Organisatie | ISD BOL |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsregel eenmalige energietoeslag 2022 ISD BOL |
Citeertitel | Uitvoeringsregels Eenmalige energietoeslag ISD BOL 2022 |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de uitvoeringsregels eenmalige energietoeslag ISD BOL 2022 die op 6 april 2022 zijn vastgesteld.
Deze regeling vervalt op 1 juli 2023.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-11-2022 | nieuwe regeling | 12-10-2022 |
Artikel 2: Doelgroep eenmalige energietoeslag 2022
Om als hoofdbewoner te kunnen worden aangemerkt, kan bij onduidelijkheid en/of in de steekproef worden gevraagd om een kopie van de huurovereenkomst of het bankafschrift waarop de (laatste) termijnbetaling staat vermeld. Ook kan gevraagd worden naar het energiecontract voor het betreffende woonadres op de peildatum.
Artikel 3: Ambtshalve toekenning
Als vaststaat dat op de peildatum recht bestaat, wordt de energietoeslag aan de volgende groepen ambtshalve toegekend:
Als de aanvrager niet in aanmerking komt voor een eenmalige energietoeslag kan het bestuur, gelet op alle omstandigheden, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de uitvoeringsregels alsnog in aanmerking komt voor een eenmalige energietoeslag, indien dringende redenen hiertoe noodzaken.
Aldus besloten tijdens de vergadering van het dagelijks bestuur van ISD BOL van 12 oktober 2022.
de Voorzitter,
de Secretaris,
Deze uitvoeringsregel is gebaseerd op
In dit artikel wordt de beleidsvrijheid ingevuld.
hoogte van de toeslag en differentiatie naar leefsituatie
Het kabinet heeft met VNG en Divosa afgesproken dat wordt ingezet op het bereiken van maximaal 800.000 huishoudens met een eenmalige energietoeslag van € 800 als richtbedrag. Dit bedrag is op 12 juli 2022 opgehoogd met een bedrag van € 500 naar in totaal € 1.300. Wij volgen deze aanbeveling. Van differentiatie naar leefsituatie zien wij af omwille van de beoogde eenvoud van de regeling.
In het belang van een snelle uitvoerbaarheid van de regeling en vanwege het feit dat het merendeel van de huishoudens met een laag inkomen geen of nauwelijks vermogen heeft, wordt het vermogen van de aanvrager en eventuele partner buiten beschouwing gelaten.
Het recht op de energietoeslag wordt dus alleen op basis van het inkomen bepaald.
We kiezen voor een inkomensgrens van 120% (exclusief VT) van de toepasselijke bijstandsnorm omdat dit aansluit bij het lokale minimabeleid.
In artikel 31, tweede lid, van de Participatiewet worden een aantal inkomensbestanddelen opgesomd die niet tot de middelen worden gerekend. Deze middelen worden ook voor het recht op eenmalige energietoeslag buiten beschouwing gelaten. Toeslagen als huur-, zorg- en kinderopvangtoeslag worden dus niet als inkomen aangemerkt. Dit geldt ook voor speciale regelingen op basis van de corona-(steun)maatregelen, zoals de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) voor ondernemers en de zorgbonus voor zorgpersoneel. Ook bijzondere bijstand telt niet mee als inkomen.
Wij kiezen ervoor om huishoudens die zijn toegelaten tot schuldhulpverlening ongeacht de hoogte van het inkomen in aanmerking te laten komen, omdat zij slechts het ‘vrij te laten bedrag’ te besteden hebben (95% van de bijstandsnorm).
De energietoeslag is een vorm van bijstand en dus gelden ook de uitsluitingsgronden van de bijstand.
Het recht op de energietoeslag is op grond van artikel 11 PW (Rechthebbenden) beperkt tot Nederlanders en daarmee gelijkgestelden, die woonachtig zijn en rechtmatig verblijven in Nederland. Daarnaast zijn ook de uitsluitingsgronden van artikel 12 (Onderhoudsplicht ouders 18 t/m 20-jarigen) en 13 (Uitsluiting van bijstand) van de PW van toepassing.
Personen met een uitkering volgens de inrichtingsnorm worden uitgesloten, omdat de instelling voorziet in de energiekosten.
Personen met alleen een briefadres (dak- en thuislozen) worden uitgesloten van de eenmalige energietoeslag omdat zij geen energiekosten hebben.
Kamerbewoners worden uitgesloten tenzij zij een eigen energiecontract op naam hebben. In dat geval maken zij immers ook de kosten van energie.
Met de invoering van het vijfde lid onder artikel 35 van de Participatiewet wordt geregeld dat het bestuur de eenmalige energietoeslag ook ambtshalve kan vaststellen en verstrekken. Een schriftelijke aanvraag is dan niet nodig. Om de uitvoeringskosten te beperken wordt de energietoeslag waar mogelijk ambtshalve toegekend.
Aan een deel van de doelgroep kan de energietoeslag niet ambtshalve worden toegekend. Dit is aan de huishoudens met lage inkomens die (op dit moment) geen gebruikmaken van een uitkering of minimaregelingen van de gemeente(n). Denk hierbij aan werkende armen, inwoners met een uitkering van UWV, AOW-gerechtigden zonder aanvullend pensioen en zelfstandigen met een laag inkomen. Deze inwoners kunnen de energietoeslag zelf aanvragen.
Het hanteren van een inkomensgrens voor het recht op de energietoeslag betekent dat huishoudens met een inkomen net boven die inkomensgrens niet in aanmerking zullen komen voor de energietoeslag. De energietoeslag van € 1.300, maakt het verschil in tegemoetkoming tussen rechthebbenden en net-niet-rechthebbenden groot. Daarin kunnen, gelet op de aard van de regeling (categoriale bijzondere bijstand), echter geen uitzonderingen gemaakt worden, om zodoende de regeling helder en goed uitvoerbaar te houden. Het is tegelijkertijd duidelijk dat (net) niet rechthebbenden in vergelijkbare mate te maken kunnen hebben met de hoge energieprijzen. Zij hebben evenwel de mogelijkheid voor het aanvragen van individuele bijzondere bijstand, waarna een individuele beoordeling zal plaatsvinden.
De energietoeslag heeft betrekking op het jaar 2022 en 2023. Aanvragen kan uiterlijk tot en met 30 juni 2023. Het streven is om de energietoeslag wel zoveel mogelijk in kalenderjaar 2022 uit te keren.