Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nunspeet

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Nunspeet

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNunspeet
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Nunspeet
CiteertitelBeheersverordening begraafplaatsen gemeente Nunspeet
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpBeheersverordening begraafplaatsen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging
  2. artikel 149 van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2023Nieuwe regeling

20-10-2022

gmb-2022-476893

45377

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Nunspeet

De raad van de gemeente Nunspeet;

gelezen de voordracht van het college van burgemeester en wethouders;

Gelet op de ontvangen inspraakreacties van uitvaartondernemers

overwegende dat het gewenst is om regels vast te stellen voor het gebruik en beheer van de

gemeentelijke begraafplaats(en);

gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke

begraafplaatsen gemeente Nunspeet.

 

Hoofdstuk 1 INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    Begraafplaatsen: de begraafplaats gelegen aan de Van Oordtstraat 110, genaamd Nunspeet-

  • West; de begraafplaats gelegen aan de Eperweg 22 te Nunspeet; de begraafplaats gelegen

  • aan de Eperweg 51 te Nunspeet; de begraafplaats gelegen aan de Uddelerweg 72 te Elspeet;

  • b.

    Particulier graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of

  • rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot: het doen begraven en begraven houden

  • van lijken; het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • c.

    Grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden

  • begraven of asbussen worden bijgezet;

  • d.

    Algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan eenieder gelegenheid wordt

  • geboden tot het doen begraven van lijken;

  • e.

    Particulier urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk

  • of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot: het doen bijzetten en bijgezet houden

  • van asbussen met of zonder urnen;

  • f.

    Particulier urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend

  • recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder

  • urnen;

  • g.

    Urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • h.

    Asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • i.

    Verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;

  • j.

    Grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf, of een gedenkteken op een

  • gedenkplaats;

  • k.

    Gedenkplaats: een plaats ingericht om overledenen te gedenken;

  • l.

    Beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats(en) of

  • degene die hem vervangt;

  • m.

    Rechthebbende: de rechthebbende op een particulier graf.

  • n.

    Kindergraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of

  • rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot: het doen begraven en begraven houden

  • van prematuren en lijken van kinderen van 0 t/m 3 jaar;

  • o.

    Immatuur: een na een zwangerschap van minder dan 24 weken levenloos ter wereld

  • gekomen menselijke vrucht.

  • p.

    Prematuur: een na een zwangerschap van meer dan 24 weken levenloos ter wereld gekomen

  • menselijke vrucht.

  • q.

    Vlinderveld: een daarvoor aangewezen gedeelte van de begraafplaats waarin de gelegenheid

  • wordt geboden tot het doen begraven van een immatuur of een prematuur of een kind van 0

  • tot en met drie jaar.

Artikel 2 Uitbreiding begrip particulier graf

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang,

onder 'particulier graf' mede verstaan: particulier urnengraf, particulier urnennis.

Artikel 3 Bestemming

De begraafplaatsen zijn bestemd voor:

  • a.

    Het begraven van lijken van personen, die inwoner zijn of geweest zijn van de

  • gemeente Nunspeet, of die een eerste of tweede graad van bloed- of

  • aanverwantschap hadden met een persoon die inwoner is of geweest is van de

  • gemeente Nunspeet;

  • b.

    Het bijzetten van bussen, waarin de as van gecremeerde personen als bedoeld onder

  • a is geborgen;

  • c.

    Het op de verstrooiingsplaats verstrooien van as van gecremeerde personen als

  • bedoeld onder a.

  • d.

    Het begraven van een immatuur op het Vlinderveld van personen als bedoeld a.

Hoofdstuk 2 OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS

Artikel 4 Openstelling begraafplaatsen

  • 1.

    De begraafplaatsen zijn voor eenieder dagelijks toegankelijk van zonsopkomst tot

  • zonsondergang.

  • 2.

    Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaatsen kunnen de toegangen tijdelijk

  • worden gesloten.

Artikel 5 Ordemaatregelen

  • 1.

    Het is aan steenhouwers, hoveniers en daarmee gelijk te stellen personen verboden, anders

  • dan met toestemming van het college van burgemeester en wethouders werkzaamheden

  • voor derden aan grafbedekkingen op de begraafplaatsen te verrichten.

  • 2.

    De uitvoering van de in het eerste lid bedoelde werkzaamheden dient uiterlijk drie

  • werkdagen tevoren schriftelijk bij de beheerder te worden gemeld.

  • 3.

    Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaatsen te rijden:

    • a.

      Elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen anders dan voor een begrafenis of voor het vervoeren van materialen;

    • b.

      Sneller dan 10 km per uur.

  • 4.

    Het college van burgemeester en wethouders kan ontheffing verlenen van het verbod,

  • bedoeld in de aanhef en onder a van lid 3.

  • 5.

    Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de

  • begraafplaatsen hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en

  • netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 6.

    Degenen die zich niet aan de in het vijfde lid bedoelde aanwijzing houden, moeten zich op

  • eerste aanzegging van de beheerder van de begraafplaats verwijderen.

Artikel 6 Herdenkingen

  • 1.

    Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de

  • begraafplaats moeten zeven werkdagen tevoren worden gemeld aan het college van

  • burgemeester en wethouders onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de

  • wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.

  • 2.

    De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid, moeten zich in het belang van

  • de orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Artikel 7 Opgravingen en ruimen

Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere

personen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast.

Hoofdstuk 3 VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING

Artikel 8 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1.

    Degene, die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft

  • daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving,

  • bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan het college van

  • burgemeester en wethouders. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet

  • als werkdag.

  • 2.

    Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het

  • overlijden te begraven, moet de kennisgeving aan het college van burgemeester en

  • wethouders zo tijdig mogelijk worden gedaan met inachtneming van artikel 11, eerste lid

  • 3.

    Het lijk, dan wel het omhulsel en de asbus of urn moeten zijn voorzien van een duurzaam

  • identiteitskenmerk. De gegevens van het kenmerk moeten overeenstemmen met de

  • administratie van de begraafplaats.

  • 4.

    Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten

  • van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mogen uitsluitend geschieden door

  • het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder.

Artikel 9 Gebouwen

Het gebruik van de aula op de begraafplaats moet uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag

voorafgaande aan de dag waarop van de aula gebruik zal worden gemaakt, worden aangevraagd bij

het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 10 Over te leggen stukken

  • 1.

    Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven is overgelegd

  • aan de beheerder.

  • 2.

    Bijzetting van een asbus met of zonder urn in een particulier urnengraf of particulier

  • urnennis dan wel het verstrooien van as mag slechts geschieden indien tevoren een bewijs

  • van toestemming tot die handeling is overgelegd aan de beheerder.

  • 3.

    Indien de begraving of de bijzetting van een asbus met of zonder urn in een particulier graf

  • zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd,

  • ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de

  • uitvaart voorziet.

  • 4.

    Begraving of bijzetting in een particulier graf, waarvan geen rechthebbende bekend is, vindt

  • slechts plaats als gelijktijdig een nieuwe rechthebbende kan worden aangewezen. Artikel 18

  • is van overeenkomstige toepassing.

  • 5.

    De beheerder onderzoekt de genoegzaamheid van de overgelegde stukken.

Artikel 11 Tijden van begraven en asbezorging

  • 1.

    Het is verboden te begraven, of as te bezorgen buiten het tijdvak van 09.00 uur tot 16.00 uur

  • en op zon- en erkende feestdagen.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders besluit hoeveel tijdsruimte er minimaal tussen

  • twee begravingen en/of twee asbezorgingen moet zijn.

  • 3.

    Het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen afwijkingen van het

  • tweede lid toestaan.

Hoofdstuk 4 INDELING EN UITGIFTE VAN DE GRAVEN

Artikel 12 Indeling graven en asbezorging

  • 1.

    Op de begraafplaatsen kunnen worden uitgegeven particuliere graven.

    • a.

      Op de begraafplaats Nunspeet-West kunnen naast particuliere graven worden uitgegeven:

      • 1.

        Particuliere urnengraven;

      • 2.

        Particuliere urnennissen;

      • 3.

        Particulier gedenkteken op de gedenkplaats;

      • 4.

        Bij het asverstrooiingsveld het recht as te verstrooien;

      • 5.

        Particuliere kindergraven op het Vlinderveld;

      • 6.

        Particulier gedenkteken op het Vlinderveld.

    • b.

      Op de begraafplaats Elspeet kunnen naast particuliere graven worden uitgegeven:

      • 1.

        Particulier gedenkteken op het Vlinderveld;

      • 2.

        Particuliere kindergraven op het Vlinderveld.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de particuliere graven. Zij bepaalt tevens de afmetingen van de particuliere graven, kindergraven, particuliere urnengraven en particuliere urnennissen

Artikel 13 Aantal overledenen in algemene graven

In de algemene graven kan een door het college van burgemeester en wethouders te bepalen aantal

lijken worden begraven. Zij bepaalt tevens de afmeting van de algemene graven.

Artikel 14 Volgorde van uitgifte

  • 1.

    De particuliere graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging

  • uitgegeven.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere omstandigheden een

  • particulier graf toewijzen buiten de volgorde van uitgifte, indien dit wegens de situatie op de

  • begraafplaatsen niet bezwaarlijk is.

Artikel 15 Categorieën

Het college van burgemeester en wethouders kan bij nader vast te stellen regels de algemene en

particulier graven onderverdelen in categorieën. Zij bepalen voor de verschillende categorieën de

situering en oppervlakte.

Artikel 16 Termijnen particuliere graven/particuliere urnengraven en particuliere urnennissen

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders verleent, als de daartoe bestemde ruimte van

  • de begraafplaats(en) dit toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag,

  • voor onbepaalde tijd het recht op een particulier graf. De termijn begint te lopen op de

  • datum waarop het particulier graf is uitgegeven.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid verleent het college van burgemeester en wethouders op een

  • daartoe schriftelijk in te dienen aanvraag voor de tijd van vijf jaar het recht op een particulier

  • urnennis. De termijn begint te lopen op de datum waarop de particuliere urnennis is

  • uitgegeven en kan telkens met een termijn van vijf jaar worden verlengd, mits de aanvraag

  • daartoe voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 3.

    Binnen een jaar na beëindiging van het recht als bedoeld in het tweede lid, wordt door de

  • rechthebbende aan de in de particuliere urnennis geplaatste urn een andere bestemming

  • gegeven. Na afloop van dit jaar kunnen burgemeester en wethouders de urn verwijderen uit

  • de urnennis en daaraan een jaar na de verwijdering een definitieve bestemming geven door

  • middel van verstrooiing van de as. De verwijdering vindt niet eerder plaats dan het moment

  • waarop de rechthebbende tijdig en behoorlijk per brief is opgeroepen om te worden

  • ingelicht over het voornemen tot verwijdering. Ingeval de rechten bedoeld in het tweede lid

  • zijn verlengd tot een periode van dertig jaar vindt na deze periode geen verwijdering plaats.

  • 4.

    Een recht als bedoeld in dit artikel, kan slechts aan een rechthebbende worden verleend ten

  • behoeve van zichzelf en voor de personen genoemd in artikel 18, eerste lid.

Artikel 17 Grafkelder

Het college van burgemeester en wethouders kan aan de rechthebbende op een particulier graf

vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder

overeenkomstig de door hen te stellen voorwaarden

Artikel 18 Overschrijving van verleende rechten

  • 1.

    Het recht op een particulier graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden

  • overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of

  • aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten

  • name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor

  • gewichtige redenen bestaan.

  • 2.

    Na het overlijden van de rechthebbende kan het particulier graf worden overgeschreven op

  • naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de

  • derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen drie jaar na het overlijden van

  • de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan de in de vorige zin bedoelde

  • personen is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 3.

    Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het

  • college van burgemeester en wethouders niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van

  • dit artikel gestelde termijn, is het college van burgemeester en wethouders bevoegd het

  • recht op het particulier graf te doen vervallen.

  • 4.

    Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van drie jaar kan het college

  • van burgemeester en wethouders het particulier graf alsnog op naam stellen van een nieuwe

  • rechthebbende.

Artikel 19 Afstand doen van graven

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand

doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particulier graf. Van de ontvangst van

zodanige verklaring doet het college van burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de

rechthebbende.

Artikel 20 Sluiting van graven

  • 1.

    Op aanvraag van de rechthebbende kan het college van burgemeester en wethouders een

  • graf gesloten verklaren. Gedurende de tijd dat een graf gesloten is, mag daarop geen andere

  • grafbedekking worden geplaatst en mag daarin geen andere begraving plaatshebben, of

  • asbus worden bijgezet, dan die van de stoffelijke overschotten van de personen die de

  • rechthebbende in zijn aanvraag met name heeft genoemd.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders bepaalt in overleg met de rechthebbende de

  • periode waarvoor de in het eerste lid bedoelde sluiting zal geschieden. Zij stellen de

  • bijzondere voorwaarden vast, waaraan moet zijn voldaan alvorens het graf gesloten wordt

  • verklaard.

Hoofdstuk 5 GRAFBEDEKKINGEN

Artikel 21 Vergunning grafbedekking

  • 1.

    Voor het hebben van een grafbedekking is de schriftelijke vergunning nodig van het college

  • van burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Voor het hebben van een tijdelijke grafbedekking is een aanvaarde melding nodig van het

  • college van burgemeester en wethouders.

  • 3.

    De aanvraag voor het hebben van grafbedekking of de melding tijdelijke grafbedekking wordt

  • gedaan door de rechthebbende op een particulier graf.

  • 4.

    Omtrent de wijze van aanvraag van de vergunning of het doen van de melding, de aard en de

  • afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen kan het college van

  • burgemeester en wethouders nadere regels vaststellen.

  • 5.

    De toestemming voor het plaatsen van een particulier gedenkteken op een van de

  • gedenkplaatsen genoemd in artikel 12 eerste lid onder a sub 6 en eerste lid onder b sub 2,

  • wordt verleend voor een termijn van vijf jaar. Deze termijn kan telkens met vijf jaar worden

  • verlengd.

Artikel 22 gedoogplicht

De vergunninghouder is verplicht te gedogen, dat de zich op het graf bevindende voorwerpen door

of vanwege de gemeente worden weggenomen of verplaatst voor zover en voor zolang zulks nodig is

in verband met de begraving van lijken of bijzetting van asbussen met of zonder urnen in de

nabijheid of om andere dringende redenen.

Artikel 23 Grafbeplanting

Het is toegestaan om op een graf bloemen, attributen en beplanting aan te brengen. Burgemeester

en wethouders kunnen nadere regels stellen over de bloemen, attributen en beplanting en over de

wijze van besnoeiing en verwijdering ervan.

Artikel 24 Verwijdering grafbedekking

  • 1.

    De grafbedekking kan na het verstrijken van de graftermijn door het college van

  • burgemeester en wethouders worden verwijderd.

  • 2.

    Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt gedurende ten minste een jaar,

  • voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd, door op een

  • graf te plaatsen bordje door het college van burgemeester en wethouders bekendgemaakt,

  • tenzij het adres van de rechthebbende bij het college van burgemeester en wethouders

  • bekend is. In dat geval maken zij aan hem uiterlijk twaalf weken voor het genoemd tijdstip

  • per brief hun voornemen bekend.

  • 3.

    De rechthebbende kan gedurende de in het 2e lid genoemde termijn het college schriftelijk

  • verzoeken de grafbedekking aan hem ter beschikking te stellen.

Artikel 25 Onderhoud door de rechthebbende

  • 1.

    De rechthebbende is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen.

  • 2.

    Indien het onderhoud, als bedoeld in lid 1, niet behoorlijk plaatsvindt, geschiedt zulks van

  • gemeentewege op kosten van rechthebbende; het vorenstaande vindt eerst plaats nadat

  • rechthebbende binnen de in de bekendmaking te stellen termijn in de gelegenheid is gesteld

  • alsnog in het onderhoud te voorzien.

  • 3.

    Indien hij nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het

  • college van burgemeester en wethouders de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen

  • of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen.

  • 4.

    De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende behoorlijk per brief is

  • opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping

  • geschiedt door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van

  • de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling

  • aangebracht.

Artikel 26 Onderhoud door de gemeente

  • 1.

    Het onderhoud van de grafbedekking kan geschieden door de gemeente, mits bij

  • aanvaarding de grafbedekking in goede staat verkeert, zulks tegen een vergoeding van de

  • rechten als omschreven in de Verordening op de heffing en invordering van begraafrecht in

  • de gemeente Nunspeet.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders kan besluiten dat tegen betaling van een

  • bedrag, nader in de Verordening op de heffing en invordering van begraafrecht in de

  • gemeente Nunspeet bepaald, een rechthebbende van het graf het jaarlijks te betalen

  • onderhoudsrecht afkoopt door storting ineens.

  • 3.

    Onder het onderhoud van de grafbedekking wordt verstaan het schoonhouden en het na

  • verzakking opnieuw stellen van het gedenkteken, het eenmaal per jaar reinigen van het

  • gedenkteken en de zorg voor de winterharde beplantingen.

Hoofdstuk 6 OPGRAVING

Artikel 27 Op verzoek schudden van graf

  • 1.

    De rechthebbende op een particulier graf, kan bij het college van burgemeester en

  • wethouders een aanvraag indienen om de overblijfselen te doen verzamelen om deze weer

  • in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze elders opnieuw te doen begraven.

  • De rechthebbende op een particulier urnengraf of urnennis kan bij het college van

  • burgemeester en wethouders een aanvraagindienen de asbus ter beschikking te houden om

  • elders bij te zetten, of om de as te doen verstrooien.

  • 2.

    Het in het eerste lid genoemde verzoek wordt ingewilligd indien in het desbetreffende graf

  • een persoon is begraven of is bijgezet, die een bloed- of aanverwantschap in de eerste of

  • tweede graad heeft met de rechthebbende, of die gehuwd is geweest of een geregistreerd

  • partnerschap heeft gehad met de rechthebbende of indien van toepassing de nieuwe

  • echtgeno(o)t(e) of partner van de rechthebbende.

Hoofdstuk 7 INRICHTING REGISTER

Artikel 28 Voorschriften

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders kan voorschriften vaststellen voor het register

  • van de begraven lijken en de bezorgde as.

  • 2.

    Het register wordt bijgehouden door het college van burgemeester en wethouders.

Hoofdstuk 8 SLOTBEPALINGEN

Artikel 29 Overgangsbepaling

  • 1.

    Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de Beheersverordening

  • begraafplaatsen gemeente Nunspeet van 1 januari 1998 en sedertdien gewijzigd, gelden als

  • besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om

  • vergunning op grond van de Beheersverordening begraafplaatsen gemeente Nunspeet van 1

  • januari 1998 en sedertdien gewijzigd, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding

  • van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening

  • toegepast.

Artikel 30 Strafbepaling

  • 1.

    Voor zover overtreding van een krachtens deze verordening gegeven voorschrift niet

  • afzonderlijk in de Wet op de lijkbezorging strafbaar is gesteld, wordt overtreding daarvan

  • gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

  • 2.

    Overtreding van enige bepaling van deze verordening kan voorts worden gestraft met

  • openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 31 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2023, met ingang van welke datum de Verordening

algemene begraafplaatsen van 1 januari 1998 en sedertdien gewijzigd wordt ingetrokken.

Artikel 32 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Beheersverordening begraafplaatsen gemeente

Nunspeet.

 

 

Vastgesteld in de openbare raadsvergadering gemeente Nunspeet van 20 oktober 2022

De secretaris, De voorzitter,

A. Heijkamp, C.W.J. Blom

TOELICHTING OP DE BEHEERSVERORDENING BEGRAAFPLAATSEN GEMEENTE NUNSPEET

Artikel 1 – Begripsomschrijvingen

De begripsomschrijvingen spreken voor zich. Aangetekend wordt dat onder de begripsomschrijving

van een particulier graf ook een ornament wordt verstaan.

Artikel 2 - Uitbreiding begrip particulier graf

Voor een particulier graf, particulier urnengraf, particulier urnennis en een gedenkteken op de

gedenkplaats gelden vrijwel dezelfde rechten en plichten.

Artikel 3 – Bestemming

De begraafplaatsen zijn bestemd voor personen die laatstelijk hun woonplaats in de gemeente

Nunspeet hebben gehad, of oud inwoners zijn geweest of voor personen die een eerste of tweede

van bloed- of aanverwantschap hebben met een persoon die alhier woont of woonde.

Het begraven van prematuren en kinderen van 0 t/m 3 jaar, ook op het Vlinderveld, valt onder de

reikwijdte van Wet op de Lijkbezorging (WodL) en daarmee onder sub a. Het begraven van een

immatuur valt buiten de reikwijdte van de WodL om die reden wordt artikel 3 sub d toegevoegd

zodat ook een immatuur op het Vlinderveld kan worden begraven. Hiervoor wordt geen grafrecht

uitgegeven.

Artikel 4 - Openstelling begraafplaatsen

Dit artikel is opgenomen met het oog op strafbaarstelling van personen die zich op de begraafplaats

bevinden buiten de uren van openstelling voor bezoekers.

Artikel 5 – Ordemaatregelen

Steenhouwers en hoveniers moeten zich er steeds van bewust zijn dat hun werkzaamheden storend

kunnen zijn voor rouwende nabestaanden en tijdens uitvaartplechtigheden. De in het eerste lid

bedoelde toestemming is gemandateerd aan de beheerder. De bevoegdheid van de beheerder om

personen weg te sturen als zij zich niet aan zijn aanwijzingen houden en de verbodsbepalingen

bieden voldoende mogelijkheden om tegen ongewenste activiteiten op te kunnen treden.

Artikel 6 - Herdenkingen en plechtigheden

Met dit artikel wordt beoogd plechtigheden ordelijk te laten verlopen. Door te eisen dat de

mededeling zeven werkdagen vooraf moet plaatshebben, kan worden voorkomen dat de

- 10 -

plechtigheid samenvalt met een begrafenis. Een begrafenis moet uiterlijk op de zesde werkdag na

overlijden geschieden.

Artikel 7 - Opgravingen en ruimen

De aard van de werkzaamheden bij het opgraven en ruimen van graven brengt met zich mee dat het

bezwaarlijk is om toe te staan dat anderen hierbij aanwezig zijn.

Artikel 8 - Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

Een schriftelijke kennisgeving is nodig omdat duidelijk vast moet liggen welke voorziening er wordt

gevraagd. Het personeel van de begraafplaats weet alsdan wat van hen verwacht wordt. Zij zijn om

redenen van veiligheid belast met het openen en sluiten van graven. In bijzondere gevallen kan het

zich voordoen dat de burgemeester toestemming heeft gegeven een lijk binnen 36 uur te begraven.

Sommige nabestaanden vragen om deze toestemming om godsdienstige redenen. Daarnaast kan

spoed geboden zijn in geval van lijkvinding.

Artikel 9 – Gebouwen

Dat het gebruik van de aula dient te worden aangevraagd spreekt voor zich.

Artikel 10 - Over te leggen stukken

De wet eist dat er een verlof tot begraven aanwezig is, afgegeven door de ambtenaar van de

burgerlijke stand. Ook voor de asbezorging dient vooraf toestemming te worden verleend. Indien

niet aan de wettelijke eisen is voldaan dan wel de noodzakelijke toestemming ontbreekt, heeft de

beheerder de bevoegdheid medewerking aan de lijkbezorging te weigeren.

Met de regeling in lid 4 wordt bereikt dat na overlijden van een rechthebbende er expliciet een

nieuwe rechthebbende wordt aangewezen. Waardoor duidelijk is wie verantwoordelijk is voor een

graf.

Artikel 11 - Tijden van begraven en asbezorging

De wet verplicht tot de mogelijkheid van begraven op ieder dag gedurende een bij gemeentelijk

verordening te bepalen tijd. De verplichting geldt niet op zondag en op algemeen erkende

feestdagen, zodat op deze dagen het verbod geldt.

Artikel 12 - Indeling graven en asbezorging

Met uitzondering van de begraafplaats Eperweg 22 kunnen op algemene begraafplaatsen particuliere

graven worden uitgegeven. De begraafplaats Nunspeet-West kent daarnaast verschillende andere

soorten van voorzieningen. In een particulier graf kunnen normaliter 2 lijken worden begraven dan

wel 2 urnen worden bijgezet. In een aantal graven is het vanwege de ligging mogelijk drie lijken te

begraven. Het college kan hiervoor ontheffing verlenen.

Artikel 13 - Aantal overledenen in algemene graven

Het karakter van een algemeen graf is dat geen uitsluitend recht wordt uitgegeven. Algemene graven

zijn onder meer nodig als niemand in de lijkbezorging voorziet. De burgemeester moet dan deze taak

op zich nemen. Een algemeen graf is ook beschikbaar als nabestaanden dat wensen. In een algemeen

graf worden twee lijken begraven. Op een algemeen graf kan geen gedenkteken worden geplaatst.

Artikel 14 - Volgorde van uitgifte

Een graf zal alleen buiten de volgorde van ligging worden toegewezen als dit niet bezwaarlijk is voor

de situatie op de begraafplaats. Hierbij kan worden gedacht aan de gesteldheid van de bodem en aan

het aanzien van de begraafplaats.

Artikel 15 – Categorieën

Op de begraafplaatsen is een apart gedeelte aangewezen voor particuliere graven en particuliere

grafkelders. Er wordt geen onderscheid gemaakt in klassen. Op de begraafplaats Eperweg 51 en

Nunspeet-West is een RK-gedeelte aangewezen. Op de begraafplaats Nunspeet-West zijn

mogelijkheden voor '3 diep' graven. Op de begraafplaatsen Nunspeet-West en Elspeet zijn

kindergraven aangewezen. Ook kan in voorkomende gevallen gekozen worden voor een '3 diep' graf.

Artikel 16 - Termijnen particulier graven.

Het recht op een particulier graf wordt verleend door een beschikking van het college van

burgemeester en wethouders. Hierin wordt de aanvrager het uitsluitend recht gegeven om lijken in

een bepaald graf te doen begraven. Het recht op een particulier graf wordt voor onbepaalde tijd

uitgegeven en voor zover de begraafplaats als zodanig in gebruik is en begint te lopen op de datum

- 11 -

waarop het particulier graf is uitgegeven. Dus niet op het moment van eerste begraving. In de

praktijk zullen deze momenten nagenoeg samenvallen. Ten aanzien van de uitgifte van particuliere

urnengraven, urnennissen en gedenktekens op de gedenkplaats wordt dezelfde uitgiftetermijn

gehanteerd. Voor urnennissen is het daarnaast mogelijk om deze voor een periode van vijf jaar uit te

geven, Deze periode kan telkens verlengd kan worden met een periode van vijf jaar,

Artikel 17 – Grafkelder

In dit artikel is geregeld dat het de rechthebbende op een particulier graf is toegestaan een

grafkelder aan te brengen.

Artikel 18 - Overschrijving van verleende rechten

Het is gewenst dat na het overlijden van een rechthebbende een nieuwe rechthebbende wordt

aangewezen die de verantwoordelijkheid voor de grafruimte en de daaraan verbonden kosten voor

zijn rekening neemt. Tot aanwijzing van een nieuwe rechthebbende kunnen alleen personen

bevoegd worden geacht die belang hebben bij het graf. Dit zijn in de eerste plaats bloed- en

aanverwanten, genoemd in het eerste lid van dit artikel. De ervaring heeft geleerd dat het gewenst is

om slechts één persoon als rechthebbende te doen aanwijzen.

Artikel 19 - Afstand doen van graven

Dit artikel is opgenomen om buiten twijfel te stellen dat rechthebbende afstand van het graf kan

doen.

Artikel 20 - Sluiting van graven

Er kunnen burgers zijn die behoefte hebben aan een graf voor lange tijd. Voor hen biedt de regeling

dat men telkenmale bij het verstrijken van de termijnen om verlenging kan vragen geen bruikbare

oplossing. Om aan dit bezwaar tegemoet te komen, biedt dit artikel de mogelijkheid een graf

gesloten te verklaren. Bij het sluiten van een graf wordt in een overeenkomst met de aanvrager de

prijs vastgesteld en de rechten en plichten tussen hem en de gemeente geregeld. De prijs zal zodanig

moeten worden vastgesteld dat de gemeente in de toekomst geen geldelijk risico ondervindt.

Artikel 21 - Vergunning grafbedekking.

De vergunningseis geldt voor de grafbedekkingen particuliere graven. Voor tijdelijke grafbedekking

kan een melding gedaan worden. De vergunningseis omvat mede het gedenkteken.

Artikel 22 – Gedoogbepaling

Het spreekt voor zich dat de grafbedekking wordt weggenomen dan wel wordt verplaatst indien dit

noodzakelijk geacht wordt ten behoeve van begraving of bijzetting in de nabijheid.

Artikel 23 – Grafbeplanting

Geregeld wordt wat is toegestaan aan grafbeplanting. Het college kan nadere regels stellen omdat

het in de dagelijkse praktijk voor komt dat moeilijkheden ontstaan over verwijderde bloemen en

eenjarige planten en winterharde beplanting.

Artikel 24 - Verwijdering grafbedekking

De mededeling dat het college voornemens is om de grafbedekking te verwijderen, wordt ten minste

een jaar van tevoren gedaan, aan de rechthebbende op een graf. Deze mededeling geschiedt door

het plaatsen van een bordje bij het graf tenzij de rechthebbende bekend is. De rechthebbende kan

verzoeken de grafbedekking aan hem ter beschikking te stellen. Een grafmonument is naar zijn aard

bestemd om duurzaam met de grond verenigd te zijn. Dit houdt in dat de eigenaar van de

begraafplaats (de gemeente) als gevolg van natrekking eigenaar is van het grafmonument.

Natrekking geldt niet voor zover en voor zolang er nog wettelijke grafrust is of een rechthebbende

bekend is. Impliciet is ook gesteld dat de eigenaar van de begraafplaats eigenaar is van het graf. De

eigenaar van de begraafplaats is dan ook aansprakelijk voor gevaar voor personen of zaken indien

het grafmonument niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag

stellen.

Artikel 25 - Onderhoud door rechthebbende

Mede gelet op de aansprakelijkheid van de eigenaar van de begraafplaats dient de rechthebbende de

grafbedekking behoorlijk te onderhouden en zo nodig te herstellen. De gemeente kan indien de

rechthebbende zijn verplichtingen dienaangaande niet nakomt op kosten van de rechthebbende in

het onderhoud voorzien dan wel de grafbedekking verwijderen.

- 12 -

Artikel 26 - Onderhoud door de gemeente

Het onderhoud door de gemeente is een zorg met de bedoeling de begraafplaats als geheel een

verzorgd aanzien te geven. Bij de aanvraag om een vergunning voor het hebben van de

grafbedekking kan het onderhoud worden afgekocht. Het onderhoud wordt dan door de gemeente

verricht. In het derde lid staat omschreven wat onder het onderhoud wordt verstaan.

Artikel 27 – Opgraving

Met dit artikel is het mogelijk om in incidentele gevallen over te kunnen gaan tot het zogenaamde

roeren of schudden van graven. Dit is een bijzondere vorm van ruiming. Het is dan ook mogelijk een

asbus in een ander particulier graf dan een urnengraf of urnennis bij te zetten. Asverstrooiing in een

urnengraf wordt gezien de mogelijkheden niet wenselijk en nodig geacht. Wel is asverstrooiing

mogelijk in een ander particulier graf dan een urnengraf. Gedacht moet worden aan (groot)ouders en

hun (voor-)overleden (klein)kind of achterblijvend kind of aan de situatie dat een man of vrouw een

tweede huwelijk is aangegaan.

Artikel 28 – Register

Het spreekt voor zich dat een register voor het begraven van lijken en de asbezorging aan bepaalde

voorschriften dient te voldoen.