Organisatie | Vaals |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel verkoop gemeentelijk onroerend goed |
Citeertitel | Beleidsregel verkoop gemeentelijk onroerend goed |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-10-2022 | nieuwe regeling | 27-09-2022 | 22.0000826 |
De Hoge Raad heeft op 26 november 2021 in het Didam-arrest geoordeeld dat een overheidslichaam dat een onroerende zaak wil verkopen, gelegenheid moet bieden aan (potentiële) gegadigden om mee te dingen naar deze onroerende zaak, indien er meerdere gegadigden zijn of redelijkerwijs te verwachten is dat er meerdere gegadigden zullen zijn. Dit houdt in dat het overheidslichaam de koper moet selecteren aan de hand van objectieve, toetsbare en redelijke criteria en een passende mate van openbaarheid moet verzekeren.
Via onderstaande beleidsregel geeft het College van B&W invulling aan de vereisten zoals die voortvloeien uit het arrest.
Hoofdstuk 1 Gronduitgifte via beroep op de uitzondering
Dit hoofdstuk is van toepassing op voorgenomen gronduitgiften waarbij bij voorbaat vaststaat dat er slechts één serieuze gegadigde voor de gronduitgifte in aanmerking komt.
Artikel 3 Procedure beroep op uitzondering
Indien anderen op basis van de publicatie ook menen dat zij als serieuze gegadigde voor de gronduitgifte in aanmerking komen, kunnen zij dit uiterlijk binnen 20 kalenderdagen na de publicatie kenbaar maken door een kort geding tegen dit voornemen aanhangig te maken bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg. De termijn van 20 dagen geldt als vervaltermijn.
Meldt zich binnen de voornoemde termijn geen andere serieuze gegadigde of oordeelt de voorzieningenrechter in kort geding dat geen sprake is van een andere serieuze gegadigde, dan staat het het college vrij om met de serieuze gegadigde waaraan de verkoop is gegund in overleg te treden met het oog op de totstandkoming van een schriftelijke overeenkomst. Tot aan het moment van totstandkoming van deze overeenkomst staat het de gemeente vrij de procedure tot gronduitgifte af te breken.
Hoofdstuk 2 Verkoop met mededinging
Dit hoofdstuk is van toepassing op voorgenomen gronduitgiften waarbij er meerdere gegadigden zijn voor de gronduitgifte, of waarbij het redelijkerwijs te verwachten is dat er meerdere gegadigden zullen zijn.
Artikel 4 Gronduitgifte met mededingingsruimte
Met ingang van de dag na de publicatie van de openbare kennisgeving heeft eenieder gedurende een in de publicatie genoemde termijn de gelegenheid om vragen te stellen. De vragen worden voorzien van een reactie en in de vorm van een Nota van Inlichtingen via de gemeentelijke website beschikbaar gesteld.
Iedere inschrijving wordt allereerst gecontroleerd op de algemene vereisten waaronder volledigheid en geldigheid en de vereisten als bedoeld in artikel 4 lid 2 van deze beleidsregel. Indien een inschrijving niet aan deze vereisten voldoet, kan de inschrijver worden uitgesloten van deelname aan de procedure.
Aan een inschrijving kan de inschrijver geen rechten ontlenen. Het college houdt zich het recht voor om op enig moment te besluiten niet te verkopen of de procedure tussentijds af te breken. Eventueel reeds ingediende inschrijvingen komen dan te vervallen en de inschrijver kan te dezer zake geen aanspraak maken op enige vorm van schadeloosstelling.
Indien een afgewezen inschrijver op basis van het voornemen tot gunning meent dat zij ten onrechte niet voor de gronduitgifte in aanmerking komt, dan kan zij dit uiterlijk binnen 20 kalenderdagen na toezending van het voornemen kenbaar maken door een kort geding aanhangig te maken bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg. De termijn van 20 dagen geldt als vervaltermijn. Indien niet tijdig en op de voorgeschreven wijze een kort geding aanhangig is gemaakt, vervalt elk recht van de inschrijver om tegen de beslissing bezwaar aan te tekenen dan wel een rechtsvordering in te stellen. Gedurende de periode dat er een kort geding aanhangig is, wordt niet tot gunning overgegaan.
Wordt er binnen de voornoemde termijn geen kort geding aanhangig gemaakt of oordeelt de voorzieningenrechter in kort geding dat het voornemen tot gunning rechtmatig is, dan staat het de gemeente vrij om met de partij waaraan de verkoop is gegund in overleg te treden met het oog op de totstandkoming van een schriftelijke overeenkomst en te besluiten omtrent de gunning.
Van aanvaarding door de gemeente van het aanbod van de partij waaraan de gemeente voornemens is grond uit te geven als bedoeld in artikel 6:217 BW is eerst sprake na ondertekening door partijen van de in lid 5 bedoelde overeenkomst door de daartoe bevoegde vertegenwoordigers van partijen (constitutief vereiste). Tot aan het moment van totstandkoming van deze overeenkomst staat het de gemeente vrij de procedure tot gronduitgifte af te breken.