Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
's-Gravenhage

Vaststellen van de Beleidsregel nadeelcompensatie Den Haag 2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Organisatie's-Gravenhage
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVaststellen van de Beleidsregel nadeelcompensatie Den Haag 2022
CiteertitelBeleidsregel nadeelcompensatie Den Haag 2022
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpBeleidsregel nadeelcompensatie Den Haag 2022

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 3:4, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-10-2022nieuwe regeling

18-10-2022

gmb-2022-470217

RIS313428 DSB.10360408

Tekst van de regeling

Intitulé

Vaststellen van de Beleidsregel nadeelcompensatie Den Haag 2022

Toelichting

 

Vooral werkzaamheden aan de infrastructuur kunnen leiden tot schade voor bewoners of ondernemers. Het is vaak niet eenvoudig te bepalen of een bedrijf of een bewoner in aanmerking komt voor schadevergoeding. Om hierover meer duidelijkheid te geven is op diverse momenten het invoeren van een uniforme nadeelcompensatieregeling aangekondigd. Voor het uitvoeren van een nadeelcompensatieregeling is een beleidsregel nodig waarin wordt bepaald wanneer een schadebedrag in aanmerking komt voor compensatie. Bij het opstellen van deze beleidsregel is gebruik gemaakt van de ‘Handleiding nadeelcompensatie bij infrastructurele maatregelen’ die is opgesteld door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Beleidsregel nadeelcompensatie Infrastructuur en Waterstaat 2019 en de gemeenten die recent een dergelijke beleidsregel hebben vastgesteld (Enschede en Middelburg).

 

Besluitvorming

 

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,

 

gelet op:

 

  • -

    artikel 3:4, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    artikel 4:81 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht;

 

besluit vast te stellen de volgende Beleidsregel nadeelcompensatie Den Haag 2022:

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

 

college:

het college van burgemeester en wethouders van Den Haag;

compensatie:

de vergoeding van onevenredige schade die de aanvrager lijdt als gevolg van een besluit van het college of rechtmatig feitelijk handelen door de gemeente als publiekrechtelijk rechtspersoon;

normkosten:

kosten op jaarbasis die naar redelijke verwachting gemaakt zouden zijn als de schadeoorzaak niet had plaatsgevonden / gemiddelde kosten over in beginsel de laatste drie jaren voorafgaand aan het begin van de schadeperiode, inclusief eventuele procentuele dalingen of stijgingen;

kostendrempel:

het bedrag van de normkosten vermenigvuldigd met het drempelpercentage kostenverhoging;

brutowinstpercentage:

brutowinst uitgedrukt in een percentage van de inkoop;

normbrutowinstmarge:

omzet minus de inkoopwaarde van de afzet op jaarbasis, uitgedrukt in een percentage van de omzet;

normomzet:

gemiddelde omzet over in beginsel de laatste drie jaren voorafgaand aan het begin van de schadeperiode, inclusief eventuele procentuele dalingen of stijgingen;

omzetdrempel:

het bedrag van de normomzet vermenigvuldigd met het drempelpercentage omzetdaling.

 

Artikel 2 Compensatie

  • 1.

    Het college kan degene die schade lijdt op aanvraag compensatie toekennen als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

    a. de schade is het gevolg van de rechtmatige uitoefening door of namens het college van een aan het publiekrecht ontleende bevoegdheid of taak, of rechtmatig feitelijk handelen door de gemeente als publiekrechtelijk rechtspersoon;

    b. de schade behoort redelijkerwijze niet of niet helemaal tot last te blijven van aanvrager, en;

    c. de schade is niet of niet voldoende op een andere manier verzekerd.

  • 2.

    De compensatie wordt betaald in geld.

  • 3.

    Het college kan besluiten de compensatie toe te kennen in een andere vorm dan de betaling van een geldsom.

 

Artikel 3 Normaal maatschappelijk risico en Bagatelschade

  • 1.

    Binnen het normaal maatschappelijk risico of het normaal ondernemersrisico vallende schade komt niet voor compensatie in aanmerking.

  • 2.

    Onderstaande schadebedragen komen in ieder geval niet voor compensatie in aanmerking:

    a. schade voor particulieren die minder bedraagt dan € 500,-;

    b. schade voor ondernemingen die minder bedraagt dan € 1000,-.

 

Artikel 4 Speciale last

Schade door een schadeoorzaak als bedoeld in artikel 2, eerste lid, zal alleen worden gecompenseerd als deze duidelijk afwijkt van de schade die op iedereen drukt, of als deze schade op een naar verhouding klein aantal natuurlijke of rechtspersonen drukt, die in een vergelijkbare positie verkeren.

 

Artikel 5 Ondernemersrisico en tijdelijke omzetdaling/inkomensdaling door normale infrastructurele werken

  • 1.

    Schade wordt niet gecompenseerd als de schade het gevolg is van een tijdelijke omzetdaling of kostenverhoging die niet meer is dan de omzetdrempel of kostendrempel per kalenderjaar, bedoeld in het tweede of derde lid.

  • 2.

    Het drempelpercentage omzetdaling per kalenderjaar is afhankelijk van de hoogte van de normbrutowinstmarge van de onderneming van de aanvrager en is als volgt:

 

Normbrutowinstmarge

Drempelpercentage omzetdaling

Meer dan

Gelijk aan, of kleiner dan

 

0 %

35 %

15 %

36 %

64 %

11 %

65 %

%

8 %

 

  • 3.

    Het drempelpercentage kostenverhoging per kalenderjaar is afhankelijk van de hoogte van de normbrutowinstmarge van de onderneming van de aanvrager en is als volgt:

 

Normbrutowinstmarge

Drempelpercentage kostenverhoging

Meer dan

Gelijk aan, of kleiner dan

 

0 %

35 %

4 %

36 %

64 %

6 %

65 %

100 %

8 %

 

  • 4.

    Geleden nadeel minder dan de drempelpercentages komen niet voor compensatie in aanmerking.

 

Artikel 6 Langdurige schade bij tijdelijke werken

Als sprake is van voortdurende schade wordt met ingang van het derde jaar waarin de schade wordt geleden door het college een lager optioneel of geen drempelpercentage dan genoemd in artikel 5, tweede en derde lid, gehanteerd.

 

Artikel 7 Risicoaanvaarding en beperken van schade

  • 1.

    Schade door een oorzaak als bedoeld in artikel 2, eerste lid, die voor de belanghebbende redelijkerwijs te verwachten (voorzienbaar) was ten tijde van het ontstaan van de schade wordt niet gecompenseerd.

  • 2.

    Met voorzienbaarheid als genoemd in het vorige lid heeft betrekking op: de locatie van het infrastructurele werk, het tijdstip van uitvoering daarvan, de manier van uitvoering daarvan, soort werk en de omvang daarvan.

  • 3.

    Schade wordt niet gecompenseerd als aanvrager niets of te weinig heeft gedaan om de schade te beperken of voorkomen.

 

Artikel 8 Advies deskundigen

  • 1.

    Het college kan een commissie instellen voor de advisering over aanvragen om compensatie.

  • 2.

    Het college kan een aanvraag om compensatie voorleggen aan een extern adviseur of een, door het college in te stellen commissie.

  • 3.

    Het college vraagt aan de extern adviseur dan wel de commissie advies indien dit naar zijn oordeel noodzakelijk is vanwege de complexiteit van de aanvraag.

  • 4.

    In elk geval is geen advies vereist, indien het college besluit een aanvraag op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht niet in behandeling te nemen.

 

Artikel 9 Kosten van deskundigenbijstand

Als bij de indiening van de aanvraag een vergoeding van de kosten van het inroepen van rechtsbijstand en/of deskundigenbijstand wordt gevraagd, en het maken van deze kosten en de hoogte van deze kosten redelijk zijn, kunnen deze kosten voor vergoeding in aanmerking komen.

 

Artikel 10 Vergoeding van wettelijke rente

Een vergoeding van wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 van het Burgerlijk Wetboek kan deel uitmaken van de toe te kennen compensatie. Het tijdstip waarop de wettelijke rente ingaat wordt gesteld op de datum van ontvangst van een volledige aanvraag.

 

Artikel 11 Inwerkingtreding

De Beleidsregel nadeelcompensatie Den Haag 2022 treedt in werking met ingang van 18 oktober 2022.

 

Artikel 12 Citeertitel

Deze beleidsregel kan worden aangehaald als: Beleidsregel nadeelcompensatie Den Haag 2022.

 

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 3

Nadeelcompensatie betreft compensatie van onevenredig nadeel. Daar wordt in ieder geval een minimumschadebedrag bij, waarvan duidelijk is dat dit in elk geval binnen het normaal maatschappelijk risico valt en dus niet voor vergoeding in aanmerking komt. Dit wordt de bagateldrempel genoemd. Het minimumschadebedrag is voor particulieren € 500,- en voor bedrijven € 1.000,-.

 

Artikel 5

De brutowinstmarge geeft aan welk percentage van de omzet overblijft als brutowinst voor een onderneming. Deze brutomarge als percentage vermenigvuldigd met de omzet is het bedrag dat overblijft ter dekking van vaste kosten en nettowinst. De brutowinstmarge wordt als volgt berekend: omzet minus inkoopwaarde = brutowinstmarge.

De brutowinstmarge kan doorgaans uit de jaarrekening worden afgeleid. De kostenstructuur van een bedrijf is onlosmakelijk verbonden met de brutowinstmarge van een bedrijf. De brutowinstmarge is het procentuele verschil tussen de verkoopprijs van een product en de inkoopprijs van dat product. Afhankelijk van het type bedrijf heeft een omzetdaling een kleinere of een grotere impact op de derving van de brutowinst. In het algemeen zal bij een bedrijf dat een zware vaste-kostenstructuur heeft (dat wil zeggen: een relatief groot aandeel vaste kosten op het totaal aan kosten), een hogere brutowinstmarge moeten genereren om levensvatbaar te zijn. Immers, de vaste en semi-vaste kosten dienen te worden gedekt door de brutowinst(marge). Is de kostenstructuur ‘lichter’ (dit wil zeggen dat sprake is van een verhoudingsgewijs gering niveau aan vaste kosten ten opzichte van het totaal aan kosten), dan kan ook de brutowinstmarge doorgaans lager zijn om voldoende rendement te behalen. Op grond hiervan kan de drempel afhankelijk gemaakt worden van de kostenstructuur van het schadelijdende bedrijf.

Uit de jurisprudentie is af te leiden, dat zonder nadere motivering, een schadeclaim kan worden afgewezen als deze lager is dan 8% van de gemiddelde jaaromzet. De huidige jurisprudentie laat gemeenten eveneens de ruimte om, mits gemotiveerd, een drempel van 15% van de omzet op jaarbasis te hanteren. Daarmee zijn min of meer de onder- en de bovengrens vastgesteld: tussen de 8% en de 15%. Deze bandbreedte wordt ook door andere overheden aangehouden. Hierbij wijken wij dus iets af van het percentage van 13% zoals gehanteerd in de Handleiding nadeelcompensatie bij infrastructurele werken (2018, M.K.G. Tjepkema & L. van der Velden (red.), van het ministerie van Binnenlandse Zaken. De reden hiervoor is dat in tegenstelling tot Rijkswaterstaat locaties waar schade wordt geleden zijn gelegen in stedelijk gebied. Dit gebied is meer onderhevig aan veranderingen dan bijvoorbeeld het buiten-stedelijk gebied. Werkzaamheden ten behoeve van herinrichtingsprojecten of onderhoud komen dan ook veelvuldig voor en beschouwen wij dan ook als normale maatschappelijke ontwikkelingen, waarmee een ieder binnen het stedelijk gebied van de gemeente Den Haag kan worden geconfronteerd.

Daarnaast hebben bedrijven die zich aan doorgaande wegen binnen Den Haag hebben gevestigd, een verhoogd risico op nadeel als gevolg van onderhouds- en herinrichtingswerkzaamheden aan de publieke ruimte geldt, in verband met het te bereiken en te handhaven niveau van kwaliteit van de openbare ruimte. Deze bedrijven dienen er rekening mee te houden dat de grotere verkeersdruk langs deze wegen, ertoe noodzaken vaker dan elders onderhouds- en herinrichtingswerkzaamheden uit te voeren.

 

Voor wat betreft de in het derde lid gehanteerde wijze van bepaling van de hoogte van de ingangsdrempel bij kostenstijgingen verwijzen wij naar de pagina’s 64 en 65 van de Handleiding nadeelcompensatie bij infrastructurele werken (2018, M.K.G. Tjepkema & L. van der Velden (red.), van het ministerie van Binnenlandse Zaken.

 

Artikel 7

De schade kan ook geheel of gedeeltelijk voor rekening van de aanvrager worden gelaten wanneer sprake is van voorzienbaarheid. Er is dus een onderscheid tussen het criterium van de risicoaanvaarding en het criterium van het normaal maatschappelijk risico.

 

Het criterium van de risicoaanvaarding gaat over de vraag welke risico’s een koper of ondernemer ten tijde van de aankoop of investering heeft aanvaard of moet worden geacht te hebben aanvaard. Wanneer voor een redelijk handelend ondernemer of koper ten tijde van de investeringsbeslissing voor een nieuwe activiteit of het sluiten van de koopovereenkomst aanleiding bestond om rekening te houden met de kans dat de situatie ter plaatse in voor hem nadelige zin zou kunnen wijzigen, is de schade voorzienbaar.

In dat geval wordt de koper of ondernemer geacht het risico op schade te hebben betrokken bij het overeenkomen van de koopprijs of de investeringsbeslissing. De schade wordt dan niet of slechts gedeeltelijk vergoed.

Een benadeelde heeft ook geen recht op nadeelcompensatie voor zover het nadeel is ontstaan door eigen schuld, omdat hij dit nadeel redelijkerwijs had kunnen voorkomen of beperken.

 

Den Haag, 18 oktober 2022

Het college van burgemeester en wethouders,

 

de secretaris,

Ilma Merx

 

de burgemeester,

Jan van Zanen