Subsidieregeling activiteiten Binnenhof Den Haag 2022

Toelichting

Het Binnenhof wordt gerenoveerd. Dat zal effect hebben op de bezoekersstromen doordat het Binnenhof een belangrijke (toeristische) bezienswaardigheid is en de renovatie gepaard gaat met bouw-gerelateerde overlast. Het Rijksvastgoedbedrijf en de gemeente Den Haag hebben daarom gezamenlijk de ambitie uitgesproken om de bezoekersstromen rond het Binnenhof op peil te houden om daarmee een onevenredig verlies van bestedingen, (langdurige) leegstand van winkels en horeca, verpaupering en verloedering tegen te gaan. De basis voor deze afspraken is de publicatie “Renovatie Binnenhof, met oog voor de Omgeving” (RIS296473). Een manier om de bezoekersstromen op peil te houden is door activiteiten mogelijk te maken rond het Binnenhof.

Het doel van de Subsidieregeling activiteiten Binnenhof Den Haag 2022 is het ondersteunen en bevorderen van activiteiten die bijdragen aan de ambitie om de bezoekersstromen rond het Binnenhof op peil te houden gedurende de renovatieperiode. Met de subsidieregeling willen we bedrijven en instellingen in staat stellen om met initiatieven te komen om bezoekers naar het gebied te trekken.

Besluitvorming

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag;

gelet op:

• -

  artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020;

besluit:

• -

  vast te stellen de navolgende Subsidieregeling activiteiten Binnenhof Den Haag 2022.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen 

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 1:2 Toepassingsbereik

Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 1:4 bedoelde activiteiten.

Artikel 1:3 Doel van de subsidie

• 1.

  Het doel van de subsidieregeling is het stimuleren en mogelijk maken van activiteiten in de omgeving van het Binnenhof waarmee de bezoekersstromen op peil blijven.

• 2.

  Het achterliggende maatschappelijke doel van de subsidieregeling is om een onevenredig verlies van bestedingen, leegstand, verpaupering en verloedering van de binnenstad tegen te gaan.

Artikel 1:4 Activiteiten

• 1.

  Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor de organisatie en de realisatie van publiekstrekkende activiteiten in de omgeving van het Binnenhof, zoals:

  a. klein- of grootschalige publieksevenementen, zoals een voorstelling, festival, feest of braderie;

  b. een permanente of tijdelijke fysieke attractie of bezienswaardigheid;

  c. tentoonstellingen in de openbare ruimte.

• 2.

  Evenementen die plaatsvinden in betaalde (binnen)locaties, zoals tentoonstellingen in musea of evenementen in attracties, komen niet in aanmerking voor subsidie.

Artikel 1:5 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen die in Nederland zijn gevestigd.

Artikel 1:6 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

• 1.

  De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de redelijkerwijs gemaakte kosten die resteren na aftrek van eventuele opbrengsten en na aftrek van bijdragen van derden, die naar het oordeel van het college direct zijn verbonden met en noodzakelijk zijn voor activiteiten als bedoeld in artikel 1:4.

• 2.

  Voor subsidie in aanmerking komen:

  a. kosten die rechtstreeks verbonden zijn aan het te organiseren evenement, zoals

  1° beveiliging en veiligheid;

  2° mobiliteit;

  3° milieukosten of duurzaamheid;

  4° overlastbeperking;

  5° projectmanagement;

  6° communicatie en marketing;

  b. de BTW over de gesubsidieerde kosten voor zover die BTW niet teruggevorderd, verrekend of anderszins in mindering kan worden gebracht;

  c. de kosten voor overhead die niet meer dan 15 % van de kosten van de subsidiabele activiteiten bedragen.

• 3.

  Niet voor subsidie in aanmerking komen:

  a. kosten die eerder door het college op basis van deze subsidieregeling of anderszins zijn gesubsidieerd;

  b. kosten voor overhead die meer bedragen dan 15% van de kosten van de totale subsidiabele activiteiten;

  c. eventuele restwaarde van specifiek voor de subsidiabele activiteiten aangeschafte apparatuur.

Artikel 1:7 Hoogte van de subsidie

Een subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 25.000,-.

Artikel 1:8 Subsidieplafond

• 1.

  Het college stelt voor het kalenderjaar 2023 een totaal subsidieplafond vast van maximaal € 150.000,-.

• 2.

  Het college stelt vanaf kalenderjaar 2024 jaarlijks een subsidieplafond bij besluit vast.

• 3.

  Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

Artikel 1:9 Wijze van verdeling

• 1.

  Het college brengt een rangschikking aan in de aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie.

• 2.

  Bij de rangschikking van de aanvragen kent het college punten toe (aan de hand van een onderbouwde toelichting) op de volgende criteria en tot het daarbij vermelde maximum aantal:

  a. het te verwachten aantal bezoekers in de directe omgeving van het Binnenhof:

  1° Meer dan 100.000: 8 punten;

  2° 50.000 tot 100.000: 6 punten;

  3° 25.000 tot 50.000: 4 punten;

  3° 10.000 tot 25.000: 3 punten;

  4° 5.000 tot 10.000: 2 punten;

  5° minder dan 5.000: 1 punt;

  b. de te verwachten, positieve media aandacht die de activiteit genereert voor de Haagse Binnenstad:

  1° Lokale, regionale, nationale en internationale media aandacht: 4 punten;

  2° Lokale, regionale en nationale media aandacht: 3 punten;

  3° Lokale en regionale media aandacht: 1 punt;

  c. de periode waarin de activiteit plaatsvindt:

  1° Laagseizoen (november - maart): 4 punten;

  2° Najaar (september-oktober): 3 punten;

  3° Voorjaar (april - mei): 2 punten;

  4° Hoogseizoen (juni - augustus): 0 punten;

  d. de mate waarin bij de activiteit rekening wordt gehouden met duurzaamheid, zoals dit voor evenementen wordt beschreven in de nota Duurzaamheid (RIS301829):

  1° In hoge mate: 4 punten;

  2° In enige mate: 2 punt;

  3° Sluit niet aan op uitgangspunten Nota Duurzaamheid: 0 punten;

  e. de mate waarin de activiteit aansluit bij het thema van de renovatie “Binnenhof, 800 jaar geschiedenis en toekomst”:

  1° In hoge mate: 3 punten;

  2° In enige mate: 2 punt;

  3° Sluit niet aan op het thema: 0 punten;

  f. de mate waarin de activiteit aansluit op andere relevante toeristische thema’s: Koninklijk, Stad aan Zee, of het thema van het Museumkwartier: “Oude meesters en nieuwe helden”:

  1° In hoge mate: 2 punten;

  2° In enige mate: 1 punt;

  3° Sluit niet aan op het thema: 0 punten.

• 3.

  Wanneer het totaalbedrag van de te honoreren aanvragen hoger is dan het vastgesteld subsidieplafond, verleent het college de subsidie in volgorde van de door het college aangebrachte rangschikking, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

• 4.

  Als het subsidieplafond zou worden overschreden als gevolg van aanvragen die bij de beoordeling gelijk zijn gerangschikt, stelt het college de onderlinge rangschikking van die aanvragen vast door middel van loting.

Hoofdstuk 2 Aanvraag subsidie en termijnen

Artikel 2:1 Aanvraag subsidie

• 1.

  Onverminderd artikel 8, tweede en derde lid, van de ASV legt de aanvrager de volgende gegevens over:

  a. een verklaring waaruit blijkt in hoeverre de subsidieontvanger als BTW belaste ondernemer is aan te merken;

  b. een specificatie van verrekenbare en niet-verrekenbare BTW;

  c. een verklaring waaruit blijkt in hoeverre de subsidieontvanger als belastingplichtige op grond van de vennootschapsbelasting is aan te merken.

• 2.

  De aanvrager stelt voor de aanvraag een beknopt plan op met begroting en maakt gebruik van het door het college voor deze regeling vastgestelde aanvraagformulier.

Artikel 2:2 Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie voor activiteiten voor het jaar 2023 wordt, in afwijking van artikel 9, eerste lid van de ASV, ingediend vóór 1 februari 2023.

Artikel 2:3 Beslistermijn

• A.

  Het college beslist, in afwijking van artikel 10, eerste lid, van de ASV 2020, uiterlijk op 1 april van het jaar waarin de aanvraag om subsidie is ingediend.

• B.

  Het college beslist, in afwijking van artikel 10, tweede lid, van de ASV 2020, binnen 8 weken nadat de volledige aanvraag om subsidie is ingediend.

Hoofdstuk 3 Weigeringsgronden

Artikel 3:1 Weigeringsgronden

Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Awb en artikel 11, eerste, tweede en derde lid, van de ASV kan het college de subsidie weigeren als:

• a. de burgemeester de voor de activiteiten benodigde (evenementen)vergunning niet verstrekt, of intrekt;

  b. de aanvrager ondanks een eventuele toekenning van de subsidie niet over voldoende middelen (uit eigen middelen of uit middelen van derden) beschikt om de kosten van de activiteit te dekken;

  c. de aanvrager een eerder verstrekte subsidie voor een evenement nog niet volledig heeft verantwoord overeenkomstig het bepaalde in deze regeling en niet heeft voldaan aan de, aan verstrekking door het college nader verbonden voorwaarden en verplichtingen.

Hoofdstuk 4 Verplichtingen en betaling

Artikel 4:1 Verplichtingen

• 1.

  Onverminderd de artikelen 12, eerste en vijfde lid, en 13 van de ASV, gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:

  a. de subsidieontvanger komt alle door de burgemeester in de evenementenvergunning of door enig ander bestuursorgaan in andere beschikkingen opgelegde vergunningsvoorschriften na;

  b. de subsidieontvanger verzekert zich afdoende voor wettelijke aansprakelijkheid jegens derden.

• 2.

  Het college kan de subsidieontvanger bij de subsidieverlening voorts verplichtingen opleggen met betrekking tot:

  a. de wijze van voorbereiden van de aanvragen voor de evenementenvergunning, de milieuontheffing, de natuurwetvergunning en andere voor het vreugdevuur verplichte vergunningen en ontheffingen;

  b. de wijze van woordvoering richting de pers en communicatie richting derden over de activiteit;

  c. de wijze waarop de subsidieontvanger moet aantonen dat hij voldoet aan de verplichting tot verzekering als bedoeld in het eerste lid, onder b.

Artikel 4:2 Bevoorschotting

Bevoorschotting vindt plaats op de volgende wijze: 90% van de verleende subsidie in één keer.

Hoofdstuk 5 Eindverantwoording en vaststelling na verlening vooraf

Artikel 5:1 Wijze van verantwoorden

• 1.

  De aanvraag tot vaststelling bevat:

  a. een voor openbaarmaking geschikt inhoudelijk verslag conform artikel 17, vierde lid, van de ASV;

  b. een voor openbaarmaking geschikt financieel verslag conform artikel 17, vijfde lid, van de ASV; en

  c. een verklaring dat de verantwoording juist en volledig is. Bij verantwoording door een rechtspersoon wordt hiervoor een bestuursverklaring of directieverklaring ingediend volgens het door burgemeester en wethouders vastgestelde model;

  d. een financieel verslag met een overzicht van de (niet verrekenbare) BTW.

• 2.

  De aanvrager maakt voor de aanvraag tot vaststelling gebruik van het door het college voor deze regeling vastgestelde verantwoordingsformulier.

Artikel 5:2 Termijn vaststelling subsidie

Het college stelt in afwijking van artikel 20, eerste lid, van de ASV de subsidie vast binnen 20 weken na ontvangst van de volledige aanvraag tot vaststelling.

Hoofdstuk 6 Overige bepalingen

Artikel 6:1 Evaluatie

Het college evalueert de subsidieregeling uiterlijk op 31 december 2023.

Artikel 6:2 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 6:3 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling activiteiten Binnenhof Den Haag 2022.

Den Haag, 11 oktober 2022

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris,

Ilma Merx

de locoburgemeester,

Anne Mulder