Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Geldrop-Mierlo

Handhavingsbeleidsplan

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGeldrop-Mierlo
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingHandhavingsbeleidsplan
CiteertitelHandhavingsbeleidsplan
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-10-2022nieuwe regeling

21-10-2021

gmb-2022-471341

Tekst van de regeling

Intitulé

Handhavingsbeleidsplan

Voorwoord

 

Voor u ligt een geactualiseerde versie van ons handhavingsbeleidsplan.

Het handhavingsbeleidsplan maakt onderdeel uit van de ‘Big-Eight’-beleidscyclus en vormt samen met de handhavingstrategie het strategisch beleidskader op basis waarvan handhaving wordt uitgevoerd. Een handhavingsbeleidsplan heeft in de regel een maximale geldigheidsduur van 4 jaar. In dit geval echter kiezen we voor een kortere looptijd. Gezien aankomende veranderingen in regelgeving, wordt nu gekozen voor een update van het beleid om na invoering van bijvoorbeeld de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging bouwen, het handhavingsbeleid compleet te herzien.

 

Big-Eight-beleidscyclus

 

Voor deze actualisatie wordt tevens gekozen omdat blijkt dat het vorige handhavingsbeleidsplan ‘Samen gericht Handhaven’ nog goed aansluit op de manier van werken die bestuurlijk vanuit handhaving wordt verwacht. De belangenafweging en risicoanalyse, welke samen de prioriteitenanalyse vormen, zijn hiervoor opnieuw doorlopen.

 

De aanpak van kleine ergernissen en de aanpak van ongewenste en ondermijnende ontwikkelingen vragen om extra en specifieke aandacht. Ook de toezicht en handhaving op illegale bewoning en/of onveilige/ongezonde woonomstandigheden vraagt om extra aandacht. Wat dat betekent maken we duidelijk in deze nota.

 

Leeswijzer

 

Deze nota is opgebouwd uit 4 hoofdstukken:

 

In hoofdstuk 1 wordt de werkwijze van integrale handhaving voor de komende beleidsperiode beknopt uiteengezet.

 

In hoofdstuk 2 worden de elementen van integrale handhaving nader toegelicht, uiteengezet wat doel daarvan is en wat de maatschappelijke- en economische meerwaarde ervan zijn.

 

Hoofdstuk 3 geeft een overzicht van de gestelde handhavingsprioriteiten. Dat vormt de basis waarop de handhavingsinzet, met bijbehorende manier van werken en beoogde resultaten is ingericht.

 

En in hoofdstuk 4 wordt extra aandacht geschonken aan de belangrijke accenten ‘aanpak van kleine ergernissen’, de ‘aanpak van ongewenste en ondermijnende ontwikkelingen’ en de ‘aanpak illegale bewoning’.

 

1. Actualisatie handhavingsbeleid

Handhaving binnen Geldrop-Mierlo gaat ook de komende beleidsperiode uit van de ketenbenadering en is ingericht conform het integrale handhavingsproces.

 

Integraal handhavingsproces met bijbehorende interventies

 

Handhaving is geen doel op zich, maar een onderdeel van een totaalvisie op het ervaren van veiligheid door en het gewenste leefklimaat voor onze inwoners. Integrale handhaving loopt door alle afdelingen (en daarbuiten) heen en vraagt om voortdurende alertheid, betrokkenheid en samenwerking van onze totale organisatie. Dat moet zich, waar gepast, vertalen in onder andere aanpassing van beleid, herinrichting van de openbare ruimte, (her)ontwikkelingen, aanpassing van regelgeving, gerichte communicatie en preventieve- en repressieve (handhavings)inspanningen (van in- en externen). Vanuit ‘de wensen van de mensen’ en de juiste informatie! Zodat enerzijds onze inwoners, bedrijven en instellingen zo spontaan mogelijk het gewenste gedrag (kunnen) vertonen en zich dus zo spontaan mogelijk (kunnen) houden aan de regels (en normen en waarden) en anderzijds ongewenste en ondermijnende ontwikkelingen worden gestopt en ruimte wordt geboden voor gewenste ontwikkelingen.

 

Integrale handhaving is dus een opdracht aan de hele organisatie. Het team Leefbaarheid & Veiligheid pakt hierin zijn verantwoordelijkheid, betrekt in- en externe partners en fungeert hierin als aanjager. Aanjager om in beweging te geraken en te blijven, met elkaar. Zodat we negatieve ontwikkelingen ombuigen en proactiviteit tot stand brengen -nogmaals- met elkaar, en gericht op de problemen en kansen die onder onze inwoners leven.

Om dat te kunnen bereiken is het van belang om binnen onze werkwijze (nog) meer in te zetten op de samenwerking met onze inwoners, zichtbaar aanwezig te zijn (per fiets als te voet), nog beter te weten komen wat er speelt en op basis daarvan gericht actie te ondernemen zodat we zo gericht mogelijk de ergernis terug kunnen dringen en ongewenste ontwikkelingen ombuigen. Met altijd weer dat ene doel: een veilige, comfortabele en aangename woon-, werk- en leefomgeving voor onze inwoners, bedrijven en instellingen!

2. Elementen van integrale handhaving

2.1 Ontwikkel-interventies

Sommige ongewenste en ondermijnende ontwikkelingen zijn binnen de mogelijkheden van handhavend optreden en wetgeving met bijbehorende bezetting moeilijk te stoppen. Het is van belang dergelijke ontwikkelingen met open vizier en tijdig te signaleren en te concluderen dat het ook om andere keuzes en andere inspanningen vraagt: ontwikkel-interventies.

2.2 Preventie-interventies

Ontwikkel-interventies

Aanspreken en betrekken van alle betrokken partijen, zoals eigenaren, beheerders en dus mede probleemhouders, die van invloed kunnen zijn op het ombuigen van ongewenste (ruimtelijke) situaties naar gewenste herontwikkelingen en ze wijzen op de maatschappelijke verantwoordelijkheid die ze daarin hebben.

Flankerend worden integrale handhavingscontroles programmatisch ingezet. Enerzijds om misstanden aan te pakken maar anderzijds ook om de druk hoog te houden.

 

Maatschappelijke meerwaarde

Door (ruimtelijke) ongewenste situaties om te buigen worden negatieve ontwikkelingen en problemen getermineerd en wordt ruimte gecreëerd voor nieuwe gewenste ontwikkelingen. Dat leidt tot verwijdering van het probleem en een verbetering van de woon-, werk- en leefomgeving, verhoging (van het gevoel) van veiligheid en rechtvaardigheid en verbetering van het imago.

 

Doel

Ontwikkel-interventies hebben als doel aan te zetten tot herontwikkeling. Specifiek doel daarvan is om bestaande ongewenste (ruimtelijke) situaties, gedrag en/of ontwikkelingen:

  • om te buigen en daarmee de aanleiding van ongewenste gedragingen te termineren

  • problemen en ontwikkelingen te beëindigen

  • en tegelijk ruimte te bieden aan nieuwe gewenste ontwikkelingen

Economische meerwaarde

Door problemen of de aanleiding daartoe te termineren worden handhavingsinzet en inzet van partners als politie en belastingdienst op specifieke locaties geminimaliseerd.

 

Handhaving gaat om veel meer dan repressief optreden alleen. Het is een onderdeel van een totaalproces waarin we als gemeente acteren. Het gaat om in- en extern samenwerken, daar duurzaam in op te trekken, vanuit de behoefte van onze inwoners, bedrijven en instellingen zodat verantwoordelijkheid wordt gespreid en we maximaal rendement behalen (‘participatie’). Er wordt aan een ieder gevraagd om naar vermogen mee te doen in de samenleving. Waarin we vanuit een brede en integrale invalshoek problemen en kansen aanvliegen (‘integrale aanpak’). Dat vraagt om extra investering. Waarbij we zichtbaar aanwezig zijn en laten zien waar we van zijn (‘communiceren’). Om dat voor elkaar te krijgen vraagt om: preventie-interventies.

 

Preventie-interventies (element participatie)

Netwerken: opbouwen, onderhouden en uitbreiden in- en externe (gebiedsgerichte) netwerken.

Nuttige informatie vergaren, via:

  • bijwonen informatiebijeenkomsten

  • tijdens surveillances/controles door gesprek aan te gaan met inwoners/bedrijven/instellingen

  • het organiseren van informatie-uitwisseling met in- en externe partners

  • enquêtes

Inspraak: vergaarde informatie integraal bespreken met inwoners, bedrijven en instellingen en in- en externe partners.

 

Creëren betrokkenheid, begrip en draagvlak tijdens controles met inwoners, bedrijven of instellingen:

  • gezamenlijke controleren (tijdens bedrijfscontroles en schouwen)

  • uitleg/advisering tijdens controles

  • controle-evaluatie (gesprek na controle met verantwoordelijke bedrijf/instelling)

Doel

Preventie-interventies vanuit het integraal handhavingselement ‘participatie’ hebben als doel:

  • in gesprek te zijn en blijven met onze inwoners, bedrijven, instellingen en partners

  • om te kunnen achterhalen waar de problemen het grootst zijn, waarom dat zo is en waar ze behoefte aan hebben

  • ze daarin de gelegenheid te geven tot het uitoefenen van invloed op de gewenste oplossing

  • en onze toegankelijkheid in stand te houden en vergroten.

Specifiek doel daarvan is er integraal en in brede samenwerking op te anticiperen.

 

Preventie-interventies (element integrale aanpak)

Brede inzet van op elkaar afgestemde interventies/ verbeteringen van alle partijen die invloed uit kunnen oefenen op een ongewenste situatie:

  • verbeteren inrichting openbare ruimte (afstemmen op gewenst gedrag)

  • aanpassen beleid en regelgeving

  • aanpassen handhavingsinzet

Handhavingsinzet:

  • regulier programmatisch (integraal) controleren van objecten

  • surveillances/verhoogde zichtbaarheid in de openbare ruimte, afgestemd op probleemlocaties en notoire overtreders

Inzetten slimme handhavingstools:

  • aankondiging controle (afspraakbrief)

  • zelfcontrole (formulieren)

  • afspraken maken tijdens controle

Preventie-interventies (element communicatie)

Vergroten zichtbaarheid/herkenbaarheid, door:

  • surveillance en controles in herkenbare kledij, in herkenbare dienstauto, op herkenbare fietsen, als ook te voet

  • aanspreken van inwoners tijdens surveillance (in gesprek blijven)

  • aanwezigheid buiten kantoortijden en tijdens drukte

Publiceren (inzet en resultaten)/Campagnevoering

  • Middenstandsbelangen, social media, etc.

Maatschappelijke meerwaarde

Verbetering van het sociaal klimaat ten bate van burgerparticipatie:

  • verhoging zelfredzaamheid, toegankelijkheid, saamhorigheid, samenwerkingsbereidheid, betrokkenheid, binding, verantwoordelijkheidsspreiding en vergroting van het netwerk

Verbetering onderlinge aanspreekcultuur.

 

Inspanningen sluiten beter aan op wat bij inwoners/bedrijven/instellingen leeft en leidt secundair tot:

  • meer waardering (voor rekening houden met, luisteren naar, samenwerken)

  • verhoging van de samenwerkingsbereidheid - klanttevredenheid

  • positieve publiciteit

Verbetering imago/vertrouwen in overheid.

 

Verhoging draagvlak:

  • ten aanzien van verbeteringen

  • nut en noodzaak van integraal samenwerken

  • ten aanzien van gewenst gedrag

Verhoging van het spontane naleefgedrag.

 

Doel

Preventie-interventies vanuit het integraal handhavingselement ‘integrale aanpak’ hebben als doel:

  • problemen en kansen vanuit een brede en integrale aanpak aan te vliegen

  • vandaar uit diverse van invloed zijnde factoren (inrichting, beleid, regelgeving, handhavingsinzet, communicatie, sociaal klimaat, etc.) beter aan te laten sluiten op het gewenste gedrag

  • waardoor goed gedrag wordt vergemakkelijkt en daardoor spontaner plaats vindt

Doel

Preventie-interventies vanuit het integraal handhavingselement ‘communicatie’ hebben als doel:

  • inwoners, bedrijven en instellingen in kennis te stellen van het handhavingsbeleid, de regels, waar de prioriteiten liggen, de resultaten, wat we van elkaar mogen verwachten en waar ieders verantwoordelijkheden liggen en daar zichtbaar op in te zetten

Specifiek doel daarvan is de spontane naleving van regels te bevorderen en draagvlak te creëren voor beleid.

 

Economische meerwaarde

Verhoging van het handhavingsrendement:

  • meer ogen, oren, monden, tanden en handen op straat

  • groter bereik van de doelgroep (grotere omvang gedragsverandering)

  • (georganiseerd) zelf oplossen van problemen/ pakken van kansen

  • verlaging algehele controletijd/controlelast met name waar reeds goed gedrag wordt getoond

  • dat leidt tot meer tijd voor controle-inzet op notoire problemen

Verlaging van het aantal klachten/incidenten. Voorkomen van repressie/juridische procedures.

3. Prioriteiten

De prioriteiten, die tevens worden vastgesteld door het college, vormen de basis waarop de handhavingsinzet, met bijbehorende manier van werken en beoogde resultaten, is ingericht. Zo optimaal mogelijk, binnen reële mogelijkheden (formatie en middelen), zodat het bij kan dragen aan het verhogen van de veiligheid (als ook het veiligheidsgevoel) en de kwaliteit van de woon-, werk- en leefomgeving.

3.1 Hoge prioriteit

Handhaving van handhavingsthema’s met hoge prioriteit vraagt om zowel reactief als sterk proactief en integraal handelen, waarbij alle partners worden betrokken die van invloed kunnen zijn op het stoppen van ongewenste ontwikkelingen en het in beweging brengen van gewenste ontwikkelingen. Er dient naast het reageren op basis van klachten, meldingen en verzoeken om handhaving, programmatisch gecontroleerd te worden en projectmatig en preventief ingezet te worden op het vergroten van het spontane naleefgedrag als ook, waar mogelijk, op het stoppen van bepaalde overtredingen. Zodat het ruimte creëert om gewenste ontwikkelingen in gang te zetten en/of mogelijk te maken. Waarbij het van belang is proactief samenwerking te zoeken met onze inwoners, bedrijven, instellingen en in- en externe partners.

 

Handhavingsthema

Risico

Belang

Prioriteit

1

Evenementen

11,2

35

46,2

2

Georganiseerde criminaliteit

20

26

46

3

Vuurwerk

16,25

26

42,25

 

De aanpak van georganiseerde criminaliteit kent op zich al hoge prioriteit. Maar het is van belang hier extra aandacht voor te hebben waarbij de samenwerking intern als ook zeker met externe partijen van groot belang is (politie, OM, Vreemdelingenpolitie, Belastingdienst, stedenbouw, vergunningen, woningcorporaties, etc.). Ook de (zichtbare als ogenschijnlijk onzichtbare) gevolgen van de georganiseerde criminaliteit, de drugshandel alsook prostitutie (roze gemarkeerd) zijn sterk van invloed op het veiligheidsgevoel en rechtvaardigheidsgevoel van onze inwoners.

 

In het volgende hoofdstuk wordt o.a. nader ingezoomd op wat bovenstaande in de praktijk betekent.

3.2 Gemiddelde prioriteit

Handhaving van handhavingsthema’s met gemiddelde prioriteit vraagt ook om zowel reactief als proactief handelen, weliswaar in mindere mate als bij handhavingstaken met hoge prioriteit. Er dient naast het reageren op basis van klachten, meldingen en verzoeken om handhaving, programmatisch gecontroleerd te worden en projectmatig en preventief ingezet te worden op het vergroten van het spontane naleefgedrag. Waarbij het ook weer van belang is proactief samenwerking te zoeken met onze inwoners, bedrijven, in stellingen en in- en externe partners.

 

Handhavingsthema

Risico

Belang

Prioriteit

4

Woonwagencentra

15

24

39

5

Afval

15

24

39

6

Hondenoverlast

14

23

37

7

Slopen en asbest

10,8

26

36,8

8

Parkeren en wrakken

6,5

29

35,5

9

Drank & Horeca en alcoholverstrekking

7,8

26

33,8

10

Milieutoezicht

9,3

23

32,3

11

Prostitutie

10

21

31

12

Strijdig planologisch gebruik

4

27

31

 

Kleine ergernissen vragen in gezamenlijkheid, of ze nou hoge, gemiddelde of lage prioriteit toebedeeld hebben gekregen, om extra aandacht en eenzelfde aanpak zoals hierboven omschreven. Zwerfafval, hondenoverlast, parkeeroverlast, algehele verpaupering van de woon-en leefomgeving zijn in totaliteit namelijk sterk van invloed op het veiligheidsgevoel van onze inwoners. Op locaties waar dergelijke overlast speelt dient gericht, zowel preventief, repressief als projectmatig, samen met onze inwoners op te worden ingezet.

3.3 Lage prioriteit

Handhaving van handhavingsthema’s met lage prioriteit rechtvaardigen vooral reactieve inzet, op basis van klachten, meldingen en verzoeken om handhaving. Bepaalde lokaal gemaakte keuzes in beleid en inrichting van de openbare ruimte vragen om gematigd proactief surveilleren en optreden. Waar mogelijk dient met minimale preventieve inspanningen het spontane naleefgedrag te worden verhoogd.

 

Handhavingsthema

Risico

Belang

Prioriteit

13

Diverse APV-aangelegenheden

0,9

28

28,9

14

Omgevingsvergunning bouwen en illegale bouw

7,8

21

28,8

15

Bestaande bouw

8,4

18

26,4

16

Gebruiksvergunningen- en meldingen

7,2

15

22,2

17

Controle Basis Registratie Personen (BRP)

7,2

15

22,2

 

De aanpak illegale bewoning is onderdeel van het thema ‘bestaande bouw’ en heeft geen hoge prioriteit maar vraagt wel om aandacht. Dit in het belang van het tegengaan van strijdig gebruik, borgen van veilige en gezonde woonsituaties en het tegengaan van verpaupering en woon- en sociale fraude. Vanuit handhaving zetten we in om woonsituaties te controleren. Daarmee creëren we (meer) druk en bemoeilijken we onrechtmatige bewoning en indirect voorkomen we daarmee fraude, ondoorzichtige woonsituaties en overlast in de woon- en leefomgeving.

4. Accenten

In een samenleving die verhard, individualiseert en polariseert is oog hebben voor de mening en ruimte van de ander van groot belang. In het kernakkoord 2018-2022 wordt aangegeven dat de gemeenschap leidend is. De binding met de bewoners is hierbij zeer belangrijk door samen met de bewoners op te trekken en te luisteren naar hun wensen.

Om dit te bereiken en te onderhouden is het voor het team Leefbaarheid & Veiligheid dan ook van belang om nog beter aan te sluiten op wat er in de woon-, werk- en leefomgeving leeft en van invloed is op het veiligheids- en rechtvaardigheidsgevoel. Handhaving vindt plaats op verschillende niveaus die met elkaar verweven zijn. We werken en handhaven daarom informatiegericht. Doel is om onze informatiepositie nog beter in te richten, om signalen uit de gemeenschap actief op te pakken zodat nog beter kan worden aangesloten op wat er leeft en waar behoefte aan is. Door onder andere het houden van wijkschouwen bieden we de inwoners ruimte voor initiatieven, inbreng, en verbeteringen. Wijkschouwen helpen ons ook bij de aanpak van kleine ergernissen.

We richten ons in het bijzonder op deze kleine ergernissen en ontwikkelingen in onze maatschappij die negatief van invloed zijn, of in de toekomst kunnen zijn en op het onderwerp georganiseerde criminaliteit welke van invloed is op de veiligheid(sbeleving).

Op basis van (registratie van) klachten en meldingen, gesprekken met burgers, ondernemers en in- en externe partners, krijgen we steeds beter zicht op welke problemen zich waar exact afspelen. Dat maakt het makkelijker om gericht inzet te plegen op locaties waar dat nodig is en kunnen we vanuit integraal oogpunt situaties in relatie brengen met andere (negatieve) ontwikkelingen binnen onze gemeente zoals bijvoorbeeld toename van criminaliteit en negatieve ontwikkelingen op sociaal-economisch gebied (werkeloosheid, sociale opbouw, etc.).

4.1 Aanpak van kleine ergernissen

Kleine ergernissen spelen bij onze inwoners een grote rol in de beleving van leefbaarheid en veiligheid. Ze zullen ook altijd blijven bestaan en dus ook altijd een rol blijven spelen. Onze burgers moeten daarom weten en voelen dat we aan hun kant staan en samen met hen willen werken aan verbetering. Dat vraagt dus om extra aandacht en specifieke inzet.

 

Specifiek gaat het om de volgende handhavingstaken:

5

Afval

6

Hondenoverlast

8

Parkeren en wrakken

13

Diverse APV-aangelegenheden

 

Het is niet zo dat toezicht en handhaving op zichzelf dé oplossing is voor de aanpak van kleine ergernissen. Er is nooit afdoende beschikbare capaciteit om alle overtredingen te kunnen constateren en er tegen op te treden. Bij sommige overtredingen is de kans om er handhavend tegen op te treden erg klein omdat het feitelijk waarnemen van álle overtredingen op het moment suprême onmogelijk is. En er zijn taken die aan een ander zijn toebedeeld en vragen om specifieke bevoegdheden. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de overlast die ontstaat als gevolg van te hard rijden in bijvoorbeeld 30-km-zones en het rijden door rood licht.

Maar belangrijker nog, er zijn vele interventies te bedenken die positief van invloed zijn op het spontane naleefgedrag die op zichzelf niets met sec handhaving te maken hebben en/of niet los van elkaar kunnen worden gezien. De ingezette integrale, gebiedsgerichte aanpak leent zich nog steeds uitstekend om een maximaal rendement te behalen vanuit de inzet die voorhanden is. Het is dus van belang de handhaving integraal te blijven inzetten, handhaving daarin onderdeel te laten uitmaken van de totaalketen en gebruik te maken van het brede scala van elementen van handhaving zoals uiteengezet in het integrale handhavingsproces.

 

Kortom handhaving is onlosmakelijk verbonden (verweven) met alles wat van invloed kan zijn op het positief beïnvloeden van het spontane naleefgedrag. Dat vraagt dus om samenwerking. Om integraliteit. Met en tussen in- en externe partners, maar vooral met onze inwoners, bedrijven en instellingen.

 

Om dat zo goed mogelijk tot stand te brengen werken we wijkgericht. zijn we, nog meer, proactief en zichtbaar aanwezig in de wijken. Daarin delen we ook verantwoordelijkheden door inwoners deelgenoot te maken van de aanpak van de overlast die zij zelf ervaren. Het is onze taak een klimaat te creëren dat elkaar aanspreken mogelijk maakt. Om dat voor elkaar te krijgen werken we wijk- en buurtgericht en projectmatig. Niet alleen vanuit toezicht en handhaving.

Een goed middel dat we steeds vaker gebruiken is de wijkschouw, welke op verzoek van bewoners binnen een wijk worden gedaan Een wijkschouw is ook een vast onderdeel geworden van de wijkontwikkelingsplannen. We gaan dan samen met de bewoners de wijk in, luisteren naar wat er speelt in de wijk en wat zij belangrijk vinden en zoeken gezamenlijk naar oplossingen. Tijdens een schouw waarbij ook buitendienst, gebiedsregisseur, wijkagent en eventueel woningbouwcoöperatie afgevaardigd zijn, kunnen bewoners aangeven wat hun wensen zijn en welke kleine ergernissen zij ervaren. Dit zorgt ervoor dat bewoners zich gehoord voelen en het bevorderd begrip en samenwerking. De Boa’s kunnen dan gerichter handhaven en problemen worden integraal opgepakt.

 

Elke Boa heeft, net als de buurtregisseurs, de buitenopzichters en de wijkagenten een eigen wijk. Dat maakt ze bekender, makkelijker aanspreekbaar en maakt het makkelijker om een eigen netwerk op te bouwen en onderhouden. En dat is belangrijk. Belangrijk om de toegankelijkheid en het vertrouwen te vergroten. Het moet ook leiden tot beter zicht op wat er leeft en speelt en het vergemakkelijken van de samenwerking. Zodat we kleine ergernissen projectmatiger aan kunnen pakken. Dat verhoogt het rendement van handhaving omdat we op die manier de samenwerking beter kunnen organiseren, de verantwoordelijkheid makkelijker kunnen delen door ook de rol van onze inwoners, als ook andere partners, zoals de buurtregisseurs, wijkagenten, buitenopzichters, jongerenwerkers, buurtbeheerders van woningcorporaties, etc., daarin te benoemen en een plek te geven. Samenwerking is daarbij belangrijk. De inwoners moeten zich verweven voelen met alle partners in de wijk. Hiermee creëer je ruimte voor initiatieven en op deze manier kunnen we in gezamenlijkheid dus gerichter interveniëren. Zowel en vooral preventief maar ook zeker repressief. De gemeente, door beleid, inrichtingen en (handhavings)inzet af te stemmen op de ergernissen die er spelen en aan te passen op het gedrag dat door en van onze inwoners wordt gevraagd. Gerichter, sneller en adequater door te pakken (zowel door de Boa’s als door de wijkagenten) wanneer situaties daar om vragen. Maar ook door te benoemen dat ook onze inwoners daar een rol in (moeten) hebben. Het is namelijk een gedeelde verantwoordelijkheid.

 

De hiervoor beschreven aanpak heeft zich overigens ook al vertaald in ons lokale uitvoeringsprogramma voor 2021 en wordt als zodanig ingevoerd en moet ook tot uiting komen in de uitvoeringsprogramma’s voor de komende jaren. We hebben een goede basis van waarop we door kunnen ontwikkelen, door kunnen pakken en de gewenste resultaten kunnen behalen. Daar is en wordt de verdeling van de beschikbare formatie op ingericht.

4.2 Aanpak van ongewenste en ondermijnende ontwikkelingen

Ander belangrijke handhavingstaak is de aanpak van ongewenste en ondermijnende ontwikkelingen. Handhavingstaken die hier onder vallen hebben ook hoge prioriteit. Specifiek gaat het om de volgende handhavingstaken:

 

2

Georganiseerde criminaliteit

11

Prostitutie

 

Op dit terrein wordt vanuit diverse disciplines inzet gepleegd. Vanuit team Leefbaarheid & Veiligheid wordt nadrukkelijk in samenwerking met bijvoorbeeld de politie, belastingdienst, stedenbouw, vergunningen, Woningcorporaties en het OM ingezet op de aanpak van dergelijke negatieve ontwikkelingen.

Om deze ongewenste ontwikkelingen nog beter aan te pakken is het Dommelstroom Interventie Team (DIT) opgericht. Het DIT is een bestuurlijk interventieteam binnen het basisteam Dommelstroom (Valkenswaard, Cranendonck, Heeze-Leende, Nuenen, Son, Geldrop-Mierlo) dat kan worden ingezet om bestuurlijke misstanden aan te pakken. Dit gebeurt onder aanvoering van een teamleider en is gericht op het integraal uitoefenen van toezicht en handhaving van wettelijke en lokale regelgeving, het voorkomen en signaleren van strafbare feiten en het handhaven van de openbare orde en veiligheid.

 

Vanuit handhaving (en veiligheid) zetten we in op vroegtijdig signaleren en aanpakken van ongewenste en ondermijnende ontwikkelingen. Dat doen we door zo veel mogelijk informatie van zo veel mogelijk disciplines bij elkaar te brengen en integraal te bekijken welke interventies we het beste in kunnen zetten. Doel is in ieder geval ongewenste ontwikkelingen om te buigen en escalatie van deze ontwikkelingen te voorkomen door er gericht en projectmatig inzet op te plegen.

 

De gemeentelijke informatiepositie blijft hierbij een belangrijke speler. In samenwerking met de Dienst Dommelvallei wordt er gewerkt aan een gegevensmagazijn en komen relevante indicatoren steeds beter in beeld wat het mogelijk maakt de inzet effectief en efficiënter te laten plaatsvinden.

4.3 Aanpak illegale bewoning

Door de huidige overbelaste woningmarkt zien we steeds vaker dat woningen worden verbouwd naar appartementen of dat het gebruik wordt omgezet in kamerverhuur. Ook komt het voor dat woonruimtes worden gecreëerd in bijvoorbeeld kantoor- of bedrijfspanden. Vaak gebeurt dit zonder de hiervoor benodigde omgevingsvergunning. Deze verschuiving vraagt om extra aandacht. Dit om te voorkomen dat er zich ongezonde of onveilige woonomstandigheden voordoen. Kamerbewoning moet goed worden gereguleerd en gecontroleerd hetgeen op dit moment meer inzet vraagt om over een tijd niet achter de feiten aan te lopen. Zo zien we ook vaker dat panden illegaal bewoond worden door arbeidsmigranten. Een ontwikkeling waar de komende periode aandacht aan besteed dient te worden richting een oplossing waarbinnen arbeidsmigranten huisvesting wordt geboden met in acht neming van wet- en regelgeving en lokaal beleid.

Daarnaast dienen we zoveel mogelijk de feitelijke bewoning in overeenstemming te brengen met de Basis Registratie Personen (BRP). Vanuit handhaving zetten we ons in om te voldoen aan de vraag vanuit Publiekszaken en Landelijke aanpak adreskwaliteit (LAA) om woonsituaties te controleren. Daarmee creëren we (meer) druk en bemoeilijken we onrechtmatige bewoning en indirect voorkomen we daarmee fraude, ondoorzichtige woonsituaties en overlast in de woon- en leefomgeving.