeerde Staten maken, bij het berekenen van het verwachte risico en mogelijke verlies voor individuele uitzettingen in de vorm van kredieten of beleggingen, gebruik van de Expected Loss methodiek, opgenomen in bijlage 4 behorende bij dit treasurystatuut.
Artikel 5.1 De hiërarchische organisatie
De taken en verantwoordelijkheden van de hiërarchische organisatie zijn opgenomen in bijlage 5, behorende bij dit treasurystatuut.
Artikel 5.2 De functionele organisatie
De taken en verantwoordelijkheden van de functionele organisatie zijn opgenomen in bijlage 6, behorende bij dit treasurystatuut.
Artikel 6.1 Processen treasuryactiviteiten
Gedeputeerde Staten zenden in 2026 en vervolgens telkens na vier jaar aan Provinciale Staten een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze beleidsregel in de praktijk.
’s-Hertogenbosch, 3 oktober 2022
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter,
mr. I.R. Adema
de secretaris,
drs. P.J. Buijtels
Bijlage 1 behorende bij artikel 2.5 van het Treasurystatuut Noord-Brabant 2022
Bijlage 2 behorende bij artikel 4.9 van het Treasurystatuut Noord-Brabant 2022
Uitgangspunten berekening Value at Risk (VaR)
Bijlage 3 behorende bij artikel 4.10 van het Treasurystatuut Noord-Brabant 2022
Uitgangspunten berekening Value at Risk (VaR)
Bijlage 4 behorende bij artikel 4.12 van het Treasurystatuut Noord-Brabant 2022
De berekening van de ExpectedLoss gebeurt als volgt
Bijlage 5 behorende bij artikel 5.1 van het Treasurystatuut Noord-Brabant 2022
(*) Opmerking: Het initiëren van voorstellen op het gebied van kredieten en investeringen is ook een verantwoordelijkheid van de verschillende beleidsprogramma's
|
Deze functie valt onder het team Expertise en Control en het team Financiële Administratie, onderdeel van het programma Stuurinformatie en Administraties |
Bijlage 6 behorende bij artikel 5.2 van het Treasurystatuut Noord-Brabant 2022
(*) Opmerking: Bovenstaande twee tabellen zijn een aanvulling op al bestaande governance met betrekking tot het Beleidsoverleg en de deelnemers daaraan
Bijlage 7 behorende bij artikel 6.1, tweede lid, van het Treasurystatuut Noord-Brabant 2022
Proces uitzetten van middelen (bron: 20210310 Immunisatieportefeuille procesbeschrijving)
Toelichting behorende bij het Treasurystatuut Noord-Brabant 2022
Op grond van artikel 13 van de Financiële verordening Noord-Brabant 2020 dragen Gedeputeerde Staten zorg voor de financiële organisatie van de provincie Noord-Brabant (verder: “de provincie”). De treasuryfunctie is een onderdeel van de financiële functie binnen de provincie.
De treasuryfunctie gaat over het doelmatig en doeltreffend beheer van de financiële middelen van de provincie. Dit betreft de middelen vanuit de immunisatieportefeuille alsmede de overige financiële middelen. De kredietverlening en investeringen vanuit de immunisatieportefeuille vallen daarmee ook onder de treasuryactiviteiten. Beleidsmiddelen die rechtstreeks worden verstrekt vanuit het Ontwikkelbedrijf en eventuele andere beleidsmiddelen vallen buiten de scope van dit treasurystatuut.
Onder (de) treasury(-functie) wordt verstaan: alle activiteiten die zich richten op het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen en de financiële posities.
Bij het uitvoeren van de treasuryfunctie kunnen er zowel middelen worden aangetrokken als middelen worden uitgezet. Het aantrekken van middelen dient altijd uit hoofde van de publieke taak plaats te vinden. Bij het uitzetten van middelen wordt onderscheid gemaakt tussen middelen die worden uitgezet vanuit de publieke taak en middelen die niet vanuit de publieke taak worden uitgezet.
Op 15 december 2013 zijn in de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) bepalingen over het verplicht schatkistbankieren opgenomen. Hierdoor is het verplicht om middelen die niet worden ingezet voor de publieke taak in de schatkist aan te houden of om deze, in de vorm van leningen, uit te zetten aan openbare lichamen waarvan de provincie niet met het financiële toezicht is belast.
Voor de inrichting en tenuitvoerlegging van een adequaat werkende treasuryfunctie is dit treasurystatuut (hierna: het statuut) opgesteld. In dit statuut worden de verschillende beleidsonderdelen, de risicohouding, de wijze waarop wordt bestuurd en verantwoording wordt afgelegd (governance) en de hoofdprocessen beschreven.
De verplichtingen en normen waar het statuut aan dient te voldoen zijn door Provinciale Staten vastgelegd in de Verordening treasury Noord-Brabant 2021.
Treasuryjaarplan en de treasuryparagraaf
Naast het statuut wordt er jaarlijks een jaarplan opgesteld alsmede een paragraaf bij de begroting en bij de jaarrekening van de provincie:
In de treasuryparagraaf bij de begroting worden op hoofdlijnen de geplande activiteiten van de treasuryfunctie voor het komende jaar beschreven. De paragraaf is gebaseerd op de begroting. De paragraaf bij de begroting maakt onderdeel uit van de begrotingsdocumenten die door Provinciale Staten worden vastgesteld.
In het treasuryjaarplan worden de geplande activiteiten van de treasury voor het komende jaar beschreven samen met een meerjarige doorkijk. Het jaarplan en de meerjarige doorkijk worden gebaseerd op de begroting. Daarnaast zal in het jaarplan de portefeuillestrategie van de immunisatieportefeuille worden opgenomen. Het jaarplan wordt jaarlijks bij het begin van een nieuw begrotingsjaar ter vaststelling aangeboden aan Gedeputeerde Staten.
In de paragraaf bij de jaarrekening wordt de planning van het afgelopen jaar vergeleken met de realisatie van het betreffende boekjaar. De paragraaf bij de jaarrekening maakt onderdeel uit van de verantwoordingsdocumenten die door Provinciale Staten worden vastgesteld. De paragraaf bij de jaarrekening geldt ook als treasuryjaarverslag.
Artikel 2.1 Uitgangspunten beleid immunisatieportefeuille
Belangrijke doelstelling van het uitzetten van de gelden in de immunisatieportefeuille is het behalen van een doelrendement vanuit de begrotingsdoelstellingen van de provincie. Het te behalen doelrendement wordt zowel per uitzetting als voor de hele immunisatieportefeuille beoordeeld.
In de Provinciewet wordt geen definitie gegeven van de publieke taak. De bevoegdheid voor het bepalen daarvan ligt bij Provinciale Staten. Voorstellen vanuit de immunisatieportefeuille in het kader van de publieke taak worden daarom voorgelegd aan Provinciale Staten om daar hun wensen en bedenkingen op te kunnen geven.
Artikel 2.4 Beoordeling aanvraag krediet of investering
Uitgangspunt bij de beoordeling van aanvragen is dat alle aanvragen voor uitzettingen uniek zijn en bij de beoordeling (van de financiële risico’s) om maatwerk vragen. Alle aanvragen worden vanaf de initiële beoordeling tot aan de goedkeuring zo veel mogelijk op een vergelijkbare manier en op basis van vooraf bepaalde procedures beoordeeld en behandeld. De beoordeling en besluitvorming over iedere uitzetting vindt plaats op basis van een integrale afweging van alle relevante aspecten, zowel kwantitatief als kwalitatief en is mede gebaseerd op de professionele opinie van de betrokken medewerkers, afdelingen en gremia.
De kaders en uitgangspunten zoals vastgelegd in dit treasurystatuut zijn leidend bij de beoordeling van uitzettingen. In voorkomende gevallen kan daarvan gemotiveerd worden afgeweken.
Alle kenmerken en modaliteiten tezamen van een potentiële uitzetting vertalen zich in het financiële risico van een uitzetting. Dit financiële risico maakt onderdeel uit van de totaalbeoordeling van de uitzetting en het daarbij behorende beheer. Het financiële risico van een uitzetting omvat dus alle eventuele afwijkingen van de algemene kaders en uitgangspunten.
Artikel 2.5 Beoordeling krediet- of investeringsvoorstel
Het voorstel en transactiestructurering wordt uitgewerkt door het Team Immunisatieportefeuille. Het voorstel wordt getoetst aan een aantal criteria, waaronder staatssteun, additionaliteit aan de markt, Wet Markt & Overheid, MVO en het vastgesteld norm- of doelrendement van de provincie. Zie hiervoor bijlage 1.
Aangezien de kredietverlening plaatsvindt onder de publieke taak, worden staatsteun- en WMO-aspecten specifiek betrokken bij het bepalen van de marktconforme rente (of garantiepremie) van het krediet. Hiervoor wordt een gestandaardiseerde procedure gehanteerd om te komen tot een risico inschatting en - op basis van voornoemde risico inschatting - pricing van het krediet.
De wijze van invordering is vastgelegd in het ‘Debiteurenbeleid provincie Noord-Brabant 2020’.
Artikel 3.1 Uitgangspunten beleid overige financiële middelen
Onder overige financiële middelen worden de beschikbare liquiditeiten verstaan die kunnen worden uitgezet door Team Treasury uit hoofde van een efficiënt middelenbeheer. Dit zijn middelen die niet zijn toegewezen aan de immunisatieportefeuille. Het rendement dat wordt behaald komt ten goede aan de immunisatieportefeuille.
De beschikbaarheid van deze middelen wordt naar hoogte van het bedrag en de looptijd van de uitzetting middels een liquiditeitsplanning inzichtelijk gemaakt.
Artikel 3.4 De inzet van derivaten
Door het ministerie van Financiën is in de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo) nader uitgewerkt wanneer en onder welke voorwaarden het gebruik van derivaten wettelijk is toegestaan.
Artikel 4.1 Methodiek voor het kwantificeren van de financiële risico’s
Voor het toepassen van de methodiek voor het kwantificeren van de financiële risico’s en daarvoor ontwikkelde modellen, is een gedegen analyse van de business case of aanvraag (per individuele uitzetting) noodzakelijk.
De benodigde input voor de berekening van het risico van de uitzettingen komt tot stand op basis van een professionele opinie, vanuit de bevindingen uit de analyse van de beoordeelde businesscase of aanvraag.
Op basis van deze analyse kan de risicobeoordelingsmethodiek worden gevuld met een inschatting van onder meer het rendement en de risico’s. De kwaliteit van de analyse van de businesscase bepaalt de kwaliteit van de input in de risicoberekeningsmethodiek en daarmee ook de kwaliteit van de uitkomsten daarvan.
Voor het kwantificeren van de financiële risico’s worden de berekeningsmethodieken Expected Loss en Value at Risk (VaR) toegepast.
Voor een toelichting op de Expected Loss methodiek wordt verwezen naar bijlage 4.
De Value at Risk (VaR) methodiek wordt gebruikt om de omvang van het financiële risico, risicolimieten en de daarvoor benodigde buffers te bepalen en bewaken.
De VaR methodiek geeft antwoord op de vraag: "Hoe groot kan het verlies worden?" In statistische termen geeft VaR de volgende informatie: "Met waarschijnlijkheid α zal het verlies in periode T niet groter zijn dan V euro's". 1
De VaR-methode berekent, op basis van een betrouwbaarheidsinterval en voor een bepaalde periode, wat de verwachtingswaarde van het verlies is dat kan optreden, daarbij gebruikmakend van een zogenaamde ‘Monte Carlo simulatie’.
Monte Carlo-simulatie is een econometrische rekentechniek waarbij scenario’s van mogelijke risicofactoren en rendementen van uitzettingen vele malen worden gesimuleerd om de uitkomsten van financiële risico’s te bepalen.
Artikel 4.2 Soorten risico’s immunisatieportefeuille
De risicohouding is het startpunt bij het uitzetten van middelen vanuit de immunisatieportefeuille en de overige financiële middelen. De risicohouding heeft betrekking op de mate waarin de provincie bereid is risico’s te lopen om haar doelstellingen te realiseren. Bij het bepalen van een risicohouding is het tevens van belang te bepalen in welke mate deze risico’s ook daadwerkelijk kunnen worden opgevangen. Provinciale Staten bepalen de risicohouding van de provincie, waarbij de provincie ten principale risicomijdend is.
Deze risicomijdende houding van de provincie wordt vertaald in een meetbare eenheid. Hiervoor wordt de term risicobudget gebruikt. Een risicobudget is het maximale bedrag dat met een bepaalde waarschijnlijkheid verloren mag gaan in een bepaalde tijd, ofwel het bedrag dat de provincie aan verliezen kan en/of wil tolereren binnen een bepaalde tijd. De vaststelling van het risicobudget vindt plaats door Provinciale Staten en is een vast onderdeel bij de vaststelling van de jaarlijkse begroting.
Het risicobudget is de centrale referentie en risicolimiet bij het risicomanagement. Het risico van de gehele immunisatieportefeuille (beleggingen, investeringen en kredieten) mag op voorhand op enig moment niet hoger zijn dan het door Provinciale Staten vastgestelde risicobudget.
De doelstelling van het risicomanagement van de immunisatieportefeuille is het bewaken van de voor de provincie gewenste balans tussen rendement en risico van de uitzettingen.
De te bewaken kaders van het risicomanagement zijn:
Artikel 5.1 De hiërarchische organisatie
De inrichting van de risicomanagementfunctie draagt bij aan een effectieve en integrale risicobeheersing en een versterking van het risicobewustzijn (risicocultuur) en de benodigde functiescheiding op dit gebied.
In bijlage 5 zijn de taken en verantwoordelijkheden van de hiërarchische organisatie opgenomen, waaronder het risicomanagement.
De 1e is lijn verantwoordelijk voor de reguliere bedrijfsvoering en besluitvorming.
Door de opzet van de governance wordt de benodigde functiescheiding tussen front- en back-office en de interne controle gerealiseerd. Tevens is er een functiescheiding tussen het initiëren van uitzettingen (kredietverstrekking en investeringen) en het beheer hiervan in de immunisatieportefeuille.
De 2e lijn risicomanager dient op een onafhankelijke wijze risico’s te identificeren, meten, monitoren en rapporteren. Het betreft hier de risico’s die in de 1e lijn worden aangegaan. Daarnaast stelt de de 2e lijn risicomanager de risicomethodologie vast en ontwikkelt en evalueert de gehanteerde risicomodellen. De 2e lijn risicomanager verstrekt informatie aan Gedeputeerde Staten. De 2e lijn risicomanager heeft een directe escalatielijn naar Gedeputeerde Staten en is lid van de Investeringscommissie. Daarnaast ondersteunt de 2e lijn risicomanager Gedeputeerde Staten bij de invulling van de risicohouding.
Het 3e lijn risicomanagement dient op een onafhankelijke wijze te controleren of het samenspel tussen de 1e en 2e lijn risicomanagement soepel verloopt. Het 3e lijn risicomanagement zal daar een oordeel over geven en zal mogelijkheden tot verbetering geven. De 3e lijn risicomanager rapporteert periodiek aan Provinciale Staten over de effectiviteit van het risicomanagementbeleid en de risicomanagement processen.
Het 4e lijn risicomanagement is de externe audit. De onafhanlijke externe audit zal een oordeel over het geheel geven en zal eventuele mogelijkheden tot verbetering geven.
Artikel 5.2 De functionele organisatie
Binnen de functionele organisatie zijn door Gedeputeerde Staten een Treasury Committee, een Beleggingscommissie en een Investeringscommissie ingesteld. Eveneens wordt binnen de functionele organisatie aangesloten op de bestaande Beleidsoverleggen. Een Beleidsoverleg wordt gebruikt om een bepaalde taak of deeltaak te verrichten ten behoeve van de doelen van de immunisatieportefeuille.
In bijlage 6 zijn de taken en verantwoordelijkheden van de functionele organisatie opgenomen. Hieronder worden de verschillende onderdelen van de functionele organisatie nader toegelicht.
Het Beleidsoverleg is een bestuurlijk overleg. Binnen de provincie heeft elke gedeputeerde zijn eigen Beleidsoverleg. Een aanvraag betreft een beleidsthema ten behoeve van de publieke taak en bevat altijd een financiële onderbouwing. Dat betekent dat een aanvraag altijd minimaal in twee Beleidsoverleggen ter beoordeling dient te worden aangeboden. Indien het beleidsthema en Financiën onder dezelfde gedeputeerde vallen, zal de aanvraag ook in het beleidsoverleg van de eerste vervanger van de portefeuillehouder worden aangeboden. Indien één of meer Beleidsoverleggen negatief oordeelt/oordelen dient er een besluit te worden genomen. De standaardwerkwijze van de provincie wordt aangehouden met betrekking tot beoordeling en goedkeuring van een GS-dossier.
Een adviescommissie is een materiedeskundige commissie van de provincie en toetst of een voorstel tot kredietverstrekking of investering voldoet aan de gestelde voorwaarden zoals vastgelegd in het krediet– of investeringsbeleid van de immunisatieportefeuille en beoordeelt de voorgestelde transactie op haar individuele merites voor wat betreft krediet– en investeringswaardigheid.
De Beleggingscommissie is een materiedeskundige commissie van de provincie. De Beleggingscommissie adviseert over de inrichting en onderhoud van de beleggingen, zowel in de immunisatieportefeuille als ten behoeve van het uitzetten van de overige financiële middelen. De Beleggingscommissie houdt rekening met de doelstellingen en een bepaalde risicograad. De Beleggingscommissie adviseert het Treasury Committee. Vertegenwoordiger(s) van de ambtelijke treasury organisatie van de provincie, de externe beleggingsadviseur van de provincie en de externe vermogensbeheerder van de provincie nemen deel aan de besprekingen in de Beleggingscommissie.
De taak van het Treasury Committee is om Gedeputeerde Staten te adviseren over het treasurybeleid en toezicht te houden op de uitvoering ervan. De deelnemers van het Treasury Committee zijn afkomstig uit de bestuurlijke en de ambtelijke organisatie van de provincie inclusief een externe adviseur. Het Treasury Committee adviseert op basis van consensus.
Vanuit de bestuurlijke organisatie zijn de portefeuillehouder Financiën en een extra vertegenwoordiger vanuit Gedeputeerde Staten lid van het Treasury Committee. Zij analyseren in hoeverre de voorstellen aansluiten bij de financiële en inhoudelijke doelstelling van de provincie en toetsen of de voorstellen passen binnen de geformuleerde kaders.
Vanuit de ambtelijke organisatie zijn de directeur die belast is met bedrijfsvoering, de programmamanager Slimme Financiering en Participaties – die verantwoordelijk is voor een deel van de opgave inzake de immunisatieportefeuille – en de treasurer lid van het Treasury Committee.
De treasurer is verantwoordelijk voor het portefeuillebeheer van de immunisatieportefeuille en het beheer van de overige financiële middelen. De externe treasuryadviseur zorgt voor de benodigde aanvullende specifieke kennis. De externe accountant van de provincie neemt deel aan het Treasury Committee in de rol van controleur, niet als formeel lid, en toetst of de financiële strategie, zoals beschreven in de Verordening treasury en dit treasurystatuut, en de uitvoering daarvan past binnen het financiële beleid van de provincie zoals vastgesteld door Provinciale Staten en de geldende wettelijke kaders.
De verslagen van de Treasury Committee vergaderingen worden vertrouwelijk ter inzage gelegd voor de leden van Provinciale Staten. Na elke vergadering van het Treasury Committee zal ook een openbaar communiqué worden opgesteld waarin de besproken onderwerpen worden genoemd en de adviezen die het Treasury Committee hierover heeft gegeven.
Artikel 6.1 Processen treasuryactiviteiten
In bijlage 7 is een schema opgenomen van het besluitvormingsproces voor het uitzetten van middelen in de categorieën krediet verstrekken en investeren vanuit de immunisatieportefeuille. Voor deze twee categorieën is specifiek een proces ontwikkeld omdat op grond van artikel 2 van de Wet Fido dit soort uitzettingen een publiek karakter dienen te hebben.
Het betreft hier de inzet van financiële instrumenten met een hoge mate van maatwerk. In het besluitvormingsproces dient zowel de beleidsmatige als de financiële kant te worden meegenomen om uiteindelijk tot verstrekking te kunnen overgaan. Om tot besluitvorming te komen dient een zorgvuldig proces te worden doorlopen.
Een proces is een reeks van activiteiten die input omzetten in resultaten, waaronder: taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden, risico’s en controls.