Organisatie | Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Vergoedingsregeling aanvullende taken vakbekwaamheid |
Citeertitel | Vergoedingsregeling aanvullende taken vakbekwaamheid |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
Deze regeling geldt tot 31 december 2024, dan wel tot de dag voor het moment dat de Veiligheidsregio’s onder de werking van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren komen te vallen voor zover dat moment eerder is dan per 31 december 2024, zodat deze regeling bij de overgang geen onderdeel uitmaakt van de vigerende rechtspositie.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-07-2023 | bijlage 1 | 22-06-2023 | |||
26-10-2022 | 07-07-2023 | nieuwe regeling | 28-09-2022 |
de ambtenaar als bedoeld onder artikel 1:1, lid 1 onder a en de ambtenaar als bedoeld onder artikel 19:1 (Reglement Arbeidsvoorwaarden Veiligheidsregio Midden- en West- Brabant, RAV MWB).
De regeling is bedoeld voor medewerkers, die zijn aangesteld bij de VRMWB en die zijn aangewezen om ingezet te kunnen worden om aanvullende taken in het kader van vakbekwaamheid uit te voeren.
De aanwijzing als bedoeld onder artikel 2 gebeurt schriftelijk en geldt voor de periode waarin de medewerker kan worden ingezet voor aanvullende taken in het kader van vakbekwaamheid. De daadwerkelijke inzet op een taak geschiedt op basis van onder meer de benodigde behoefte aan expertise, ervaring en vaardigheden.
Indien de medewerker niet kan worden ingezet in de functie waarin hij is aangesteld, bijvoorbeeld door ziekte, wordt de medewerker niet ingezet op aanvullende taken vakbekwaamheid en geldt derhalve geen recht op een uurvergoeding.
De uurvergoeding is inclusief de voorbereidingstijd die nodig is om de lessen voor te bereiden. Voorbereidingstijd wordt niet beloond.
De uurvergoedingen, waarop op grond van deze regeling aanspraak bestaat, vallen niet onder salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen als bedoeld in Hoofdstuk 3 RAVMWB. Hoofdstuk 3 RAVMWB is dan ook integraal niet van toepassing.
De uurvergoeding als bedoeld onder artikel 7 is pensioengevend voor de ambtenaar als bedoeld onder artikel 1:1, lid 1 onder a.
De reiskostenvergoeding ten behoeve van de reiskosten gemaakt van huis naar de werklocatie bedraagt € 0,19 per kilometer.
In het geval dat de reistijd van huis naar de werklocatie meer bedraagt dan 30 minuten enkele reis, heeft de medewerker recht op een uurvergoeding over het meerdere van deze tijd.
De reistijd en reisafstand worden vastgesteld door gebruikmaking van het programma routenet (http://www.routenet.nl).
De reistijd en reisafstand worden vastgesteld door de reistijd tussen postcode huis en postcode werklocatie te berekenen, volgens de optie “snelste route”.
De eerste 30 minuten zijn voor eigen rekening, de resterende reistijd wordt naar boven, op 15 minuten afgerond.
Medewerkers worden voor maximaal 200 uur per jaar, op declaratiebasis, ingezet voor hun aanvullende taken vakbekwaamheid.
De medewerker en werkgever zijn verplicht om dreigende schendingen van de arbeidstijdenwet die voortvloeien uit deze aanvullende taken vakbekwaamheid tijdig te signaleren en met elkaar te delen. Voor zover medewerker een hoofdwerkgever heeft, geldt deze verplichting ook in die relatie.
Om de aanvullende taken vakbekwaamheid naar huidige- en toekomstige inzichten blijvend goed uit te kunnen voeren, is periodieke bijscholing nodig. Deze bijscholing is verplicht. De lestijd wordt vergoed tegen het reguliere tarief uit bijlage 1, de voorbereidingstijd niet.
Deze regeling treedt in werking per 1 oktober 2022 en kan worden aangehaald als ‘Vergoedingsregeling aanvullende taken vakbekwaamheid‘. De werking van de regeling strekt zich uit tot 31 december 2024, dan wel tot de dag voor het moment dat de Veiligheidsregio’s onder de werking van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren komen te vallen voor zover dat moment eerder is dan per 31 december 2024, zodat deze regeling bij de overgang geen onderdeel uitmaakt van de vigerende rechtspositie.