Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nunspeet

Beleidsregel Tijdelijke bewoning bijgebouwen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNunspeet
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel Tijdelijke bewoning bijgebouwen
CiteertitelTijdelijke bewoning bijgebouwen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerpTijdelijke bewoning bijgebouwen (wijziging 2023)

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 2.12, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-06-2023Wijziging beleid

25-04-2023

gmb-2023-236479

844441
26-10-202201-06-2023nieuwe regeling

11-10-2022

gmb-2022-473317

54965

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel Tijdelijke bewoning bijgebouwen

Burgemeester en wethouders van de gemeente Nunspeet besluiten de volgende beleidsregel vast te stellen voor verlening van een omgevingsvergunning waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2 van de Wabo van het bestemmingsplan kan worden afgeweken voor het tijdelijk bewonen van een bijgebouw, een solitaire recreatiewoning of chalet in de gemeente Nunspeet.

Artikel 1 Begrippen

  • a.

    bijgebouw

  • een bestaand gebouw op een erf behorende bij een (agrarische bedrijfs)woning.

  • b.

    buitenplanse afwijking

  • een omgevingsvergunning waarmee met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2°, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht juncto artikel 2.7 van het Besluit omgevingsrecht, kan worden afgeweken van het bestemmingsplan;

  • c.

    college:

  • het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nunspeet;

  • d.

    huishouden

  • een zelfstandig(e) dan wel samenwonend persoon of groep van personen die binnen een complex van ruimten gebruik maken van dezelfde voorzieningen, zoals een keuken, sanitaire voorzieningen en de entree.

  • e.

    eerste- en tweedegraads familieleden

  • Partner, (schoon)ouders, kinderen schoondochters- en schoonzonen, broers, zussen, kleinkinderen, opa's en oma's, schoonzussen, zwagers, stiefzussen en stiefbroers.

  • f.

    omgevingsvergunning:

  • een besluit van het college van burgemeester en wethouders tot afwijking van het bestemmingsplan, om een bestaand bijgebouw, een solitaire recreatiewoning of chalet gedurende maximaal vijf jaar als tijdelijke woning te mogen gebruiken.

  • g.

    participatie

  • het door de eigenaar informeren en betrekken van de naaste buren over de mogelijke inzet van het object als tijdelijke woning.

  • h.

    solitaire recreatiewoning

  • Een recreatiewoning gelegen op een erf behorende bij een (agrarische bedrijfs)woning.

  • i.

    spelregels

  • Specifieke regels behorende bij de beleidsregel ‘Tijdelijke bewoning bijgebouwen’ waar zowel de bewoner(s), de eigenaar als het object aan moeten voldoen om in aanmerking te komen voor de beleidsregel ‘Tijdelijke bewoning bijgebouwen’.

Artikel 2 Omgevingsvergunning

In de omgevingsvergunning voor het tijdelijk bewonen van een object (bijgebouw, recreatiewoning of chalet) vermeldt het college in ieder geval de volgende informatie:

  • a.

    de eigenaar en de bewoner(s) van het object waarop de vergunning betrekking heeft;

  • b.

    het adres van het object waarop de vergunning betrekking heeft;

  • c.

    de termijn waarvoor de vergunning wordt verleend;

  • d.

    de eventuele voorwaarden en voorschriften die aan de omgevingsvergunning zijn verbonden.

Artikel 3 Voorwaarden

Als voorwaarde bij de omgevingsvergunning worden in ieder geval opgenomen:

  • a.

    dat de omgevingsvergunning niet mag leiden tot een onevenredige verstoring van de openbare orde, veiligheid of gezondheid, dan wel een onevenredige verstoring van een goed woon- en leefmilieu in de omgeving van het object waarop de aanvraag betrekking heeft;

  • b.

    dat na afloop van de tijdelijke bewoning het object niet meer gebruikt mag worden als zelfstandige woonruimte.

Artikel 4 Weigering

Het college weigert een aanvraag om omgevingsvergunning met een afwijking van het bestemmingsplan voor het tijdelijk bewonen van bijgebouw, een solitaire recreatiewoning of chalet indien:

  • a.

    vast staat of redelijkerwijs moet worden aangenomen dat verlening van de omgevingsvergunning zou leiden tot een onevenredige verstoring van de openbare orde, veiligheid of gezondheid, dan wel een onevenredige verstoring van een geordend woon- en leefmilieu in de omgeving van het object waarop de aanvraag betrekking heeft;

  • b.

    niet voldaan wordt aan de Spelregels beleidsregel 'Tijdelijke bewoning bijgebouwen'.

Artikel 5 Hardheidsclausule

Het college handelt overeenkomstig de beleidsregel, tenzij dat voor één of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt inwerking op de dag na bekendmaking.

Artikel 7 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: beleidsregel 'Tijdelijke bewoning bijgebouwen'.

 

 

 

 

Aldus vastgesteld op 11 oktober 2022.

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris, de voorzitter,

Spelregels beleidsregel 'Tijdelijke bewoning bijgebouwen'

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nunspeet heeft de beleidsregel 'Tijdelijke bewoning bijgebouwen' vastgesteld. De beleidsregel voorziet in een tijdelijke woonvoorziening voor woningzoekenden die ingezetene zijn van de gemeente Nunspeet en graag in de gemeente willen blijven wonen. Bestaande bijgebouwen, solitaire recreatiewoningen of chalets op een erf die voldoen aan bepaalde voorwaarden kunnen met dit beleid als tijdelijke woning worden gebruikt.

Om te voorkomen dat de tijdelijke woning door een andere doelgroep wordt gebruikt is de doelgroep nader omschreven. Voor de bewoning van een tijdelijke woning dienen personen aan de volgende voorwaarden te voldoen:

  • 1.

    Gedurende minimaal 2 jaar ingezetene zijn van de gemeente Nunspeet ofwel geboren en getogen zijn in de gemeente Nunspeet;

  • 2.

    Woningzoekende zijn; en

  • 3.

    Een (al dan niet gezamenlijk) verzamelinkomen hebben tot € 55.000,- bruto per jaar.

De volgende objecten kunnen als tijdelijke woning worden aangemerkt:

  • 1.

    Een bestaand bijgebouw op een erf behorende bij een (agrarische bedrijfs)woning.

  • 2.

    Een bestaande solitaire recreatiewoning op een erf bij een (agrarische bedrijfs)woning.

  • 3.

    Een te plaatsen chalet bij een woning op een erf met een minimale oppervlakte van 1500 m2.

Om gebruik te kunnen maken van de regeling 'Tijdelijke bewoning bijgebouwen' gelden spelregels waar zowel de bewoner(s) als de eigenaar aan moeten voldoen. Ook gelden er spelregels voor de objecten die als tijdelijke woning worden gebruikt. De spelregels staan hieronder vermeld.

 

Spelregels bewoner

  • 1.

    De tijdelijke woning mag worden bewoond door een zelfstandig persoon dan wel door personen die gezamenlijk één huishouden vormen.

  • 2.

    De bewoner moet minimaal 2 jaar ingeschreven staan in de Basis Registratie Personen (BRP) van de gemeente Nunspeet.

  • 3.

    Indien er sprake is van meerdere bewoners geldt de ingeschrevene-eis voor de hoofdbewoner.

  • 4.

    Wanneer een bewoner zich meldt voor een tijdelijke woning voert de gemeente een screening uit of de persoon voldoet aan de spelregels.

  • 5.

    De bewoner dient door middel van een jaaropgave van maximaal 2 jaar oud of een ‘Verklaring geregistreerd inkomen’ van maximaal 2 jaar oud aan te tonen dat het (gezamenlijk) verzamelinkomen niet meer bedraagt dan € 55.000,- bruto per jaar.

  • 6.

    De bewoner dient een omgevingsvergunning aan te vragen voor het tijdelijk bewonen van het object. De omgevingsvergunning moet worden aangevraagd voor de activiteit 'Handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening' en kan worden ingediend via de site www.omgevingsloket.nl. Het analoog indienen van een aanvraag is ook mogelijk.

  • 7.

    De omgevingsvergunning wordt verleend voor een periode van maximaal 5 jaar.

  • 8.

    De bewoner is verplicht zich binnen één week na de vergunningverlening in te schrijven in de BRP van de tijdelijke woning.

  • 9.

    De bewoner is verplicht zich uiterlijk binnen één week na vergunningverlening in te schrijven als woningzoekende bij de woningcorporaties op de Noord-Veluwe via de website www.hurennoordveluwe.nl.

  • 10.

    Het is toegestaan dat een bewoner die onrechtmatig woont in een bijgebouw of een solitaire recreatiewoning van deze regeling gebruik maakt. Indien de eigenaar hier niet aan mee wenst te werken wordt handhavend opgetreden door middel van het opleggen van een last onder dwangsom.

  • 11.

    Na 4 jaar wordt de bewoner uitgenodigd voor een gesprek waarin wordt medegedeeld dat de vergunning nog 1 jaar geldig is en waarin de ‘zoektocht’ naar reguliere huisvesting wordt besproken.

  • 12.

    De leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag omgevingsvergunning worden geheven conform de geldende legesverordening.

  • 13.

    De huisvesting van mensen met ernstige psychische aandoeningen (EPA) die onder behandeling staan van een zorginstelling, is niet toegestaan.

  • 14.

    Huisvesting van overlast veroorzakende personen is niet toegestaan (bijvoorbeeld verslavingsproblematiek).

  • 15.

    De bewoning van een tijdelijke bewoning is pas toegestaan op het moment dat de vergunning is verleend.

  • 16.

    De bewoner is zich ervan bewust dat er gemeentelijke belastingen en waterschapsbelasting moet worden betaald.

Spelregels eigenaar

  • 1.

    De eigenaar van een bestaand bijgebouw, solitaire recreatiewoning of chalet dient toestemming bij de gemeente aan te vragen om het object als tijdelijke woning in te mogen zetten.

  • 2.

    Nadat de toestemming is aangevraagd vindt er een controle plaats door de toezichthouder bouw en wordt getoetst of het object voldoet aan de eisen die het Bouwbesluit 2012 stelt aan een tijdelijk bouwwerk.

  • 3.

    Indien het object als tijdelijke woning voldoet aan de voorwaarden en akkoord is bevonden, wordt de toestemming met een brief bevestigd. Hier worden de spelregels bijgevoegd.

  • 4.

    Het gebruik van het object als tijdelijke woning wordt voor een periode van 5 jaar toegestaan.

  • 5.

    De eigenaar mag maximaal 1 object per perceel inzetten voor deze regeling.

  • 6.

    De leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag om tijdelijke toestemming worden

  • geheven conform de geldende legesverordening.

  • 7.

    De kale huur mag niet boven de wettelijke huurtoeslaggrens van € 763,47,- uitkomen. De komende 5 jaar is indexatie niet toegestaan.

  • 8.

    De eigenaar is zich ervan bewust dat de tijdelijke bewoning van het object formeel juridisch pas is toegestaan als de omgevingsvergunning voor de bewoner is verleend en deze onherroepelijk is.

  • 9.

    Het is toegestaan dat een bewoner die onrechtmatige woont in een bijgebouw of solitaire recreatiewoning van deze regeling gebruik maakt. Indien de eigenaar hier niet aan mee wil werken wordt handhavend opgetreden door middel van het opleggen van een last onder dwangsom.

  • 10.

    De eigenaar dient met de naaste buren een omgevingsdialoog te voeren waarbij de buren worden geïnformeerd over de tijdelijke bewoning van een object. Van de omgevingsdialoog dient de eigenaar een verslag te maken, voorzien van datum en handtekening dat bij de aanvraag om toestemming moet worden gevoegd.

  • 11.

    De tijdelijke woning mag worden bewoond door een zelfstandig persoon dan wel door personen die gezamenlijk één huishouden vormen en die voldoen aan de spelregels voor bewoners.

  • 12.

    De huisvesting van mensen met ernstige psychische aandoeningen (EPA) die onder behandeling staan van een zorginstelling, is niet toegestaan.

  • 13.

    Huisvesting van overlast veroorzakende personen is niet toegestaan (bijvoorbeeld verslavings-problematiek).

  • 14.

    De eigenaar is verplicht om het object na afloop van de termijn weer in overeenstemming te

  • brengen met de regels van het bestemmingsplan dan wel (indien van toepassing) de verleende vergunning.

  • 15.

    De eigenaar is zich ervan bewust dat het gebruik van deze regeling gevolgen heeft voor de belastingheffing. De eigenaar dient gemeentelijke belastingen, waterschapsbelasting en rijksbelastingen te betalen.

  • 16.

    Het is niet toegestaan om ten behoeve van de tijdelijke bewoning extra bijgebouwen op het erf te plaatsen, tenzij de regels van het bestemmingsplan dit toestaan. Uitzondering hierop is de plaatsing van een chalet op grote percelen.

Spelregels object

  • 1.

    Toepassing van de regeling kan uitsluitend op gronden met de bestemming 'Wonen' of 'Agrarische bedrijfsbestemming'.

  • 2.

    Het bijgebouw, de solitaire recreatiewoning of chalet dient als zelfstandig object bij een woning dan wel een agrarische bedrijfswoning aanwezig te zijn.

  • 3.

    Er moet op eigen terrein een parkeerplaats aanwezig zijn ten behoeve van de tijdelijke bewoning.

  • 4.

    Gebruik van de beleidsregel is niet toegestaan op agrarische bedrijven waar sprake is van intensieve veehouderij.

  • 5.

    Gebruik van de beleidsregel is niet toegestaan bij recreatiewoningen die zijn gelegen op de binnen de gemeente aanwezige recreatieterreinen.

  • 6.

    Het object dient te voldoen aan de eisen die in het Bouwbesluit 2012 zijn opgenomen voor een tijdelijk bouwwerk en dient ‘woonwaardig’ te zijn, waarbij de essentiële woonvoorzieningen aanwezig moeten zijn.

  • 7.

    Het object mag gedurende 5 jaren worden ingezet als tijdelijke woning.

  • 8.

    Na afloop van de termijn dient het object weer conform bestemming of (indien van toepassing) verleende vergunning gebruikt te worden en dienen enkele essentiële woonvoorzieningen verwijderd te worden.

  • 9.

    Voor de plaatsing van de chalet gelden de volgende specifieke voorwaarden:

    • a.

      De chalet moet binnen de bestemming Wonen dan wel binnen het agrarisch bouwvlak worden geplaatst.

    • b.

      De woonbestemming dan wel agrarische bedrijfsbestemming (bouwvlak) moet een minimale oppervlakte hebben van 1500 m2.

    • c.

      De oppervlakte van de chalet mag niet meer dan 100 m2 bedragen.

    • d.

      De tijdelijke bewoning van de chalet is mogelijk door eerstegraads- en tweedegraads familieleden.

    • e.

      Na afloop van de termijn dient de chalet van het perceel verwijderd te worden. Uitzondering hierop is wanneer de chalet voor wat betreft de toegestane oppervlakte passend is binnen het bestemmingsplan en overeenkomstig de bestemming wordt gebruikt.