Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Losser

Beleidsregels gevonden en verloren voorwerpen gemeente Losser

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLosser
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels gevonden en verloren voorwerpen gemeente Losser
CiteertitelBeleidsregel gevonden en verloren voorwerpen gemeente Losser
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 5 van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek
  3. artikel 12 van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-10-2022nieuwe regeling

31-07-2012

gmb-2022-478463

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels gevonden en verloren voorwerpen gemeente Losser

Het college van burgemeester en wethouders van Losser;

 

overwegende dat het wenselijk is beleidsregels vast te stellen ten aanzien van het in ontvangst nemen registreren, bewaren, teruggeven en verkopen van gevonden en verloren voorwerpen als bedoeld in de artikelen 5 tot en met 12 van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek;

 

gelet op artikel 4:81 en volgende van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 5:5 tot en met 5:12 van het Burgerlijk Wetboek en het Besluit gevonden voorwerpen;

 

BESLUIT:

 

vast te stellen de volgende

 

Beleidsregels gevonden en verloren voorwerpen gemeente losser.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze beleidsregel verstaat onder:

  • a.

    De ambtenaar: de aangewezen ambtenaar als bedoeld in artikel 5:5, lid 2 van het Burgerlijk wetboek, aangewezen bij zijn besluit van [datum], te weten: de medewerker(ster)s ontvangst van het Programma Diensfverlening, Afdeling Publieksdienstveriening, Team Ontvangst van de gemeente Enschede, werkzaam bij de Publieksbalie van de gemeente Losser,

  • b.

    de claimant: degene die claimt dat hij rechtens een aanspraak heeft op een gevonden of verloren voorwerp;

  • c.

    het college: het college van burgemeester en wethouders;

  • d.

    de gemeente: de gemeente Losser;

  • e.

    gevonden voorwerp: onbeheerde zaak die door een vinder onder zich is genomen;

  • f.

    rechthebbende: degene die rechtens een aanspraak heeft op een gevonden of verloren voorwerp;

  • g.

    verloren voorwerp: een zaak die, buiten de wil van de rechthebbende, niet meer onder zijn beheer is;

  • h.

    vinder: degene die een onbeheerde zaak vindt en onder zich neemt.

Artikel 2 Toepassingsbereik

Deze beleidsregel is van toepassing op:

  • 1.

    alle door de daartoe aangewezen ambtenaar geregistreerde gevonden voorwerpen, ongeacht of deze bij de gemeente in bewaring zijn gegeven of door de vinder thuis worden bewaard en

  • 2.

    alle door de daartoe aangewezen ambtenaar geregistreerde verloren voorwerpen.

Artikel 3 Melding, afgifte en registratie

  • 1.

    Van een gevonden of verloren voorwerp wordt bij de Publieksbalie van het gemeentehuis van Losser tijdens openingstijden bij de daartoe aangewezen ambtenaar aangifte gedaan.

  • 2.

    De ambtenaar registreert het gevonden of verloren voorwerp na afgifte.

  • 3.

    Daarnaast kan altijd via www.Losser.nl melding van een gevonden of verloren voorwerp worden gedaan. Deze melding komt echter niet in de plaats van de formele aangifte.

  • 4.

    Afgifte van een gevonden voorwerp kan worden gedaan bij de onder lid 1 genoemde Publieksbalie. De vinder krijgt een bewijs van afgifte.

  • 5.

    lndien een voorwerp niet als ’gevonden’ staat geregistreerd, wordt de melder verzocht het voorwerp als ‘verloren’ op te geven via de website “www.verIorenofgevonden.nI”.

  • 6.

    De ambtenaar kan vorderen dat een gevonden voorwerp aan de gemeente in bewaring dient te worden gegeven. De vinder krijgt een bewijs van afgifte. Uitgangspunt is dat de vinder het gevonden voorwerp onder zich houdt.

  • 7.

    Registratie van een verloren voorwerp geeft geen recht op “vindersloon”.

  • 8.

    Als melding wordt gedaan van een gevonden voorwerp, dat vermoedelijk met een misdrijf te maken heeft, neemt de ambtenaar onverwijld contact op met de politie.

  • 9.

    Geen registratie vindt plaats van gevonden of verloren:

    • a.

      sleutel(s), kleine voorwerpen zoals haarklipjes, speentjes enz.;

    • b.

      gemeentelijke afvalcontainers;

    • c.

      dieren.

Artikel 4 Bewaringstermijn

  • 1.

    Een gevonden voorwerp met een waarde tot € 450,00 wordt drie maanden bewaard.

  • 2.

    Een gevonden voorwerp met een waarde boven € 450,00 wordt één jaar bewaard.

  • 3.

    De in het tweede en derde lid bedoelde bewaringstermijn begint te lopen vanaf de datum van registratie.

Artikel 5 Waardebepaling gevonden voorwerpen

De ambtenaar bepaalt de waarde van de gevonden voorwerpen. lndien nodig bepaalt in het geval van:

  • a.

    een sieraad een juwelier;

  • b.

    een bril een opticien;

  • c.

    een mobiele telefoon, e.d. een telefoonwinkel; en

  • d.

    elektronisch speelgoed een speelgoedwinkel,

    de waarde van het betreffende gevonden voorwerp.

Artikel 6 Bekendmaking gevonden en verloren voorwerpen

De bekendmaking van gevonden en verloren voorwerpen vindt plaats door middel van publicatie op de website “www.verIorenofgevonden.nI”.

Periodiek zal in de uitgave van het huis-aan-huis-weekblad Nieuwe Dinkellander vermeld worden dat op de website “www.verIorenofgevonden.nI”, een overzicht is te vinden van alle gevonden en geregistreerde voorwerpen.

Artikel 7 Geen teruggave; verval aan gemeente

  • 1.

    Een gevonden voorwerp wordt niet teruggegeven, wanneer:

    • a.

      de ambtenaar niet objectief kan vaststellen dat de claimant de rechthebbende op het voorwerp is;

    • b.

      het gevonden voorwerp na registratie gevorderd wordt door de politie in verband met een vermoedelijk misdrijf.

  • 2.

    Een gevonden voorwerp wordt niet teruggegeven, als de claimant dan wel de rechthebbende weigert zich te legitimeren.

  • 3.

    Een bij de gemeente in bewaring gegeven gevonden voorwerp waarvan de bewaringstermijn is verstreken, wordt niet aan de claimant dan wel de rechthebbende teruggegeven, maar vervalt aan de gemeente.

Artikel 8 Gevonden, maar niet geclaimde voorwerpen onder de € 50,00

Als op gevonden voorwerpen, met uitzondering van sieraden, met een waarde onder de €50,-- binnen de bewaringstermijn geen aanspraak wordt gemaakt, draagt de ambtenaar er zorg voor dat deze voorwerpen worden weggegeven aan een goed doel dan wel worden vernietigd.

Artikel 9 Verkoop voorwerpen waarvan de bewaartermijn is verstreken

  • 1.

    Eenmaal per kwartaal krijgen opkopers de gelegenheid na publicatie van een gevonden voorwerpen waarvan de bewaartermijn is verstreken een bod uit te brengen op:

    • a.

      gevonden sieraden, ongeacht de waarde;

    • b.

      gevonden voorwerpen met een waarde van meer dan € 50,00;

    • c.

      fietsen.

  • 2.

    De opbrengsten komen, na aftrek van eventueel gemaakte bewaarkosten, toe aan de gemeente.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na die waarop deze is bekend gemaakt.

Artikel 11 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel gevonden en verloren voorwerpen gemeente Losser.

Losser, 31 juli 2012.

Het college van burgemeester en wethouders van Losser;

De secretaris,

drs. J. van Dam

De burgemeester,

mr. drs. M. Sijbom

Bijlage 1.  

 

Artikelen 5 tot en met 12 van het Burgerlijk Wetboek Boek 5:

Artikel 5

  • 1.

    Hij die een onbeheerde zaak vindt en onder zich neemt, is verplicht:

    • a.

      met bekwame spoed overeenkomstig lid 2, eerste zin, van de vondst aangifte te doen, tenzij hij terstond na de vondst daarvan mededeling heeft gedaan aan degene die hij als eigenaar of als tot ontvangst bevoegd mocht beschouwen;

    • b.

      met bekwame spoed tevens overeenkomstig lid 2, tweede zin, mededeling van de vondst te doen, indien deze is gedaan in een woning, een gebouw of een vervoermiddel, tenzij hij krachtens het bepaalde onder a, slot ook niet tot aangifte verplicht was;

    • c.

      de zaak in bewaring te geven aan de gemeente die dit vordert.

  • 2.

    De in lid 1 onder a bedoelde aangifte kan in iedere gemeente worden gedaan bij de daartoe aangewezen ambtenaar. De in lid 1 onder b bedoelde mededeling geschiedt bij degene die de woning bewoont of het gebouw of vervoermiddel in gebruik of exploitatie heeft, dan wel bij degene die daar voor hem toezicht houdt.

  • 3.

    De vinder is te allen tijde bevoegd de zaak aan enige gemeente in bewaring te geven. Zolang hij dit niet doet, is hij verplicht zelf voor bewaring en onderhoud zorg te dragen.

  • 4.

    De vinder kan van de in lid 2, eerste zin, bedoelde ambtenaar een bewijs van aangifte of van inbewaringgeving verlangen.

Artikel 6

  • 1.

    De vinder die aan de hem in artikel 5 lid 1 gestelde eisen heeft voldaan, verkrijgt de eigendom van de zaak één jaar na de in artikel 5 lid 1 onder a bedoelde aangifte of mededeling, mits de zaak zich op dat tijdstip nog bevindt in de macht van de vinder of van de gemeente.

  • 2.

    Is de zaak anders dan op haar vordering aan de gemeente in bewaring gegeven en valt zij onder de niet-kostbare zaken, aangewezen bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 12 onder b , dan is lid 1 niet van toepassing en is de burgemeester drie maanden na de inbewaringgeving bevoegd de zaak voor rekening van de gemeente te verkopen of haar om niet aan een derde over te dragen of te vernietigen.

  • 3.

    Is de zaak in bewaring gegeven aan de gemeente en is noch lid 1, noch lid 2 van toepassing, dan is de burgemeester één jaar na de inbewaringgevlng bevoegd de zaak voor rekening van de gemeente te verkopen of haar om niet aan een derde over te dragen of te vernietigen.

  • 4.

    De vorige leden gelden niet, wanneer de eigenaar of een ander die tot ontvangst van de zaak bevoegd is, zich daartoe heeft aangemeld bij degene die de zaak in bewaring heeft voérdat de toepasselijke termijn is verstreken of, in de gevallen van de leden 2 en 3, op een tijdstip na het verstrijken van de termijn, waarop de gemeente de zaak redelijkerwijs nog te zijner beschikking kan stellen.

Artikel 7

De vinder kan, door de zaak onverwijld af te geven aan de bewoner van de woning of de gebruiker of exploitant van de ruimte waar de vondst is gedaan, dan wet aan degene die daar voor hem toezicht houdt, zijn rechtspositie met alle daaraan verbonden verplichtingen doen overgaan op die bewoner, gebruiker of exploitant met dien verstande dat geen recht op beloning bestaat.

 

Artikel 8

  • 1.

    lndien een aan de gemeente in bewaring gegeven zaak aan snel tenietgaan of achteruitgang onderhevig is of wegens de onevenredig hoge kosten of ander nadeel de bewaring daarvan niet langer van de gemeente kan worden gevergd, is de burgemeester bevoegd haar te verkopen.

  • 2.

    Indien de zaak zich niet voor verkoop leent, is de burgemeester bevoegd haar om niet aan een derde in eigendom over te dragen of te vernietigen.

  • 3.

    Indien de gevonden zaak een dier is, is de burgemeester na verloop van twee weken, nadat het dier door de gemeente in bewaring is genomen, bevoegd het zo mogelijk tegen betaling van een koopprijs, en anders om niet, aan een derde in eigendom over te dragen. Mocht ook dit laatste zijn uitgesloten, dan is de burgemeester bevoegd het dier te doen afmaken. De termijn van twee weken behoeft niet te worden in acht genomen, indien het dier slechts met onevenredig hoge kosten gedurende dat tijdvak kan worden bewaard, of afmaking om geneeskundige redenen vereist is.

  • 4.

    De opbrengst treedt in de plaats van de zaak.

Artikel 9

Bestaat de aan de gemeente in bewaring gegeven zaak in geld, dan is de gemeente slechts verplicht aan degene die haar kan opeisen, een gelijk bedrag uit te keren, en vervalt deze verplichting zodra de burgemeester tot verkoop voor rekening van de gemeente bevoegd zou zijn geweest.

 

Artikel 10

  • 1.

    Hij die de zaak opeist van de gemeente of van de vinder die aan de hem in artikel 5 lid 1 gestelde eisen heeft voldaan, is verplicht de kosten van bewaring en onderhoud en tot opsporing van de eigenaar of een andere tot ontvangst bevoegde te vergoeden. De gemeente of de vinder is bevoegd de afgifte op te schorten totdat deze verplichting is nagekomen. lndien degene die de zaak opeist, de verschuldigde kosten niet binnen een maand nadat ze hem zijn opgegeven,heeft voldaan, wordt hij geacht zijn recht op de zaak te hebben prijsgegeven.

  • 2.

    De vinder die aan de op hem rustende verplichtingen heeft voldaan, heeft naar omstandigheden recht op een redelijke beloning.

Artikel 11

Indien een vinder die op grond van artikel 6 lid 1 eigenaar is geworden van een aan de gemeente in bewaring gegeven zaak, zich niet binnen één maand na zijn verkrijging bij de gemeente heeft aangemeld om de zaak in ontvangst te nemen, is de burgemeester bevoegd de zaak voor rekening van de gemeente te verkopen, om niet aan een derde over te dragen of te vernietigen.

 

Artikel 12

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen:

  • a.

    nadere regels worden gesteld omtrent de uitoefening van de uit de artikelen 5-11 voor de gemeenten voortvloeiende bevoegdheden;

  • b.

    groepen van niet-kostbare zaken worden aangewezen, waarvoor artikel 6 lid 2 geldt;

  • c.

    nadere regels worden gesteld omtrent de aanwijzing van bepaalde soorten personen en instellingen, waarbij deze, geheel of gedeeltelijk en dat dan niet onder nadere voorwaarden, worden vrijgesteld van de aangifteplicht van artikel 5 lid 1 onder a of voor de afwikkeling van vondsten worden gelijkgesteld met een gemeente;

  • d.

    voor de afwikkeling van vondsten door personen of instellingen als bedoeld onder c groepen van niet afgehaalde zaken met gevonden zaken worden gelijkgesteld.