Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Arnhem

Lijst van categorieën van gevallen waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen is vereist

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieArnhem
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingLijst van categorieën van gevallen waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen is vereist
CiteertitelLijst van categorieën van gevallen waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen is vereist
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpverklaring geen bedenkingen lijst

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

wijzigingsbesluit

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 2.27 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-03-2023toevoeging onderdeel 8 aan artikel 2A

08-03-2023

gmb-2023-115412

611384
10-02-201117-03-2023consolidatie van eerder in Arnhemse Koerier bekendgemaakte regeling

31-01-2011

Arnhemse Koerier 9-2-2011

2011-01-01609

Tekst van de regeling

Intitulé

Lijst van categorieën van gevallen waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen is vereist

DE RAAD VAN DE GEMEENTE ARNHEM;

 

gelezen het voorstel van de Agendacommissie, nummer 20111.0.007.835 ;

 

gelet op het besluit van de gemeenteraad van 13 december 2010, nr. 2010.0.103.170;

 

besluit:

 

 

 

 

  • 1.

    het besluit van 13 december 2010, nr. 2010.0.103.170 in te trekken;

  • 2.

     

  •  

  • A.

    De volgende categorieën van gevallen aan te wijzen waarvoor, met inachtneming van het

hierna gestelde onder B, geen verklaring van geen bedenkingen is vereist :

 

Deze categorieën zijn:

 

  • 1.

    Plannen voor de bouw/verbouw van woningen als gevolg waarvan het aantal woningen met niet

meer dan 50 toeneemt, met inbegrip van de daarbij behorende bijgebouwen.

  • 2.

    Plannen voor de bouw/verbouw van maatschappelijke, sport- en recreatieve voorzieningen als

gevolg waarvan de vloeroppervlakte aan voorzieningen niet meer dan 3000 m2 toeneemt, met

inbegrip van de daarbij behorende gebouwen en andere bouwwerken.

  • 3.

    Plannen voor de bouw/verbouw van commerciële voorzieningen (waaronder in ieder geval

begrepen: winkels, kantoren, bedrijfsruimten) als gevolg waarvan de oppervlakte aan

voorzieningen met niet meer dan met 3000 m2 toeneemt, met inbegrip van de daarbij behorende

bijgebouwen.

  • 4.

    Aanleg of wijziging van onbebouwde sport- en recreatieve voorzieningen.

  • 5.

    Aanleg of wijziging van groenvoorzieningen.

  • 6.

    Aanleg of wijziging van infrastructuur verband houdende met verkeer, groen en water die al dan

niet in samenhang met de plannen als bedoeld onder 1 t/m 5.

  • 7.

    Indien de ontwerpverklaring van geen bedenkingen ter inzage heeft gelegen en door

belanghebbenden geen zienswijzen zijn ingediend, is geen definitieve verklaring van geen

bedenkingen vereist.

8. Het toevoegen van maximaal 160 flexwoningen per locatie met bijbehorende gezamenlijke

voorzieningen

 

Daarbij gelden de volgende spelregels:

  • Het college informeert de raad over alle aanvragen voor plannen in de bovengenoemde categorieën. Als één of meer raadsleden binnen vijf dagen na de informatie aangeven een aanvraag te willen bespreken, dan wordt deze aanvraag ter bespreking geagendeerd in de raadscommissie VROM.

  • De situaties 1 t/m 5 kunnen in combinatie voorkomen.

  • De afwijking van het bestemmingsplan kan niet cumulatief worden toegepast. Dat betekent dat een bouwplan/project niet mag worden opgeknipt in deelplannen of -projecten..

  • Van deze verklaring kan geen gebruik worden gemaakt in gevallen dat het een bouwplan betreft als bedoeld in artikel 6.12, eerste lid van de Wet ruimtelijk ordening, aangewezen in artikel 6.2.1 Besluit ruimtelijke ordening, waarbij het verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in het plan of besluit begrepen gronden op het moment van de aanvraag niet anderszins verzekerd is, zoals bedoeld in artikel 6.12 tweede lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening. Oftewel: deze verklaring kan niet gebruikt worden in combinatie met een (voor de gronden waarop het bouwplan is gelegen, vast te stellen) exploitatieplan.

  • Na één jaar wordt deze werkwijze met de raad geëvalueerd.

 

  • B.

    Inwerkingtreding

    Dit besluit treedt een dag na de dag van bekendmaking in werking.

 

 

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 31 januari 2011

De griffier, De voorzitter,