Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hellevoetsluis

Beleidsplan Geluid Gemeente Hellevoetsluis 2020 - 2030

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHellevoetsluis
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsplan Geluid Gemeente Hellevoetsluis 2020 - 2030
CiteertitelBeleidsplan Geluid Gemeente Hellevoetsluis 2020 - 2030
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-10-2022nieuwe regeling

23-03-2022

gmb-2022-467101

23-02-22/06

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsplan Geluid Gemeente Hellevoetsluis 2020 - 2030

 

1 Inleiding

In de gemeente Hellevoetsluis en tevens in de rest van Nederland worden woningen en overige geluidgevoelige bestemmingen dicht bij geluidbronnen gebouwd, zoals rond wegen en industrie. Middels verschillende landelijke en provinciale wetgeving worden op gebied van geluid voor de omgeving eisen/normen gesteld waarmee de kwaliteit van de omgeving wordt gewaarborgd. Daarnaast wordt men geconfronteerd met de eisen die worden gesteld vanuit Europese regelgeving.

 

Onderliggend geluidbeleid is een vervolg op het Geluidbeleid 2008 – 2017 van de Gemeente Hellevoetsluis. Omdat het Geluidbeleid goed werkbaar bleek is de inhoud grotendeels ongewijzigd gebleven. Er is in dit geval gekozen voor een beperkte update tot aan de intreding van de Omgevingswet. Naar verwachting treedt in het jaar 2022 de Omgevingswet in werking. Op dat moment treedt ook het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) in werking. Het Bkl geeft gemeenten aanzienlijke ruimte en in sommige gevallen zelfs een verplichting, om geluidregels in het omgevingsplan op te nemen. In dit Geluidbeleid maken we een doorkijk naar de aankomende Omgevingswet.

 

Naast de komst van de Omgevingswet, vormt per 1 januari 2023 de Gemeente Hellevoetsluis samen met haar buurgemeenten Brielle en Westvoorne een nieuwe gemeente: Gemeente Voorne aan zee. De actualisatie van het Geluidbeleid 2008 – 2017 dient tevens ter overbrugging tot de vorming van de nieuwe gemeente Voorne aan zee.

 

De gemeente Hellevoetsluis heeft Antea Group opdracht gegeven om het geluidbeleid te actualiseren en ontwikkelingen met betrekking tot de Omgevingswet in beeld te brengen. In dit beleid zijn de bestaande werkwijzen nog eens helder en eenduidig vastgelegd of nader toegelicht zodat het meer als een handboek kan fungeren. Tevens worden akoestische knelpunten inzichtelijk gemaakt en een actieplan opgesteld hoe toekomstige knelpunten voorkomen kunnen worden.

 

1.1 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 is de noodzaak van het geluidbeleid opgenomen. In hoofdstuk 3 wordt de analyse van het huidige en nieuwe (geluid)beleid belicht. Hoofdstuk 4 behandelt het gebiedsgerichte geluidbeleid, met de aan te houden streefwaarden. In hoofdstuk 5 worden tenslotte algemene beleidsdoelstellingen en acties benoemd.

2 Noodzaak geluidbeleid

2.1 Doel geluidbeleid

Middels het geluidbeleid van de gemeente Hellevoetsluis worden ontwikkelingen beheersbaar bij bijvoorbeeld bestemmingsplannen, vergunningverlening en aanleg en reconstructie van wegen, waarbij rekening wordt gehouden met geluidniveaus die horen bij een goed woon- en leefklimaat binnen de omgeving. Tevens wordt getracht geluidhinder te voorkomen. Dit beleidskader is de opvolger van het Geluidbeleid 2008 – 2017.

 

Het gemeentelijke Geluidbeleid heeft als doel de beschikbare geluidruimte zo goed mogelijk te reguleren en te verantwoorden. Het betreft een eenvoudig en uniform toetsingskader voor nieuwe (ruimtelijke) ontwikkelingen, waarmee kan worden voldaan aan de vereiste onderbouwingseisen vanuit de relevante wet- en regelgeving.

 

De belangrijkste geluidbronnen binnen de gemeente Hellevoetsluis zijn wegverkeerslawaai en industrieel lawaai. Het geluidbeleid richt zich daarom op deze geluidbronnen. Geluid vanwege spoor en luchtvaart is binnen de gemeente Hellevoetsluis niet van toepassing. Geluid vanwege evenementen, bouwactiviteiten en buren blijft in dit beleid buiten beschouwing.

 

Meerwaarde van lokaal geluidbeleid is dat optimaal aangesloten kan worden op de lokale situatie en een kader wordt verkregen voor de behandeling van knelpunten. Aan de hand van geluidkaarten worden de knelpunten inzichtelijk gemaakt en wordt onderzocht hoe bestaande knelpunten aan te pakken en nieuwe knelpunten voorkomen kunnen worden.

 

2.2 Gebiedsgericht geluidbeleid

In onderliggend geluidbeleid is de geluidsituatie in de gemeente in kaart gebracht voor de belangrijkste geluidbronnen zijnde wegverkeerslawaai en industrieel lawaai van bedrijven. In het geluidbeleid 2008 – 2017 is reeds de gebiedsgerichte aanpak geïntroduceerd. Ieder gebied heeft zijn eigen karakteristieken en gebiedskwaliteiten. Het gebiedsgericht geluidbeleid wordt doorgezet in onderliggend Geluidbeleid. We lopen hiermee tevens al een beetje vooruit op de aankomende Omgevingswet die van gemeenten vraagt om integraal en gebiedsgericht te werken.

 

2.3 Beleidsvisie duurzaamheid en milieu 2014 - 2020

Binnen de gemeente Hellevoetsluis is het overkoepelende beleid op het gebied van duurzaamheid en milieu vastgelegd in de Beleidsvisie duurzaamheid en milieu 2014 – 2020. In deze visie zijn de ambities op beide gebieden vastgelegd voor de periode tot 2020. Op gebied van geluid is vastgelegd dat er gebiedsgerichte streefbeelden gerealiseerd worden. Daarnaast zijn deze leidend voor de toetsing van nieuwe ruimtelijke plannen.

 

Voor de gebieden, zoals gedefinieerd in het Beleidsvisie Duurzaamheid en Milieu 2014 – 2020, zijn streefwaarden voor verkeerslawaai en industrielawaai opgenomen voor verschillende gebiedstypen. Deze zijn overeenkomstig de streefwaarden en gebiedstypen in het Geluidbeleid 2008 – 2017. In onderliggend geluidbeleid zijn de streefwaarden geconfronteerd met de huidige geluidsituatie. Op basis daarvan is aangeven waar dit tot knelpunten en mogelijke acties leidt. Dit is vervolgens vertaald naar beleidsvoornemens en acties voor de geconstateerde knelpunten en toekomstige knelpunten te voorkomen.

3 Beleid en wetgeving

De gemeente Hellevoetsluis geeft met onderhavig geluidbeleid een eigen invulling aan de omgang met de geluidkwaliteit binnen de gemeente. Het huidige beleid en wetgeving op Europees, nationaal en regionaal niveau is daarbij echter een strikt kader. Zo wordt in dit beleidskader geen afbreuk gedaan aan de geldende grenswaarden of meetmethoden, maar wordt een praktische invulling gezocht voor de omgang met deze regelgeving. In dit hoofdstuk wordt kort het Europees, landelijk en provinciaal beleid en wetgeving uiteengezet.

 

3.1 Europese regelgeving

De Europese Richtlijn Omgevingslawaai is een richtlijn welke is opgesteld door de Europese Raad en het Europese Parlement. Hiermee wil de Europese Unie bereiken dat omgevingslawaai in alle Europese lidstaten op uniforme wijze wordt behandeld. Als eerste stap zijn de verschillende dosismaten voor weg- en railverkeerslawaai in de verschillende Europese landen geharmoniseerd (Lden). Daarnaast zijn de landen verplicht om de geluidsituatie in hun land te rapporteren. Dit moet aan het publiek openbaar worden gemaakt. Uit de rapporten volgen actieplannen om te hoge geluidbelasting terug te dringen. De voortgang dient iedere vijf jaar gerapporteerd te worden.

 

3.2 Landelijke wetgeving

De belangrijkste wetten ter voorkoming of vermindering van geluidhinder, slaapverstoring en andere gezondheidseffecten zijn de Wet geluidhinder, de Wet ruimtelijke ordening, de Wet milieubeheer, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en het Activiteitenbesluit milieubeheer. Deze worden hierna kort toegelicht.

3.2.1 Wet geluidhinder

Een belangrijke basis in de ruimtelijke afweging voor het aspect geluid is de Wet geluidhinder (Wgh). Deze wet biedt geluidgevoelige functies (zoals woningen) bescherming tegen geluidoverlast van wegverkeerslawaai, spoorweglawaai en industrielawaai. De Wet geluidhinder is een wettelijk beoordelingskader bij vooral het vaststellen van bestemmingsplannen en het verlenen van omgevingsvergunningen "Afwijken bestemmingsplan".

 

Voor de geluidgevoelige gebouwen en terreinen die binnen bepaalde afstanden (zones) van de verschillende geluidbronnen liggen, schrijft de Wet geluidhinder voorkeursgrenswaarde en maximaal te ontheffen waarden voor. De grenswaarden is voor elk type geluidbron verschillend en is onder andere afhankelijk van de geluidgevoelige bestemming.

 

De Wgh biedt de mogelijkheid om af te wijken van de voorkeursgrenswaarden tot een maximale waarde. Gaat het om een lokale geluidbron, dan wordt het besluit om hogere waarden toe te staan door het college van B&W genomen. Een vaststelling van hogere waarden mag alleen als maatregelen onvoldoende doeltreffend zijn, of als ze stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële bezwaren hebben. Burgemeester en wethouders moeten hun besluit zelf motiveren.

3.2.2 Wet ruimtelijke ordening

De Wet ruimtelijke ordening (Wro) is vooral een procedurewet en bestaat uit een aantal instrumenten om de ruimtelijke besluitvorming te stroomlijnen. Daarnaast geeft de wet richting in bevoegdheden in ruimtelijke besluitvorming. Het is een belangrijke wet om ruimtelijke behoeften als wonen, werken, recreëren, mobiliteit, water en natuur in een samenhangende benadering te verdelen. De Wro is onder andere belangrijk in situaties waarvoor geen wettelijk beoordelingskader voor het aspect geluid aanwezig is. In dat geval vindt de beoordeling plaats op basis van het algemene beoordelingskader "een goede ruimtelijke ordening".

3.2.3 Wet milieubeheer

De Wet milieubeheer legt in grote lijnen vast welke wettelijke instrumenten er zijn om het milieu te beschermen en welke uitgangspunten daarvoor gelden. Een deel van de instrumenten, zoals een milieuvergunning, is inmiddels overgeheveld naar de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

 

Voor het aspect geluid is vooral Hoofdstuk 11 Geluid van de Wet milieubeheer van belang. Hierin worden twee onderwerpen geregeld, namelijk de geluidproductieplafonds bij rijkswegen en spoorwegen, en de geluidbelastingkaarten en bijbehorende actieplannen.

3.2.4 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is de basis voor een groot deel van de vergunningen in de fysieke leefomgeving. De Wabo regelt de omgevingsvergunning, wat één geïntegreerde vergunning voor bouwen, wonen, monumenten, ruimte, natuur en milieu is.

3.2.5 Activiteitenbesluit milieubeheer

Het Activiteitenbesluit milieubeheer stelt algemene regels voor bedrijven die onder de Wet milieubeheer vallen en voorheen een milieuvergunning nodig hadden. Het besluit onderscheidt drie type bedrijven, afhankelijk van de milieubelasting. Type A-bedrijven moeten voldoen aan het Activiteitenbesluit maar hoeven hun activiteiten niet meer te melden. Type B-bedrijven moeten hun activiteiten wel melden. Type C-bedrijven moeten nog steeds een omgevingsvergunning aanvragen (voor het onderdeel milieu).

 

3.3 Provinciaal geluidbeleid

De provincie Zuid-Holland wil de geluidhinder vanwege (spoor)wegen, luchthavens en bedrijventerreinen zoveel mogelijk voorkomen en verminderen. Voor zover dat in het vermogen van de provincie ligt. Voor de provinciale wegen heeft Gedeputeerde Staten het Actieplan geluid provinciale wegen 2018-2023 vastgesteld. Dit komt in de plaats van het Actieplan geluid provinciale wegen uit 2013. Hierin is het volgende opgenomen:

  • Geluidbelastingkaarten vanwege de provinciale wegen,

  • Aantal geluidgehinderden en slaapverstoorden

  • Stiltegebieden

  • Actieplannen en uitvoeringsplannen omtrent het treffen van geluidreducerende maatregelen en de aanpak om geluidoverlast te beperken en nieuwe geluidgehinderden te voorkomen.

Om de beschikbare geluidrechten van een industrieterrein zo optimaal mogelijk te verdelen, is in opdracht van de provincie Zuid-Holland een model voor geluidruimteverdeling ontwikkeld. Dit model kan door gemeenten worden gebruikt bij het opstellen van bestemmingsplanvoorschriften. Door de betrokken overheden en organisaties is een Regionaal Afsprakenkader Geluid vastgesteld over hoe om te gaan met nieuwbouw van woningen binnen de geluidzones industrielawaai in het Rijnmondgebied. Gemeente Hellevoetsluis is niet binnen het invloedgebied van deze zones gelegen.

 

3.4 Gemeentelijk beleid

Het gemeentelijke Geluidbeleid heeft als doel de beschikbare geluidruimte zo goed mogelijk te reguleren en te verantwoorden op lokaal niveau. Nieuwe (ruimtelijke) ontwikkelingen kunnen eenvoudig en uniform worden getoetst, waarmee kan worden voldaan aan de relevante wet- en regelgeving, passend bij het gebiedstypen en tevens de geluidkwaliteit binnen de gemeente verbeterd. Om dit te bereiken zijn er kaders, randvoorwaarden, ambities en uitgangspunten opgenomen.

3.4.1 Hogere grenswaarden

Met een hogere waarde procedure kan het bevoegd gezag een hogere geluidbelasting toestaan dan de voorkeursgrenswaarde. Bij woningbouwplannen en bij het onderhoud van het wegennet moet vanuit de Wet geluidhinder onderzocht worden of de voorkeurswaarde wordt overschreden. Indien de voorkeursgrenswaarde wordt overschreden, dient beoordeeld te worden of maatregelen ter beperking van het geluid mogelijk zijn.

 

Er kan uitsluitend een hogere grenswaarde worden vastgesteld indien toepassing van maatregelen, gericht op het terugbrengen van de geluidbelasting, onvoldoende doeltreffend zal zijn dan wel overwegende bezwaren ontmoet van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard). Indien blijkt dat geluidbeperkende maatregelen onvoldoende soelaas bieden, kan het college van B&W hogere waarden vaststellen voor de betreffende geluidgevoelige bestemmingen. Een hogere grenswaarde is mogelijk tot de maximaal toelaatbare waarde. Bij een krachtens de Wet geluidhinder vastgesteld hogere-waardenbesluit is de bepaalde karakteristieke geluidwering van een uitwendige scheidingsconstructie van een verblijfsgebied niet kleiner dan het verschil tussen de in dat besluit opgenomen hoogst toelaatbare geluidsbelasting voor industrie-, weg- of spoorweglawaai en 35 dB(A) bij industrielawaai, of 33 dB bij weg- of spoorweglawaai.

 

Aan het verlenen van hogere grenswaarden kunnen ontheffingscriteria worden verbonden. De beoordeling of een hogere waarde zal worden verleend vindt plaats volgens de volgende stappen:

 

Stedelijk gebied

Geluidbelasting 48-53 dB:

  • Motivatie op basis van bezwaren van stedenbouwkundige, verkeerskundige, landschappelijk of financiële aard.

Geluidbelasting 53-58 dB:

  • Motivatie op basis van bezwaren van stedenbouwkundige, verkeerskundige, landschappelijk of financiële aard.

  • Geluidluwe gevel vereist. Bij voorkeur is de buitenruimte van een woning aan de geluidluwe zijde gelegen.

 

Buitenstedelijk gebied

Geluidbelasting 48-53 dB:

  • Motivatie op basis van bezwaren van stedenbouwkundige, verkeerskundige, landschappelijk of financiële aard.

 

Toelichting

Voor de categorie 48-53 dB binnenstedelijk wegverkeer dient formeel een hogere waarde te worden vastgesteld. De motivatie om in deze gevallen geen maatregelen te treffen kan minder zwaar worden aangezet dan voor geluidbelastingen hoger dan 53 dB. Voor uitzonderingsgevallen zoals genoemd in de Wet geluidhinder (bijv. vervangende nieuwbouw of agrarische bedrijfswoningen) kan van het hogere waarde beleid worden afgeweken tot de maximaal toelaatbare waarden zoals genoemd in de van toepassing zijnde artikelen van de Wet geluidhinder. Deze uitzonderingsgevallen dienen altijd voorzien te worden van een grondige motivatie van de noodzaak tot het verlenen van een hogere waarde.

 

Bij geluidbelastingen hoger dan 53 dB voor wegverkeerslawaai is een geluidluwe gevel altijd vereist. Het begrip geluidluwe gevel is daarbij als volgt gedefinieerd.

 

Geluidluwe gevel: een totale gevel waar met een gecumuleerde geluidbelasting voldaan kan worden aan de voorkeursgrenswaarde + 5 dB uit dit beleid. Een geluidluwe gevel mag, in tegenstelling tot een dove gevel, te openen delen bevatten.

 

Tevens geldt een registratieplicht vanuit de Wet geluidhinder. B&W laten de vastgestelde hogere grenswaarden zo snel mogelijk inschrijven in het kadaster.

3.4.2 Dove gevel

Een dove gevel betreft een bouwkundige constructie waarin geen te openen delen aanwezig zijn en met een in NEN 5077 bedoelde karakteristieke geluidwering die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidbelasting van die constructie en 33 dB onderscheidenlijk 35 dB(A) etmaalwaarde, alsmede een bouwkundige constructie waarin alleen bij uitzondering te openen delen aanwezig zijn, mits de delen niet direct grenzen aan een geluidgevoelige ruimte."

 

Een dove gevel is geen gevel in de zin van de Wet geluidhinder. Daarom wordt de geluidbelasting op een dove gevel niet beoordeeld. Een gevel zonder te openen delen maar met daarin aangebracht een ventilatierooster (dat niet zoals een raam of deur als te openen deel kan worden aangemerkt) is eveneens doof, mits de gevel met geopend ventilatierooster een voldoende geluidwering heeft. Dat het rooster open en dicht kan worden gezet doet daar niets aan af.

3.4.3 30 km/uur wegen

Een weg waar de maximale snelheid 30 km/uur bedraagt, is in de zin van de Wet geluidhinder niet-zoneplichtig. Een akoestisch onderzoek is voor dergelijke wegen derhalve niet noodzakelijk.

 

Gelet op de jurisprudentie aangaande dit punt blijkt echter dat, bij een ruimtelijke procedure, de geluidbelasting wel inzichtelijk gemaakt dient te worden. De aftrek ex artikel 110g Wet geluidhinder wordt hierin niet meegenomen. Er dient sprake te zijn van een 'deugdelijke motivering' bij het vaststellen van een bestemmingsplan.

 

Nieuwe ontwikkelingen

De leidende maximumsnelheid binnen de bebouwde kom wordt teruggebracht van 50 naar 30 kilometer per uur. De Tweede Kamer heeft ingestemd met dit voorstel van GroenLinks en SGP. Een limiet van 50 kilometer per uur is nog toegestaan op doorgaande wegen als de verkeersveiligheid niet in gevaar is. Zo hopen de partijen het aantal verkeersdoden te doen dalen. Uitzonderingen zijn nog wel mogelijk, bijvoorbeeld op doorgaande wegen of plekken waar dit veilig kan.

3.4.4 Cumulatie

Het komt voor dat een woning of een andere geluidgevoelige bestemming zich in twee of meer geluidzones van aparte geluidbronnen bevindt. In een dergelijke situatie is een onderzoek naar de gecumuleerde geluidbelasting noodzakelijk. Wordt een hogere waarde procedure gevolgd, dan moet het bevoegd gezag motiveren dat de gecumuleerde geluidbelasting aanvaardbaar is.

3.4.5 Reconstructie

Soms wordt besloten een bestaande weg te wijzigen. Een wijziging van een weg kan zorgen voor een toename van de hoeveelheid geluid. De Wet geluidhinder (Wgh) bevat een instrument om in een dergelijke situatie geluidgevoelige bestemmingen te beschermen tegen geluidhinder. Deze beoordeling en toetsing wordt aangeduid als een "reconstructie van een weg". Het betreft een "reconstructie van een weg" als het gaat om een fysieke wijziging van de weg en indien door de wijziging in het toekomstig maatgevend jaar, zonder het treffen van maatregelen, een significante toename is van de geluidbelasting van 2 dB bij de geluidgevoelige bestemmingen.

3.4.6 Sanering

De gemeente Hellevoetsluis heeft saneringsprogramma’s uitgevoerd voor de volgende projecten:

  • 1.

    het project Rijksstraatweg (met uitzondering van Nieuwenhoorn) – Vloedlijn, Mandenmaker, Marter en Kanaalweg

  • 2.

    het project Rijksstraatweg t.h.v. Nieuwenhoorn.

Project VBT Rijksstraatweg – Vloedlijn, Mandenmaker, Marter en Kanaalweg

In dit kader zijn 63 woningen aan de Rijksstraatweg (m.u.v. Nieuwenhoorn), Vloedlijn, Mandenmaker, Marter en Kanaalweg onderzocht op hun bouwkundige status en zijn de geluidniveaus in de diverse woningen getoetst aan de grenswaarden uit het Besluit geluidhinder. Dit heeft geleid tot het aanbieden van het treffen van geluidwerende voorzieningen voor 6 woningen. Uiteindelijk zijn 5 woningeigenaren akkoord gegaan met het voorstel en zijn/worden de voorzieningen bij de woningen aangebracht.

 

Project VBT Rijksstraatweg t.h.v . Nieuwenhoorn

In het kader van dit project zijn verkeersmaatregelen getroffen, waarbij de maximale snelheid op betreffend traject is teruggebracht van 50 km/uur naar 30 km/uur.

 

Door de uitvoering van de genoemde saneringsprogramma’s zijn de saneringssituatie binnen de gemeente Hellevoetsluis afgehandeld.

3.4.7 Laagfrequent geluid windturbines

In het Activiteitenbesluit is normstelling voor het geluid van windturbines opgenomen. De in het Activiteitenbesluit opgenomen geluidgrenswaarden sluiten aan op de Europese dosismaat Lden. De getalswaarde van de normering is daarbij zodanig vastgesteld dat de bescherming tegen geluidhinder correspondeert met de bescherming die normering voor andere geluidsoorten (zoals bijvoorbeeld voor wegverkeer in de Wet geluidhinder) biedt. Dit blijkt onder andere uit het rapport “Hinder door geluid van windturbines”, 2008-D-R1051/B, TNO.

 

Uit jurisprudentie (uitspraak 202003882/1/R3, 30 juni 2021) blijkt echter dat de regels voor windturbines in het Activiteitenbesluit milieubeheer en de Activiteitenregeling milieubeheer buiten toepassing moeten worden gelaten. Reden hiervoor is dat, hoewel de rijksregels wel zijn gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek naar de milieugevolgen, er een plan-milieueffectrapport (plan-MER) had moeten worden gemaakt. Het Rijk is voornemens om alsnog een plan-MER op te stellen.

 

Als gevolg van de uitspraak van Raad van State kunnen de rijksregels niet voor nieuwe windparken worden toegepast, totdat een milieueffectrapport is opgesteld. Tot die tijd zal de gemeente voor nieuwe windturbineparken zelf moeten afwegen welk milieubeschermingsniveau zij aanvaardbaar acht. En dit bekrachtigen door eigen, locatie specifieke normen voor het geluid van windturbines vast te stellen in bestemmingsplannen en/of vergunningen.

 

Daarnaast is het geluid van windturbines onderwerp voor maatschappelijke discussie. Ook in Hellevoetsluis is de maatschappelijke discussie over het geluid van windturbines aan de orde.

 

Bewoners rond beoogde windturbineparken maken zich zorgen over de overlast die de windturbines veroorzaken. Het gaat hierbij om het ervaren van geluidhinder, maar de zorgen gaan ook over de mogelijke gevolgen voor de gezondheid. In dit kader wordt specifiek gewezen op de mogelijke gevolgen van laagfrequent geluid van windturbines.

 

Deze maatschappelijke discussie maakt dat er nader onderzoek wordt ingesteld naar de gevolgen van het geluid van windturbines en de normstelling hiervoor. Zo heeft RIVM eind vorig jaar het rapport gepubliceerd “Health effects related tot wind turbine sound” waarin de resultaten van een uitgebreid literatuuronderzoek zijn gepresenteerd. Uit de studie volgt dat hinder optreedt als gevolg van geluid: hoe sterker het geluid (in dB) van windturbines, hoe groter de hinder ervan. Uit het onderzoek blijkt niet dat het zogeheten 'laagfrequent geluid' (lage tonen) van windturbines voor extra hinder zorgt dan die gerelateerd aan "gewoon" geluid. Voor wat betreft gezondheidseffecten zijn de resultaten van wetenschappelijk onderzoek niet eenduidig: deze effecten hangen niet duidelijk samen met het geluidniveau, maar soms wel met de ervaren hinder. Deze resultaten onderbouwen de eerdere conclusies van een vergelijkbaar onderzoek drie jaar gelden.

Het onderzoek toont verder aan dat omwonenden minder hinder hebben van de windturbines als ze betrokken worden bij de plaatsing ervan. Door mee te kunnen denken over de plaatsing en de balans tussen kosten en baten, ervaren omwonenden minder hinder. Het is daarom belangrijk zorgen van omwonenden serieus te nemen en hen te betrekken bij het planningsproces en de plaatsing van windturbines.

 

In besluitvorming rond windturbines dient daarom nadrukkelijk aandacht te worden gegeven voor de mogelijke geluidgevolgen ervan voor de woon- en leefomgeving.

 

De beoordeling en afweging van geluideffecten zal per geval moeten worden beoordeeld. De gemeente moet de beoordeling en het daarop gebaseerde besluit voorzien van een actuele, deugdelijke, op zichzelf staande en op de aan de orde zijnde situatie toegesneden motivering.

 

Hiervoor is het nodig dat initiatiefnemers van windparken gericht onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om de gevolgen voor de woon-, leefomgeving zo beperkt mogelijk te houden. In de voorbereiding op besluitvorming (o.a. ruimtelijke onderbouwing) van een windpark dient hier nadrukkelijk aandacht voor te zijn. Dit kan op verschillende manieren invulling worden gegeven:

  • In onderzoek de mogelijkheden betrekken om met gerichte vormgeving van het windpark en/of inzet van maatregelen de geluidbelasting zodanig beperkt te houden dat sprake is een aanvaardbare gevolgen voor de woon-, leefomgeving.

  • Omwonenden de mogelijkheid bieden om te participeren in het project en betrekken in de voorbereiding op de besluitvorming.

  • In de voorbereiding aandacht geven aan invulling van monitoring (geluidniveau/hinder) en klachtenafhandeling. Tevens handelingsperspectief bieden door in de voorbereiding scenario’s voor in te zetten maatregelen uit te werken ingeval de monitoring/ klachtenafhandeling daar aanleiding voor geeft. En afspraken hierover vastleggen.

  • In het akoestisch onderzoek vooraf en bij de uitvoering controlemetingen voor realisatie (0 meting) en tijdens in bedrijfsname aandacht geven voor laagfrequent geluid, bijvoorbeeld door toetsing aan de Vercammen curve.

3.4.8 Toetsing

Met betrekking tot de Wet geluidhinder en Wet milieubeheer voert de gemeente de taken deels zelf uit en worden de taken deels aan de DCMR of externe bureaus uitbesteed. De gemeente beschikt voorts over een geluidbelastingkaart van 2030 voor wegverkeer. Bestemmingsplannen en bouwplannen worden getoetst aan de Wet geluidhinder door toetsing aan de geluidbelastingkaart wegverkeer 2030.

 

3.5 Nieuwe ontwikkelingen: Omgevingswet

Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat werkt aan de invoering van de Omgevingswet. Deze treedt naar verwachting in werking op 1 januari 2022. Het huidige omgevingsrecht kent twee hoofdproblemen, welke met de Omgevingswet grondig worden aangepakt (complexe en versnipperde regelgeving, en onbalans tussen zekerheid en dynamiek). Onderdeel van deze aanpak is dat de regelgeving voor geluid rigoureus wijzigt. De focus verschuift daarbij van hinder naar gezondheid, en de nieuwe regelgeving stuurt meer dan ooit aan op het beheersen van geluid in de woonomgeving. De belangrijkste wijzigingen die doorgevoerd worden zijn:

  • De bescherming van geluidgevoelige gebouwen gaat gelden voor activiteiten in plaats van inrichtingen. Woonboten en woonwagens zijn straks ook een geluidgevoelig gebouw in de zin van de wet.

  • De bescherming van geluidgevoelige gebouwen wordt straks opgenomen in het omgevingsplan (het nieuwe ‘bestemmingsplan’) en niet meer in algemene rijksregels (zoals nu het Activiteitenbesluit milieubeheer). In het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) worden hiervoor instructieregels opgenomen. Dit biedt de gemeente meer ruimte voor lokale gebiedsgerichte bescherming.

  • Een geluidgevoelig gebouw dat het omgevingsplan toelaat, maar nog niet aanwezig is, wordt ook beschermd. Dat is bij toepassing van het Activiteitenbesluit nog niet het geval.

  • De Omgevingswet voorziet in een wettelijke beoordeling van 30 km/h wegen.

  • Het begrip ‘goede ruimtelijke ordening’, zoals dat nu in de Wet ruimtelijke ordening is opgenomen, wordt vervangen door een ‘evenwichtige toedeling van functies aan locaties’ in het omgevingsplan.

  • Beheersing van de gecumuleerde geluidbelastingen van activiteiten op het industrieterrein met geluidproductieplafonds (nu geluidzone in bestemmingsplan op grond van de Wet geluidhinder).

  • Introductie van het geluidproductieplafond voor provinciale wegen en door de provincie aangewezen lokale spoorwegen, zoals dat nu al geldt voor rijkswegen en hoofdspoorwegen op grond hoofdstuk 11 van de Wet milieubeheer.

  • Beheersing van geluid van gemeentelijke en waterschapswegen en andere lokale spoorwegen met een basisgeluidemissie.

  • Het beoordelingskader voor geluidgevoelige gebouwen wordt vereenvoudigd. Dit geldt zowel voor geluid van (spoor)wegen en industrieterreinen met een geluidproductieplafond als voor activiteiten.

Het gemeentelijke geluidbeleid maakt nu al gebruik van het instrument van geluidkaarten (monitoring; zie ook paragraaf 4.1) en betrekt de landelijke saneringsopgave van het Bureau Sanering Verkeerslawaai (grondslag: Wet geluidhinder; zie ook paragraaf 3.4.6) bij de overwegingen om geluid beperkende maatregelen in te zetten.

 

Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet krijgt de kartering een andere wettelijke grondslag. Voor gemeentelijke wegen, lokale spoorwegen (die niet door de provincie zijn aangewezen) en waterschapswegen wordt de nieuwe systematiek van de basisgeluidemissie geïntroduceerd, met preventieve toetsing van voorgenomen besluiten vooraf, en monitoring achteraf. Na invoering is een vijfjaarlijkse monitoring van geluid verplicht voor alle wegen met meer dan 1.000 motorvoertuigen per etmaal, en bij een toename van meer dan 1,5 dB is ook een maatregelafweging verplicht.

 

Voor de decentrale infrastructuur (gemeentewegen, waterschapswegen, provinciale wegen en lokale spoorwegen) wordt een actualisering van de saneringsregels van de Wet geluidhinder doorgevoerd. Die actualisering is in grote lijnen gelijk aan de actualisering die in 2012 al voor rijkswegen en hoofdspoorwegen is doorgevoerd in hoofdstuk 11 van de Wet milieubeheer. De nieuwe saneringsregels worden vastgesteld in samenhang met de invoering van de nieuwe geluidregels. De inzet is dat de sanering binnen een periode van circa 20 jaren afgerond wordt op basis van jaarlijks beschikbare (rijks)budgetten. De juridische basis voor de financiering van de sanering zal worden gevormd door de Kader wet subsidies I en M, het Aanvullingsbesluit geluid Omgevingswet, en een subsidieregeling.

 

Aangezien het voorliggende geluidbeleid nu al aanstuurt op een gebiedsgerichte aanpak, en al gebruik maakt van instrumenten die onder de werking van de Omgevingswet een meer wettelijke status krijgen, kan het gedachtegoed van dit geluidbeleid straks worden verwerkt in de nieuwe instrumenten van de Omgevingswet. Daarmee lijkt een neutrale overgang naar de Omgevingswet mogelijk.

 

Doorkijk naar standaardwaarden binnen de Omgevingswet

In de Omgevingswet wordt ter bescherming tegen geluid door een activiteit (industrielawaai) standaardwaarden voor de verschillende beoordelingsgrootheden en -perioden opgenomen (zie tabel 3.1). Een gemeente kan deze standaardwaarden als immissiewaarden voor een bepaald gebied opnemen in het omgevingsplan. Deze waarden gelden dan voor bestaande bedrijven en bij de toelating van nieuwe geluidgevoelige gebouwen en nieuwe activiteiten. Deze standaardwaarden sluiten grotendeels aan bij de waarden uit het Activiteitenbesluit. Zij zorgen in het algemeen voor voldoende bescherming tegen geluid.

 

Tabel 3.1 Standaardwaarden op een geluidgevoelig gebouw binnen Omgevingswet

 

Gebiedstype

Standaardwaarden

07.00-19.00 uur

19.00-23.00 uur

23.00-07.00 uur

Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau LAr,LT als gevolg van activiteiten

50 dB(A)

45 dB(A)

40 dB(A)

Maximaal geluidniveau LAmax veroorzaakt door aandrijfgeluid van transportmiddelen

-

70 dB(A)

70 dB(A)

Maximaal geluidniveau LAmax veroorzaakt door andere piekgeluiden

-

65 dB(A)

65 dB(A)

 

De standaardwaarden zijn niet afgestemd op specifieke lokale omstandigheden of door de gemeente gewenst lokaal beleid. Als de standaardwaarden volgens een gemeente onvoldoende invulling geven aan het gewenste evenwicht tussen beschermen en benutten van de leefomgeving, kan zij ervoor kiezen om andere immissiewaarden op te nemen. Met deze flexibiliteitsbepaling kan de gemeente het gewenste geluid borgen. Dit kunnen lagere waarden zijn in een rustige woonwijk of wat hogere waarden in een gemengd gebied.

4 Gebiedsgericht geluidbeleid

4.1 Geluidbelastingkaart

Voor de gemeente Hellevoetsluis is een geluidbelastingkaart vervaardigd waarin alle relevante geluidbronnen binnen de gemeente zijn opgenomen. Het gaat daarbij om de belangrijkste geluidbronnen voor wegverkeerlawaai. De geluidbelastingkaart voor wegverkeerslawaai is berekend op basis van de verkeersintensiteiten in het jaar 2030. Voor de situatie 2030 is met alle relevante ruimtelijke ontwikkelingen en de effecten daarvan op de verkeersintensiteiten rekening gehouden. Deze ontwikkelingen zijn te zien in figuur 1 van bijlage 2. Een plot met de verkeersintensiteiten wordt tevens weergegeven in deze bijlage.

 

De berekeningen voor wegverkeerslawaai zijn uitgevoerd conform Standaard Rekenmethode II van het Reken- en Meetvoorschrift geluidhinder 2012.

 

De geluidbelastingkaart voor industrielawaai van bedrijven en horeca is beschikbaar via de DCMR Milieudienst Rijnmond. De DCMR toetst aan de huidige situatie, als het gaat om industrielawaai. Hellevoetsluis kent geen gezoneerde industrieterreinen, enkel bedrijventerreinen en afzonderlijke bedrijven. Bij de bedrijventerreinen met meerdere bedrijven is de geluidbelasting op de omgeving berekend door de geluidbelasting van de afzonderlijke bedrijven te sommeren.

 

De resultaten van wegverkeer zijn weergegeven in figuur 3 van bijlage 2, de resultaten van industrielawaai zijn weergegeven in figuur 4 van dezelfde bijlage.

 

4.2 Streefwaarden

Voor de gebieden, zoals gedefinieerd in het Beleidsvisie Duurzaamheid en Milieu 2014 – 2020, zijn streefwaarden voor verkeerslawaai en industrielawaai opgenomen voor verschillende gebiedstypen. Deze zijn overeenkomstig de streefwaarden en gebiedstypen in onderliggend geluidbeleid. Het begrip streefwaarde is daarbij als volgt gedefinieerd.

 

Streefwaarde: de na te streven basiskwaliteit voor geluid in een bepaald gebied te bereiken aan het eind van de planperiode van het geluidbeleidsplan

 

De streefwaarden zijn per geluidsoort weergegeven. De geluidbelasting vanwege wegverkeer wordt weergegeven in Lden (dB) en de geluidbelasting vanwege industrielawaai in Letmaal (dB(A)). Als de aangegeven streefwaarden per geluidsoort wordt gerealiseerd dan zal ook de gecumuleerde geluidbelasting worden gerealiseerd, aangezien de geluidbronnen van weg en industrie de gecumuleerde geluidsituatie in Hellevoetsluis bepalen.

 

In de gemeente Hellevoetsluis is geen sprake van een blanco uitgangssituatie met betrekking tot de ruimtelijke indeling en het bijhorende geluid, tevens is de ruimtelijke situatie continu aan verandering onderhevig. Voor de gemeente Hellevoetsluis zijn de streefwaarden voor nieuwe en bestaande situaties gelijk. Voor bestaande situaties zijn de waarden in tabel 4.1 het streven. Echter is het uitgangspunt het stand-still principe.

 

Bestaande situatie wordt in dit geluidbeleidplan gedefinieerd als de ruimtelijke situatie die bij vaststelling van dit plan fysiek aanwezig is.

 

In tabel 4.1 zijn de streefwaarden per gebiedstype weergegeven. Tevens is hierin de optredende geluidbelasting aangegeven. Deze zijn afkomstig uit de geluidbelastingkaarten. De gebiedsindeling is opgenomen in figuur 2 van bijlage 2.

 

Voor nieuwe situaties zijn de Wet geluidhinder en de in de Wet Milieubeheer gebruikelijke normeringen voor geluid de basis voor de streefwaarden. Bij het vaststellen van de streefwaarden voor de bestaande situatie is als uitgangspunt het stand-still principe gehanteerd. De geluidsituatie mag niet verslechteren ten opzichte van de situatie 2030 zoals die op de geluidbelastingkaart is aangegeven. Er zijn echter wel maximumwaarden als plafond ingesteld. Voor situaties waar de maximumwaarde wordt overschreden zijn in dit geluidbeleidsplan acties opgenomen.

 

Tabel 4.1 Streefwaarden op een geluidgevoelig gebouw binnen Gemeente Hellevoetsluis

 

Gebiedstype

Streefwaarden

Optredende geluidbelasting

Wegverkeerslawaai

Voorkeurswaarde [dB]

Wegverkeerslawaai

Maximale geluidbelasting [dB]

Industrie- lawaai [dB(A)]

Wegverkeers-lawaai [dB]

Industrie-lawaai [dB(A)]

Woongebied

48

53

502

38 - 63

<40 - 65

Gemengd gebied

48

581

50

43 - 68

<40 - 65

Bedrijventerrein

48

58

55

43 - 58

45 - >65

Buitengebied

48

53

401

38 - 58

<40 - >65

Recreatiegebied

48

481

50

38 - 53

<40 - >65

Natuur

381

381

401

38 - 58

40 - 60

  • 1

    Strengere norm dan vastgelegd in wetgeving

  • 2

    Maximaal 50 dB(A), echter waar de geluidbelasting in woongebieden reeds lager is, de optredende geluidbelasting als streefwaarde hanteren.

 

4.3 Huidige geluidsituatie

Middels de geluidbelastingkaarten voor wegverkeer- en industrielawaai is de huidige geluidbelasting binnen de verschillende gebiedstypen in beeld gebracht. In deze paragraaf wordt de huidige geluidbelasting weergegeven versus de streefwaarden. Indien er knelpunten ontstaan worden deze besproken en een actie aan gekoppeld indien voorhanden.

4.3.1 Woongebied

Binnen het woongebied bedraagt de optredende geluidbelasting vanwege wegverkeer (hoofdwegen) 38 – 63 dB. De optredende geluidbelasting vanwege industrie bedraagt <40 – 65 dB(A).

 

Voor wegverkeer wordt over het algemeen de streefwaarde van de woongebieden niet overschreden. Langs doorgaande wegen kan de geluidbelasting op de eerstelijns bebouwing echter oplopen tot boven de streefwaarde van 53 dB.

4.3.2 Gemengd gebied

Centrum

Binnen het centrumgebied bedraagt de optredende geluidbelasting vanwege wegverkeer (excl. hoofdwegen) 43 – 58 dB. De optredende geluidbelasting vanwege industrie bedraagt <40 – 65 dB(A).

 

Verkeerslawaai afkomstig van de subwegen past binnen de streefwaarde, maatregelen zijn derhalve niet noodzakelijk.

 

Plaatselijk kunnen mogelijk hogere geluidbelasting ontstaan, veroorzaakt door horeca en evenementen. Voor het horecagebied wordt er naar gestreefd een structurele oplossing voor de hoge geluidbelasting te vinden in overleg met alle belanghebbenden.

 

Het winkelcentrum is geen grote bron van geluid, voor de installaties op het dak van het winkelcentrum zijn echter aannames gedaan en heeft geen meting plaatsgevonden. Op basis van deze waarden is het optredende geluidniveau niet hoger dan 55 dB(A) bij de woningen in het gebied. Vooralsnog zijn geen acties noodzakelijk.

 

Hoofdverkeerswegen

Binnen het gebied ‘hoofdverkeerswegen’ bedraagt de optredende geluidbelasting vanwege wegverkeer 43 – 63 dB. De optredende geluidbelasting vanwege industrie bedraagt <40 – 65 dB(A).

 

Plaatselijk komen hoge belastingen tot meer dan 63 dB, veroorzaakt door het wegverkeer op de hoofdwegen, voor. Hierdoor hebben veel bestaande woningen ter plaatse van de eerstelijns bebouwing een geluidbelasting hoger dan de streefwaarde van 58 dB.

4.3.3 Bedrijventerrein

Ter plaatse van de bedrijventerrein bedraagt de optredende geluidbelasting vanwege wegverkeer 43 – 58 dB. De optredende geluidbelasting vanwege industrie bedraagt 45 – >65 dB(A).

 

Kickersbloem 1 en 2

Voor wegverkeer betreft het slechts enkele verspreid liggende woningen die een geluidbelasting van maximaal 58 dB ondervinden.

 

Plaatselijk hoge geluidbelasting tot meer dan 65 dB(A) veroorzaakt door de aldaar gesitueerde industrie. Het blijft echter beperkt tot de directe omgeving van de bedrijven (niet op geluidgevoelige bestemmingen). Bij (bedrijfs-)woningen gelegen binnen het bedrijventerrein blijft de geluidbelasting beperkt tot maximaal 60 dB(A). Bij woningen, net gelegen buiten het bedrijventerrein, blijft de geluidbelasting beperkt tot maximaal 55 dB(A).

 

Kickersbloem 3

Het terrein Kickersbloem 3 is intern gezoneerd. Dit houdt in dat de geluidbelasting op omliggende woningen niet hoger is dan de streefwaarde. In het bestemmingsplan is op een gedeelte van het bedrijventerrein een voorwaardelijke verplichting opgenomen voor de bedrijven in verband met het geluid dat geproduceerd wordt. De geluidsbelasting op de gevels van de omliggende woningen mag niet meer bedragen dan 40 dB(A).

4.3.4 Buitengebied

Binnen het buitengebied bedraagt de optredende geluidbelasting vanwege wegverkeer (hoofdwegen) <38 – 58 dB. De optredende geluidbelasting vanwege industrie bedraagt <40 – >65 dB(A).

 

Over het algemeen wordt de streefwaarde van 53 dB voor wegverkeer niet overschreden, behalve direct langs wegen waar de geluidbelasting lokaal tot 58 dB kan oplopen ter hoogte van verspreid gelegen woningen. Het gaat daarbij met name om de N57, de Provinciale weg en de Nieuweweg.

 

Maatregelen aan de bron en in de overdracht zijn voor verspreidgelegen woningen over het algemeen niet doelmatig toe te passen. De kosten van de maatregelen zijn niet in verhouding met het rendement aan reductie van het aantal geluidgehinderden. Voor de betreffende woningen kan als actie worden opgenomen te onderzoeken of de woningen in aanmerking komen voor gevelisolatie in het kader van de sanering wegverkeerslawaai. In het kader van het saneringsproject zijn voor de Rijksstraatweg t.h.v. Nieuwenhoorn verkeersmaatregelen getroffen, waarbij de maximale snelheid op betreffend traject is teruggebracht van 50 km/uur naar 30 km/uur.

 

In het buitengebied wordt de streefwaarde voor industrielawaai over het algemeen gehaald. In de nabijheid van een aantal bedrijven wordt de streefwaarde overschreden maar niet bij woningen. Het betreft uitstraling vanwege bedrijven op het bedrijventerrein Kickersbloem.

 

De geluiduitstraling van het bedrijventerrein Kickersbloem 1 en 2 zorgt wel voor een hogere geluidbelasting dan de streefwaarde bij enkele verspreid gelegen woningen in het buitengebied. Hier dient de vergunde situatie te worden onderzocht in relatie tot de optredende geluidbelasting. Indien bedrijven niet aan hun vergunning voldoen kunnen maatregelen worden getroffen.

4.3.5 Recreatiegebied

Binnen het gebied ‘recreatiegebied’ bedraagt de optredende geluidbelasting vanwege wegverkeer (hoofdwegen) <38 – 53 dB. De optredende geluidbelasting vanwege industrie bedraagt <40 – 65 dB(A).

 

Als recreatiegebieden zijn aangewezen gedeelten van 'de Punt' en het 'Quackgors'. De streefwaarden voor verkeerslawaai en industrielawaai worden voor het overgrote deel in deze gebieden niet overschreden, behalve direct langs N57, de Provinciale weg (N497) waar de geluidbelasting lokaal tot 58 dB en hoger kan oplopen.

 

De overschrijding van de streefwaarde kunnen aangepakt worden door het toepassen van een stillere wegdekverharding of een geluidwal/scherm langs de N57 en de Provinciale weg. Eventuele maatregelen dienen in overleg met de wegbeheerder te worden getroffen.

4.3.6 Natuur

Binnen het natuurgebied bedraagt de optredende geluidbelasting vanwege wegverkeer (hoofdwegen) <38 – 58 dB. De optredende geluidbelasting vanwege industrie bedraagt 40 – 60 dB(A).

 

De streefwaarde voor wegverkeer en industrie wordt bij de 2 zuid- en westelijk aangewezen natuurgebieden niet overschreden. Bij Nieuwenhoorn (Ravensehout) daarentegen bedraagt de geluidbelasting vanwege wegverkeer gemiddeld 38-53 dB en dicht langs de Nieuweweg en de N57 neemt deze geluidbelasting tot lokaal 53 tot 58 dB toe. De overschrijding van de streefwaarde bij Nieuwenhoorn (Ravensehout) kunnen aangepakt worden door het toepassen van een stillere wegdekverharding of een geluidwal/scherm langs de N57 en de Nieuweweg.

 

Voor het gebied naast het bedrijventerrein Kickersbloem geldt dat de streefwaarde voor wegverkeer en industrie wordt overschreden als gevolg van wegverkeer op de N494 en de naastgelegen industrie.

 

De overschrijding van de streefwaarde wegverkeer kan aangepakt worden door het toepassen van een stillere wegdekverharding of een geluidwal/scherm langs de maatgevende wegen.

 

Voor de overige geluidbronnen worden vooralsnog geen acties voorgesteld daar het gebiedseigen bronnen betreft en de overschrijdingen slechts een zeer beperkt deel van de gebieden betreffen.

5 Doelstellingen en acties

Uit de analyse van de geluidbelastingkaart versus de streefwaarden zijn een aantal doelstelling en actiepunten voor de gemeente Hellevoetsluis naar voren gekomen. Voor de aanpak van de geconstateerde knelpunten zijn deze deels uitgewerkt in een aantal concrete actiepunten. De aangegeven doelstellingen en acties betreffen een uitvoeringperiode van 2020 tot en met 2030.

 

5.1 Algemene doelstellingen

  • Binnen de planperiode van het geluidbeleidsplan wordt voorgenomen de aangegeven streefwaarden per gebied zoveel mogelijk te realiseren en of te handhaven.

  • Ter monitoring van de ontwikkeling van de geluidkwaliteit worden de geluidbelastingkaarten actueel gehouden en voor iedereen toegankelijk via internet.

  • Bij het verlenen van vergunningen in het kader van de Wet milieubeheer worden de streefwaarden voor vergunningplichtige industrie per gebied zoals aangegeven in dit geluidbeleidsplan in acht genomen. Overschrijdingen van de in dit geluidbeleidplan opgenomen streefwaarden kan alleen plaatsvinden op basis van bestuurlijke afweging en motivatie. Indien noodzakelijk: het stellen van maatwerkvoorschriften bij nieuw te vestigen bedrijven ter voorkoming van geluidhinder, voor zover het betreffende aspect bij of krachtens het Activiteitenbesluit milieubeheer niet uitputtend is geregeld.

  • Bijna alle bedrijven in Hellevoetsluis voldoen aan de milieuregelgeving en er wordt adequaat milieutoezicht uitgevoerd. Vergunningverlening en handhaving van de Wet milieubeheer zal blijven plaatsvinden door de DCMR Milieudienst Rijnmond (DCMR). Jaarlijks wordt hiervoor een werkplan opgesteld en uitgevoerd. Klachten ten aanzien van geluid worden teruggedrongen. Voor specifieke locaties waar sprake is van geluidoverlast zal in samenspraak met de DCMR naar een maatwerkoplossing worden gezocht.

     

5.2 Acties

Insteek van de hieronder genoemde acties is dat deze indien mogelijk worden opgelost.

 

Oplossing knelpunten gemengd gebied

In veel gebieden (woongebied en gemengd gebied) wordt de streefwaarde voor wegverkeer op de eerste lijn reeds aanwezige bebouwing door het wegverkeerslawaai overschreden. Bij het uitvoeren van regulier onderhoud wordt het toepassen van stiller asfalt op effectiviteit onderzocht bij de wegen waar de geluidbelasting volgens de geluidbelastingkaart 58 dB of hoger is (zoals bijv. de Rijksstraatweg en enkele doorgaande wegen in woongebieden). Daarnaast zijn mogelijkheden voor het oplossen van knelpunten: het woongebied inrichten als een 30 km/uur-zone en het verkeerscirculatieplan. Beide oplossingen zijn gericht op het, ter plaatse van de knelpunten, verkeersluwer maken van wegen.

 

Beperking geluidbelasting wegverkeerslawaai bestaande woningen

De wettelijke saneringswoningen (> 60 dB(A) in 1986) dienen aangemeld te zijn bij het Ministerie van VROM voor 1-1-2009. Op basis van de "saneringsregeling" zal worden onderzocht of deze woningen voor geluidisolatie aan de gevel in aanmerking komen. Voor woningen met een geluidbelasting van meer dan 58 dB die niet onder de regeling vallen en waarvoor actiepunt 1 geen adequate oplossing biedt wordt onderzocht of gevelisolatie noodzakelijk en haalbaar is.

 

Bedrijven in het algemeen

Op locaties waar de streefwaarde wordt overschreden wordt onderzoek uitgevoerd naar de vergunde geluidsituatie in relatie tot de daadwerkelijke geluidsituatie. Zo mogelijk worden vergunningen bijgesteld indien de vergunde geluidruimte niet nodig blijkt te zijn of worden geluidbeperkende maatregelen getroffen indien sprake is van overschrijding van de vergunningvoorschriften.

 

Actualisatie geluidbelastingkaart

Ter actualisatie van de ontwikkeling van de geluidkwaliteit van zowel wegverkeerslawaai als industrielawaai wordt de geluidbelastingkaart t.t. van de vorming van de nieuwe gemeente Voorne aan zee bijgewerkt op basis van de actuele ontwikkelingen.

 

Bijlage 1 - Overzicht verkeersintensiteiten 2030

 

 

Bijlage 2 - Figuren

 

Figuur 1: Geplande ruimtelijke ontwikkeling in de gemeente Hellevoetsluis

 

Figuur 2: Gebiedstypering

 

Figuur 3: Geluidbelastingkaart Hellevoetsluis wegverkeer

 

Figuur 4: Geluidbelastingkaart Hellevoetsluis industrie