Organisatie | Losser |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels gevonden en verloren voorwerpen gemeente Losser |
Citeertitel | Beleidsregel gevonden en verloren voorwerpen gemeente Losser |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-10-2022 | nieuwe regeling | 31-07-2012 |
Het college van burgemeester en wethouders van Losser;
overwegende dat het wenselijk is beleidsregels vast te stellen ten aanzien van het in ontvangst nemen registreren, bewaren, teruggeven en verkopen van gevonden en verloren voorwerpen als bedoeld in de artikelen 5 tot en met 12 van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek;
gelet op artikel 4:81 en volgende van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 5:5 tot en met 5:12 van het Burgerlijk Wetboek en het Besluit gevonden voorwerpen;
Beleidsregels gevonden en verloren voorwerpen gemeente losser.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze beleidsregel verstaat onder:
De ambtenaar: de aangewezen ambtenaar als bedoeld in artikel 5:5, lid 2 van het Burgerlijk wetboek, aangewezen bij zijn besluit van [datum], te weten: de medewerker(ster)s ontvangst van het Programma Diensfverlening, Afdeling Publieksdienstveriening, Team Ontvangst van de gemeente Enschede, werkzaam bij de Publieksbalie van de gemeente Losser,
Artikel 5 Waardebepaling gevonden voorwerpen
De ambtenaar bepaalt de waarde van de gevonden voorwerpen. lndien nodig bepaalt in het geval van:
Artikel 6 Bekendmaking gevonden en verloren voorwerpen
De bekendmaking van gevonden en verloren voorwerpen vindt plaats door middel van publicatie op de website “www.verIorenofgevonden.nI”.
Periodiek zal in de uitgave van het huis-aan-huis-weekblad Nieuwe Dinkellander vermeld worden dat op de website “www.verIorenofgevonden.nI”, een overzicht is te vinden van alle gevonden en geregistreerde voorwerpen.
Artikel 8 Gevonden, maar niet geclaimde voorwerpen onder de € 50,00
Als op gevonden voorwerpen, met uitzondering van sieraden, met een waarde onder de €50,-- binnen de bewaringstermijn geen aanspraak wordt gemaakt, draagt de ambtenaar er zorg voor dat deze voorwerpen worden weggegeven aan een goed doel dan wel worden vernietigd.
Losser, 31 juli 2012.
Het college van burgemeester en wethouders van Losser;
De secretaris,
drs. J. van Dam
De burgemeester,
mr. drs. M. Sijbom
Artikelen 5 tot en met 12 van het Burgerlijk Wetboek Boek 5:
De in lid 1 onder a bedoelde aangifte kan in iedere gemeente worden gedaan bij de daartoe aangewezen ambtenaar. De in lid 1 onder b bedoelde mededeling geschiedt bij degene die de woning bewoont of het gebouw of vervoermiddel in gebruik of exploitatie heeft, dan wel bij degene die daar voor hem toezicht houdt.
Is de zaak anders dan op haar vordering aan de gemeente in bewaring gegeven en valt zij onder de niet-kostbare zaken, aangewezen bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 12 onder b , dan is lid 1 niet van toepassing en is de burgemeester drie maanden na de inbewaringgeving bevoegd de zaak voor rekening van de gemeente te verkopen of haar om niet aan een derde over te dragen of te vernietigen.
De vorige leden gelden niet, wanneer de eigenaar of een ander die tot ontvangst van de zaak bevoegd is, zich daartoe heeft aangemeld bij degene die de zaak in bewaring heeft voérdat de toepasselijke termijn is verstreken of, in de gevallen van de leden 2 en 3, op een tijdstip na het verstrijken van de termijn, waarop de gemeente de zaak redelijkerwijs nog te zijner beschikking kan stellen.
De vinder kan, door de zaak onverwijld af te geven aan de bewoner van de woning of de gebruiker of exploitant van de ruimte waar de vondst is gedaan, dan wet aan degene die daar voor hem toezicht houdt, zijn rechtspositie met alle daaraan verbonden verplichtingen doen overgaan op die bewoner, gebruiker of exploitant met dien verstande dat geen recht op beloning bestaat.
Indien de gevonden zaak een dier is, is de burgemeester na verloop van twee weken, nadat het dier door de gemeente in bewaring is genomen, bevoegd het zo mogelijk tegen betaling van een koopprijs, en anders om niet, aan een derde in eigendom over te dragen. Mocht ook dit laatste zijn uitgesloten, dan is de burgemeester bevoegd het dier te doen afmaken. De termijn van twee weken behoeft niet te worden in acht genomen, indien het dier slechts met onevenredig hoge kosten gedurende dat tijdvak kan worden bewaard, of afmaking om geneeskundige redenen vereist is.
Bestaat de aan de gemeente in bewaring gegeven zaak in geld, dan is de gemeente slechts verplicht aan degene die haar kan opeisen, een gelijk bedrag uit te keren, en vervalt deze verplichting zodra de burgemeester tot verkoop voor rekening van de gemeente bevoegd zou zijn geweest.
Hij die de zaak opeist van de gemeente of van de vinder die aan de hem in artikel 5 lid 1 gestelde eisen heeft voldaan, is verplicht de kosten van bewaring en onderhoud en tot opsporing van de eigenaar of een andere tot ontvangst bevoegde te vergoeden. De gemeente of de vinder is bevoegd de afgifte op te schorten totdat deze verplichting is nagekomen. lndien degene die de zaak opeist, de verschuldigde kosten niet binnen een maand nadat ze hem zijn opgegeven,heeft voldaan, wordt hij geacht zijn recht op de zaak te hebben prijsgegeven.
Indien een vinder die op grond van artikel 6 lid 1 eigenaar is geworden van een aan de gemeente in bewaring gegeven zaak, zich niet binnen één maand na zijn verkrijging bij de gemeente heeft aangemeld om de zaak in ontvangst te nemen, is de burgemeester bevoegd de zaak voor rekening van de gemeente te verkopen, om niet aan een derde over te dragen of te vernietigen.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen:
nadere regels worden gesteld omtrent de aanwijzing van bepaalde soorten personen en instellingen, waarbij deze, geheel of gedeeltelijk en dat dan niet onder nadere voorwaarden, worden vrijgesteld van de aangifteplicht van artikel 5 lid 1 onder a of voor de afwikkeling van vondsten worden gelijkgesteld met een gemeente;