Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Halderberge

Afvalbeleid gemeente Halderberge 2019-2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHalderberge
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingAfvalbeleid gemeente Halderberge 2019-2022
CiteertitelAfvalbeleid gemeente Halderberge 2019-2022
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet milieubeheer

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

11-01-2020nieuwe regeling

24-10-2019

Gemeenteblad 2020, 6566

Tekst van de regeling

Intitulé

Afvalbeleid gemeente Halderberge 2019-2022

1. Inleiding

1.1 Landelijk beleid

VANG

In 2014 zijn door de toenmalige Staatssecretaris Mansveld de eerste stappen gezet in het programma Van Afval Naar Grondstof (VANG). De kern van het beleid is het slimmer, efficiënter en zorgvuldiger omgaan met grondstoffen en het streven naar een circulaire economie. In een circulaire economie bestaat geen afval en worden grondstoffen steeds opnieuw gebruikt. In het programma VANG zijn het verbeteren van de afvalscheiding en recycling en minder afvalstoffen verbranden enkele concrete doelen.

Het concrete doel voor 2020 van het VANG programma is 100 kg restafval per inwoner per jaar en 75% afvalscheiding van het huishoudelijk afval.

 

Het totale programma zet in op drie lijnen:

  • 1.

    Afvalscheiding

  • 2.

    Afvalpreventie

  • 3.

    Sluiten ketens

Als gemeente hebben we de meeste invloed op afvalscheiding, omdat we vanuit de Wet milieubeheer verplicht zijn om huishoudelijk afval in te zamelen. Met prikkels zoals communicatie, service en financieel kunnen we onze inwoners stimuleren de afvalscheiding zo goed mogelijk uit te voeren.

 

En natuurlijk kunnen we als gemeente ook een steentje bijdragen aan afvalpreventie, met voorlichting over “consuminderen” en minder verspilling. Ook een kringloopbedrijf is iets dat een rol heeft in afvalpreventie: iets kan een tweede leven krijgen.

 

Voor het sluiten van de ketens hebben gemeenten een minder grote rol. In dit programma onderdeel zullen designers, producenten, retail, productgebruikers en recyclers naar slimme oplossingen zoeken, zoals ontwerpen die scheiding en hoogwaardig hergebruik mogelijk maken of producten met een betere repareerbaarheid en een langere levensduur.

 

In een figuur ziet de transitie er als volgt uit:

Landelijk Afval beheer Plan

De Wet milieubeheer en diverse internationale richtlijnen verplichten Nederland om periodiek een afvalbeheerplannen op te stellen. Nederland doet dat door middel van een Landelijk Afvalbeheer Plan (LAP). In het LAP wordt het algemene Nederlandse afvalbeheerbeleid aangegeven, met in een bijlage een uitwerking van dat beleid voor specifieke (categorieën van) afvalstoffen.

Het nu geldende LAP3 is op 28 december 2017 in werking getreden. In dit plan is het afvalbeleid voor de periode 2017 tot en met 2023 vastgelegd, met een doorkijk tot 2029.

 

In het LAP3 zijn de volgende algemene doelstellingen vastgelegd:

  • Het beperken van het ontstaan van afvalstoffen

  • Het beperken van de milieudruk van productieketens

  • Het optimaliseren van de inzet van afvalstoffen in een circulaire economie

Het Ministerie van IenW (Infrastructuur en Waterstaat) overlegt met marktpartijen in de begeleidingscommissie-LAP. In deze begeleidingscommissie wordt gesproken over de voortgang van de uitvoering van het LAP en het realiseren van doelstellingen. Ook wordt gekeken naar knelpunten en nieuwe ontwikkelingen die vragen om beleidsaanpassing. Tenslotte wordt uitvoering gegeven aan actiepunten en eventueel (tekstuele) aanpassingen van het LAP. Naast IenW zitten in deze commissie vertegenwoordigers van andere overheden en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven - zowel het afvalverwerkende bedrijfsleven als het overige bedrijfsleven.

(bron: www.LAP3.nl)

1.2 Wet milieubeheer

Hoofdstuk 10 van de Wet milieubeheer is geheel gericht op Afval. Hieruit volgt onder meer:

  • 1.

    Zorgplicht voor afvalstoffen

    Dit betekent dat iedereen ervoor moet zorgen dat er geen nadelige gevolgen voor het milieu zijn of komen door handelingen met afvalstoffen.

  • 2.

    Stortverbod

    Er is een verbod om zich van afvalstoffen te ontdoen door deze buiten stortplaatsen te storten, anderszins op of in de bodem te brengen, of te verbranden.

  • 3.

    Huishoudelijke afvalstoffen

    De gemeente is verantwoordelijk voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen.

  • 4.

    Gemeentelijke afvalstoffenverordening

    De wet verplicht gemeenten om een gemeentelijke Afvalstoffenverordening te hebben. Hierin worden in het belang van de bescherming van het milieu regels opgenomen welke betrekking hebben op de huishoudelijke afvalstoffen. Te denken valt aan wie het afval inzamelt, welke stromen apart ingezameld worden en of bedrijfsafval ook gefaciliteerd wordt.

(bron: www.afvalcirculair.nl)

 

Tenslotte gaat hoofdstuk 10 van de Wet milieubeheer ook in op zaken als afvalwater en bedrijfsafvalstoffen.

1.3 Waarom (lokaal) beleid?

Grondstoffen worden schaarser en de druk op ons milieu neemt toe. De hoeveelheid huishoudelijk afval per inwoner is sinds 1950 bijna verviervoudigd (bron: compendium voor de leefomgeving). Deze trend moet omgekeerd worden, ook om onze effecten van klimaatverandering te beheersen.

We moeten als maatschappij op een verantwoorde manier omgaan met natuurlijke hulpbronnen die ons grondstoffen, water en energie leveren. Er is nog een enorme winst te halen in het (her)gebruik van grondstoffen. Er kunnen ook nog grote stappen gezet worden bij het inzamelen en recyclen van huishoudelijk afval. De overgang naar een circulaire economie begint met andere woorden ‘gewoon’ thuis.

De beweging van afval naar grondstof moet leiden tot een meer circulaire economie. Hiervoor is het nodig dat er duurzaam omgegaan wordt met natuurlijke bronnen, dat zuinig omgegaan wordt met grondstoffen, dat producten slim ontworpen worden, dat voorwerpen langer en meerdere keren gebruikt worden en dat reststromen optimaal gebruikt worden.

 

In zijn algemeenheid is in de afgelopen jaren als gevolg van landelijke ontwikkelingen een aantal veranderingen te zien geweest in de samenstelling van afval. De hoeveelheid restafval is afgenomen door

  • de introductie van de glasbak (1980);

  • de separate inzameling van GFT (vanaf 1990);

  • de verbetering van de inzameling van oud papier en karton (vanaf 1990);

  • de inzameling van kunststof verpakkingsafval (vanaf 2008).

Als gemeente zitten we vooral “in de staart” van het proces, want we zijn als gemeente verantwoordelijk voor de inzameling en verwerking van al het huishoudelijk afval.

 

Het verantwoord omgaan en beter benutten van onze grondstoffen is goed voor de gezondheid en kwaliteit van onze leefomgeving van huidige en zeker toekomstige generaties. Op dit proces heeft een gemeente veel minder grip. Hooguit door bij de inkoop van eigen producten en diensten dit aspect mee te nemen.

 

In de gemeente Halderberge bestond geen lokaal beleid op gebied van afval. Er bleek wel behoefte aan een doorkijk op gebied van afval: waar staat Halderberge en waar wil Halderberge naartoe? Hoe en wanneer bereikt Halderberge de VANG-doelstelling?

 

Het proces om afvalbeleid vorm te geven, is zorgvuldig uitgevoerd. Op 31 januari 2019 vond een beeldbepalende bijeenkomst plaats met de raad. In deze bijeenkomst is de stand van zaken in Halderberge geschetst. Daarbij zijn enkele trends benoemd en is input van de raad gevraagd. Deze input is opgenomen in bijlage 1.

Vervolgens is er ook een bijeenkomst met stakeholders georganiseerd, op 14 mei 2019.

Onder andere de Samenstichtingen, “whatsapp-beheer groepen” en “zwerfafvalpakkers” zijn uitgenodigd voor een bijeenkomst op het gemeentehuis. Dit heeft geresulteerd in een groep van 14 stakeholders die meegedacht hebben over het te vormen beleid. De opgehaalde input is opgenomen in bijlage 2.

Tenslotte is het digipanel ingezet. Een online vragenlijst is 11 juni 2019 voor 2 weken open gezet. De resultaten zijn opgenomen in bijlage 3.

Voor alle duidelijkheid: deze beleidsnotitie beperkt zich tot het huishoudelijk afval. Het bedrijfsafval valt hierbuiten; hier geldt een apart (juridisch) kader voor.

1.4 Rekenkameronderzoek

In de eerste helft van 2019 is een rekenkamer onderzoek gedaan naar afvalinzameling en –beleid. De resultaten van het onderzoek waren nog niet (definitief) beschikbaar bij het opstellen van dit beleidsplan.

Wanneer het onderzoek opgeleverd is door de Rekenkamer zullen de resultaten naast het beleidsplan gelegd worden en waar nodig aangevuld worden.

1.5 Amendement

Het beleidsplan is op 24 oktober 2019 met amendement vastgesteld door de Raad. Het amendement is als bijlage aan het beleidsplan gekoppeld en de inhoud is verwerkt.

2. Profiel Halderberge

2.1 Huidige manier van inzamelen

De gemeente Halderberge kenmerkt zich als een weinig stedelijke gemeente

(stedelijkheidsklasse 4). In Halderberge is in 2014 Diftar ingevoerd. Concreet betekent dit dat momenteel restafval en GFT afval alternerend huis aan huis opgehaald wordt door middel van (mini)containers. Dat betekent dat in de ene week de restafvalcontainer geleegd wordt; in de andere week de GFT-container.

In de gemeente is een aantal ondergrondse containers voor restafval, ten behoeve van met name appartementsbewoners.

Voor het aanbieden van restafval moet betaald worden:

 

2019

240ℓ

140ℓ

60ℓ*

Restafval

€8,20

€ 4,78

€ 1,37

*aanbieden zak in ondergrondse container

 

Daarnaast wordt de afvalstroom plastic verpakkingsafval en drankkartons (P+D) eens per 2 weken huis aan huis opgehaald. Oud papier wordt eens per 4 weken huis aan huis opgehaald, deels met medewerking van verenigingen. In de gemeente zijn enkele ondergrondse containers voor oud papier, met name voor appartementsbewoners.

 

In de gemeente zijn meerdere milieuparkjes, waar zich de brengvoorzieningen bevinden voor glas, P+D, textiel en E-waste (klein elektrisch en elektronisch afval). Onlangs is daar een nieuwe stroom aan toegevoegd: blikafval. In de glasbak is één compartiment vrijgemaakt door groen en bruinglas samen te voegen tot gekleurd glas. In het lege compartiment kan vanaf juli 2019 blikafval (lege frisdrankblikjes, ranjaflessen, lege blikken honden- en kattenvoer, deodorantbussen, etc) worden ingeleverd.

 

Samen met de gemeente Roosendaal ligt op industrieterrein Borchwerf een gezamenlijk grondstoffencentrum. Dit grondstoffencentrum – de nieuwe milieustraat – is vanaf eind juli 2019 in bedrijf genomen.

De milieustraat aan de Rietschotten was 15 jaar oud en in de tussentijd is een andere visie ontstaan op afval en de maatschappelijke ontwikkelingen daarbij (zoals VANG-programma, energie en participatie). De milieustraat liep hierin tegen (fysieke) beperkingen aan. Op het nieuwe grondstoffencentrum kunnen tot 35 afvalstromen gescheiden worden ingezameld; er wordt begonnen met de inzameling van 28 afvalstromen. Alleen voor de afvalstromen restafval en dakleer wordt per aangeboden kilogram betaald. De andere afvalstromen kunnen zonder betaling worden ingeleverd.

2.2 Resultaten

In onderstaande schema’s worden de meerjaren resultaten getoond van de verschillende afvalstromen.

 

De figuur op de volgende pagina toont een effect van invoering van Diftar: in 2014 neemt het restafval af (circa -25%). Dit beeld stabiliseert vervolgens en de hoeveelheid restafval neemt niet echt verder af in de jaren erna.

 

De hoeveelheid GFT-afval en oud papier en karton (OPK) nam in 2014 licht toe, maar nu neemt het zelfs licht af.

Figuur: meerjarenverloop restafval, GFT-afval en Oud papier en Karton (OPK)

 

De inzameling van Plastic verpakkingsafval en drankkartons (PD) lijkt zeer succesvol, gelet op de stijgende lijn (zie figuur hieronder). Deze stijgende lijn houdt nog steeds stand. De inzameling van textiel en glas blijven redelijk gelijkwaardig in de tijdslijn.

Figuur: meerjaren verloop glas, textiel en plastic verpakkingsafval en drankkartons

Uit de sorteeranalyse van het huis aan huis (2018) ingezameld restafval blijkt dat het aangeboden “restafval” nog veel componenten bevat die feitelijk ergens anders thuishoren.

Zo is bijna een derde nog GFT afval, bijna een kwart kunststof verpakkingsafval en bijna 15% is oud papier en karton.

Figuur: resultaten sorteeranalyse restafval 2018

 

Gelet op het feit dat we willen sturen op de VANG doelstelling, is het belangrijk inzichtelijk te hebben wat de resultaten over de afgelopen jaren waren. Onderstaande figuur toont dat aan. Ook hier is de introductie van Diftar beleid zichtbaar; in 2014 neemt de hoeveelheid restafval per inwoner af maar dit effect zet in de andere jaren niet door.

Figuur: gemiddelde hoeveelheid restafval per inwoner per jaar

3. Doelgroepen

 

In de gemeente kunnen diverse specifieke doelgroepen onderscheiden worden, waarvoor afval (al dan niet tijdelijk) een aandachtspunt is. De volgende doelgroepen worden onderscheiden.

3.1 Jonge gezinnen

Jonge gezinnen hebben tijdelijk veel luierafval. Op dit moment zijn er geen oplossingen voor andere verwerking van luierafval, wat betekent dat de luiers nu bij het restafval horen en verbrand worden.

De gemeente Roosendaal wil luiers apart gaan inzamelen. Deze luiers worden dan alsnog gewoon verbrand. Op basis van een aparte inzameling ontstaat mogelijk de verwachting dat het ook apart verwerkt wordt. Dit is niet het geval. Daarbij zijn de kosten ook nog een aspect. Een grove rekensom laat zien dat het voor Halderberge over € 30.000 tot 40.000 euro per jaar gaat.

De gemeente volgt – samen met Saver – de ontwikkelingen hierin. Op het moment dat deze techniek bewezen is en kosten efficiënt uitgevoerd wordt, kan overwogen worden om een aparte luierinzameling op te zetten.

3.2 Ouderen met incontinentiemateriaal

Zelfstandigheid

De bevolking van Nederland is geleidelijk aan het vergrijzen. Vergrijzing houdt in dat het aandeel ouderen (> 65 jaar) in de totale bevolking toeneemt. De Rijksoverheid wil ouderen helpen in hun eigen omgeving zelfstandig oud te worden, met een goede kwaliteit van leven. Dat betekent ook dat bij praktisch zaken zoals afval, rekening gehouden moet worden met de vergrijzende samenleving. Deze doelgroep heeft de aandacht van de gemeente.

 

Incontinentiemateriaal

Op het moment dat inwoners te maken hebben met chronische wondverzorging, incontinentiemateriaal, thuisdialyse en/of een stoma, krijgen zij nu een tegemoetkoming in de kosten. Deze inwoners kunnen een vrijstelling krijgen van 50% van de kosten, met een maximum van 10 ledigingen van de restafvalcontainer of 60 ledigingen aan een ondergrondse container.

Hiervoor moet een schriftelijke verklaring van de huisarts of medisch specialist overlegd worden. Deze regeling functioneert goed.

3.3 Jeugd

Door de jeugd al vroegtijdig te informeren over afval, kan veel bewustwording, ook voor de toekomst, worden gecreëerd.

In Halderberge wordt hier invulling aangegeven met projecten rondom zwerfafval. Vanuit Nedvang (Nederland van Afval Naar Grondstof) ontvangen gemeenten tot en met 2022 een vergoeding per inwoner voor inzet op zwerfafval. De gemeente Halderberge gebruikt deze onder andere voor invulling aan de landelijke opschoondag, samen met basisscholen, verenigingen, sportclubs, buurtgroepen etc.

Daarnaast wordt ook aandacht besteed aan middelbare scholen en hun “snoeproutes”. In beide gevallen is het een combinatie van (theoretische) informatie over (zwerf)afval en het letterlijk iets “doen” (zwerfafval opruimen, ontwerpen van een technische oplossing, etc).

3.4 Charitatieve instellingen

In de gemeente Halderberge is een aantal charitatieve instellingen die een deel van hun bestaansrecht ontlenen aan de verkoop van aangeboden kringloopspullen. Voorbeelden zijn Homico Bosschenhoofd, ’t Stoofje Oudenbosch, Martwienkel in Oud Gastel en DOA in Hoeven. Zij worden ermee geconfronteerd dat niet alle aangeboden kringloopspullen daadwerkelijk geschikt zijn voor de verkoop: er worden ook kapotte spullen aangeboden. Vanaf medio 2018 heeft een pilot van een jaar gelopen bij Homico, waarbij zij kosteloos een milieupas ontvangen hebben voor het kunnen wegbrengen van afval naar de milieustraat (maximaal 6x per jaar). In een evaluatiegesprek heeft Homico aangegeven dat de Saverpas heel waardevol en noodzakelijk is. Parallel doet Homico de nodige inspanningen om nietwaardevolle kringloopgoederen te weren. Het college heeft daarom besloten om de pilot voort te zetten en de pas definitief beschikbaar te stellen. De voorwaarden zijn aangepast, omdat met het grondstoffencentrum de “tikken” op de Saverpas vervallen. Met een onderbouwing kan Homico per jaar maximaal €150,- vergoed krijgen voor het aanbieden van restafval (ongeveer gelijk aan 600 kg) op het grondstoffencentrum. Dezelfde voorwaarden gelden ook voor ’t Stoofje Oudenbosch, Martwienkel Oud Gastel en DOA Oud Gastel.

3.5 Carnavalsverenigingen

In de gemeente zijn verschillende carnavalsverenigingen actief. Ook zij maken gebruik van “gratis tikken”, zoals bij charitatieve instellingen zoals hierboven beschreven.

Navraag leert dat het afval van carnavalsverenigingen voor het merendeel bestaat uit:

  • Isolatiemateriaal (PIR en isolatiebuis)

  • Foam (incl. papier)

  • Hout

  • IJzer

Hout en ijzer zijn stromen die – mits voldoende schoon en zuiver – gratis aangeboden kunnen worden op het grondstoffencentrum; de andere stromen zijn (grof)restafval. Gelijk aan de regeling voor charitatieve instellingen, zullen bouwclubs gefaciliteerd worden in een vast bedrag per jaar voor het brengen van restafval. Dit bedrag zal jaarlijks pro actief vergoed worden. Het college neemt hier binnenkort een besluit over.

4. Doelstelling

 

De VNG heeft zich gecommitteerd aan de VANG-doelstelling: Van Afval Naar Grondstof.

Hieruit volgt dat ook de gemeente Halderberge aan die doelstelling gehouden is. Deze doelstelling houdt in: 100 kg restafval per inwoner per jaar en 75% afvalscheiding in 2020.

In het collegewerkprogramma is de doelstelling van 100 kg restafval overgenomen; echter de termijn is doorgeschoven van 2020 naar 2022. Dit is ingegeven door het feit dat in 2018 Halderberge de hoeveelheid restafval per inwoner nog 184 kg bedroeg. De termijn van 2020 wordt daarom niet haalbaar wordt geacht. Er zijn overigens geen consequenties verbonden aan het niet halen van de doelstelling.

 

De doelstelling voor Halderberge luidt dus:

In Halderberge wordt in 2022 maximaal 100 kg restafval per inwoner per jaar verwerkt en wordt een afvalscheidingspercentage van 75% behaald.

4.1 Saver

Saver N.V. is een regionaal afvalinzamelings- en reinigingsbedrijf. De gemeenten Halderberge, Bergen op Zoom, Roosendaal en Woensdrecht zijn aandeelhouder en daarmee eigenaar van Saver.

Saver verzorgt voor de gemeenten het inzamelen, (laten) bewerken en (laten) verwerken van huishoudelijk afval. Daarnaast zorgt Saver voor het reinigen van de openbare ruimte. Duurzaam hergebruik van afvalstromen is één van de speerpunten. Hierdoor wordt de hoeveelheid restafval gereduceerd. Dat zorgt ervoor dat minder restafval verbrand hoef te worden, wat weer een gunstig effect heeft op de CO2-uitstoot. Ook innovatie en duurzaamheid spelen een grote rol in de organisatie.

 

Om Saver efficiënt, zowel op gebied van kosten als milieu, te kunnen laten opereren, is het belangrijk dat de werkwijzen van de gemeenten in basis zoveel mogelijk op elkaar afgestemd worden. De 4 gemeenten kennen verschillen in stedelijkheidsklasse (variërend van 2 tot 4), waardoor volledige integraliteit niet haalbaar is.

Dat leidt tot het volgende uitgangspunt:

In Halderberge wordt de wijze van inzameling en verwerking van het huishoudelijk afval in basis zoveel mogelijk afgestemd met de Savergemeenten , zodat Saver op een kostenefficiënte en milieu-efficiënte wijze invulling kan geven aan haar taak op gebied van afvalinzameling en -verwerking.

4.2 Afvaldriehoek

Om de beïnvloedbare aspecten van het afvalbeleid – en daarmee de doelstelling – te duiden, wordt vaak gebruik gemaakt van de afvaldriehoek.

De afvaldriehoek toont in één oogopslag de beïnvloedbare aspecten van het afvalbeleid: dienstverlening (service), milieu en kosten. Als gemeente voeren we regie op alle aspecten. Dit figuur toont ook dat bijvoorbeeld sturen op kosten, invloed heeft op service(beleving) en milieu. Of dat sturen op service gevolgen heeft voor de kosten en milieu.

De weg naar de circulaire economie stuurt vooral op het aspect milieu.

4.3 Uitgangspunten

In deze paragraaf wordt een aantal uitgangspunten benoemd waarbij in de bepaling van uitvoeringsaspecten rekening mee wordt gehouden.

 

  • a.

    Focus op stromen waar het meest te behalen is

    Uit sorteeranalyses van 2018 (gelijk beeld in 2016 en 2017) blijkt dat in het huishoudelijk restafval nog relatief veel GFT-afval (28%) en plastic verpakkingsafval (23%) zit. Daarnaast bevat het ook nog altijd glas en textiel (samen 10%). Voor al deze stromen bestaan goede inzamelstructuren.

  • b.

    Hoge(re) service op waardevolle stromen

    Enkele afvalstromen hebben een positieve waarde, zoals papier en textiel. (Extra) investeringen in deze afvalstromen kunnen zichzelf dus (gedeeltelijk) terugverdienen. Het kan belangrijk zijn om dit mee te wegen.

  • c.

    Aandacht voor álle afvalstromen

    Ook de kleinere afvalstromen verdienen aandacht, vooral vanwege milieuaspecten. Hierbij wordt onder andere gekeken naar klein chemisch afval (kca) en batterijen, frituurvet en elektrische apparaten en spaarlampen.

  • d.

    Communicatie: inwoner bepaalt succes

    De mate van afvalscheiding wordt bepaald door het afvalscheidingsgedrag van de bewoners. Bij de communicatie en voorlichting is het belangrijk te kijken naar de doelgroep en de wijze waarop de boodschap wordt gebracht.

    Uitgangspunt is om het systeem zo eenvoudig en duidelijk mogelijk in te richten, wat de communicatie ten goede komt.

    Saver heeft medio 2018 de nieuwe campagne “Samen aan de bak” gelanceerd. Deze slogan leent zich goed om themagericht te communiceren.

    Door projecten en trajecten zoals samenwerking met basisscholen in het kader van de landelijke opschoondag en samenwerking met voortgezet onderwijs voor een “snoeproute”, betrekken we (jonge) inwoners bij afval.

  • e.

    Duurzamer, maar niet (altijd) duurder

    Het treffen van maatregelen hoeft niet altijd te leiden tot verhoging van kosten; zie bijvoorbeeld onder b. Vooraf is het wel wenselijk dat het kader duidelijk is, of veranderingen (verbeteren milieurendement of service) mogen leiden tot stijging van de afvalstoffenheffing (en wat die stijging dan mag zijn).

  • f.

    Volgen nieuwe ontwikkelingen

    De technieken om afvalstromen te verwerken, verbeteren zich steeds. Door deze ontwikkelingen te volgen, kan tijdig ingespeeld worden op veranderingen. Een voorbeeld is de verwerking van luiers: daar lopen diverse pilots naar. Mogelijk kunnen in de nabije toekomst luiers op een (milieu)hygiënische manier verwerkt worden tot nieuwe grondstoffen. Nascheiden is ook een techniek die in ontwikkeling is. Tenslotte worden ervaringen van andere (Saver- en regio-) gemeenten gevolgd om de “best practices” daaruit de destilleren.

5. Ontwikkelingen

 

Gemeenten hebben – binnen de bandbreedte van de wetgeving – autonomie in het (in)regelen van de afvalinzameling. Dit betekent dat er een veelheid van systemen naast elkaar bestaat. Of een systeem werkt in de gemeente, is van vele factoren afhankelijk. Bijvoorbeeld van de stedelijkheidsklasse met veel of weinig hoogbouw, maar ook van de samenstelling van de bewoners. Kortom: er is geen pasklaar systeem voor iedere gemeente, en maatwerk is geboden. Daarnaast zien we dat in de loop van de tijd de afvalinzameling flink is ontwikkeld. Gelet op de gewenste circulaire economie (zie hoofdstuk 1) zal die ontwikkeling voortduren.

 

In het land zijn diverse ontwikkelingen waarneembaar op huishoudelijk afvalgebied. Deze ontwikkelingen worden gevolgd en bruikbare ideeën worden nader verkend, bijvoorbeeld in pilots. Het is voor Halderberge een voordeel dat we in Saver-verband opereren, zodat we pilots kunnen verdelen en kennis kunnen nemen van elkaars ervaringen.

 

De volgende (landelijke) ontwikkelingen zijn te benoemen.

5.1 PMD

PMD staat voor verpakking van Plastic, Metaal (blik) en Drankkartons. In veel gemeenten mogen deze 3 deelstromen in 1 zak bij elkaar. Dat heeft een voordeel in communicatie: al deze verpakkingen mogen bij elkaar.

Het nadeel zit in de uitvoering: deze afvalstroom wordt ingezameld met een kraakperswagen. Het afval worden daarbij gecomprimeerd. Door het samendrukken pletten de blikken verpakkingen ook, wat ervoor zorgt dat er veel plastic verpakkingsafval verkleeft. Dit heeft grote nadelen bij de verwerking en dat is ook de reden dat de Savergemeenten niet voor de inzameling van PMD gekozen hebben.

Er is een alternatieve inzamelmethode uitgerold voor blik-afval. Dit wordt ingezameld via de glasbakken, zie hoofdstuk 2: “profiel van Halderberge”.

5.2 Omgekeerd inzamelen

Omgekeerd inzamelen betekent dat eenvoudig te scheiden grondstoffen zoals groente-, fruit- en tuinafval, kunststof verpakkingsafval en papier huis-aan-huis worden ingezameld. Het restafval brengen inwoners zelf naar een (ondergrondse) verzamelcontainer op loopafstand. Door deze container op zodanige afstand te plaatsen dat het als drempel of belemmering wordt ervaren om ernaar toe te lopen, zet het inwoners aan tot meer gescheiden inzameling van afvalstoffen en daarmee minder restafval.

Daar staat tegenover dat de brongescheiden materialen gemiddeld gezien meer vervuilingen laten zien. Bovendien vraagt deze methodiek een forse investering in de faciliteiten van ondergrondse containers voor restafval op loopafstand.

5.3 Model Almere

Vooral Saver-gemeente Roosendaal kijkt momenteel met veel interesse naar het “model Almere”. Dit is feitelijk een combinatie van voor- en nascheiding, maar bevindt zich nog altijd in de proef fase.

 

In 2017 startte gemeente Almere de pilot waarbij inwoners bioafval (GFT + etensresten), papier, glas en textiel apart houden. De overige afvalstromen mogen bij elkaar en worden nagesorteerd.

Het is belangrijk de 4 genoemde stromen (GFT, papier, glas en textiel) gescheiden aan de bron in te zamelen: gooi papier bij bioafval en je kunt er niets meer mee.

 

De ervaringen met deze combinatie methode zijn vooralsnog positief. Desalniettemin bevindt deze methode zich nog altijd in een pilot fase. De ervaringen blijven gevolgd worden en de geleerde lessen worden betrokken bij de eventuele ontwikkeling van de afvalinzameling in de Savergemeenten, waaronder Halderberge.

5.4 In ontwikkeling

In de vorige paragrafen zijn relatief “grote” ontwikkelingen benoemd die landelijk uitgevoerd worden.

Daarnaast willen Halderberge en de Savergemeenten juist ook kijken wat lokaal ontwikkeld kan worden. Enkele voorbeelden daarvan zijn:

 

GFT hoogbouw

In appartementencomplexen en flatgebouwen wordt GF(T) (tuinafval is meestal beperkt) in principe niet gescheiden. De gemeenten Roosendaal en Bergen op Zoom gaan later dit jaar (2019) een proef doen met enkele hoogbouwcomplexen om GF(T) apart te houden. Er wordt dan een GFT container in de buitenruimte geplaatst die bereikbaar is met de Saverpas. De ervaringen worden binnen de Savergemeenten gedeeld en afhankelijk van de uitkomsten wordt het breder uitgerold.

 

Grondstoffenbus

Saver heeft een Grondstoffenbus: een rijdend klaslokaal waarin kinderen met o.a. spelletjes leren waarom het scheiden van afval zo belangrijk is. De bus wordt ingezet bij evenementen en voor lessen op basisscholen.

De Grondstoffenbus is een oude SRV wagen, die aan vervanging toe is. Saver zoekt hierbij ook naar een duurzamer voertuig en naar mogelijkheden om de bus ook breder in te zetten dan alleen afval.

 

Mobiel scheidingsstation

De gemeente Roosendaal kent het project “reizende milieustraat”. Op basis van dit principe kunnen huurders in een wijk hun grof afval gedurende een dagdeel naar een container in de wijk brengen. Vaak zijn dit locaties zijn waar (veel) problemen zijn met afval.

In de markt bestaan systemen voor mobiele scheidingsstations. Een container die je een dag(deel) op een locatie kunt neerzetten en waar inwoners een aantal afvalstromen kan aanbieden. Hiermee faciliteer je inwoners die bijvoorbeeld geen auto hebben. Een dergelijk scheidingsstation is een verdere uitbreiding van het principe “reizende milieustraat”

 

Niet alle afvalstromen kunnen daar aangeboden worden; asbest kan bijvoorbeeld niet vanuit het veiligheidsaspect. Gedacht kan worden aan afvalstromen zoals harde kunststoffen, kleine elektrische apparaten, kleine hoeveelheden puin, metalen, karton, etc. Saver en de gemeenten onderzoeken samen in hoeverre dit een haalbaar initiatief is.

 

Bijplaatsingen/containercoats

Bijplaatsingen is een grote ergernis van inwoners. Het zorgt voor een slordig straatbeeld en kan in gevallen voor overlast van ongedierte zorgen.

Een schone omgeving is een eerste vereiste om mogelijke bijplaatsingen te voorkomen. Hier ligt een actieve rol voor Saver; bij het onderhoud aan de milieuparkjes (waaronder ledigingen) moeten zij het park schoon opleveren.

In Halderberge is een pilot geweest om bijplaatsingen bij milieuparkjes te verminderen. Zo is er onder andere op één locatie een containercoat toegepast (kunststof matje met kunstbloemen) en zijn op diverse locatie containers opgefleurd met nieuwe en duidelijke stickers.

De resultaten zijn helaas beperkt gebleken. Desalniettemin wordt in Saver verband gekeken hoe de milieuparkjes schoon en netjes gehouden kunnen worden en bijplaatsingen zoveel mogelijk voorkomen worden.

 

Toezicht

In de werkafspraken met Saver is vastgelegd dat door Saver toezicht geleverd wordt specifiek op afval. Saver heeft inmiddels 2 buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA’s ) opgeleid die onder andere in de gemeente Halderberge actief zijn. Bij overtredingen (zoals bijplaatsingen) proberen ze door middel van adresgegevens een dader te herleiden voor tenminste een waarschuwingsgesprek. Ze kunnen en mogen ook beboeten. Ter indicatie zijn in de afgelopen jaren gemiddeld 35 bekeuringen per jaar uitgedeeld en zijn er gemiddeld 25 waarschuwingsgesprekken geweest.

Door zichtbaar op straat aanwezig te zijn, wordt ook een preventief effect verwacht. De BOA’s van Saver werken samen met de BOA’s van de gemeente Halderberge.

6. Nascheiden

 

Het nascheiden van afval is een techniek die in ontwikkeling is. Bij nascheiden hoeven bepaalde afvalstromen niet meer thuis (aan de bron) gescheiden te worden, maar kunnen bij elkaar gevoegd worden. Deze afvalstromen vormen zo één mengstroom en worden na inzameling machinaal (onder andere via infrarood) gescheiden.

 

De discussie over bron- versus nascheiden is in bepaalde gevallen niet genuanceerd.

In minder genuanceerde discussies wordt gesproken over het “met één container al het ongescheiden huishoudelijk afval inzamelen, en daarna de herbruikbare grondstoffen er weer uit halen door nascheiden”. Dit is geen realistisch scenario.

 

Het nascheiden van papier, glas, textiel en GFT-afval is niet mogelijk. Deze stromen zullen altijd aan de bron gescheiden moeten blijven worden.

Concreet gaat het dan om plastic verpakkingsafval, drankkartons en blik die door nascheiding gesorteerd kunnen worden.

 

In opdracht van Rijkswaterstaat is een informatieoverzicht gemaakt over voor- en nascheiden, gericht op het verpakkingsafval (plastic, drankkartons en blik). In bijlage 4 is dit informatieoverzicht opgenomen.

 

Feit is dat het voor bepaalde woongebieden moeilijk blijft om grondstoffen te scheiden. Gedacht kan worden aan locaties met veel hoogbouw of daar waar een taalachterstand is. In bepaalde gebieden blijft - ondanks alle inspanningen - toch een deel van de grondstoffen in het huishoudelijk restafval verdwijnen. In die gevallen kan de technische mogelijkheid van nascheiden bijdragen aan verbeterd milieurendement. In de praktijk is dat echter ook lastig; dat deel van het restafval zou dan apart ingezameld moeten worden voor de nascheiding.

 

Gemeenten staan voor de uitdaging om de ambitie “minder restafval en meer hergebruik van grondstoffen” te bewerkstelligen. Het op diverse wijzen sturen (verleiden, overtuigen of indien nodig dwingen) op afval-aanbiedgedrag van inwoners is daarbij een belangrijk instrument. Het combineren van de mogelijkheden van bronscheiding én nascheiding kan daarbij een optie zijn.

(bron: argumentennotitie bron en nascheiding, IPR Normag, 2016 via www.vang-hha.nl)

 

In het provinciale Bestuursakkoord 2019-2023 (“kiezen voor kwaliteit”) is benoemd dat de provincie wil inzetten op het goedkoper en gebruiksvriendelijker maken van de afvalrecycling. Nascheiding is als mogelijke techniek benoemd.

Op 4 juli 2019 is een motie aangenomen in Halderberge, waarin het college (onder andere) wordt verzocht om in overleg te treden met de provincie over ondersteuningsmogelijkheden op gebied van nascheiding en om hierbij actief op te trekken met Saver. Via Saver zal contact gelegd worden met de provincie Noord-Brabant om deze ontwikkelingen actief te kunnen volgen.

 

Op dit moment kiest Halderberge (én de Savergemeenten) niet voor volledige nascheiding. Dit heeft onder andere te maken met het feit dat bronscheiding goede resultaten biedt, nascheidingstechnieken nog in ontwikkeling zijn en er contractuele verplichtingen zijn voor de verwerking van restafval en dat het restafval nog teveel componenten bevat die via bronscheiding ingezameld moeten worden (o.a. GFT en papier).

Halderberge volgt met Saver en de Savergemeenten de ontwikkelingen op gebied van nascheiden van afval. Wanneer de techniek voldoende ontwikkeld is, wordt in Saververband afgewogen of implementatie haalbaar is, al dan niet in combinatie met een pilot.

7. Kansen Halderberge

 

Nu de doelstelling in hoofdstuk 4 bepaald is, kan gekeken worden hoe dit vertaald kan worden naar Halderberge. Welke maatregelen zijn noodzakelijk om stappen te zetten richting die doelstelling.

 

Om het aantal kilogram restafval te verminderen, zijn er verschillende maatregelen te nemen. Er is niet één methode die altijd werkt. Het is afhankelijk van veel factoren, zoals historie, stedelijkheidsklasse en hoog- versus laagbouw. Dat maakt het soms moeilijk om de juiste interventies te kiezen. Het is een samenspel van maatregelen, die het beleid tot een succes maken.

Ook moet niet puur en alleen gestuurd worden op alleen de kilo’s restafval. Voorkomen moet worden dat het restafval “verdwijnt” in bijvoorbeeld GFT, bij het plastic verpakkingsafval of, nog erger, in de buitenruimte. Het is dus belangrijk om de kwaliteit van alle afvalstromen te blijven monitoren.

Uit het onderzoek blijkt dat negen op de tien gemeenten een vastgesteld afvalbeleid (68%) hebben of met een plan bezig zijn (20%).

In de meeste plannen worden de volgende maatregelen ingevoerd:

  • Frequentieverlaging van inzameling restafval (65%)

  • Omgekeerd inzamelen (49%)

  • Invoering Diftar (42%)

  • Nascheiding van restafval (29%)

  • Introductie extra ondergrondse grondstoffencontainers (74%)

  • Extra communiceren (85%)

(bron: www.vang-hha.nl)

 

Bij de concrete voorstellen wordt aangegeven aan welke uitgangspunten ze aanhaken. De uitgangspunten – benoemd en beschreven in hoofdstuk 4 – zijn de volgende:

 

  • a.

    Focus op stromen waar het meest te behalen is

  • b.

    Hoge(re) service op waardevolle stromen

  • c.

    Aandacht voor álle afvalstromen

  • d.

    Communicatie: inwoner bepaalt succes

  • e.

    Duurzamer, maar niet (altijd) duurder

  • f.

    Volgen nieuwe ontwikkelingen

7.1 Concrete Voorstellen

De volgende maatregelen worden voorgesteld:

 

1. Grondstoffencentrum

In juli 2019 is het nieuwe grondstoffencentrum in gebruik genomen voor de gemeenten Halderberge en Roosendaal.

Hier kunnen dan tot 35 stromen apart ingezameld worden en wordt direct een koppeling gelegd de kringloopwinkel. In eerste instantie zullen tot 28 stromen gescheiden ingezameld kunnen worden.

Een ander uitgangspunt is dat alle stromen gratis gescheiden gebracht kunnen worden, met uitzondering van restafval en dakleer. Deze stromen zullen per kilogram afgerekend moeten worden.

De verwachting is dat deze ontwikkeling bijdraagt aan het scheidingsgedrag op de milieustraat, aan de vermindering van het de hoeveelheid restafval en aan de servicebeleving van inwoners (ook door de fysiek veel ruimere opzet).

 

Deze ontwikkeling sluit aan bij de uitgangspunten:

  • Aandacht voor álle afvalstromen

  • Duurzamer, maar niet (altijd) duurder

  • Volgen nieuwe ontwikkelingen

 

Het nieuwe grondstoffencentrum is reeds ingevoerd

 

2. Blik bij glas

In de kleine kernen van de gemeente Roosendaal heeft in 2017 een pilot gelopen, waarbij blik afval apart via de glascontainer is ingezameld. De glascontainers in de Savergemeenten kennen 3 compartimenten: één voor witglas, één voor groen glas en één voor bruin glas. In de pilot zijn de stromen groen en bruin glas samengevoegd tot “gekleurd glas”

(meerkleurig). Het vrijgekomen compartiment is beschikbaar gesteld voor de inzameling van blik en metalen verpakkingen (zoals conservenblikken, spuitbussen van deodorant, etc). Het samenvoegen van groen en bruinglas heeft een klein negatief effect op de waarde van dit glas, maar deze is verwaarloosbaar ten opzichte van de opbrengsten van blik in combinatie met het vermeden (verminderde) restafval (het ingezamelde blik hoeft immers niet meer afgevoerd te worden als restafval).

De resultaten van de pilot zijn dus dermate positief, dat het college in april 2019 ingestemd heeft met het gemeentebreed invoeren van deze maatregel. Het invoeren van de aparte inzameling van blikafval zorgt voor een vermindering van restafval. Uit extrapolatie van de pilotresultaten, zou in Halderberge per jaar zo’n 28 ton blikafval ingezameld kunnen worden.

 

Deze ontwikkeling sluit aan bij de uitgangspunten:

  • Focus op stromen waar het meest te behalen is

  • Hoge(re) service op waardevolle stromen

  • Communicatie: inwoner bepaalt succes

  • Duurzamer, maar niet (altijd) duurder

 

Aparte inzameling blikafval is reeds ingevoerd

 

3. Progressief tarief Diftar

In 2014 introduceerde de gemeente Halderberge het Diftar-systeem. Dit betekent dat alle huishoudens een vast basistarief betalen (vastrecht) en daarnaast een bedrag per keer dat zij de grijze container ter lediging aanbieden (variabel tarief).

In de tabel op pagina 9 is te zien dat deze financiële prikkel een effect had op het gedrag: er werd minder restafval aangeboden. Dit effect zet niet door in de jaren erna.

 

Uit de sorteeranalyse blijkt (zie paragraaf 2.2) dat het restafval nog veel afval bevat dat op een andere manier afgevoerd moet (en kan) worden. Denk daarbij aan GFT, plastic verpakkingsafval en oud papier.

 

Om inwoners verder te stimuleren om het afval te scheiden, wordt een progressief variabel tarief ingevoerd. Dat betekent dat hoe vaker een grijze bak aangeboden wordt voor lediging, hoe duurder hij wordt.

Er wordt ingestoken op de volgende onderverdeling:

  • Lediging 1 tot en met 13: basistarief

  • Lediging 14 tot en met 20: basistarief plus € 1,25 (bij 140 liter container) of € 2,50 (bij 240 liter container)

  • Lediging 21 tot en met 26: basistarief plus € 2,50 (bij 140 liter container) of € 5,00 (bij 240 liter container)

Ook voor stortingen op de ondergrondse container wordt een dergelijke systematiek aangehouden:”

  • Storting 1 tot en met 45: basistarief

  • Storting 46 tot en met 100: basistarief plus € 0,40

  • Vanaf storting 101: basistarief plus € 0,80

Inzicht in het aanbiedgedrag is daarbij van belang. Onderstaande tabel geeft inzicht in de werkelijke ledigingen 2018.

Inzamelmiddel restafval

Frequentie

(aanbiedingen/stortingen per jaar) 

Aantal huishoudens

Percentage

140 liter container

0-6 aanbiedingen

784

34%

7-13 aanbiedingen

687

30%

14-20 aanbiedingen

422

18%

21-26 aanbiedingen

400

17%

240 liter container

0-6 aanbiedingen

2.075

22%

7-13 aanbiedingen

2.618

28%

14-20 aanbiedingen

1.851

20%

21-26 aanbiedingen

2.685

29%

We kunnen hieruit concluderen:

  • 64% van de huishoudens met een 140 liter minicontainer bieden hun container al maximaal 13 keer per jaar aan. Een plustarief is voor hen niet aan de orde;

  • 51% van de huishoudens met een 240 liter minicontainer bieden hun container al maximaal 13x per jaar aan. Ook voor hen is een plustarief niet aan de orde.

Bij de invoering van deze maatregel, is communicatie voornaam. De inwoners zullen geïnformeerd moeten worden over de wijziging, wat hen moet motiveren om het afval beter te scheiden.

 

In het volgende hoofdstuk is inzicht gegeven in de kosten van deze omschakeling. De gemeente Woensdrecht heeft er ook voor gekozen vanaf 2020 ook een progressief tarief in te voeren. De gemeente Roosendaal gaat in de loop van 2020 de frequentie van de restafvalinzameling verlagen naar eens per 4 weken.

 

Deze ontwikkeling sluit aan de uitgangspunten:

  • Focus op stromen waar het meest te behalen is

  • Aandacht voor álle afvalstromen

 

De gemeente Halderberge voert vanaf 2020 een progressief variabel tarief in: hoe vaker een grijze container ter lediging aangeboden wordt, hoe duurder hij wordt.

 

4. Stimuleringsbudget

Communicatie is bij afvalinzameling en –scheiding essentieel. Basis informatie over inzameldagen, de brenglocaties en het grondstoffencentrum is belangrijk en daar wordt in voorzien. Voorbeelden zijn de Afvalwijzer-app en de website van Saver. Daarnaast loopt vanuit Saver de campagne “samen aan de bak” die met name online gericht is om inwoners te informeren over afvalscheiding.

 

Met een extra stimuleringsbudget wordt ruimte gecreëerd om inwoners nog meer te stimuleren, te motiveren en te informeren om het afval nog beter te scheiden.

Een voorbeeld is de inzet van een afvalcoach. Een afvalcoach motiveert, inspireert, maakt bewust en toont het belang van afvalscheiding. Hij/zij kan direct en persoonlijk antwoorden op vragen van inwoners. Ook kunnen coaches op scholen en verenigingen voorlichting geven.

Een ander voorbeeld voor de extra voorlichting is een op maat Halderbergse campagne.

 

De verwachting is dat extra stimulans – in combinatie met het progressieve tarief – leidt tot betere afvalscheiding en daardoor minder restafval.

 

Deze ontwikkeling sluit aan bij het uitgangspunt:

  • Communicatie: inwoner bepaalt succes

 

De gemeente Halderberge zet vanaf 2020 stimuleringsbudget in gericht op goede afvalscheiding. De invulling van de vorm van stimulatie wordt nog nader bepaald.

 

5. Route optimalisatie

Al sinds jaar en dag worden in het gehele Saver gebied – en daarmee ook in de gemeente Halderberge – dezelfde inzameldagen per gemeente gehanteerd.

Die routes zijn in de loop van de jaren uitgebreid onder andere door nieuwbouwprojecten. Dit alles heeft tot gevolg dat enkele routes “overvol” zijn en andere routes “te licht”. Kortom: de inzamelroutes zijn niet in balans en Saver zou dit graag willen herstellen.

 

Er dient zich een natuurlijk moment aan om deze routes te herzien, meer te balanceren, namelijk met de 4 wekelijkse inzameling van restafval. Dit vergt dan sowieso een nieuwe planning van de routes, waarbij dus een kans is om direct alle routes in het gehele Savergebied te herzien.

 

Een mogelijk gevolg is dat Saver op andere dagen in de gemeente Halderberge de routes gaat verzorgen. Dit vergt aanpassingen van onze inwoners. Goede communicatie moet daarbij ondersteunend zijn.

 

Het resultaat van deze route optimalisatie is een meer efficiënte en evenwichtige indeling van de routes en inzet van middelen en materieel, waardoor bijvoorbeeld bij calamiteiten meer onderlinge opvang mogelijk is.

 

Deze ontwikkeling sluit aan bij de uitgangspunten:

  • Communicatie: inwoner bepaalt succes

  • Duurzamer, maar niet (altijd) duurder

De gemeente Halderberge werkt mee aan de route optimalisatie die Saver wil realiseren en stuurt daarbij ook op de kostenefficiency.

 

6. Milieuparkjes optimaliseren

In de gemeente Halderberge zijn 26 milieuparkjes gefaciliteerd. Dit zijn één of meer al dan niet ondergrondse containers in een woonwijk, ten behoeve van de gescheiden inzameling van verpakkingsglas, restafval (ondergronds, voor bewoners appartementen), textiel, plastic verpakkingsafval + drankkartons en/of elektrisch/elektronisch afval.

 

Deze milieuparkjes in Halderberge zijn vaak bovengronds gesitueerd en te overwegen is deze ondergronds te brengen. Motivaties daartoe zijn:

  • -

    Makkelijker schoon te houden

  • -

    Vaak minder bijplaatsingen

  • -

    Minder graffiti/aanplakken

  • -

    Fraaier straatbeeld

In de gemeente Halderberge zijn enkele “hotspots” te onderscheiden waar relatief veel bijplaatsingen gebeuren. Benoemd worden:

  • 1.

    Professor Mulderslaan, Oudenbosch

  • 2.

    West-Vaardeke, Oudenbosch

  • 3.

    Hofstraat, Hoeven

  • 4.

    Korte Dreef, Oud Gastel

Het ondergronds brengen van de afvalparkjes kan mogelijk helpen om de bijplaatsingen te verminderen.

Voorgesteld wordt om gefaseerd te werken of om de wijzigingen te koppelen aan andere projecten of werken. Daarnaast is het belangrijk of het effect van het ondergronds brengen te betrekken. Als er resultaten goed zijn, kunnen ook op andere locaties waar regelmatig bijplaatsingen gebeuren containers ondergronds gebracht worden. Daarbij moet altijd het voorbehoud worden gemaakt dat het technisch haalbaar is (kabels en leiding, mogelijkheid tot ledigen en grondkwaliteit).

 

Het ondergronds brengen van milieuparkjes kan gefaciliteerd worden door Saver en daar liggen tarieven voor vast in de dienstverleningsovereenkomst.

 

Deze ontwikkeling sluit aan bij de uitgangspunten:

  • Focus op stromen waar het meest te behalen is

  • Hoge(re) service op waardevolle stromen

  • Aandacht voor álle afvalstromen

 

De gemeente Halderberge brengt milieuparkjes bij de hotspots gefaseerd en waar mogelijk gekoppeld aan projecten ondergronds. Daarnaast worden in de toekomst kansrijke omstandigheden en bij werk-met-werk milieuparkjes zoveel mogelijk ondergronds gebracht. De kosten van het ondergronds brengen komen waar mogelijk ten laste van het (ruimtelijk) project.

 

7. Kroonringen

Kroonringen zijn ringen die aan lantaarnpalen en palen van verkeersborden worden bevestigd. Aan een kroonring zit een aantal knoppen, waaraan de zakken van plastic verpakkingsafval en drankkartons gehangen kunnen worden op de inzameldag. Zakken worden nu “los” aangeboden op straat. Nadeel daarvan is dat de zakken verwaaien of beschadigd worden door katten/ongedierte, waardoor afval zich op straat kan verspreiden.

De kroonring kan hier een oplossing in zijn. Echter: een aandachtspunt van de kroonring is dat zakken aangeboden worden op niet-inzameldagen, waardoor deze meerdere dagen (tot soms weken) blijven hangen voordat ze opgehaald worden. Dit zorgt voor een verrommeld straatbeeld, wat ook ongewenst is. Als de gemeente daar klachten over ontvangt, kan overwogen worden om de ring weer te verwijderen.

In de gemeente hangt een aantal kroonringen, die bij wijze van proef verspreid zijn. Op dit moment zijn er geen kroonringen meer op voorraad, dus verdere uitbreiding van kroonringen is op dit moment niet mogelijk.

 

Deze ontwikkeling sluit aan bij de uitgangspunten:

  • Focus op stromen waar het meest te behalen is

  • Hoge(re) service op waardevolle stromen

  • Communicatie: inwoner bepaalt succes

  • Volgen nieuwe ontwikkelingen

 

De gemeente Halderberge zet op verzoek kroonringen uit, wanneer deze passend zijn voor de situatie (bijv. niet voor ramen van bewoners). Als er klachten over misbruik komen, worden de ringen weer verwijderd.

 

Samenvattend

 

In Halderberge wordt – om de VANG doelstelling te halen – ingezet op de volgende maatregelen:

 

  • 1.

    Progressief tarief variabele kosten afvalstoffenheffing

  • 2.

    Route optimalisatie

  • 3.

    Milieuparkjes ondergronds brengen bij natuurlijke situaties en werk-met-werk

  • 4.

    Kroonringen worden op verzoek uitgezet en wanneer passend zijn voor de lokale situatie

8. Financieel

 

In dit hoofdstuk wordt inzicht gegeven in de kosten van de voorgestelde maatregelen uit het vorige hoofdstuk. Het gaat hier om ramingen.

De kosten van het afvalbeleid, de organisatie (inzameling, verwerking, beleidsinstrumenten) en overheadkosten worden verrekend in de afvalstoffenheffing. De afvalstoffenheffing mag maximaal kostendekkend zijn. Gemeenten mogen geen hogere inkomsten genereren om andere begrotingsposten mee te dekken. Wel mogen gemeenten een voorziening treffen ter dekking van bijvoorbeeld schommelingen in de kosten (eenduidige tarieven naar inwoners) of toekomstige investeringen. De gemeente Halderberge kent op dit moment zo’n voorziening niet.

8.1 Progressief variabel tarief

Met ingang van 2020 worden de tarieven per lediging van een restafvalcontainer verhoogd met een opslag als de container meer dan 13 keer en meer dan 20 keer wordt aangeboden. Hetzelfde geldt voor het aantal inworpen in een ondergrondse container.

 

De opslagen zijn als volgt:

1-13 ledigingen

14-20 ledigingen

21-26 ledigingen

140 ℓ container

Basistarief

+ € 1,25

+ € 2,50

240 ℓ container

Basistarief

+ € 2,50

+ € 5,00

ondergronds

Basistarief

+ € 0,40

+ € 0,80

 

Met deze maatregel wordt geprobeerd om de inwoners te stimuleren om het aanbiedgedrag positief te beïnvloeden door een betere scheiding van afval. Het aanbiedgedrag in 2018 was als volgt:

 

Aantal aanbiedingen restafval per jaar

Aantal huishoudens

1-13 ledigingen

6.164

14-20 ledigingen

2.273

21-26 ledigingen

3.085

Er wordt uitgegaan van een vaste opslag op het reguliere tarief voor een lediging. Op basis van de ervaringscijfers over 2018 kan daardoor worden berekend wat de verwachte opbrengst is van het aantal ledigingen boven 13 keer en het aantal stortingen boven 45 keer.

 

De geraamde opbrengst van de opslagen bedraagt € 200.000 (dit is dus exclusief het reguliere tarief). Dit bedrag is tevens ook het risicobedrag als het scheidingsgedrag positief wordt beïnvloed. Minder ledigingen zorgen ook voor minder opbrengsten.

8.2 Stimuleringsbudget

Om extra impuls te geven aan het stimuleren van het beter scheiden van afval op weg naar de VANG doelstelling wordt een stimuleringsbudget in 2020 opgenomen van € 70.000. Hiermee kan extra worden ingezet op bijvoorbeeld communicatie en een afvalcoach. Dit bedrag wordt meegenomen in het bepalen van de tarieven voor de afvalstoffenheffing.

8.3 Route optimalisatie

Hoewel het doorrekenen van het effect lastig is, is de verwachting dat financiële effect van route optimalisatie beperkt is.

In de huidige omstandigheden leidt een route optimalisatie alleen tot een andere verdeling van de routes. Als gemeente zijn we richting Saver alert dat dit kostenefficient gebeurt.

Een route optimalisatie in combinatie met frequentieverlaging van de inzameling van restafval, heeft een effect op de kosten voor de inzamelkosten van restafval. De vrachtwagen hoeft immers minder vaak de weg op.

Daar staat tegenover dat er een toename verwacht wordt van andere afvalstromen: GFT en P+D. Deze stromen moeten ook ingezameld worden en dat vergt extra inspanning. Bijvoorbeeld extra ledigingen van de P+D bak. En waarschijnlijk staat de GFT-container ook vaker aan straat.

Deze twee zaken (minder restafval versus meer GFT en P+D) zullen waarschijnlijk zo goed als tegen elkaar wegvallen. Dat betekent dat er geen substantiële financiële effecten zijn.

8.4 Milieuparkjes ondergronds brengen

In hoofdstuk 7 zijn 4 locaties benoemd waar regelmatig bijplaatsingen gebeuren, de zogenaamde hotspots. Het is de wens deze milieuparkjes ondergronds te brengen, al dan niet gekoppeld aan een ander project of werk.

Het is belangrijk om het effect van het ondergronds brengen te monitoren: vinden er minder bijplaatsingen plaats, is de omgeving tevreden met het esthetische effect, blijven de parkjes schoner?

Als de ervaringen positief zijn, kan ook voor andere locaties bij kansrijke omstandigheden of werk-met-werk gekeken worden naar de mogelijkheden van het ondergronds brengen.

 

Het gaat hierbij om containers voor (1) glas en blik, (2) textiel en (3) kunststof verpakkingsafval en drankkartons.

Saver brengt de containers ondergronds. In de dienstverleningsovereenkomst zijn hierover ook financiële afspraken vastgelegd.

 

In het vorige hoofdstuk zijn de volgende hotspots benoemd:

Locatie

Opgestelde containers

Voorstel

Professor Mulderslaan,

Oudenbosch*

3x kunststof verpakkingsafval

3x glas + blik

2x textiel

Koppelen aan de investeringen rondom de aanpak parkeerplaatsen en opknappen omgeving rondom Lidl.

West-Vaardeke, Oudenbosch

2x kunststof verpakkingsafval

2x glas + blik

1x textiel

Uitvoeren in 2020

Hofstraat,

Hoeven

2x kunststof verpakkingsafval

2x glas + blik

1x Textiel

Uitvoeren in 2020

Korte Dreef,

Oud Gastel*

2x kunststof verpakkingsafval

2x glas + blik

2x textiel

Koppelen aan actiekaart Oud Gastel.

*: hier staat ook een e-tainer opgesteld voor kleine elektrische en elektronische apparaten; deze container kan niet ondergronds gebracht worden.

 

Voor 2020 gaat het dus totaal om 10 containers (West-Vaardeke en Hofstraat).

De kosten voor het ondergronds brengen van deze containers is als volgt opgebouwd (zie volgende pagina):

 

10 containers

Vooruitbetaling door gemeente* (à € 9.256) 

Jaarprijs* (à €762,75) (10 jaar) 

Ondergronds brengen

€ 92.560

€ 7.628

Proefsleuven**

€ 2.000

€ 2.000

Afvoeren grond***

€ 1.000

€ 1.000

Kosten

€ 95.560

€ 10.628

*De investering in de ondergrondse containers ligt bij Saver. Saver kan de prijs ineens aan de gemeente doorrekenen of in jaarlijkse termijnen gedurende 10 jaar. Dat toont de tabel hierboven ook. De gemeente Halderberge heeft de voorkeur om de lasten ineens doorgerekend te krijgen.

** 1.000 euro per locatie

*** 500 euro per locatie

 

De raad heeft bij de behandeling van de begroting in juli 2019 gevraagd wat de kosten zijn als alle milieuparkjes ondergronds gebracht worden. In de gemeente Halderberge zijn ruim 80 containers.

In dat geval zijn de kosten:

 

Alle containers ondergronds

Vooruitbetaling door gemeente (à € 9.256) 

Jaarprijs (à €762,75) 

Ondergronds brengen

€ 740.480

€ 60.020

Proefsleuven per milieupark

€ 26.000

€ 26.000

Afvoeren grond per milieupark

€ 13.000

€ 13.000

Kosten

€ 779.480

€ 99.020

Hierbij moet het voorbehoud gemaakt worden dat het ondergronds brengen van containers niet altijd mogelijk is vanwege bijvoorbeeld aanwezigheid van kabels en leidingen, archeologische waarden of bodemverontreiniging. Ook zijn hier algemene, gemiddelde prijzen gebruikt voor de proefsleuven en afvoer grond.

8.5 Kroonringen

De investering die hiermee gemoeid is, is de aanschaf van de kroonringen.

Uitgaande van een voorraad van 500 kroonringen gaat het om een globale investering van € 5.000.

8.6 Doorrekening afvalstoffenheffing

Op basis van de genoemde maatregelen is een doorrekening gemaakt van de financiële effecten van de maatregelen voor de afvalstoffenheffing. In onderstaande tabel is een vergelijking aangegeven tussen de tarieven en de afvalstoffenheffing in 2019 en 2020 na invoering van de maatregelen. Het uitgangspunt hierbij is 13 ledigingen van een restafvalcontainer.

 

2019

2020 basis

2020 incl. maatregelen

Vastrecht

€ 160,80

€ 163,41

€ 167,28

Per lediging 140 ltr container

€ 4,78

€ 5,59

€ 5,73

Per lediging 240 ltr container

€ 8,20

€ 9,59

€ 9,82

Per inworp

€ 1,37

€ 1,60

€ 1,64

Totaal afvalstoffenheffing 140 ltr

€ 222,94

€ 236,08

€ 241,77

Totaal afvalstoffenheffing 240 ltr

€ 267,40

€ 288,08

€ 294,88

Om een indicatie te krijgen van de afvalstoffenheffing bij meer ledigingen dan 13 is hieronder in de tabel de totale afvalstoffenheffing aangegeven als de 240 liter restafvalcontainer 17 en 23 keer wordt aangeboden.

 

 

2019

2020

Vast tarief per aansluiting

€ 160,80

€ 167,28

17 ledigingen 240 ltr restafvalcontainer

€ 139,40

€ 176,86

Totaal afvalstoffenheffing

€ 300,20

€ 344,14

 

 

 

Vast tarief per aansluiting

€ 160,80

€ 167,28

23 ledigingen 240 ltr restafvalcontainer

€ 188,60

€ 275,75

Totaal afvalstoffenheffing

€ 349,40

€ 443,03

 

Risico

Het toepassen van een opslag zorgt voor een stimulans voor inwoners om minder vaak de container aan straat te zetten. Het brengt ook een financieel risico met zich mee. De tarieven mogen niet meer dan kostendekkend zijn. In de berekening is een aanname gedaan van de opslagen, als opbrengst.

Als inwoners inderdaad door de opslag hun restafvalcontainer minder vaak aanbieden, wordt ook minder afvalstoffenheffing ontvangen. Het risico is dat de ontvangen bedragen voor afvalstoffenheffing bij de jaarrekening niet kostendekkend blijken te zijn.

 

Expliciet wordt vermeld dat de hoogte van het vastrecht en de tarieven per lediging ook nog afhankelijk van de ontwikkeling van de overige kosten en de toegepaste indexering. Deze zijn niet opgenomen in bovenstaande tabel!

9. Zwerfafval

 

Zwerfafval wordt apart benoemd, omdat dit een aparte aanpak vereist. Zwerfafval is veel mensen een doorn in het oog. Het is al het afval dat - bewust of onbewust - is achtergelaten of belandt op plekken waar het niet hoort, bijvoorbeeld op straat of in de natuur. De meest gangbare soorten zwerfafval zijn: verpakkingsmaterialen (snoepwikkels, blikjes en patatbakjes), sigarettenpeuken en kauwgomresten.

 

Zwerfafval heeft grote impact op de natuur en het milieu, los van het slordig straatbeeld dat het oproept.

Deze figuur geeft de afbreektijd aan van enkele voorbeelden van zwerfafval:

Figuur: afbreektijd zwerfafval (bron: Nederland Schoon)

 

In 2013 is een raamovereenkomst opgesteld tussen het ministerie, de VNG en het verpakkende bedrijfsleven met als doel het verminderen van verpakkingen en het meer recyclen van verpakkingen. Vanaf toen zijn ook de inzamelstructuren voor plastic verpakkingsafval opgezet.

Een afspraak binnen die raamovereenkomst heeft betrekking op zwerfafval: een groot deel van het zwerfafval wordt door verpakkingen veroorzaakt. Zodoende stellen de verpakkende bedrijven jaarlijks een bedrag beschikbaar voor de aanpak van zwerfafval door gemeenten.

 

Elke gemeente heeft recht op deze vergoedingen, op basis van een plan van aanpak. De hoogte van de vergoeding is gebaseerd op het aantal inwoners (vergoeding per inwoner).

 

De raamovereenkomst geldt tot en met 2022. De vergoeding moet ingezet worden op extra inzet op gebied van zwerfafval; het mag geen regulier werk omvatten.

Vooral de laatste jaren is de vergoeding breder ingezet. Denk daarbij aan: ondersteuning van basisscholen voor de Landelijke opschoondag, inrichten snoeproute Oudenbosch-Hoeven voor fietsende schooljeugd met 2 afvalbakken, de display bij De Reiskoffer met afvalzakjes voor recreanten en een excursie voor Zwerf Afval Pakkers van onze gemeente als dank. Daarnaast is de vergoeding ook gebruikt voor het extra opruimen en schoonmaken van de openbare ruimte.

 

De zwerfafvalvergoeding zal tot en met 2022 gebruikt worden om meerdere doelgroepen te bereiken om zwerfafval te voorkomen en om de buitenruimte daadwerkelijk op te schonen.

10. Communicatie

 

Goede communicatie en het toepassen van maatregelen gericht op gedragsverandering helpt de gemeente om preventie en afvalscheiding te stimuleren.

10.1 Inwoneronderzoek

Uit het inwoneronderzoek (digipanel) blijkt dat (gebrek) kennis een beperkte rol speelt als het gaat om belemmeringen om afval niet te scheiden. Zaken als stankoverlast en te weinig opslagruimte bijvoorbeeld spelen een grotere rol.

Als inwoners twijfelen over afvalscheiding (wat hoort waar thuis), doen zij deze afvalstroom meestal bij het restafval (59%) of bij het afval die het beste lijkt (20%).

45% van de inwoners zoekt dit op via diverse kanalen (website van Saver, internet (algemeen), de Afvalwijzer App, de website van de gemeente en de website van Samen aan de bak). Inwoners vinden deze kanalen dus belangrijk.

 

41% van de ondervraagden vindt dat zij voldoende informatie hebben over afval scheiden. 32% geeft aan een scheidingswijzer aan huis te willen, en 31% wil een meer uitgebreide afvalkalender met tips.

10.2 Kanalen

Samen aan de Bak

Samen aan de Bak is gezamenlijke communicatiecampagne van Saver en de 4 gemeenten. De campagne is in 2018 van start gegaan. De campagne moet bijdragen aan het verminderen van de hoeveelheid restafval in de 4 gemeenten.

 

Er is website ingericht (www.samenaandebak.nl), met achtergrondinformatie over afvalverwerking en onder andere een scheidingswijzer.

Samen aan de Bak kent ook een belangrijk social media component; via Facebook wordt ook veel informatie gedeeld.

 

Saver

Saver communiceert over de feitelijk inzameling. Daarbij hoort ook de informatie over de inzameldagen, de containers, de Saverpas en het grondstoffencentrum (de milieustraat). Saver heeft een Servicelijn voor inwoners die vragen en klachten van de inzameling in behandeling neemt.

 

De Bode

De gemeentepagina van De Bode kan benut worden voor het publiceren van berichten over afvalinzameling en –scheiding.

 

Social Media

De gemeente benut social media kanalen (facebook) voor het verspreiden van nieuwsberichten.

 

Afvalwijzer App

Door middel van de Afvalwijzer app blijven inwoners op de hoogte van de meest recente inzameldagen en scheidingsinformatie van afval via hun smartphone.

Er verschijnt een melding bij een inzameldag, zodat inwoners geattendeerd worden om een bak of zak buiten te zetten.

Daarnaast kan in de app gezocht worden naar scheidingsinformatie; welke afvalstroom hoort waar thuis.

Via de app kunnen zogenaamde “push-berichten” verstuurd worden, bijvoorbeeld bij acute wijzigingen.

 

40% van de inwoners kent de Afvalwijzer app niet. In de zomer van 2019 lanceert Saver een campagne om meer bekendheid te vragen voor de Afvalwijzer App.

 

Afvalkalender

Tot nu toe werd in het gehele Saver-gebied ieder jaar een papieren afvalkalender bezorgd.

Het gaat concreet om ruim 86.000 kalenders en € 25.000,- per jaar.

Saver gaat in de zomerperiode 2019 de Afvalwijzer app (zie hierboven) extra promoten. Dit gebeurt bij bijv. evenementen. In september 2019 zal geïnventariseerd worden of er een toename is van het aantal downloads va de Afvalwijzer app. Op basis daarvan wordt besloten om het actief versturen van een papieren afvalkalender al dan niet te stoppen. Daarbij wordt wel altijd de service geboden om desgevraagd een (gepersonaliseerde) afvalkalender te blijven afdrukken voor klanten.

10.3 Projectmatig

Per project wordt bepaald welke communicatiekanalen ingezet worden. Er wordt een zo goed mogelijke middelenmix bepaald, afhankelijk van het project. Ook de kanalen worden bepaald. Zo nodig wordt een communicatieplan opgesteld hoe de communicatie georganiseerd is.

 

Dit wordt in overleg gedaan tussen de communicatieadviseur van de gemeente, de communicatieadviseur van Saver en de vakinhoudelijke ambtenaar van de gemeente.

11. Monitoring

11.1 Collegewerkprogramma

Naar aanleiding van het collegewerkprogramma is een beleidsindicator voor afval opgenomen, gerelateerd aan de hoeveelheid restafval en de afvalscheiding. Hiermee wordt de voortgang bewaakt over de VANG doelstelling.

Hierbij wordt opgemerkt dat de hoeveelheid restafval alleen nooit leidend mag zijn. Ook de kwaliteit van de andere grondstofstromen zijn van belang.

11.2 CBS gegevens

De gemeente wordt ieder jaar uitgenodigd door CBS om diverse standaardgegevens over afval aan te leveren. Hiermee ontstaat bij CBS een goede database met gegevens, die onderling goed vergelijkbaar zijn. De CBS gegevens worden onder andere ook gebruikt voor waarstaatjegemeente.nl.

11.3 Beleidsplan

Dit beleidsplan kent een looptijd tot en met 2022. In dat jaar willen we de VANG doelstelling halen. Het beleidsplan zal in 2023 geëvalueerd worden. Dan zal ook bekeken worden of een nieuwe beleidsplan wenselijk is. De raad zal hierover geïnformeerd worden.

Bijlage 1 Input raadsleden

 

naar aanleiding van beeldbepalende bijeenkomst 31 januari 2019

 

BLIK

  • Blik apart

  • Scheiden van blik

  • Blik als aparte stroom

GFT:

  • Groenplatform oprichten, kunnen met groen aan de slag

  • Groen fermenteren, buiten Saver. Actie gemeente

  • Kippen houden

  • Kippen houden (2x)

BIJZONDERE/ANDERE STROMEN

  • Hondenpoep

  • Aandacht asbest

  • Kunststof in restcontainer (nb: omgekeerd inzamelen)

  • Extra container aan huis voor plastic

SERVICE, KOSTEN, MILIEU

  • Sturen op lage kosten voor de burger

  • Service handhaven

  • Niets wijzigen in de ophaalroutes dat wil zeggen dezelfde bereikbaarheid

  • Service omhoog op goede recycleerbare grondstoffen

OMGEVINGSVISIE

  • Vertaling naar de omgevingsvisie

  • Goed vertalen naar omgevingsvisie

  • Vertaling naar omgevingsvisie

FREQUENTIE RESTAFVAL

  • Restafval 12x per jaar

  • Blijven restcontainer moet opgehaald worden

  • Restafval om de 4 weken

  • Restafval blijven ophalen

 

  • 1x in de 4 weken in combinatie met communicatie (ook cijfermatige onderbouwing) (nb: restafval)

  • 1 keer in de 4 weken ophalen (nb: restafval)

  • Mini container?

MILIEUSTRAAT

  • Vlotte milieustraat, geen wachttijden

DOELGROEPEN

  • Rekening houden met ouderen en de mogelijkheden

  • Speciale aandacht voor ophalen bij bejaardentehuizen ivm incontinentiemateriaal i.c.m. hitte (Blankershof)

  • Verschillende behoeftes van doelgroepen (ouderen vs jonge gezinnen

  • Doelgroepen benoemen

COMMUNICATIE

  • Duidelijke en heldere communicatie

  • Bewustwording bespreken met aandacht voor klimaatdoelen/belang van scheiden

  • Communicatie goed en duidelijk verzorgen

MILIEUPARK

  • Bereikbare containerpunten (goede verdeling)

  • Vaker legen van de centrale containers (nb milieupark)

BELEID ALGEMEEN

  • Aandacht voor circulariteit en duurzaamheid

  • BOA’s – zwerfvuil

Bijlage 2 Input stakeholders

 

naar aanleiding van de bijeenkomst 14 mei 2019

 

  • Zwerfafval is een grote bron van ergernis

  • Beloon het gescheiden inzamelen van afval, niet “bestraffen”. Werk met een positieve insteek

  • Bijplaatsen kan gezien worden als een vorm van belonen, want het afval wordt altijd opgeruimd. Hoe kan dat omgedraaid worden?

  • In de communicatie is het belangrijk te laten zien wat er met het gescheiden ingezamelde afval gebeurt (verwerking)

  • In de communicatie is het belangrijk om ook resultaten terug te koppelen

  • Liefst communicatiecampagnes vanaf rijksoverheid, die landelijk ingezet worden. Die hebben grote impact en effect.

  • Voor communicatie zijn de Halderbergse Bode en Nieuwsbrief goede kanalen

  • Heb bij communicatie aandacht voor taalbarrière van inwoners

  • De oranje bakken voor plastic verpakkingsafval en drankkartons zijn (te) snel vol:

  • vergroot het volume of ledig de bakken frequenter

  • Biedt meer oranje zakken aan (NB: nu eens per maand 1 rol van 12 zakken)

  • Milieustraat op maandag openen?

  • Mini milieustraat lokaal of “reizende” milieustraat?

  • Kroonringen zijn wenselijk en kunnen bijdragen aan een net straatbeeld

  • Bij de ondergrondse containers staat de boodschap dat bijplaatsen verboden is.

    Deze boodschap zou in de vorm van een sticker of bord ook bij de milieuparkjes moeten staan

  • Graag de BOA’s van Saver in contact brengen met de buurtpreventieteams, omdat zij de lokale buurt goed kennen.

Bijlage 3 Uitkomst onderzoek Digipanel

 

Samenvatting van het onderzoek

947 inwoners van de gemeente Halderberge hebben deelgenomen aan het onderzoek. Inwoners in Halderberge zijn op diverse manieren gevraagd om mee te doen aan het onderzoek. Zo is het onderzoek uitgezet via het digipanel van de gemeente en heeft de gemeente op haar eigen kanalen aandacht gevraagd voor het onderzoek.

Inwoners konden in de periode tussen 11 juni en 1 juli 2019 meedoen aan het onderzoek. Door middel van verschillende verificatiemethoden is ervoor gezorgd dat alleen de inwoners uit de gemeente Halderberge zijn mee genomen in de analyse en eventuele dubbele invullers zijn verwijderd. Gezien de ruime respons zijn de resultaten representatief voor de gemeente Halderberge.

 

Afvalinzameling

Een ruime meerderheid geeft aan (zeer) tevreden te zijn met de huidige manier van afvalinzameling (70%). Inwoners zijn het meest positief over afvalinzameling als het gaat om papier (papiercontainer of ondergrondse container), namelijk 89%. Inwoners zijn het meest negatief over afvalinzameling van elektrische apparaten en klein chemisch afval.

 

Afvalscheiding

Elektrische apparaten en klein chemisch afval worden het minst vaak apart ingezameld. Voor beide afvalsoorten geldt dat respondenten deze beter willen scheiden, voor elektrische apparaten geeft 66% van de respondenten aan beter te willen scheiden, voor klein chemisch afval is dit 57%.

41% geeft aan dat ze geen belemmeringen ondervinden bij het scheiden van afval. Inwoners die wel belemmeringen ondervinden geven aan dat dit vooral de stankoverlast (24%) en de frequentie van ophalen (19%) zijn.

 

Restafval

Respondenten geven aan dat de gemeente het beste een extra eigen container voor plastic verpakkingsafval en drankkartons kan aanbieden om de hoeveelheid restafval te beperken (35%). Op de vraag wat respondenten zelf willen doen aan afvalscheiding voor het verminderen van restafval, geeft 37% aan al genoeg te doen en 25% geeft aan dat de gemeenten moet ondersteunen met voorzieningen.

 

Milieustraat

Van de respondenten geeft 17% aan afval vaker gescheiden in te leveren als de nieuwe milieustraat er is. Daarnaast is gevraagd hoe de milieustraat kan bijdragen aan een betere afvalscheiding. De meest gekozen antwoorden zijn: openingstijden verruimen (35%), gemak en service op de milieustraat bij het wegwerpen van het afval in de containers vergroten (29%) en meer duidelijkheid geven over het scheiden van afval op de milieustraat.

Bijlage 4: Bron- versus nascheiding

 

Bron: www.vang-hha.nl

Bijlage 5: Amendement