Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Pijnacker-Nootdorp

Regeling adviescommissies college 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatiePijnacker-Nootdorp
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRegeling adviescommissies college 2022
CiteertitelRegeling adviescommissies college 2022
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Regeling adviescommissies college 2008.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 84 van de Gemeentewet
  2. Huisvestingsverordening Pijnacker-Nootdorp 2019
  3. Regeling inspraak en medezeggenschap sociaal domein gemeente Pijnacker-Nootdorp 2018
  4. Instellingsbesluit Commissie Naamgeving 2016
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-10-2022nieuwe regeling

18-10-2022

gmb-2022-476037

1075546/1021054

Tekst van de regeling

Intitulé

Regeling adviescommissies college 2022

Het college van de gemeente Pijnacker-Nootdorp;

 

gezien het advies van de afdeling d.d. 18 oktober 2022;

 

gelet op artikel 84 van de Gemeentewet, artikelen 5 en 6 van de Regeling functiebeschrijving en waardering gemeente Pijnacker-Nootdorp 2020, artikel 4:1, tweede lid, Huisvestingsverordening gemeente Pijnacker-Nootdorp 2019, artikel 2, eerste lid, van de Regeling inspraak en medezeggenschap sociaal domein gemeente Pijnacker-Nootdorp 2018, artikel 1 Instellingsbesluit Commissie Naamgeving 2016;

 

besluit:

 

de volgende Regeling adviescommissies college 2022 vast te stellen:

Artikel 1 - Begripsomschrijvingen

  • 1.

    In deze regeling wordt verstaan onder:

    • a.

      commissie: een adviescommissie aan het college;

    • b.

      voorzitter: voorzitter van een adviescommissie als bedoeld onder a. of diens vervanger;

    • c.

      overlegorgaan: een informeel overlegplatform op een specifiek beleidsterrein dat fungeert als klankbord voor en advies kan uitbrengen aan het college.

  • 2.

    Waar in deze regeling de mannelijke vorm wordt gebruikt, zijn de vrouwelijke en genderneutrale vorm mede inbegrepen.

Artikel 2 - Instelling adviescommissies

  • 1.

    Het college stelt de volgende adviescommissies in:

    • a.

      Indelingscommissie;

    • b.

      Monumentencommissie;

    • c.

      Toetsingscommissie huisvesting;

    • d.

      Klachtencommissie woonruimteverdeling;

    • e.

      Adviescommissie nadeelcompensatie;

    • f.

      Adviesraad Sociaal Domein;

    • g.

      Commissie naamgeving.

  • 2.

    Het college kan adviescommissies ad hoc instellen en de werkwijze daarvan vaststellen.

Artikel 3 - Instelling overlegorganen

  • 1.

    Het college stelt de volgende overlegorganen in:

    • a.

      Milieuplatform;

    • b.

      Sportplatform;

    • c.

      Cultuurplatform.

  • 2.

    Het college kan, in overleg met een overlegorgaan, nadere afspraken vastleggen over de werkwijze van een overlegorgaan.

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 13, derde lid kan het college besluiten dat de voorzitter of bepaalde leden van een overlegorgaan, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 en artikel 5 van de Verordening rechtspositie raads- en commissieleden 2019, een vergoeding ontvangen voor het bijwonen van vergaderingen en voor reis- en verblijfkosten.

Artikel 4 - Bijzondere regelgeving voor adviescommissies

  • 1.

    Met inachtneming van het bepaalde in het tweede lid, gelden de artikelen 5 tot en met 13 van deze regeling voor de commissies als bedoeld in artikel 2, eerste lid.

  • 2.

    Het college kan voor een commissie een afzonderlijk besluit vaststellen waarin wordt afgeweken van, of nadere bepalingen worden gegeven over, de onderwerpen zoals genoemd in de artikelen 5 tot en met 13 van deze regeling.

Artikel 5 - Taak van de commissie

Een commissie brengt gevraagd en ongevraagd schriftelijk advies uit aan het college over de onderwerpen die het specifieke beleidsterrein betreffen waarvoor zij is ingesteld.

Artikel 6 - Samenstelling en duur lidmaatschap

  • 1.

    Een commissie bestaat uit minimaal drie en maximaal zeven leden.

  • 2.

    De leden en plaatsvervangende leden van de commissie worden benoemd en ontslagen door het college.

  • 3.

    De zittingsperiode van de leden van de commissies is vier jaar.

  • 4.

    Aftredende leden kunnen eenmaal voor een aansluitende termijn worden herbenoemd.

  • 5.

    De leden van de commissie kunnen te allen tijde ontslag nemen. De daartoe strekkende kennisgeving zenden zij aan het college.

  • 6.

    In de door ontslag of door overlijden opengevallen plaats wordt binnen drie maanden voorzien.

  • 7.

    Bij ontslag als lid van een commissie blijft het lid zijn functie vervullen, totdat in zijn opvolging is voorzien.

Artikel 7 - Voorzitter

  • 1.

    De voorzitter van de commissie wordt uit en door de leden van de commissie benoemd.

  • 2.

    De commissie regelt de plaatsvervanging van de voorzitter.

  • 3.

    De voorzitter bepaalt de agenda van een commissievergadering.

Artikel 8 - Secretaris

Het college wijst een secretaris aan die de commissie in haar werkzaamheden bijstaat en een raadgevende stem heeft.

Artikel 9 - Werkwijze en besluitvorming

  • 1.

    De commissie vergadert tenminste tweemaal per jaar en verder zo dikwijls als de voorzitter nodig oordeelt. Tevens belegt de voorzitter een vergadering indien ten minste twee leden hem daartoe schriftelijk onder opgave van de reden verzoeken.

  • 2.

    De uitnodiging voor een vergadering geschiedt ten minste een week voor de datum waarop de vergadering plaatsvindt. De uitnodiging bevat tevens de agenda.

  • 3.

    Besluiten over adviezen kunnen worden genomen indien ten minste de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 4.

    De commissie besluit bij meerderheid van stemmen. Bij het staken van de stemmen brengt de commissie een verdeeld advies uit aan het college.

  • 5.

    De leden onthouden zich van de beoordeling van zaken die henzelf, hun partners of hun bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad, persoonlijk aangaan.

Artikel 10 - Deelname aan de vergadering door anderen dan de voorzitter of de commissieleden

De voorzitter van een commissie kan, al dan niet op verzoek van de leden van de commissie, een raadslid, de burgemeester, een wethouder of ambtenaar van de gemeente en andere deskundigen of belanghebbenden uitnodigen de vergadering van de commissie bij te wonen of daarin te verschijnen teneinde desgevraagd over de aan de orde zijnde zaken nadere informatie te verstrekken of aan de beraadslaging deel te nemen.

Artikel 11 - Verslaglegging

  • 1.

    De secretaris van een commissie is belast met het maken van een verslag van hetgeen in de vergadering van de commissie is besproken waarbij de standpunten van de commissieleden worden vermeld.

  • 2.

    Het verslag wordt met de stukken voor de eerstvolgende vergadering van de commissie meegezonden.

  • 3.

    Het vastgestelde verslag wordt door de voorzitter en de secretaris ondertekend en toegezonden aan het college.

Artikel 12 - Openbaarheid

De vergaderingen van de commissies genoemd in artikel 2, eerste lid, zijn niet openbaar.

Artikel 13 - Vergoedingen

  • 1.

    De leden van een commissie ontvangen, met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 3 en 5 van de Verordening rechtspositie raads- en commissieleden 2019 en artikel 3.4.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, een vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen en voor reis- en verblijfkosten.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid ontvangen de leden van de hierna genoemde commissies, met inachtneming van het bepaalde in artikel 5 van de Verordening rechtspositie, raads- en commissieleden 2019, voor het bijwonen van een vergadering de volgende vergoeding:

    • a.

      Indelingscommissie als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a: 400% van het bedrag als bedoeld in artikel 3.4.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

    • b.

      Monumentencommissie als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder b: overeenkomstig de jaarlijks met de Stichting Dorp, Stad en Land overeen te komen uurvergoeding.

Artikel 14 - Slotbepaling

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist de voorzitter van de commissie.

Artikel 15 - Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.

  • 2.

    Met ingang van de in het eerste lid genoemde datum vervalt de Regeling adviescommissies college 2008.

Vastgesteld in de vergadering van 18 oktober 2022.

het college van Pijnacker-Nootdorp,

Monique van Waardenberg

Secretaris (plv.)

Björn Lugthart

burgemeester