Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Midden-Groningen

Nadere regels dorps- en wijkplannen gemeente Midden-Groningen 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMidden-Groningen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels dorps- en wijkplannen gemeente Midden-Groningen 2022
CiteertitelNadere regels dorps- en wijkplannen gemeente Midden-Groningen 2022
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Midden-Groningen 2019

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-11-2022nieuwe regeling

25-10-2022

gmb-2022-482321

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels dorps- en wijkplannen gemeente Midden-Groningen 2022

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Groningen;

gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Midden-Groningen 2019;

besluit de Nadere regels dorps- en wijkplannen gemeente Midden-Groningen 2022 vast te stellen.

 

 

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    aanvrager: een organisatie als bedoeld in artikel 4, eerste en tweede lid;

  • b.

    ASV: de Algemene subsidieverordening Midden-Groningen 2019;

  • c.

    brede welvaart: de kwaliteit van leven hier en nu en de mate waarin deze ten koste gaat van de brede welvaart van latere generaties of van die van mensen elders in de wereld;

  • d.

    budget realiseren dorps- of wijkplan: het budget dat beschikbaar is voor activiteiten als bedoeld in artikel 3, aanhef en onderdeel a;

  • e.

    budget uitvoeringsagenda: het budget dat beschikbaar is voor activiteiten als bedoeld in artikel 3, aanhef en onderdeel b;

  • f.

    budget realiseren kansen: het budget dat beschikbaar is voor activiteiten als bedoeld in artikel 3, aanhef en onderdeel c;

  • g.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Groningen;

  • h.

    dorps- of wijkorganisatie: 1 van de in de gemeente Midden-Groningen actieve organisaties die belangen behartigen voor een bepaalde wijk of een bepaald dorp. De dorps- en wijkorganisaties in de gemeente Midden-Groningen zijn: Stichting Platform Woldwijck, Bewonersorganisatie Noorderpark, Buurtbeheer Spoorstraat Kieldiep, Bewonerscommissie Gorecht-West, Bewonerscommissie Margrietpark, Bewonerscommissie Boswijk, Werkgroep dorpsbeheer Foxhol, Bewonerscommissie Westerpark, Bewonersorganisatie Oosterpark, Wijkvereniging Zuiderpark, Wijkverenging de Dreven/Drevenbos, Wijkvereniging De Vossenstreek (Vosholen), Buurtvereniging Kalkwijksterlint, Bewonersplatform Sappemeer Noord en Oost, Vereniging Plaatselijk Belang Kiel-Windeweer (VPBK), Dorpsvereniging Kropswolde, Belangenvereniging Meerwijck, Dorpsvereniging Westerbroek, Vereniging Dorpsbelangen Borgercompagnie, Dorpshuis Nooitgedacht Trips, Dorpsraad Noordbroek, Dorpsraad Muntendam, Dorpsraad Zuidbroek, Dorpsraad Meeden, Vereniging Dorpsbelangen Harkstede, Dorpsvereniging Slochteren, Vereniging Dorpsbelangen Siddeburen Vooruit, Vereniging Dorpsbelangen Kolham, Dorpsvereniging Scharmer, Vereniging Dorpsbelangen Woudbloem, Vereniging Dorpsbelangen Froombosch, Vereniging Dorpsbelangen Lageland, Vereniging Dorpsbelangen Overschild, Vereniging Dorpsbelangen Schildwolde, Vereniging Dorpsbelangen Hellum, Dorpsvereniging Steendam en School/dorpsbelangen Tjuchem of de rechtsopvolgers van de in dit onderdeel genoemde organisaties;

  • i.

    dorps- of wijkplan: een door de bewoners van een wijk of dorp gedragen plan op de toekomst van hun dorp of wijk. Het plan bevat verbeterprojecten en/of geconstateerde knelpunten die met prioriteit kunnen worden uitgevoerd dan wel aangepakt. In het plan worden in ieder geval prioriteiten benoemd op het gebied van leefbaarheid, sociale vraagstukken en wonen. Daarnaast kan het plan prioriteiten stellen op andere thema’s, bijvoorbeeld op het gebied van gebouwde omgeving, de openbare ruimte, voorzieningen, bereikbaarheid, duurzaamheid en veiligheid;

  • j.

    uitvoeringsagenda: een door een dorp of wijk in gezamenlijkheid met het college afgestemd overzicht van projecten die bijdragen aan het realiseren van de verbeterprojecten en het verminderen of oplossen van knelpunten die zijn benoemd in het dorps- of wijkplan.

 

Artikel 2 Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze nadere regels is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

 

Artikel 3 Activiteiten

Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor:

  • a.

    het aantrekken van externe expertise of externe begeleiding door een dorps- of wijkorganisatie om te komen tot een dorps- of wijkplan (budget realiseren dorps- of wijkplan);

  • b.

    het uitvoeren van acties uit de uitvoeringsagenda, zolang deze zonder subsidie voor exploitatie duurzaam kunnen worden uitgevoerd binnen de beschikbare middelen als bedoeld in artikel 6, eerste lid, aanhef en onderdeel b (budget uitvoeringsagenda);

  • c.

    het uitvoeren van acties uit het uitvoeringsagenda die niet kunnen worden bekostigd uit de middelen als bedoeld in artikel 6, eerste lid, aanhef en onderdeel b en zolang deze zonder subsidie voor exploitatie duurzaam kunnen worden uitgevoerd (budget realiseren kansen).

 

Artikel 4 Doelgroep

  • 1.

    Subsidies uit het budget realiseren dorps- of wijkplan en budget uitvoeringsagenda kunnen enkel worden verstrekt aan de in artikel 1, aanhef en onderdeel h bedoelde dorps- of wijkorganisaties.

  • 2.

    Subsidies uit het budget realiseren kansen kunnen worden verstrekt aan de in artikel 1, aanhef en onderdeel h bedoelde dorps- of wijkorganisatie. Daarnaast kan subsidie worden verstrekt aan een organisatie die geen dorps- of wijkorganisatie is:

    • a.

      mits de subsidie wordt aangewend voor een activiteit die beschreven staat in de uitvoeringsagenda, en

    • b.

      de aanvraag met goedkeuring van de betrokken dorps- of wijkorganisatie wordt ingediend.

  • 3.

    Het college besluit in samenspraak met de wijk- en dorpsorganisaties over de volgorde waarin de organisaties in aanmerking komen voor een subsidie uit het budget realiseren dorps- of wijkplan. Het college betrekt bij zijn afweging:

    • a.

      de wensen van de dorps- en wijkorganisaties over de volgorde van deelname;

    • b.

      een redelijke geografische spreiding over de gemeente;

    • c.

      actuele ontwikkelingen in dorpen of wijken.

  • 4.

    Dorps- en wijkorganisaties komen in aanmerking voor de subsidies uit het budget uitvoeringsagenda en het budget realiseren kansen nadat de uitvoeringsagenda door het college vastgesteld is.

  • 5.

    Dorps- en wijkorganisaties mogen samenwerken bij alle activiteiten als genoemd in artikel 3.

 

Artikel 5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    Voor subsidie komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van de activiteiten als bedoeld in artikel 3.

  • 2.

    De volgende kosten zijn niet subsidiabel:

    • a.

      kosten voor genotsmiddelen;

    • b.

      kosten voor eten en drinken, tenzij deze kosten direct verbonden zijn met de activiteit. Alcoholhoudende dranken worden niet gesubsidieerd;

    • c.

      ureninzet van personen die zich namens een dorps- of wijkorganisatie bezighouden met activiteiten uit het budget realiseren dorps- en wijkplannen en het budget uitvoeringsagenda.

  • 3.

    Voor de vaststelling van subsidies van meer dan € 100.000 dient de dorps- en wijkorganisatie een controleverklaring te overleggen die opgesteld is door een onafhankelijke accountant. De kosten voor deze verklaring zijn subsidiabel.

 

Artikel 6 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    Een subsidie bedraagt maximaal per dorps- of wijkorganisatie:

    • a.

      € 12.000 uit het budget realiseren dorps- of wijkplan;

    • b.

      € 20.000 uit het budget uitvoeringsagenda.

  • 2.

    Een dorps- of wijkorganisatie of een aanvrager als bedoeld in artikel 4, tweede lid, kan meerdere malen een subsidie aanvragen voor het budget realiseren kansen, mits het totale subsidiebedrag per dorp of wijk maximaal € 200.000 bedraagt.

  • 3.

    Een subsidie voor een activiteit als bedoeld in het eerste lid, bedraagt maximaal 100% van de subsidiabele kosten. Een subsidie voor een activiteit als bedoeld in het tweede lid, bedraagt maximaal 75% van de subsidiabele kosten.

  • 4.

    De bedragen in dit artikel gelden per dorps- en wijkorganisatie. Als dorps- en wijkorganisaties ervoor kiezen om activiteiten samen uit te voeren, dan kan elke organisatie aanspraak maken op de in dit artikel genoemde maximumbedragen.

  • 5.

    De subsidie bedraagt maximaal het tekort op de begroting voor de activiteit.

 

Artikel 7 Berekening van uren, uniforme kostenbegrippen

  • 1.

    Voor een aanvraag voor het budget realiseren kansen geldt dat uren voor vrijwilligerswerk mogen worden opgevoerd als subsidiabele kosten. Per vrijwilligersuur mag het bedrag worden opgevoerd als bedoeld in de algemene beoordelingscriteria van de Lokale ontwikkelingsstrategie LEADER Oost-Groningen 2014-2022. Dit bedrag is in 2022 € 23. Artikel 6, vijfde lid is van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    Als de ontwikkelingsstrategie als bedoeld in het eerste lid wordt geactualiseerd of vervangen door een nieuwe ontwikkelingsstrategie, geldt het bedrag per vrijwilligersuur als genoemd in deze geactualiseerde of nieuwe ontwikkelingsstrategie.

  • 3.

    Als de ontwikkelingsstrategie als bedoeld in het eerste lid komt te vervallen, is het bedrag per vrijwilligersuur gelijk aan die in de ontwikkelingsstrategie zoals deze gold voordat deze kwam te vervallen.

 

Artikel 8 Wijze van verdeling

  • 1.

    Het budget realiseren dorps- of wijkplan bedraagt € 444.000 voor de periode 2022 tot en met 2026.

  • 2.

    Als er op 1 januari 2027 middelen resteren van het budget realiseren dorps- of wijkplan, worden deze middelen toegevoegd aan het budget realiseren kansen. De resterende middelen worden gelijkelijk verdeeld over de jaren 2027 tot en met 2031.

  • 3.

    Het budget uitvoeringsagenda bedraagt € 740.000 voor de periode 2022 tot en met 2028.

  • 4.

    Als er op 1 januari 2029 middelen resteren van het budget uitvoeringsagenda, worden deze middelen toegevoegd aan het budget realiseren kansen. De resterende middelen worden gelijkelijk verdeeld over de jaren 2029 tot en met 2031.

  • 5.

    Het budget realiseren kansen bedraagt € 465.667 per jaar in de periode 2023 tot en met 2031.

  • 6.

    Als in een jaar middelen resteren van het budget realiseren kansen, worden deze resterende middelen gelijkelijk verdeeld over de resterende jaren waarin het college een subsidie kan verstrekken uit het budget realiseren kansen, met uitzondering van de middelen die resteren na afloop van 2031.

  • 7.

    Het college beslist welke aanvragen voor het budget realiseren kansen worden gehonoreerd. Het college beargumenteert zijn keuze schriftelijk. In deze beargumentering worden de volgende criteria gewogen:

    • a.

      de inhoudelijke kwaliteit van de ingediende voorstellen, waaronder in hoeverre de voorstellen kans van slagen hebben en welke effecten worden bereikt met de ingezette middelen;

    • b.

      duurzame exploitatie van eventueel te creëren voorzieningen;

    • c.

      het draagvlak van de voorgestelde plannen binnen het dorp of de wijk waarop deze betrekking hebben;

    • d.

      in hoeverre de activiteiten bijdragen aan brede welvaart;

    • e.

      spreiding van activiteiten over het grondgebied van de gemeente Midden-Groningen.

  • 8.

    Per criterium als bedoeld in het zevende lid kent het college punten toe. Het college kent geen punten toe als een aanvraag in zijn geheel niet voldoet aan het criterium. Als de aanvraag gedeeltelijk voldoet aan het criterium, kent het college een deel van de punten toe, waarbij meer punten worden toegekend naarmate het voorstel beter voldoet aan het criterium. Het maximaal aantal punten per criterium is:

    • a.

      25 punten voor de criteria als bedoeld in het zevende lid, aanhef en onderdelen a en b;

    • b.

      20 punten voor de criteria als bedoeld in het zevende lid, aanhef en onderdelen c en d;

    • c.

      10 punten voor het criterium als bedoeld in het zevende lid, aanhef en onderdeel e.

  • 9.

    Het college honoreert de aanvragen als bedoeld in het zevende lid op volgorde van het hoogst aantal behaalde punten als bedoeld in het achtste lid, zolang:

    • a.

      de subsidie binnen de beschikbare middelen kan worden verstrekt;

    • b.

      de aanvraag minimaal 60 punten heeft behaald.

 

Artikel 9 Aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag voor het budget realiseren dorps- of wijkplan geschiedt met een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2.

    In afwijking van artikel 6, tweede lid, aanhef en onderdeel c van de ASV verstrekt de aanvrager een offerte voor het aantrekken van externe expertise of externe begeleiding die benodigd is voor een aanvraag als bedoeld in het eerste lid.

  • 3.

    Een aanvraag voor het budget uitvoeringsagenda geschiedt met een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 4.

    Een aanvraag voor het budget realiseren kansen kan vormvrij worden ingediend. Artikel 6 van de ASV is van overeenkomstige toepassing, met inachtneming van het vijfde lid.

  • 5.

    Als een aanvraag voor het budget realiseren kansen niet kan worden toegekend vanwege het ontbreken van financiële middelen, kan de aanvrager in een volgend jaar de aanvraag eenmalig nogmaals indienen. Voorwaarde is dat het college de initiële aanvraag heeft beoordeeld met minimaal 60 punten als bedoeld in artikel 8, achtste lid. Het college beoordeelt deze herhaalde aanvraag op de wijze als beschreven in artikel 8, zevende, achtste en negende lid.

  • 6.

    Een aanvraag voor het budget realiseren kansen kan maximaal 5 jaar na vaststelling van de uitvoeringsagenda worden ingediend met inachtneming van de uiterlijke aanvraagtermijn als bedoeld in artikel 10, zesde lid.

  • 7.

    Artikel 6, tweede lid, aanhef en onderdelen d en e van de ASV en artikel 6, derde lid van de ASV zijn niet van toepassing op een aanvraag als bedoeld in het eerste, derde of vierde lid.

 

Artikel 10 Aanvraagtermijn

  • 1.

    In afwijking van artikel 7, derde lid van de ASV wordt een aanvraag voor het budget realiseren kansen uiterlijk 1 december voorafgaand aan het jaar waarin de activiteit wordt gestart ingediend.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid worden aanvragen voor het budget realiseren kansen voor het jaar 2023 ingediend voor 1 juni 2023.

  • 3.

    In afwijking van artikel 7, derde lid van de ASV is wordt een aanvraag voor het budget realiseren dorps- of wijkplan en het budget uitvoeringsagenda ingediend uiterlijk 4 weken voor de start van de activiteit.

  • 4.

    Een aanvraag voor het budget realiseren dorps- of wijkplan kan tot uiterlijk 1 oktober 2026 worden ingediend.

  • 5.

    Een aanvraag voor het budget uitvoeringsagenda kan tot uiterlijk 1 oktober 2031 worden ingediend.

  • 6.

    Een aanvraag voor het budget realiseren kansen kan tot uiterlijk 1 december 2030 worden ingediend.

 

Artikel 11 Beslistermijn

  • 1.

    Het college beslist conform artikel 8, tweede lid van de ASV op aanvragen voor het budget realiseren dorps- of wijkplan en het budget uitvoeringsagenda.

  • 2.

    In afwijking van artikel 8, tweede lid van de ASV worden aanvragen voor het budget realiseren kansen verzameld tot het verstrijken van de indieningstermijn. Na het verstrijken van de indieningstermijn beslist het college binnen 8 weken vanaf de datum waarop de indieningstermijn verstreken is.

  • 3.

    Het college kan eenmalig besluiten tot verlenging van de termijn als bedoeld in het tweede lid met maximaal 8 weken.

  • 4.

    Indien de aanvraag niet compleet is, krijgt de aanvrager een hersteltermijn van 2 weken om de aanvraag compleet te maken. Indien de aanvrager dit nalaat, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.

 

Artikel 12 Aanvullende weigeringsgronden

Overeenkomstig artikel 9, derde lid, aanhef en onderdeel f van de ASV kan subsidieverlening worden geweigerd als:

  • a.

    de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met het algemeen belang of belang van openbare orde, volksgezondheid, veiligheid en milieuhygiëne;

  • b.

    de activiteit een politieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke boodschap heeft;

  • c.

    aannemelijk is dat de activiteit ook zonder subsidie zonder belangrijke vertraging zou worden uitgevoerd;

  • d.

    de kosten naar het oordeel van het college niet in verhouding staan met de activiteit;

  • e.

    naar het oordeel van het college onvoldoende draagvlak bestaat voor activiteiten uit het budget uitvoeringsagenda of het budget realiseren kansen.

 

Artikel 13 Verplichtingen

  • 1.

    Een dorps- of wijkplan dient uiterlijk 1 jaar na verlening van de subsidie te zijn afgerond.

  • 2.

    De dorps- of wijkorganisatie rondt maximaal 1 jaar na het afronden van het dorps- of wijkplan de uitvoeringsagenda af. Het college stelt vervolgens de uitvoeringsagenda vast.

  • 3.

    De activiteiten uit het budget uitvoeringsagenda en het budget realiseren kansen dienen binnen 2 jaar na verlening van de subsidie te worden uitgevoerd.

  • 4.

    Indien de uitvoering van de activiteit als bedoeld in het derde lid binnen deze periode niet haalbaar is, kan het college de termijn met 1 jaar verlengen, indien hiertoe een schriftelijk verzoek voor is ingediend.

 

Artikel 14 Verantwoording

  • 1.

    In afwijking van artikel 10 van de ASV dient de subsidieontvanger uiterlijk 13 weken nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht, een aanvraag tot vaststelling in.

  • 2.

    De aanvraag tot vaststelling bevat een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan en een overzicht van de gemaakte kosten.

  • 3.

    In afwijking van artikel 10 van de ASV toont een aanvrager, indien het college dit wenst, door middel van facturen aan welke kosten zijn gemaakt.

  • 4.

    Als het verstrekte subsidiedrag € 100.000 of meer bedraagt, legt de aanvrager jaarlijks tussentijds verantwoording af. Deze verantwoording bevat de informatie als bedoeld in het tweede lid.

 

Artikel 15 Aantonen van verrichtingen tussen € 5.000 en € 50.000

De verantwoording voor subsidies tussen € 5.000 en € 50.000 vindt conform artikel 14 van de ASV plaats.

 

Artikel 16 Eindverantwoording van subsidies van meer dan € 50.000

De verantwoording voor subsidies van meer dan € 50.000 vindt conform artikel 15 van de ASV plaats.

 

Artikel 17 Subsidievaststelling

  • 1.

    In afwijking van artikel 13 van de ASV worden subsidie tot en met € 5.000 binnen 13 weken na de ontvangst van een aanvraag tot subsidievaststelling vastgesteld. Deze termijn kan voor ten hoogste 8 weken worden verdaagd.

  • 2.

    De subsidievaststelling voor een subsidie tussen € 5.000 en € 50.000 en de subsidievaststelling van een subsidie van meer dan € 50.000 vindt conform artikel 14 respectievelijk artikel 15 van de ASV plaats.

  • 3.

    Als een aanvraag tot subsidievaststelling niet tijdig is ingediend, kan het college de subsidieontvanger schriftelijk een nieuwe termijn stellen. Wordt de aanvraag niet binnen deze termijn ingediend dan kan het college overgaan tot ambtshalve vaststelling.

 

Artikel 18 Bevoorschotting en betaling in gedeelten

  • 1.

    Het college verstrekt bij de subsidieverlening een voorschot van 100% van de toegekende subsidie.

  • 2.

    Na een verzoek tot vaststelling van de subsidie stelt het college vast welke subsidiabele kosten werkelijk zijn gemaakt. De subsidie wordt vastgesteld ter hoogte van deze werkelijk gemaakte subsidiabele kosten met als maximum het maximumbedrag van de toegekende subsidie.

 

Artikel 19 Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, een of meerdere artikelen van de ASV en deze nadere regels buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met uitzondering van de artikelen 1, 2, 4 en 9 van de ASV, voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard. Toepassingen van deze hardheidsclausule worden gemotiveerd in de besluiten.

 

Artikel 20 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze nadere regels worden aangehaald als Nadere regels dorps- en wijkplannen gemeente Midden-Groningen 2022.

  • 2.

    Deze nadere regels treden in werking op de dag na bekendmaking en worden ingetrokken op 1 januari 2032, met dien verstande dat deze nadere regels van toepassing blijven op activiteiten waarvoor op basis van deze nadere regels een subsidie is verstrekt.

 

Aldus vastgesteld op 25 oktober 2022

Burgemeester

Gemeentesecretaris