Beleidsregel Duurzaamheid Stationskwartier Zwijndrecht

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Organisatie	Zwijndrecht
Organisatietype	Gemeente
Officiële naam regeling	Beleidsregel Duurzaamheid Stationskwartier Zwijndrecht
Citeertitel	Beleidsregels Duurzaamheid Stationskwartier Zwijndrecht
Vastgesteld door	college van burgemeester en wethouders
Onderwerp	milieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 7c van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen
Datum inwerkingtreding	Terugwerkende kracht tot en met	Datum uitwerkingtreding	Betreft	Datum ondertekening Bron bekendmaking	Kenmerk voorstel
29-10-2022			Nieuwe regeling	25-01-2022 gmb-2022-470211

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel Duurzaamheid Stationskwartier Zwijndrecht

1 Beleidsregel Duurzaamheid

Het streven is om het Stationskwartier een innovatief gebied te laten zijn waarin een hoge mate van duurzaamheid mede de kwaliteit bepaalt. Een hoogwaardige ruimtelijke kwaliteit gaat er samen met een lage milieubelasting. Het streven is een energieneutraal gebied.

In het kader van duurzaamheid zijn de volgende onderdelen betrokken;

•
Het plan heeft adaptief vermogen; toekomstbestendigheid.
•
De uitwerking van ruimtelijke ontwikkeling gaat om het optimaliseren van het netwerk voor langzaam verkeer (aanleg goede fietsvoorzieningen), het beperken van wateroverlast door overstroming (voldoende buffercapaciteit en flexibiliteit, hemel waterbeheer).
•
Maximaal gebruikmaken van beschikbare ruimtelijke en technische middelen om een gebied te realiseren met ruimte voor water en groen, waar zo min mogelijk energie, en de energie die wordt verbruikt duurzaam is wordt verbruikt en een thermisch buitenklimaat (beperken hittestress door verspreide groene zones en schaduwmaatregelen) wordt gecreëerd.

De gemeente Zwijndrecht heeft zich aangesloten bij het Convenant klimaatadaptief bouwen in Zuid-Holland. Dit convenant gaat uit dat nieuwbouwlocaties, inclusief transformatie- en uitleggebieden, zo klimaatadaptief mogelijk gebouwd worden. Hierbij worden de kwaliteit van de leefomgeving, milieu, biodiversiteit, technische, financiële en economische aspecten meegenomen en gelet op betaalbaarheid en beheerbaarheid. Uitgangspunt is dat de ontwikkeling leidt tot:

a.
minder wateroverlast
b.
meer biodiversiteit
c.
minder hittestress
d.
minder langdurige droogte en minder nadelige gevolgen ervan
e.
minder bodemdaling en minder nadelige gevolgen ervan

dan er voorafgaand aan de ruimtelijke ontwikkeling van het woningbouwplan was. Daarbij gaat voor wat betreft mogelijke oplossingen de aandacht onder andere uit naar gevels, daken, funderingen en de buitenruimte.

Deze beleidsregel geeft invulling op de volgende thema’s:

•
GPR-richtlijn;
•
energiesysteem en –gebruik;
•
afvalinzameling;
•
natuurinclusief bouwen;
•
klimaatadaptief bouwen.

Voor duurzame mobiliteit en duurzaam groen wordt verwezen naar de beleidsregel ‘Parkeren Stationskwartier’ en de beleidsregel ‘Ruimtelijke kwaliteit’.

Deze beleidsregel geeft een uitwerking van de in artikel 3.15 van het bestemmingsplan Stationskwartier Zwijndrecht opgenomen regels:

1.
Met het oog op een duurzaam ingerichte fysieke leefomgeving dient indien sprake is van situaties opgenomen in artikel 3.14 voldaan te worden aan:
- a.
  een gemiddelde overall score van minimaal 7 conform de gemeentelijke GPR-eisen gebouw, met dien verstande dat:
  - i.
    deze eisen niet mogen leiden tot een strengere eis dan opgenomen in het Bouwbesluit;
- b.
  een duurzame inzameling van afval;
2.
Met het oog op een duurzaam ingerichte fysieke leefomgeving dient indien sprake is van situaties opgenomen in artikel 3.14 rekening gehouden te worden met:
- a.
  natuurinclusief bouwen;
- b.
  klimaatadaptief bouwen.
3.
Of voldaan wordt aan het eerste en tweede lid wordt getoetst aan de hand van de beleidsregel “Duurzaamheid”.

Bij een duurzame ontwikkeling wordt voldaan aan de onderstaande regels met betrekking tot deze thema’s.

1.1 GPR-richtlijn

GPR Gebouw bestaat uit verschillende modules. Per module kan een gebouw een score tussen 0 en 10 halen (hoe hoger de score hoe duurzamer het gebouw). De gemiddelde score op de vijf modules vormt de overall GPR-score. Bij bouwen conform bouwbesluit is de overall GPR-score-van een-gebouw- een 6,0. De gemeente gaat uit van een gemiddelde overall score van minimaal 7 conform de gemeentelijke GPR-eisen gebouw. GPR Gebouw bestaat uit vijf modules die weer opgedeeld zijn in submodules:

1.
Energie (energieprestatie en vermindering energievraag);
2.
Milieu (water, milieuzorg en materialen);
3.
Gezondheid (geluid, luchtkwaliteit, thermisch comfort, licht en visueel comfort);
4.
Gebruikskwaliteit (toegankelijkheid, functionaliteit, technische kwaliteit en sociale veiligheid);
5.
Toekomstwaarde (toekomstgerichtheid, flexibiliteit en belevingswaarde).

Voor nieuwe ontwikkelingen dienen de volgende scores van onderstaande modules in acht te worden genomen:

•
Gezondheid: 8
•
Gebruikskwaliteit: 8,5
•
Toekomstwaarde: 7,5

1.2 Energiesysteem en -gebruik

Vanuit de doelstelling Zwijndrecht energieneutraal in 2050 en het voorkomen van een extra in te vullen energieopgave streeft de gemeente Zwijndrecht naar energieneutrale nieuwbouw. Met het ontwikkelen van nieuwbouw dient invulling te worden gegeven aan het huidige energiebeleid van de gemeente Zwijndrecht: de Regionale Energiestrategie Drechtsteden 1.0 en de Transitievisie Warmte 2021. Sinds 2018 wordt nieuwbouw niet meer aangesloten op het gasnet.

In Zwijndrecht zijn er mogelijkheden voor toepassing van restwarmte, geothermie en aquathermie. De eerste voorkeur is het benutten van een direct bruikbare warmtebron. De tweede voorkeur is het benutten van een op te waarderen warmtebron, met een zo hoog mogelijk rendement.

Aan weerszijden van het spoor zal een warmtenet worden ontwikkeld. Voor deze ontwikkeling zal in de functie Openbare ruimte en in de bestemming Verkeer een directe bouwtitel mogelijk worden gemaakt. Binnen de functie Woongebied-Dynamisch is hiervoor een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Uitgangspunt is dat warmtenetten zo veel mogelijk worden gekoppeld om warmtebronnen te kunnen verbinden. Bij voorkeur wordt het warmtenet gevoed door:

a.
restwarmte;
b.
geothermie;
c.
aquathermie.

Wanneer een warmtebron niet doelmatig blijkt, wordt gebruik gemaakt van het benutten van een op te waarderen warmtebron met een zo hoog mogelijk rendement.

Voor het gebruik van energie en de keuze voor een energiesysteem van de hieronder opgenomen gebouwen en openbare ruimten worden de volgende regels in acht genomen:

1.
de benodigde elektriciteit voor gebouwen, verlichting, installaties in de openbare ruimte wordt lokaal en duurzaam opgewekt door bijvoorbeeld zonnepanelen;
2.
nieuwe gebouwen zijn volledig (aard)gasloos;
3.
(semi)openbare gebouwen en (semi)openbare ruimten zijn volledig uitgerust met LED-verlichting.

Bij nieuwe ontwikkelingen wordt rekening gehouden met de energieprestatie van maatregelen op gebiedsniveau (EMG-verklaring) en worden de BENG-normen in acht genomen.

1.3 Afvalinzameling

Voor de afvalinzameling gelden de volgende vereisten:

1.
voorzieningen ten behoeve van het gescheiden inzamelen van de huishoudelijke afvalstromen (OPK/ PMD / GF(T)E worden inpandig aangebracht.
2.
voorzieningen ten behoeve van het gescheiden inzamelen van het restafval van huishoudens, worden ondergronds in de openbare ruimte aangebracht. De huishoudelijke afvalstromen glas en textiel worden op een centrale plaats in de openbare ruimte ingezameld.

1.4 Natuurinclusief bouwen

Natuurinclusief bouwen betekent dat er bij nieuwbouw, renovatie of herstructurering bewuste keuzen worden gemaakt voor het creëren van kansen voor natuur in de bebouwde omgeving. Zo kan de bebouwde omgeving optimaal worden benut voor soorten die zich hier thuis kunnen voelen. Bij nieuwe initiatieven moet natuurinclusief bouwen worden betrokken.

1.5 Klimaatadaptief bouwen

Zoals toegelicht in het algemene deel van deze beleidsregel heeft de gemeente Zwijndrecht zich aangesloten bij het Convenant Klimaatadaptief Bouwen. Eén van de convenantafspraken is het ontwikkelen van een instrumentarium om de klimaatbestendigheid van nieuwbouw te beoordelen en te bevorderen. Op dit moment is een “Minimaal Programma van Eisen” ontwikkeld. Het Programma van Eisen is een compact overzicht van eisen om klimaatbestendig te ontwikkelen, gebaseerd op de huidige inzichten met het richtjaar 2050. Bij nieuwe ontwikkelingen dient rekening te worden gehouden met deze eisen.