Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Haarlemmermeer

Kadernota Integrale Veiligheid 2018-2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHaarlemmermeer
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingKadernota Integrale Veiligheid 2018-2022
CiteertitelKadernota Integrale Veiligheid 2018-2022
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-10-2018nieuwe regeling

06-09-2018

Gemeenteblad 2018, 212075

Tekst van de regeling

Intitulé

Kadernota Integrale Veiligheid 2018-2022

Voorwoord

Met enige trots presenteren wij u de Kadernota Integrale Veiligheid 2018-2022 voor de nieuwe gemeente Haarlemmermeer die per 1 januari ontstaat als onze gemeenten samen verder gaan.

 

Deze Kadernota is een belangrijke vervolgstap in het proces van beleidsintegratie. Begin dit jaar stelden de colleges van burgemeester en wethouders voor 2018 al één gezamenlijk uitvoeringsprogramma veiligheid op. De gemeenteraden van Haarlemmermeer en van Haarlemmerliede en Spaarnwoude hebben in april 2018 voor de komende raadsperiode vier veiligheidsprioriteiten vastgesteld. Wij hebben die raadsbesluiten daarna aangeboden aan de politie Eenheid Noord-Holland. Daarmee worden onze veiligheidsprioriteiten meegenomen in het proces van het opstellen van het Integraal Meerjarenbeleid Veiligheid 2019-2022 dat voor de hele Eenheid in de maak is. In deze strategische Kadernota zijn de vastgestelde prioriteiten uitgewerkt.

 

Deze Kadernota is gebaseerd op de Veiligheidsanalyse 2013-2017, input van onze partners uit ons veiligheidsnetwerk en de participatie die wij toegepast hebben onder de naam ‘Veiligheidsdialoog’. Ook de driehoek heeft een positief advies gegeven over de koers die we met deze nota uitzetten. Voor 2019 en de jaren daarna wordt deze Kadernota door het nieuwe college van burgemeester en wethouders uitgewerkt in een jaarlijks uitvoeringsprogramma veiligheid. De nieuwe gemeenteraad van Haarlemmermeer kan daarin nog nadere accenten aanbrengen.

 

Deze Kadernota bouwt voort op de successen uit de periode 2015-2018. Die successen bestaan ten eerste uit een zeer goed veiligheidsnetwerk waarin wij samenwerken op basis van vertrouwen en waarin de lijnen kort zijn. Ook de over het algemeen positieve ontwikkeling van de veiligheid in onze gemeenten noemen wij op basis van de criminaliteitscijfers een succes door het beleid van de afgelopen jaren. Het is natuurlijk zo dat successen uit het verleden geen garantie zijn voor de toekomst. Daarom zullen wij naast de vier uitgewerkte prioriteiten ook een beleidsintensivering toepassen op veel andere thema’s binnen het veiligheidsbeleid, zoals veilig ondernemen, jeugdveiligheid, brandweerzaken, crisisbeheersing en rampenbestrijding.

 

Wij zijn er van overtuigd dat door alle professionals ook de komende jaren met gedrevenheid en aandacht gewerkt zal worden aan een veilige gemeente Haarlemmermeer. Deze Kadernota is daarbij een kompas. Waar door maatschappelijke veranderingen bijsturing nodig is doen we dat.

 

Wij wensen iedereen die aan de veiligheid in de nieuwe gemeente Haarlemmermeer een bijdrage levert (dus ook onze inwoners en ondernemers) heel veel succes en wijsheid toe.

1. Inleiding

Deze Kadernota geldt voor nieuwe gemeente Haarlemmermeer die per 1 januari 2019 ontstaat. Waar in deze Kadernota ‘Haarlemmermeer’ geschreven staat wordt ook Haarlemmerliede en Spaarnwoude bedoeld. Haarlemmermeer is een relatief veilige gemeente en dat willen we zo houden. Op basis van deze Kadernota werken wij samen aan veiligheid met onze veiligheidspartners, inwoners, ondernemers en instellingen. Waar nodig versterken en intensiveren we het veiligheidsbeleid.

 

Deze Kadernota is een uitwerking van de besluiten van de gemeenteraden van Haarlemmermeer en van Haarlemmerliede en Spaarnwoude van 13 maart en 24 april 2018. Daarbij zijn voor de periode 2018-2022 vier nieuwe veiligheidsprioriteiten vastgesteld. Dit zijn::

  • a.

    verbeteren veiligheidsgevoel in eigen buurt,

  • b.

    versterken van de keten ‘zorg-veiligheid’,

  • c.

    aanpak ondermijning / georganiseerde criminaliteit,

  • d.

    integraal samenwerken aan contraterrorisme extremisme en radicalisering.

De uitwerking van de vier prioriteiten vormt de kern van deze nota. Ook het hoofdstuk over de strategie voor vergunningen, toezicht en handhaving neemt een centrale plaats in. Daarnaast zijn in Bijlage 1 de overige veiligheidsthema’s uit het Kernbeleid veiligheid 2017 van de VNG heel kort beschreven.

 

Functies van de Kadernota

Deze nota is in eerste instantie bedoeld de Haarlemmermeerse visie op het veiligheidsdomein te beschrijven. Voor de veiligheidsprioriteiten geeft deze nota op hoofdlijnen aan wat we willen bereiken en hoe wij dat gaan aanpakken. Nadere operationalisering van die hoofdlijnen vindt plaats in concrete plannen van aanpak of projecten en in het jaarlijks uitvoeringsprogramma veiligheid.

 

Deze nota geeft een kader voor de andere gemeentelijke domeinen die een directe- of indirecte relatie hebben met veiligheid. Zo zullen beleidsafwegingen rond bijvoorbeeld economie, zorg, verkeer en ruimtelijke inrichting met deze visie rekening moeten houden. Voor vergunningen, toezicht en handhaving geeft deze nota het strategisch kader waarmee de veiligheidsrisico Kennemerland en de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied rekening moeten houden.

 

Met deze Kadernota willen wij inspelen op landelijke ontwikkelingen en de veranderingen in het veiligheidslandschap door te kunnen handelen en reageren op basis van vooraf vastgestelde beleidsuitgangspunten.

 

Deze Kadernota geeft tot slot onze input voor het Regionaal Beleidsplan Risico- en Crisisbeheersing 2019-2022 van de veiligheidsregio Kennemerland en voor het Integraal Meerjarenbeleidsplan Veiligheid 2019-2022 van de politie-Eenheid Noord-Holland.

2. Strategisch kader integrale veiligheid

2.1. Missie

Wij streven er naar dat inwoners, ondernemers en bezoekers in de nieuwe gemeente Haarlemmermeer veilig zijn, zich veilig voelen en bereid zijn samen met professionele partners de veiligheid te vergroten.

 

2.2. Visie

Veiligheid en leefbaarheid is een verantwoordelijkheid van ons allemaal. De gemeente voert de regie op veiligheid en leefbaarheid. Samenwerking staat daarbij voorop. Veiligheid en leefbaarheid zijn in Haarlemmermeer een bijzondere uitdaging. Met ongeveer 150.000 inwoners die verdeeld zijn over 31 kernen, centraal gelegen tussen Amsterdam en Den Haag, in combinatie met de aanwezigheid van de luchthaven Schiphol, vitale verkeersnetwerken en de industrie langs het Noordzeekanaalgebied is in de gemeente sprake van een grote dynamiek op het gebied van veiligheid en leefbaarheid. Wij willen dat deze dynamiek in balans is.

 

2.3. Uitgangspunten

Bij de regie op ons veiligheidsbeleid hanteren we onderstaande uitgangspunten. Deze uitgangspunten zijn een doorontwikkeling van de uitgangspunten die we in 2015 geformuleerd hebben. De uitgangspunten hebben veelal een sociale- en een fysieke veiligheidscomponent. De mate waarin een uitgangspunt dominant is hangt van de problematiek af die binnen een veiligheidsthema speelt. In Hoofdstuk 4. zijn voor vergunningen, toezicht en handhaving nog een aantal specifieke uitgangspunten benoemd.

 

  • 1.

    Eigen verantwoordelijkheid en (zelf)redzaamheid

Primair is iedereen zelf verantwoordelijk voor zijn / haar eigen veiligheid en voor de veiligheid van degenen waarvoor men een zorgtaak heeft. Uiteraard zijn de gemeente en haar partners faciliterend om de veiligheid te vergroten voor degenen die minder zelfredzaam zijn. Ondernemers hebben een specifieke verantwoordelijkheid voor degenen die zich binnen hun bedrijf bevinden en voor de fysieke risico’s die zij door hun bedrijfsactiviteiten veroorzaken. Waar mensen in staat zijn zichzelf in veiligheid te brengen, verwachten wij dat zij dit doen. Daarnaast verwachten wij van iedereen, waar hij of zij een bijdrage kan leveren aan de sociale en fysieke veiligheid, zich hiervoor inzet.

 

  • 2.

    Participatie van inwoners en ondernemers

Onze inwoners en ondernemers zijn degenen die veiligheid en onveiligheid daadwerkelijk ervaren. Wij vinden het belangrijk dat wij hun ideeën voor de uitvoering van deze kadernota in het jaarlijks uitvoeringsprogramma veiligheid meenemen. Door hun daadwerkelijke inzet dragen inwoners en ondernemers bij aan veiligheid. Samenwerking tussen veiligheidsprofessionals en inwoners wordt de komende jaren steeds meer een vanzelfsprekend.

 

  • 3.

    Integrale ketenaanpak en informatie gestuurd werken

De aanpak binnen veiligheid wordt gekenmerkt door een goede afstemming van verschillende activiteiten door de gemeente en haar partners. Hierbij gaan we uit van de veiligheidsketen: pro-actie, preventie, preparatie, repressie en nazorg. In de veiligheidsketen gaan we uit van een goede balans tussen preventieve en repressieve maatregelen. We handelen preventief waar het kan (zo veel mogelijk voorkomen) en repressief waar het moet handhaven van wet- en regelgeving. Informatiedeling is een randvoorwaarde voor de (samenwerking) in de integrale ketenaanpak.

Indien in andere domein zoals economie, zorg, ruimtelijke ordening mogelijkheden liggen om veiligheid te vergroten laten wij dit onderdeel zijn van afwegingen en besluitvorming. Actuele en betrouwbare informatie is de basis voor de effectieve- en efficiënte inzet van mensen en middelen voor veiligheid en leefbaarheid. Op basis van adequate convenanten die we sluiten met onze veiligheidspartners delen we informatie. Wij willen inzetten op eigen analysemogelijkheden en nauw samenwerken met onze convenantpartners

 

  • 4.

    Gebieds-, dorps- en wijkgericht werken

Binnen het gebiedsgerichte werken is het veiligheidsbeleid er opgericht dat de gehele gemeente zo veilig mogelijk is. In specifieke gebieden, dorpen of wijken waar onveiligheid en risico’s aanwezig zijn, worden beleefd of veroorzaakt, nemen wij samen met onze veiligheidspartners, inwoners en ondernemers passende veiligheidsmaatregelen.

 

2.4. Strategische partners

Wij hechten veel belang aan de samenwerking met onze professionele veiligheidspartners en met inwoners en ondernemers. De afgelopen jaren hebben we gebouwd aan een waardevol netwerk dat wij de komende jaren verder gaan uitbouwen en waar nodig versterken. Deze Kadernota is tot stand gekomen na consultatie van dit netwerk. Dat hebben wij gedaan door een gezamenlijke veiligheidsanalyse 2013-2017 op te stellen, de middag van de veiligheid te organiseren en het plan van aanpak participatie in het veiligheidsdomein uit te voeren. In deze paragraaf benoemen wij kort onze meest strategische partners met hun kerntaak.

 

Politie

De politie heeft tot taak te zorgen voor de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde en het verlenen aan hulp aan hen die dit behoeven. Op lokaal niveau treedt de politie op onder het gezag van de burgemeester als het gaat om de openbare orde. De politie treedt op onder het gezag van de Officier van Justitie als het gaat om de strafrechtelijke handhaving.

 

Openbaar Ministerie

Het Openbaar Ministerie (OM) zorgt er voor dat strafbare feiten worden opgespoord en vervolgd. Daarvoor werkt het OM samen met de politie en andere opsporingsdiensten, zoals de Koninklijke Marechaussee (KMar). De Officier van Justitie leidt het opsporingsonderzoek. Het OM heeft ook tot taak te zorgen dat het vonnis van de rechter wordt uitgevoerd, dat boetes moeten worden betaald, gevangenisstraffen worden uitgezeten en taakstraffen uitgevoerd.

 

Koninklijke Marechaussee

De Koninklijke Marechaussee (KMar) voert op Schiphol de politietaken uit. De KMar, de politie en het OM werken daarin nauw samen binnen de afspraken in driehoek onder aansturing van de burgemeester en delen informatie met elkaar. Zo nodig sluit de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) aan bij de driehoek. De KMar controleert het grensverkeer van personen en bestrijdt criminaliteit. De KMar bewaakt de buitengrens, beveiligt objecten en personen en beschermt de burgerluchtvaart o.a. tegen terrorisme, drugs- en mensensmokkel.

 

Instellingen en samenwerkingsverbanden

Wij werken samen met een grote hoeveelheid instellingen en in enkele samenwerkingsverbanden voor een veilige gemeente. Wij noemen hierbij zonder uitputtend te willen zijn het Zorg- en Veiligheidshuis, het Regionaal Informatie en expertise Centrum (RIEC), het regionaal Platform Criminaliteitspreventie (RPC), Het Alternatief (HALT), de stichting Veilig Thuis, jongerenwerkers en opbouwwerker van MeerWaarde, Reclassering, GGZ (inclusief verslavingszorg), GGD, Meerteam, Schiphol, etc..

 

Veiligheidsregio Kennemerland / Brandweer

Op basis van de Wet veiligheidsregio’s heeft de brandweer (veiligheidsregio Kennemerland) een aantal taken. Het gaat om het voorkomen, beperken en bestrijden van brand; het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand; het waarschuwen van de bevolking; het herkennen van gevaarlijke stoffen en het verrichten van ontsmetting; het adviseren van andere overheden en organisaties op het gebied van de brandpreventie, brandbestrijding en het voorkomen, beperken en bestrijden van ongevallen met gevaarlijke stoffen. De brandweer voert tevens taken uit bij rampen en crises in het kader van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing.

 

Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied

Met de gemeenten Amsterdam, Zaanstad en de provincie Noord-Holland hebben wij in 2013 de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (OD NZKG) opgericht. De uitdaging van de OD NZKG is het waarborgen van een veilig en leefbaar Noordzeekanaalgebied. De kerntaak van de OD NZKG is te zorgen voor het verstrekken van omgevingsvergunningen en erop toe te zien dat bedrijven voldoen aan actuele wet- en regelgeving op het gebied van milieu(veiligheid), bouwveiligheid, infrastructuur en bodem. Indien nodig treedt de OD NZKG handhavend op en werkt daarbij samen o.a. de veiligheidsregio.

 

Inwoners en ondernemers

Onze inwoners en ondernemers nemen èn krijgen een steeds belangrijker rol in het samenwerken op het gebied van veiligheid. De afgelopen jaren zijn meer dan 250 Buurtpreventie WhatsApp-groepen opgericht door inwoners en ondernemers. Ook specifieke groepen zoals hondenbezitters helpen in het kader van WAAKS! mee aan een veiliger Haarlemmermeer. Veel inwoners en ondernemers zijn lid van Burgernet; een initiatief van de politie en de gemeenten waarbij belangrijke politieberichten via een sms-bericht worden verspreid onder de deelnemers. Ook meldingen van crimineel gedrag via Meld Misdaad Anoniem maken dat wij er van overtuigd zijn dat er steeds meer actieve inwoners en ondernemers zijn die bereid zijn samen met ons en onze veiligheidspartners te werken aan een veilige en leefbare omgeving.

3. Veiligheidsanalyse 2013-2017 en prioriteiten

De gemeente Haarlemmermeer is een relatief veilige gemeente in vergelijking met andere grote gemeenten in Nederland. Het algemene beeld is dat er een constante afname is van de geregistreerde criminaliteit. Deze positieve ontwikkeling komt niet tot uitdrukking in de veiligheidsgevoelens van onze inwoners. Het percentage inwoners dat zich wel eens onveilig voelt in eigen buurt blijft namelijk redelijk constant.

 

3.1. Veiligheidsanalyse 2013-2017

Als basis voor de nieuwe prioriteiten hebben wij met onze ketenpartners de Veiligheidsanalyse 2013-2017 opgesteld. Hierin hebben wij de volgende input verwerkt:

  • de cijfers 2013-2017 van de politie, de Koninklijke Marechaussee (KMar),de Veiligheidsregio Kennemerland en de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied;

  • de resultaten van het plan van aanpak participatie in het veiligheidsdomein;

  • de resultaten van onderzoek naar veiligheidsgevoelens in Haarlemmermeer en de Veiligheidsmonitor 2017 van Haarlemmerliede en Spaarnwoude;

  • de consultatie van ons interne- en externe veiligheidsnetwerk;

  • het advies van de driehoek (Politie, KMar, OM en gemeente) van 21 december 2017.

De Veiligheidsanalyse 2013-2017 en de vier onderstaande veiligheidsprioriteiten zijn aan de hand van de raadsvoorstellen 2018.0011340 en 2018.0013963 vastgesteld door respectievelijk de gemeenteraden van Haarlemmermeer en Haarlemmerliede en Spaarnwoude.

 

3.2. Prioriteiten 2018-2022

De vastgestelde veiligheidsprioriteiten voor het integraal veiligheidsbeleid 2018-2022 zijn:

  • 1.

    verbeteren veiligheidsgevoel in eigen buurt

  • 2.

    versterken van de keten ‘zorg-veiligheid’

  • 3.

    aanpak ondermijning / georganiseerde criminaliteit;

  • 4.

    integraal samenwerken aan contraterrorisme extremisme en radicalisering.

Voor meer achtergrondinformatie verwijzen wij naar genoemde raadsbesluiten. In de volgende paragrafen werken wij de vastgestelde prioriteiten uit door in hoofdlijnen in te gaan op waar de prioriteit in het algemeen over gaat, wat de specifieke problematiek is, wat de focuspunten zijn, welke beleidsuitgangspunten dominant zijn, wat we willen bereiken, welke indicatoren we willen hanteren, wat onze aanpak is, met wie we samenwerken en wat dit voor de financiën betekent.

3.2.1. Verbeteren veiligheidsgevoel in eigen buurt

Inleiding van het thema

De nieuwe gemeente Haarlemmermeer is een relatief veilige gemeente in vergelijking met andere grote gemeenten in Nederland. 1 Met name de veelvoorkomende criminaliteit is in vrijwel in elke wijk afgenomen. Ondanks dat er sprake is van een afname van delicten met een grote impact op slachtoffers en zijn/haar omgeving (zoals woninginbraken, straatroof, overvallen en geweldsmisdrijven), komt dit niet tot uitdrukking in de veiligheidsgevoelens van onze inwoners.

 

Er zijn vele factoren die van invloed zijn op de (on)veiligheidsgevoelens van inwoners. Maatschappelijke factoren zoals de groeiende anonimiteit, een verminderende sociale cohesie, grote veranderingen in het sociaal domein, toenemende overlast van personen met verward gedrag en de vergrijzing kunnen van invloed zijn op de gevoelens van (on)veiligheid van inwoners. Ook het veelvuldig gebruik van het begrip (on)veiligheid in de (social)media, beïnvloedt de perceptie en beleving die burgers van veiligheid hebben. Daarnaast spelen individuele factoren een rol. Hoe inwoners over veiligheid denken, hoe zij veiligheid beleven en wat zij er zelf aan doen, kan per individu en gebied/wijk verschillen. Ook van invloed kan zijn in hoeverre inwoners zelf invloed hebben op lokale leefbaarheids- en veiligheidsvraagstukken en wat zij hiermee bereiken in hun buurt. Het veiligheidsgevoel van bewoners wordt daarnaast beïnvloed door hoe men in de eigen woonomgeving met elkaar omgaat en hoe schoon, heel en veilig die feitelijk is. Dit wordt ook wel de sociale en fysieke kwaliteit genoemd. Sommige factoren zijn moeilijk of misschien onmogelijk door lokaal beleid te beïnvloeden. Maar op een aantal factoren kan de gemeente wel invloed uitoefenen met lokaal beleid.

 

Sinds 2015 maakt ‘het gevoel van veiligheid’ deel uit van de strategische beleidsdoelstelling van het gemeentelijk integraal veiligheidsbeleid. De participatie van inwoners op een veilige woon- en leefomgeving, is sindsdien een uitgangspunt in het Integraal Veiligheidsbeleid.

De gemeente speelt een belangrijke regierol in het versterken en investeren in de sociale- en fysieke kwaliteit in wijken en kernen. In de praktijk is sprake van een aanpak met korte lijnen tussen keten- en zorgpartners vanuit diverse clusters en domeinen. Daarnaast worden inwoners betrokken in het meedenken over de veiligheid en leefbaarheid in wijken via bestaande netwerken: Waaks!, WhatsApp groepen, vrijwillige brandweer, AED groepen (Automatische externe defibrillator), dorps- en wijkraden, digi- en jongerenpanels, inloopspreekuren, wijkschouwen en Facebookpolls. Ook wordt via de aanpak van woninginbraken aandacht besteed aan de (on)veiligheidsgevoelens van inwoners door het onder andere organiseren van informatiebijeenkomsten en workshops. Daarbij informeren wij inwoners erop wat zij zelf kunnen doen. De komende jaren zullen wij de verbinding blijven zoeken met deze bestaande netwerken en hier verder op doorbouwen.

 

Naast onze huidige aanpak zien wij ook verbetermogelijkheden. Wij willen met name verbeteren door meer maatwerk te leveren aan die wijken en kernen waar inwoners aangeven zich bovengemiddeld onveilig te voelen. Dat doen wij o.a. door aandacht te geven aan die inwoners en te luisteren naar hun veiligheidsbeleving en door kwalitatief onderzoeken uit te voeren. Wij gaan in die wijken meer integraal samenwerken op het thema met alle betrokken veiligheidspartners en de inwoners. Daarbij krijgen ook de sociale- en fysieke kwaliteit en de verkeersveiligheid in die wijken en kernen de aandacht die nodig is.

 

Problematiek

Uit onderzoeken naar de veiligheidsbeleving van inwoners in beide gemeenten blijkt dat er tussen enkele Haarlemmermeerse wijken en kernen, grote lokale verschillen zijn in veiligheidsbeleving.

Onderzoeksresultaten laten zien dat, waar het criminaliteitsniveau vrijwel gelijk is, er grote verschillen zijn in de mate waarin inwoners zich veilig voelen. In wijken waar bewoners zich ‘onveilig’ voelen, zijn mogelijke oorzaken (mede vanuit de theorie) in hoofdlijnen bekend. Nader onderzoek naar de oorzaken, kan uitwijzen welke punten voor verbetering van veiligheidsgevoelens mogelijk zijn.

 

Momenteel wordt er van verschillende kanten bijgedragen aan het verbeteren van het veiligheidsgevoel van inwoners. Vanuit verschillende zorg- en veiligheidspartners, clusters en domeinen vinden er maatregelen en initiatieven plaats. Informatie-uitwisseling of coördinatie hiertussen vindt onvoldoende of niet plaats. Om de veiligheidsgevoelens in eigen buurt aan te pakken is het nodig dat er integraal wordt samengewerkt tussen al deze partners. Dit vergt een duidelijke regievorming en het opnemen van de prioriteit in de werkplannen van alle ketenpartners.

 

Focuspunten

Binnen deze prioriteit leggen wij onze focus op de volgende aangrijpingspunten om veiligheidsgevoelens in eigen buurt positief te beïnvloeden. Hierbij zullen wij in eerste instantie inzoomen op enkele gebieden waar de veiligheidsgevoelens zowel positief als negatief afwijken van het gemiddelde binnen de gemeente. Verder zoomen we in op hotspots van bijvoorbeeld woninginbraken of locaties waar de verkeersveiligheid onder druk staat.

 

Aanpak van High Impact Crimes (woninginbraken, straatroof, overvallen, geweldsmisdrijven)

Wanneer inwoners slachtoffer worden van een woninginbraak, straatroof of overval dan heeft dit grote emotionele gevolgen voor het slachtoffer. Slachtoffers kunnen zich lang na deze misdrijven nog onveilig voelen. Er is een nieuw plan van aanpak voor de woninginbraken in ontwikkeling voor aankomende jaren 2018-2022. In dit plan zal aansluiting en samenwerking worden gezocht met deze prioriteit.

 

Bevorderen van de sociale kwaliteit

In wijken waar bewoners prettig met elkaar omgaan, zich thuis voelen en elkaar helpen komt beperkte sociale overlast voor en vallen buitenstaanders (en criminelen) eerder op. De sociale kwaliteit van deze wijken is sterk. In wijken waar veel overlast plaatsvindt, zoals: incidenten met overlast verwarde personen, multi-probleemgezinnen, illegale bewoning, drank- en drugsoverlast, ervaren bewoners eerder gevoelens van onveiligheid. Om deze redenen zou moeten worden ingezet op het versterken van de sociale kwaliteit. Bewonersinitiatieven om de veiligheid en de leefbaarheid in de wijken aan te pakken zouden dan ook meer kunnen worden gestimuleerd. De participatie van bewoners in bestaande netwerken (bijvoorbeeld: Waaks!, AED, vrijwillige brandweer, buurt WhatsApp groepen) zou nog meer kunnen worden aangewend voor het versterken van de sociale kwaliteit in wijken. Veiligheid is een onderdeel van het gebiedsgerichte programma ‘Meer voor Elkaar’.

 

Bevorderen fysieke kwaliteit

Een buurt die ‘schoon, heel en goed’ onderhouden is wordt over het algemeen als ‘veiliger’ ervaren dan een buurt waar sprake is van zwerfafval, slechte verlichting, vernielingen en andere tekenen van verloedering. Om deze redenen is het investeren in het onderhoud en beheer van de openbare ruimte in woonwijken en gebieden een belangrijke focuspunt voor het aanpakken van deze prioriteit. Daarnaast zou bij de herinrichting van woonwijken en in nieuwbouwplannen de veiligheidsbeleving van bewoners opgenomen kunnen worden. Ook hier kunnen we leren van bewoners en zouden netwerken van bewoners meer kunnen worden aangewend voor het verbeteren van de leefbaarheid en fysieke veiligheid in wijken. De participatie van bewoners in wijkschouwen is hier een mooi voorbeeld van.

 

Bevorderen verkeersveiligheid

De Mobiliteitsvisie Haarlemmermeer ‘Vrijheid van bewegen’ biedt het strategisch kader waarin dit focuspunt voor het verbeteren van het gevoel van veiligheid in de buurt aandacht krijgt. In dit kader verhogen wij onze inzet op verkeersveiligheid voor alle verkeersmodaliteiten. De concretisering vindt plaats in de Investeringsagenda Mobiliteit en het uitvoeringsprogramma Beheer en Bereikbaarheid. Daarin staan de knelpunten en projecten die op basis van (ongevallen)analyses en participatie de komende jaren aangepakt zullen worden. Daarbij zetten wij in op de aanpak van black-spots, duurzaam veilig inrichten van woongebieden, onderzoek naar preventieve aanpak op basis van wegkenmerken en ingrepen in de infrastructuur. Volgens de inwonerparticipatie in het veiligheidsdomein staat ‘te hard rijden’ bovenaan de lijst van punten die voor inwoners belangrijk zijn. Samen met de Vervoerregio Amsterdam en in overleg met het landelijk OM zetten wij daarom in op een pilot op handhaving in 30km gebieden. Wij voeren daarnaast ook een lobby bij de VNG en Ministerie van Justitie en Veiligheid om de bevoegdheden van handhavers uit te breiden. In de onderzoeken naar ‘de veiligheidsbeleving in de buurt’ nemen we mee in welke mate verkeersveiligheid daarop invloed heeft. Die informatie gebruiken we voor de afstemming tussen het uitvoeringsprogramma Veiligheid en het uitvoeringsprogramma Beheer en Bereikbaarheid. Ook verkeerseducatie op scholen, verkeersveiligheidscampagnes en cursussen voor ouderen dragen bij aan een betere beleving van verkeersveiligheid. Bijzondere aandacht gaat uit naar verkeersveiligheid rond Schiphol, scholen, en provinciale wegen. Wij gaan ook de samenwerking met de andere wegbeheerders (Provincie, Rijkswaterstaat en Schiphol) verbeteren. Voor een volledig beeld van de visie en de beleidsversterking van de verkeersveiligheid verwijzen wij de lezer naar de Mobiliteitsvisie Haarlemmermeer.

 

Uitgangspunten

Voor de prioriteit ‘verbeteren veiligheidsgevoel in eigen buurt’ vormen de integrale ketenaanpak, participatie van inwoners en ondernemers en het dorps- en wijkgericht werken belangrijke uitgangspunten. Dit maken we concreet door meer in verbinding te staan met inwoners in wijken en het meer verbinden van de verschillende domeinen en clusters. Daarnaast is eigen verantwoordelijkheid en (zelf)redzaamheid een uitgangspunt, waarbij rekening dient worden te houden met personen waarbij sprake is van verminderde- of niet-zelfredzaamheid.

 

Indicatoren/doelstellingen

Het meten van ‘de veiligheidsgevoelens in eigen buurt’ en de sociale cohesie worden 1 x 2 jaar uitgevoerd. Andere indicatoren die mede van invloed zijn op het gevoel van veiligheid, zoals de aanwezigheid van high impact crimes en de totale geregistreerde criminaliteit worden continue door de politie gemeten en periodiek met de driehoeksmonitor gedeeld. Ook het aantal meldingen openbare ruimte die een beeld geven van leefbaarheidsonderwerpen hebben wij steeds voor handen. Onderstaande indicatoren willen wij daarom hanteren voor het monitoren van deze prioriteit. Specifiek onderzoek naar de veiligheidsbeleving in eigen buurt in enkele wijken en kernen gebruiken wij voor het formuleren van projecten en activiteiten die we terug laten komen in de uitvoeringsprogramma’s Veiligheid en Beheer en Bereikbaarheid.

 

Indicator

Bron

Meting 2017

Streefwaarde 2019

Streefwaarde 2020

Streefwaarde 2021

Streefwaarde 2022

% voelt zich wel eens

onveilig in eigen buurt

Gemeente

22% *)

22%

21%

20%

<20%

Cijfer sociale cohesie

Gemeente

6,2 *)

6,2

6,3

6,3

>6,3

Meldingen openbare ruimte

Gemeente

4.714

4.500

<4.500

4.500

<4.500

Totaal aantal misdrijven

Politie

6.756

6.500

<6.500

<6.500

<6.500

Woninginbraken (absoluut en in % aantal inwoners)

Politie

565 (pm%)

500

<500

<500

<500

Straatroof (absoluut)

Politie

17

15

<15

<15

<15

Overvallen (absoluut)

Politie

11

10

<10

<10

<10

Geweld (absoluut)

Politie

394

350

<350

<350

<350

*) meting 2016

 

Aanpak en samenwerking met partners

Voor de aanpak en samenwerking met partners bij het verbeteren van het veiligheidsgevoel in eigen buurt wordt per wijk en kern bekeken wie betrokken moeten worden. Bij de aanpak van deze prioriteit in zijn algemeen worden vooral inwoners en bestaande netwerken van inwoners betrokken. Denk aan buurt WhatsApp groepen, Waaks!, buurtpreventieteams, vrijwillige brandweer. Daarnaast zal er vooral meer en intensiever samengewerkt gaan worden met ketenpartners en tussen de verschillende beleidsdomeinen. Kernspelers zijn naast onze inwoners, de dorps- en wijkraden, gebiedsmanagement en relatiebeheer, gebiedsbeheer, het sociaal domein, handhavers, andere gemeenten (dubbeldorpen), MeerWaarde, wijkagenten/politie, woningbouwcorporatie Ymere, ondernemers en het Zorg & Veiligheidshuis Kennemerland.

 

Wij zetten in hoofdlijnen in op:

  • de aanpak van high impact crimes in samenwerking met politie, KMar en OM.

  • het betrekken van inwoners, ondernemers en bestaande netwerken bij de aanpak van deze prioriteit.

  • het verkrijgen van inzichten in welke aspecten een onveilig en veilig gevoel creëren bij inwoners door in 2019 en 2020 nader onderzoek te doen naar de oorzaken van (on)veiligheidsgevoelens in de pilotgebieden Graan voor Visch, Rijsenhout, Spaarndam en Floriande waar bewoners zich respectievelijk ‘het onveiligst’ en ‘het veiligst’ voelen in eigen buurt. Door de oorzaken te kennen worden ook de aangrijpingspunten voor verbetering zichtbaar.

  • na de onderzoeksfase een integraal plan van aanpak maken voor het verbeteren van onveiligheidsgevoelens en het verder uitbouwen van de best practices hiervan naar die gebieden waar dit noodzakelijk wordt geacht.

  • het verbeteren van communicatie en informatievoorzieningen rondom de veiligheid en leefbaarheid in de buurt.

  • het wijzen van inwoners op eigen verantwoordelijkheid en het informeren van bewoners met bijvoorbeeld handelingsperspectieven.

  • het bevorderen van een integrale samenwerking, een betere ketensamenwerking op het thema veiligheidsbeleving bewerkstellingen tussen professionals in de zorg- en veiligheidsketen.

  • zorgen voor veilige buurten door het bevorderen van veiligheidsgevoelens in eigen buurt op te nemen in herinrichtingsplannen en nieuwbouwplannen.

  • maatwerk toepassen in buurten en straten zoals bij de aanpak van woninginbraken in hotspots

  • het uitvoeren van projecten in het kader van versterken sociale kwaliteit. Bijvoorbeeld het Project “Meer voor elkaar’ inzetten verbreden naar andere wijken/kernen.

  • het onderhouden, in stand houden en verbeteren van ‘schoon en heel’, de openbare ruimte en groenvoorziening in wijken.

  • het gebiedsgericht samenwerken tussen handhavers, politie, inwoners en ondernemers tot stand brengen in de gebieden Noord, Midden en Zuid.

Financiën

Voor het verbeteren van het veiligheidsgevoel in eigen buurt zetten wij het jaarlijks beschikbare materiele budget van € 50.000 (dat was gereserveerd voor de aanpak van woninginbraken) de komende jaren in op:

  • het uitvoeren van het plan van aanpak High Impact Crimes 2018-2022.

  • het uitvoeren van kwalitatief onderzoek naar veiligheidsbeleving in enkele pilot wijken.

  • het inzetten van social media en communicatie campagnes.

De te maken kosten zullen in eerste instantie binnen de bestaande begroting worden gedekt. Indien deze niet toereikend zijn zullen wij de dekking van de extra lasten betrekken in de integrale afweging bij de Voorjaarsrapportage 2019.

3.2.2. Versterken keten zorg-veiligheid

Inleiding van het thema

Maatschappelijke ontwikkelingen zoals het langer thuis blijven wonen van hulpbehoevende en kwetsbare inwoners en de zelfredzaamheid die van mensen wordt verwacht, brengen risico’s met zich mee, zowel op het gebied van zorg en welzijn als op het gebied van veiligheid en leefbaarheid. De afgelopen jaren zijn in het sociaal domein grote veranderingen doorgevoerd. Die veranderingen hebben geleid tot een nieuwe balans tussen zorg en veiligheid en hebben effect op de persoonlijke leefsituatie van hulpbehoevende en kwetsbare inwoners en op de leefbaarheid en veiligheid in wijken en kernen. Binnen het veiligheidsdomein uit zich dit o.a. in woonoverlast en overlast van personen met verward gedrag. Daarnaast is de fysieke veiligheid in de woningen van kwetsbare inwoners een aandachtspunt. De gemeente speelt een belangrijke regierol in de aanpak van complexe casuïstiek, afstemming van interventies en de verbinding tussen de zorg- en veiligheidspartners. Voor de komende jaren zien wij daar een blijvende, intensieve, rol weggelegd.

 

Ondanks de verschillende inspanningen zien wij verbetermogelijkheden in de regievoering, het toepassen van maatwerk, het vinden van elkaar en benutten van elkaars kennis en expertise. Met het versterken van de keten zorg-veiligheid en vroegtijdige signalering willen wij:

  • woon- en leefsituatie van inwoners verbeteren

  • overlast voor de omgeving verminderen

  • recidive en escalatie voorkomen

  • bijdragen aan de sociale kwaliteit in wijken en kernen

Problematiek

Bij het versterken van de verbinding tussen het zorg- en veiligheidsdomein gaat het vaak om personen die de grip op hun leven (dreigen te) verliezen, waardoor het risico aanwezig is dat zij zichzelf of anderen schade berokkenen. Dit kan zich uiten in gewelddadig gedrag, maar ook in verwaarlozing. Vaak ervaren personen problemen op meerdere levensgebieden. De combinatie van verschillende problematiek (o.a. psychische-, verslavings- en financiële problemen) kan de druk die wordt ervaren versterken. Om te voorkomen dat mensen afglijden of overlastgevend gedrag geven is een passende ondersteuning en maatwerk van belang. Dit vraagt veel inzet van partijen, terwijl de oplossingen vaak niet eenvoudig gevonden worden. Dit vergt een lange adem en goede afstemming tussen betrokken partijen waarbij het belang van de persoon en de omgeving nooit uit het oog verloren mag worden. Maatwerk, doorzettingsmacht en beslissingsbevoegdheid zijn belangrijke waarden om de problematiek mee aan te pakken. Voor wat betreft de fysieke veiligheid van de kwetsbare en hulpbehoevende inwoners gaat het om de brandveiligheid.

 

Focuspunten

Bij het versterken van de verbinding tussen zorg en veiligheid leggen wij onze focus op vier (groepen van) personen waarvan hun situatie of problematiek er toe leidt dat wij zowel in het zorgdomein als in het veiligheidsdomein met deze mensen te maken (kunnen) hebben. Daar waar zorg voor deze mensen niet toereikend is zijn de effecten ook merkbaar in het veiligheidsdomein met name in de vorm van overlast.

 

Personen met verward gedrag.

Het aantal meldingen van personen met verward gedrag is de afgelopen jaren toegenomen, zowel lokaal als landelijk. Wij willen voorkomen dat personen tussen wal en schip vallen, de aandacht voor de persoon en directe omgeving voorop stellen en een sluitende aanpak realiseren, zodat veiligheidsgevoelens in wijken en kernen worden bevorderd, crisissituaties zo veel mogelijk worden voorkomen en politie en hulpdiensten worden ontlast. Daarbij is het van belang duidelijkheid te scheppen over op welke plekken welke signalen af kunnen worden gegeven. In het plan van aanpak Personen met verward gedrag staan welke acties worden ondernomen om vanaf eind 2018 tot een sluitende aanpak te komen waarbij de mensen de ondersteuning kunnen ontvangen die zij nodig hebben. De Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg, die in 2020 in werking treedt, regelt o.a. dat verplichte zorg ook buiten een GGZ-instelling opgelegd kan worden. De burgemeester krijgt hierin een belangrijke rol.

 

Zorgmijders en mensen die niet op eigen kracht hulp kunnen vragen

Zorgmijders hebben geen hulpvraag maar wel zorg nodig. Als mensen geen hulp willen, kan het een uitdaging zijn hen toch te bewegen zorg en hulp te accepteren. De omgeving van deze personen ervaart soms (ernstige en langdurige) overlast. Professionals die in de vorm van bemoeizorg, actief de mensen opzoeken en ondersteunen, spelen een essentiële rol in de aanpak en vroegtijdige inzet bij problematiek. Via bemoeizorg worden personen gemotiveerd meer balans te bewerkstelligen in hun leven.

 

Kwetsbare inwoners met verminderde zelfredzaamheid

De samenleving wordt complexer (o.a. door technologische ontwikkelingen en digitalisering) waardoor kwetsbare inwoners met verminderde zelfredzaamheid eerder vastlopen in de maatschappij. Er wordt een groot beroep gedaan op zelfredzaamheid en op de omgeving (van burenhulp tot mantelzorg) van deze personen. Het risico bestaat dat personen met een moeilijk definieerbare hulpvraag onvoldoende hulp ontvangen. Ouderen verdienen in het bijzonder aandacht, om hen te beschermen en ouderenmishandeling of andere problemen en risico’s (zoals brandveiligheid) te voorkomen.

 

Geweld door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer

Relationeel geweld (seksueel geweld, huiselijk geweld, kindermishandeling en ouderenmishandeling) heeft een grote impact op betrokkenen. Voor een gezonde en veilige leefomgeving, voor jong en oud, vinden wij het belangrijk om in een zo vroeg mogelijk stadium de problematiek te signaleren, aan te pakken en duurzaam op te lossen. Dit focuspunt vraagt om een intensieve wisselwerking tussen het zorg- en veiligheidsdomein. Het voorkomen van deze specifieke vormen van geweld bij al de eerste signalen is belangrijk. Ook het instrument ‘tijdelijk huisverbod’ is cruciaal om veiligheid èn zorg te garanderen. Wij sluiten daarbij aan bij het landelijke programma ‘geweld hoort nergens thuis’.

 

Uitgangspunten

In ons veiligheidsbeleid is zelfredzaamheid een uitgangspunt, waarbij wij uiteraard voldoende rekening houden met personen waarbij sprake is van verminderde of niet-zelfredzaamheid. Voor mensen die zorg mijden of niet op eigen kracht hulp kunnen vragen levert dit uitgangspunt dan ook een spanning op omdat het zoeken is wat mensen wel kunnen en willen. Voor de prioriteit versterken van de keten zorg-veiligheid vormen de integrale ketenaanpak, gebiedsgericht werken en informatie gestuurd werken belangrijke uitgangspunten. Daarnaast vraagt de sociale problematiek op Schiphol een specifieke aanpak die gericht is op de luchthaven en de reisbewegingen die daar plaatsvinden.

 

Indicatoren/doelstellingen

Het meten van de versterking keten zorg-veiligheid aan de hand van harde data is ingewikkeld. Toch willen we een aantal indicatoren opnemen die een beeld geven van de problematiek. Deze indicatoren staan in onderstaand overzicht. Zonder context zegt een indicator echter weinig. Op dit thema gaat het ons meer om het proces voor een sterkere keten, waarbij creatief denken en een sterkere, domein overstijgende samenwerking wordt gerealiseerd. We willen als resultaat van die versterkte keten een beheersbare situatie en verminderde overlast(gevoelens). Daarvoor gaan wij nieuwe instrumenten creëren, en onderzoek doen zoals een kwalitatieve meting van ervaringen van cliënten, omwonenden en/of professionals.

 

Indicator

Bron

Meting 2017

Streefwaarde 2019

Streefwaarde 2020

Streefwaarde 2021

Streefwaarde 2022

Incidenten personen met verward gedrag

Politie

576

530

480

400

350

Incidenten personen met verward gedrag Schiphol / aanvaarde hulp

KMar

150

130

100

80

75

Aantal opgelegde gebieds-ontzeggingen Schiphol

KMar

7

24

24

24

24

Aantal tijdelijke huisverboden

Gemeente

16

20

20

20

20

 

Aanpak en samenwerking met partners

Bij het verbeteren van de keten zorg-veiligheid werken wij intensief samen met onder meer het Zorg- en Veiligheidshuis, Veilig Thuis, politie, Openbaar ministerie, Koninklijke Marechaussee, reclassering, GGZ (inclusief verslavingszorg), GGD, Meerwaarde, Schiphol Group en Schiphol Social Work.

 

Wij zetten in hoofdlijnen in op:

  • Verbinding en bovenal vertrouwen tussen verschillende partijen vanuit zorg en veiligheidsdomein

  • Vakmanschap van de professionals

  • Problemen signaleren, informatie delen, samenwerken vanuit eigen verantwoordelijkheid met het gezamenlijke doel/gedeelde belangen voor ogen

  • Duidelijke afspraken en afstemming acties

  • Regie op een gemeenschappelijk gedragen plan

  • Heldere, concrete (kortere termijn) doelen binnen bredere complexe geheel.

Financiën

Voor het versterken van de keten zorg-veiligheid zetten wij in op:

  • Toereikende faciliteiten in het zorgdomein. Deze zijn van groot belang om problemen op het gebied van leefbaarheid en veiligheid te voorkomen, zoals voldoende opvang, zorg en woongelegenheden

  • Communicatie (beeldvorming/tolerantie en handelingsperspectief)

  • Regisseur verbinding zorg- en veiligheid (versterken samenwerking)

  • Onderzoek naar functioneren/effectiviteit zorg- en veiligheidsdomein/analyse (zie indicatoren)

De te maken kosten zullen in eerste instantie binnen de bestaande begroting worden gedekt. Indien deze niet toereikend zijn zullen wij de dekking van de extra lasten betrekken in de integrale afweging bij de Voorjaarsrapportage 2019.

3.2.3. Aanpak ondermijning / georganiseerde criminaliteit

Inleiding van het thema

Ondermijnende criminaliteit ondermijnt het lokale gezag, verslechtert de veiligheid en leefbaarheid in de buurt en levert schade op voor bonafide ondernemers. De ‘onderwereld’ maakt voor criminele activiteiten gebruik van diensten van ‘de bovenwereld’. Zo gebruiken criminelen vastgoed bijvoorbeeld voor het telen van hennep, het witwassen van crimineel verkregen vermogen of mensenhandel. Voor het verkrijgen en exploiteren van vastgoed maken ze onder andere gebruik van financiële dienstverleners, makelaars, notarissen, loodgieters en de overheid als vergunningverlener. Bewust of onbewust faciliteren deze partijen daarmee de ontplooiing van criminele activiteiten waardoor vermenging ontstaat tussen onder- en bovenwereld. Met de bestuurlijke aanpak willen wij deze vermenging bestrijden en voorkomen dat criminelen door de overheid worden gefaciliteerd.

 

Binnen het Regionaal Informatie- en Expertisecentrum (verder RIEC) werken wij met verschillende overheidspartners (o.a. het Openbaar Ministerie, de Politie, de Belastingdienst en de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst) samen aan het voorkomen en terugdringen van ondermijnende criminaliteit. Deze vorm van criminaliteit ondermijnt het lokale gezag en verslechtert de veiligheid en leefbaarheid, doordat onderwereld (onder valse voorwendselen) gebruik maakt van legale voorzieningen. Ondermijning is een vorm van georganiseerde criminaliteit die zich in de woonwijken en industrieterreinen manifesteert, maar niet op een zichtbare en meetbare manier zoals problemen met jeugdoverlast, woninginbrekers of personen met verward gedrag. Mede daarom hebben inwoners en ondernemers ook geen directe last van ondermijning en zullen zij het daardoor minder snel melden.

 

Wij gaan bestuursrechtelijke interventies plegen bij de aanpak van ondermijnende criminaliteit. Zo wordt bijvoorbeeld het beleid op basis van artikel 13b Opiumwet toegepast wanneer er soft- en/of harddrugs wordt aangetroffen in een woning of lokaal. Bij illegale prostitutie in een woning of lokaal ontvangt de pandeigenaar een last onder dwangsom. En bij illegale autoverkoop wordt er gehandhaafd op basis van het bestemmingsplan.

Tevens hebben wij een vastgestelde beleidsregel Wet Bibob. Hiermee kunnen aanvragers van vergunningen of kopers van vastgoed en/of gronden financieel getoetst worden. De aanvrager en/of koper moet kunnen aantonen dat het verkregen geld niet van criminele activiteiten afkomstig is.

 

Problematiek

We willen en moeten voorkomen, dat de onderwereld structureel verweven raakt met de bovenwereld waardoor de rechtsorde in gevaar kan komen. Bij de aanpak van ondermijning/georganiseerde criminaliteit willen wij een focus leggen op woon- en adresfraude, criminele samenwerkingsverbanden, (verouderde) bedrijventerreinen en drugsproductie- en handel (inclusief -smokkel via Schiphol).

 

In Haarlemmermeer zijn er meerdere gelegenheidsstructuren voor criminelen. Haarlemmermeer heeft namelijk een gunstige ligging voor het ontplooien van criminele netwerken. Door de aanwezigheid van Schiphol en een veelheid aan kleine en grote bedrijventerreinen is Haarlemmermeer een belangrijk knooppunt in de metropoolregio Amsterdam met goede infrastructurele verbindingen naar binnen- en buitenland.

 

Focuspunten

Bij de aanpak van ondermijning leggen wij onze focus op vier aangrijpingspunten die een goede basis vormen om de problematiek het hoofd te bieden.

 

Woon- en adres fraude

Door het niet inschrijven of verkeerd inschrijven in de Basisregistratie Personen (verder BRP) kunnen personen zich onttrekken aan het zicht van de overheid. De basis in de aanpak ondermijning voor de gemeente (en voor veel andere partners) begint bij een goede registratie in de BRP. Met een goede registratie is het moeilijker om fraude te plegen met uitkeringen en/of toeslagen. Goed geregistreerde personen zijn altijd traceerbaar door de overheid.

 

Criminele samenwerkingsverbanden

Criminelen organiseren zich in een netwerk waarbij zij zich structureel bezighouden met criminaliteit voor hun eigen financieel gewin. Belangrijk is hierbij dat we niet in een piramidevorm denken met één leider maar meer in de aanpak van facilitators. Criminele netwerken zijn steeds minder hiërarchisch maar meer een flexibel geheel waarbij personen makkelijk vervangbaar zijn. Zij ondermijnen daarbij de wet- en regelgeving van de overheid. Denk hierbij aan het onterecht verkrijgen van een uitkering, subsidie of toeslagen, het misbruiken van vergunningen, het verkrijgen van geld door criminele activiteiten (mensenhandel, hennepteelt- en handel, vastgoedfraude) en dat vervolgens in de legale economie willen brengen (witwassen). Op den duur kunnen deze criminele samenwerkingsverbanden onaantastbaar lijken. Wij kunnen deze problematiek alleen maar gezamenlijk aanpakken met partners. En tevens kunnen wij barrières opwerpen om deze vorm van ondermijning tegen te houden. Bijvoorbeeld middels de beleidsregel Wet Bibob.

 

Verouderde bedrijventerreinen

De gemeente kent een aantal oudere bedrijventerreinen waar het risico bestaat dat illegale bedrijven die onder de radar willen blijven zich daar willen vestigen. Een projectmatige en integrale aanpak van georganiseerde criminaliteit levert successen op, zoals op bedrijventerrein De Weeren in Zwanenburg (aantreffen van wapens, drugs en gestolen voertuigen).

 

Drugsproductie en -handel

Steeds vaker worden wij geconfronteerd met het dumpen van drugsafval in onze gemeente. Dit is voor ons een duidelijke aanwijzing dat we op dit vlak extra inzet moeten plegen om ook degenen die zich hier mee bezig houden te achterhalen. Drugsproductie en -handel is in Nederland nu eenmaal zeer lucratief waarbij de pakkans en de straffen laag zijn. De aanwezigheid van Schiphol heeft een aantrekkende werking op het smokkelen van drugs. Naast een lokale aanpak primair door de KMar is ook een meer landelijke aanpak en internationale samenwerking noodzakelijk om drugssmokkel via Schiphol aan te pakken. Daarnaast blijkt uit casuïstiek dat er bijna altijd een link is tussen georganiseerde criminaliteit en drugshandel. Omdat nu eenmaal met drugshandel snel en veel geld valt te verdienen.

 

Wij hebben opdracht gegeven voor een onderzoek naar ondermijning door een extern deskundige. Dit zogenoemde Ondermijningsbeeld vergroot het zicht op en inzicht in de georganiseerde criminaliteit in de gemeente en versterkt onze informatiepositie. Hierdoor kan ondermijnende criminaliteit effectiever worden aangepakt. Het ondermijningsbeeld beschrijft concrete signalen op het niveau van (rechts)personen, branches en locaties.

 

Uitgangspunten

Binnen de aanpak ondermijning zijn vooral de integrale ketenaanpak en het informatie gestuurd werken uitgangspunten waaraan wij met onze partners verder vorm gaan geven.

 

Verder vinden wij het uitgangspunt participatie van inwoners en ondernemers belangrijk binnen deze prioriteit, omdat inwoners en ondernemers een uitstekende informatiebron kunnen zijn om ons (bijvoorbeeld via Meld Misdaad Anoniem) te helpen in de aanpak.

 

Indicatoren/doelstellingen

Ons doel is om op basis van samenwerking en een gezamenlijk informatiebeeld de meest efficiënte en effectieve aanpak toe te passen om de georganiseerde criminaliteit terug te dringen. Wij zijn in staat proactief, preventief en repressief ondermijning te voorkomen en te bestrijden. Met behulp van informatie van inwoners en ondernemers. Om de aanpak te meten zullen wij de komende jaren de volgende indicatoren hanteren.

 

Indicator

Bron

Meting 2017

Streefwaarde 2019

Streefwaarde 2020

Streefwaarde 2021

Streefwaarde 2022

Misdrijven handel en vervaardigen soft- of harddrugs

Politie

26

25

<25

<25

<25

Waarschuwingen en sluitingen woningen en lokalen soft- en harddrugs

Gemeente

23 keer waarschuwing

en 10 keer sluitingen

30 keer

waarschuwing

en 15 keer sluiting

30 keer

waarschuwing

en 20 keer

sluiting

30 keer

waarschuwing

en 25 keer

sluiting

30 keer

waarschuwing

en 25 keer sluiting

Aantal signalen die vanuit gemeente worden aangebracht bij het RIEC

Gemeente

5

12

15

15

15

Aantal ontmantelde hennepkwekerijen

Politie

43

45

>45

>45

>45

Aantal RIEC casussen

RIEC

9

15

20

20

20

 

Aanpak en samenwerking met partners

Samen met onze (publieke en private) partners gaan wij georganiseerde criminaliteit tegen en willen deze zoveel mogelijk ontwrichten, waarbij gebruik wordt gemaakt van bestuursrechtelijke-, fiscale- en strafrechtelijke instrumenten. De overheidspartijen treden daadkrachtig op tegen vormen van ondermijning. Het bundelen en delen van de juiste informatie is hierbij randvoorwaardelijk.

Ter uitwerking van deze prioriteit maken wij een integraal plan van aanpak ondermijning 2018-2022.

 

Inwoners en ondernemers hebben geen direct negatief effect van georganiseerde criminaliteit. Maar op de lange termijn kunnen zij er wel last van krijgen. Zolang de inwoners en ondernemers weinig melden blijven er witte vlekken waarvan de overheidspartners geen wetenschap hebben. Wat wij niet weten kunnen wij ook niet aanpakken. Een bewustwordingscampagne onder inwoners en ondernemers kan de gemeente helpen in het ontvangen van signalen van georganiseerde criminaliteit. In de campagne moet inzichtelijk worden gemaakt welk direct effect georganiseerde criminaliteit op hen heeft. Onterecht uitgekeerde uitkeringen kost de gemeenschap geld maar ook het ontmantelen van een hennepkwekerij kost capaciteit van de overheid en daardoor geld.

 

We zetten in hoofdlijnen in op:

  • 1.

    Deelnemen aan alle RIEC-casuïstiek en indien wij signalen hebben van ondermijning deze aanleveren bij het RIEC;

  • 2.

    Persoonsgerichte aanpak en locatiegerichte aanpak van Outlaw Motor Gangs;

  • 3.

    Uitvoeren van de beleidsregel Wet Bibob;

  • 4.

    Handhaven volgens het beleid volgens artikel 13b Opiumwet bij soft- en harddrugs;

  • 5.

    Continueren van de ambtelijke wekgroep georganiseerde criminaliteit;

  • 6.

    Continueren van integrale controles bij seks- en escortbedrijven;

  • 7.

    Handhaven op illegale prostitutie;

  • 8.

    Opstellen van een plan van aanpak woon- en adresfraude;

  • 9.

    Opstellen van een integraal plan van aanpak ondermijning 2018-2022.

Financiën

Er is structureel budget noodzakelijk om een hoger bewustzijn over ondermijning te creëren bij inwoners en ondernemers. Hiermee wordt de meldingsbereidheid van hen vergroot waardoor de overheidspartners meer signalen ontvangen. De overheidspartners kunnen met deze signalen de integrale aanpak uitvoeren om zo de ondermijning aan te pakken.

 

Om de aanpak Ondermijning te kunnen starten is extra capaciteit nodig: dit vergt medewerkers en/of functies die we nu niet in de gemeente hebben.

Zo is een Tactisch analist noodzakelijk om beter informatie gestuurd te kunnen werken. Waarbij de verzamelde informatie uit onderzoeken en het RIEC-informatieplein d.m.v. gedetailleerde analyse wordt omgezet in ‘intelligence’: (harde) analyse en informatie die bruikbaar is ten behoeve van integrale en bestuurlijke interventies.

 

Daarnaast om het thema ‘woon- en adresfraude’ vorm te geven dient er extra capaciteit te komen bij Burgerzaken voor een bevolkingscontroleur. Deze bevolkingscontroleur kan controleren op de juistheid van de BRP, heeft bevoegdheden om onderzoek te doen door bijvoorbeeld controlebezoeken afleggen aan zowel bestaande als leegstaande panden en kan personen ambtshalve inschrijven in de BRP.

 

De te maken kosten zullen in eerste instantie binnen de bestaande begroting worden gedekt. Indien deze niet toereikend zijn zullen wij de dekking van de extra lasten betrekken in de integrale afweging bij de Voorjaarsrapportage 2019.

3.2.4. Integraal samenwerken aan contraterrorisme, extremisme en radicalisering (CTER)

Inleiding van het thema

CTER heeft een brede scope. In tegenstelling tot wat vaak wordt verstaan onder CTER gaat het in Haarlemmermeer niet alleen over de gewelddadig religieuze variant. Het gaat ook over de vormen links- en rechts (politiek), milieu en dieren. Op dit hele spectrum kunnen zich uitingen voordoen op het gebied van CTER.

Daarnaast gaat CTER ook over het voorstadium van radicalisering; polarisatie. De verbinding tussen mensen en verschillende groepen is bij polarisatie in het geding. Samenhang met inclusiebeleid en andere activiteiten vanuit het sociaal domein/zorg en welzijn zijn daarbij van belang.

Het is bij de aanpak van CTER en polarisatie van belang dat verschillende organisaties en sleutelpersonen kennis hebben over inhoud en achtergrond van thematiek en over een handelingsperspectief beschikken hoe om te gaan met bepaalde signalen en informatie. De gemeente moet goed ingericht zijn om dit zowel te kunnen stimuleren als aan te pakken. De aanpak kent zowel een preventieve insteek, als een repressieve.

 

Naast bovengenoemde ontwikkelingen en activiteiten verandert onze omgeving dermate dat er noodzaak is om ons voor te bereiden op een hopelijk nooit voordoende uiting van extreem geweld. Uit de burgerparticipatie voor deze nota blijkt dat inwoners en bezoekers van onze gemeente er ook van uit gaan dat de overheid er alles aan doet om de risico’s op extreem geweld te voorkomen en goed voorbereid is op een situatie als die zich voordoet. Dit alles maakt dat de gemeente samen met haar partners dient te voorzien in een adequate hulpverlenings- en crisisorganisatie welke paraat en bekwaam is met betrekking tot terrorismegevolgbestrijding.

 

De gemeente Haarlemmermeer heeft de vanaf 2016 haar eerstelijns professionals die frequent in contact staan met inwoners, ondernemers en organisaties, opgeleid middels basis- en verdiepingstrainingen op het gebied van CTER. Zij beschikken daarmee over kennis van het onderwerp, hoe het zich kan manifesteren en hoe zij ermee om moeten gaan wanneer zij ermee geconfronteerd worden. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van het bestaande netwerk van contactpersonen en wordt deze waar nodig uitgebreid. Dit heeft tot doel om een goede informatiepositie te behouden en te versterken wat essentieel is voor een goede aanpak van polarisatie en CTER.

 

Wanneer zich een (potentiële) CTER-casus voordoet binnen de gemeente Haarlemmermeer, wordt binnen de in het Regionaal Bestuurlijk Overleg Politie (RBOP) gemaakte afspraken samengewerkt met integrale ketenpartners, zowel binnen als buiten de gemeente. De gemeente maakt waar nodig gebruik van duidingsexperts ten behoeve van een adequate informatieanalyse en inzet van de juiste maatregelen.

 

In Haarlemmermeer beschikken we over een parate en getrainde reguliere hulpverlening- en crisisorganisatie. Daarnaast is de afgelopen jaren de aandacht uit gegaan naar zelfredzaamheid, hulpverlening door omstanders en specifieke voorbereiding op onder andere terrorismegevolgbestrijding.

 

In Haarlemmermeer zijn voor zover bekend weinig CTER-casussen. Het is juist dan van belang om aandacht te houden voor het thema. Nu er nagenoeg geen uitreizen naar, en terugkeerders van het strijdgebied zijn, wil niet zeggen dat de problematiek en aanhangers van dit specifieke radicaal gedachtegoed of ontwikkelingen op andere domeinen van CTER niet meer bestaan.

 

Verbreding van CTER naar polarisatie is een verbetering van de aanpak. Polarisatie vindt vaker plaats dan uitingen van CTER, en kunnen een voorportaal voor individuen zijn van CTER. Door in te zetten op het tegengaan van polarisatie, wordt tegelijkertijd gewerkt aan meer sociale / maatschappelijke inclusie.

 

Complexiteit van vitale infrastructuur en maatschappelijke veerkracht bij een dreiging en na incidenten blijven aandacht vragen. Tevens vergt de continuïteit van parate en bekwame hulpverleningsdiensten en crisisorganisatie voor de dagdagelijkse hulpverlening en specifieke crisis focus en blijvende doorontwikkeling.

 

Problematiek

Haarlemmermeer kent een zeer beperkte problematiek op het gebied van CTER. Doordat er weinig casuïstiek is, is er tot op heden beperkte praktische ervaring opgedaan. De onbekendheid en onzichtbaarheid van CTER en polarisatie en niet weten wat ermee te doen kan problematisch zijn. Het thema wordt bijvoorbeeld op scholen nog onvoldoende onder de aandacht gebracht. Meer verbinding en dialoog met onderwijzers en leerlingen / studenten zijn hierbij van belang.

 

Wat wel wordt geconstateerd zijn uitingen van polarisatie en discriminatie, met verminderde sociale cohesie tot gevolg. Dit is overigens een maatschappij brede trend en niet specifiek voor Haarlemmermeer. Gevoelens van geen / beperkte verbinding binnen de maatschappij en met de overheid worden ervaren. Dit kan legio oorzaken kennen, waarvan sommige buiten de invloed van de lokale overheid liggen.

 

Een andere landelijke trend waar ook rekening mee gehouden wordt in Haarlemmermeer is de toenemende invloed van het salafisme. Het salafisme is een verzamelterm voor een spectrum aan fundamentalistische stromingen binnen de soennitische islam. De salafistische stromingen zijn gericht op morele ‘heropvoeding’ en ‘zuivering’ van de geloofsgemeenschap en de maatschappij. Zowel online als offline wordt het gedachtegoed breed verspreid. Hoewel zeker niet alle salafisten een gevaar vormen voor de democratische rechtsorde bestaan er desondanks zorgen om de antidemocratische, polariserende en onverdraagzame boodschap die door een aantal van hen verspreid wordt. Ook vormen aspecten van het salafisme een voedingsbodem voor radicalisering.

 

Haarlemmermeer heeft gelukkig geen ervaring met fysieke uitingen van extreem (terroristisch) geweld. Desondanks is anticipatie op dreigingen binnen en buiten Haarlemmermeer van belang. Naast maatschappelijke ontwikkelingen zoals de toename van mensen met verward gedrag, vormt de vitale infrastructuur een complexe uitdaging voor de crisisorganisatie. Dit vergt een veranderende houding en werkwijze van de hulpverleningsdiensten. Ook kan er voor dagelijkse incidenten en bij uitingen van extreem geweld een stap vooruit gemaakt te worden in het bevorderen van de handelingsperspectieven voor omstanders (eigen veiligheid en onderlinge hulpverlening).

 

Focuspunten

Bij het integraal (in de veiligheidsketen) samenwerken aan CTER zijn er een aantal focuspunten te onderscheiden. Deze worden hieronder toegelicht.

 

Polarisatie

Radicalisering en polarisatie zijn twee verschillende fenomenen. Ze zijn aan elkaar verwant, maar zijn niet gelijk. Polarisatie betreft de verscherping van tegenstellingen tussen groepen in de samenleving die kan resulteren in spanningen tussen deze groepen en toename van de segregatie (o.a. langs etnische, religieuze en andere lijnen). Polarisatie is zorgelijk vanwege de toenemende sociale spanningen, in de klas, op straat, in de eigen organisatie en in de samenleving. Niet alleen omdat polarisatie als een mogelijke voedingsbodem voor alle vormen van radicalisering en extremisme kan dienen, maar omdat polarisatie an sich een negatieve invloed heeft op de sociaal-emotionele ontwikkeling van jongeren. Professionals maken zich grote zorgen om toenemende vervreemding, toenemend wantrouwen tegenover instituties en autoriteiten, een groeiend wij-zij-denken en mentale segregatie die jongeren vatbaarder maakt voor extreme standpunten en boodschappen. Polarisatie zorgt er kortom mede voor dat jongeren zich kunnen terugtrekken en geen rolmodel meer willen zijn. Ze vinden dat de democratische rechtsstaat er minder voor hen is en ervaren deze zeker niet als wederkerig. Dat heeft niet alleen gevolgen voor hun persoonlijke ontwikkeling en de kansen die ze krijgen en nemen in hun leven. Het kan er ook toe leiden dat jongeren opgroeien tot volwassenen die weinig tot geen maatschappelijke verbondenheid ervaren en zich minder medeverantwoordelijk voelen voor het algemeen welzijn.

 

Preventie, detectie en repressie van radicalisering

Het voorkomen van radicalisering wordt preventie genoemd. Het herkennen van signalen van radicalisering wordt aangeduid als detectie. Het treffen van maatregelen (bestuurs- dan wel strafrechtelijk of zorg) om radicalisering tegen te gaan betreft repressie.

 

Parate en bekwame hulpverlening- en crisisorganisatie

Dit wordt opgepakt bij het veiligheidsthema Crisisbeheersing (zie bijlage 1).

 

Uitgangspunten

Voor deze prioriteit zijn twee beleidsuitgangspunten dominant namelijk de integrale keenaanpak en informatie gestuurd werken.

 

Integrale ketenaanpak

De verbinding en korte lijnen tussen organisaties en professionals, zowel binnen als buiten de gemeente, zijn essentieel voor een effectieve aanpak. Radicaliseringsvraagstukken en een adequate crisisaanpak zijn vaak multidisciplinair van aard, raken meerdere organisaties en vergen verschillende soorten maatregelen. Afstemming tussen partners en onderlinge informatiedeling is daarbij van belang. In regionaal en lokaal verband wordt al intensief integraal samengewerkt. Dit heeft in het verleden zijn nut bewezen en zal worden gecontinueerd.

 

Informatie gestuurd werken

Informatie is van groot belang bij het tijdig kunnen inspelen op polarisatie- en CTER-casuïstiek. Daarbij is het van belang dat niet alleen de politie, maar ook de gemeente informatie uit de samenleving kan halen. De gemeente staat in verbinding op diverse gebieden met inwoners. Denk daarbij aan burgerzaken, leerplicht, sociale recherche, handhaving en toezicht, etc. Daarvoor is het in verbinding staan met de gemeenschap en gemeenschappelijke organisaties van groot belang. Informatie kan ook verkregen worden door middel van meldingen van inwoners en ondernemers. Informatie kan niet alleen een beeld geven van individuele gevallen, maar ook van mogelijk bredere ontwikkelingen in wijken of gemeenschappen. De verkregen informatie wordt geduid door professionals. Dat houdt in dat wordt gekeken of meldingen daadwerkelijk te maken hebben met radicalisering.

 

Indicatoren/doelstellingen

CTER laat zich, anders dan veel andere veiligheidsthema’s, lastig in een uitgekristalliseerd beeld vastleggen. Zowel kwalitatief als kwantitatief. Resultaten en effectiviteit van een preventieve en repressieve aanpak zijn nauwelijks meetbaar. Veel speelt zich buiten het zicht van de openbaarheid af. Ook kan niet alles vanuit gemeentelijk beleid worden voorkomen of aangepakt. Denk bijvoorbeeld aan een terreuraanslag die elders is voorbereid, maar hier plaats vindt.

 

Onze doelstellingen binnen deze prioriteit zijn:

  • Tijdig herkennen van CTER en polarisatie

  • Hogere meldingsbereidheid bij inwoners en ondernemers

  • Bewustwording en bekendheid bij professionals, inwoners en organisaties hoe gedrag te herkennen en te beschikken over handelingsperspectief hoe het te voorkomen

  • Grotere sociale cohesie

  • Integrale samenwerking (intern en extern)

  • Meer / betere informatievoorziening- en positie

  • Afname van polarisatie, radicalisering, extremisme en terrorisme

  • Parate en bekwame crisisorganisatie

Indicator

Bron

Meting 2017

Streefwaarde 2019

Streefwaarde 2020

Streefwaarde 2021

Streefwaarde 2022

Incidenten terreurdreiging

Politie

0

0

0

0

0

Meldingen CTER / ISTER Schiphol

KMar

1.177

1.000

750

<750

<750

Aantal casussen

Gemeente

4

0 <4

0 <4

0 <4

0 <4

Aantal crisisoefeningen

Terrorisme gevolgbestrijding

VRK

7

7

7

7

7

 

Aanpak en samenwerking met partners

We zetten op hoofdlijnen in op:

  • Korte lijnen tussen professionals en kennis hebben van (elkaars) interventie(on)mogelijkheden.

  • Borging van CTER en polarisatie in beleidsplannen van betrokken organisaties die een rol spelen in de aanpak.

  • Periodieke afstemming tussen in- en externe partnerorganisaties.

  • Informatiedeling en netwerkbenadering (integraliteit).

  • Handelingsbekwaam zijn en blijven.

We werken als gemeente samen met een groot intern- en extern netwerk, namelijk: team OOV, sociaal domein /sociale wijkteam, Leerplicht, Burgerzaken, Handhaving & Toezicht, SSC, KCC, Sociale Recherche, gebiedsmanagement en relatiebeheer, Politie basisteam Haarlemmermeer, Openbaar Ministerie (arrondissementsparket Noord-Holland), Zorg- en Veiligheidshuis Kennemerland, MeerWaarde, Zelforganisaties, Sleutelfiguren en organisaties vanuit de gemeenschap, Scholen, Wijkcentra, Jongerenwerk, Jeugdzorg, Raad voor de Kinderbescherming, Reclassering Nederland, GGZ, KMar, VRK.

 

Financiën

We willen investeren door in te zetten op:

  • Inhuren expertise (duidingsexpertise) voor incidentele casusbehandelingen

  • trainingen (kennis en handelingsperspectief)

  • preventie: kennisverbreding over dit thema bij scholen; maatschappelijk werk organisaties

  • Capaciteit medewerkers

  • Onderzoeken

De te maken kosten zullen in eerste instantie binnen de bestaande begroting worden gedekt. Indien deze niet toereikend zijn zullen wij de dekking van de extra lasten betrekken in de integrale afweging bij de Voorjaarsrapportage 2019.

4. Strategie vergunningen, toezicht en handhaving

4.1. Inleiding

Dit hoofdstuk geldt als een verbijzondering ten opzichte van de beleidsuitgangspunten en beleidsdoelen uit het algemene deel van deze Kadernota. Hieronder geven wij de context voor die bijzondere positie van de VTH-taken binnen het integraal veiligheidsbeleid.

 

Betekenis vergunningen-, toezicht- en handhavingstaken

We zetten voor het bereiken van onze beleidsdoelstellingen op het gebied van integrale veiligheid een groot aantal instrumenten in. Vergunningverlening, toezicht en handhaving nemen een bijzondere positie in. Dit volgt enerzijds uit het feit dat wij in veel gevallen zelf bevoegd gezag zijn voor de vergunningen-, toezicht- en handhavingstaken (VTH-taken) zodat wij direct sturing kunnen geven. Anderzijds vraagt de wetgever van ons voor de die taken in één of meerdere documenten beleid vast te stellen. In onze visie zijn de VTH-taken instrumenten van het integrale veiligheidsbeleid.

 

Toepassingsgebied

Dit hoofdstuk is van toepassing op de uitvoering van de VTH-taken die betrekking hebben op de het fysieke domein (diverse wetten in het omgevingsrecht) en op veiligheid en leefbaarheid in de openbare ruimte (zoals de Algemene Plaatselijke Verordening). De uitvoering van een groot deel van de VTH-taken in het fysieke domein is de afgelopen jaren echter ondergebracht bij de OD NZKG. Voor die taken moet de OD NZKG in haar werkgebied, in afstemming met de bevoegde gezagen, een VTH-strategie opstellen. Dit hoofdstuk geeft daarvoor input. De VTH-taken die de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude bij de Omgevingsdienst IJmond heeft ingebracht gaan over naar de OD NZKG.

 

Strategisch beleidskader

Vanwege de samenvoeging van de gemeenten Haarlemmermeer en Haarlemmerliede en Spaarnwoude is voor de VTH-taken een beleidsharmonisatie nodig. Op strategisch niveau gold in Haarlemmermeer het hoofdstuk 4. Strategisch beleid toezicht en handhaving uit de Kadernota Veiligheid 2013-2018. De gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude hanteerde als strategisch beleidskader de Nota Handhaving Openbare Ruimte en Milieu 2015-2018 . Dit hoofdstuk geeft het strategisch kader voor vergunningen, toezicht en handhaving in de nieuwe gemeente Haarlemmermeer.

 

Tactische- en operationeel beleidskaders

In andere documenten zijn voor de VTH-taken de meer tactische- en operationele beleidskaders opgenomen. Te denken valt aan de beleidsregel ‘Prioritering handhavingstaken op het gebied van bouwen, gebruik en milieu’ (2017.0066507), de ‘Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht’ (2016.0018300) en de ‘Beleidsregels bestuurlijke sancties gemeente Haarlemmermeer 2016’ (2016.0019091). In het kader van de beleidsharmonisatie neemt de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude onze tactische- en operationele beleidskaders over en wordt afwijkend beleid ingetrokken, zodat er eenduidigheid ontstaat voor de nieuwe gemeente Haarlemmermeer.

 

4.2. Evaluatie strategisch beleid 2015-2018

De afgelopen 4 jaar is het beleid een solide basis gebleken voor de uitvoering van de toezicht en handhavingstaken. Dit blijkt onder meer uit de bezwaar- en beroepszaken op het gebied van handhaving (lasten onder dwangsom en bestuursdwang, alsmede de inzet van het strafrecht) die veelal in het voordeel van onze gemeenten zijn uitgevallen. Ook in het kader van het Interbestuurlijk toezicht (IBT) door de Provincie Noord-Holland is het beleid als adequaat tot redelijk adequaat beoordeeld. Verbeterpunten die uit het IBT volgen, nemen we mee in onze beleidscyclus.

 

In de jaarlijkse uitvoeringsprogramma’s veiligheid en in de VTH-jaarverslagen van de Omgevingsdiensten wordt jaarlijks verslag gedaan van de resultaten van toezicht en handhaving en de bijdragen daarvan aan het bereiken van de beleidsdoelen. Jaarlijks wordt daarbij tevens bijgestuurd vanwege die resultaten of nieuwe ontwikkelingen op het gebied van regelgeving of risico’s. Een voorbeeld is het tegenvallende naleefgedrag bij het project Brandveiligheid Industrie en Gevaarlijke stoffen aanleiding voor een intensivering van de aanpak. In de jaarlijkse uitvoeringsprogramma’s voor veiligheid en VTH zijn meerdere voorbeelden te vinden, bijvoorbeeld die rond de aanpak van energiebesparing / duurzaamheid, bodembeleid rond PFOS, etc.

 

Deze solide basis nemen we voor een deel voor de komende periode over en vullen wij aan met diverse ontwikkelingen, zoals de Landelijke Handhavingsstrategie (LHS) die inmiddels is vastgesteld, Met de LHS zijn wij en de Omgevingsdiensten bij de uitvoering van de toezicht- en handhavingstaken reeds rekening gaan houden. De wetgever heeft verder bepaald dat ook voor vergunningverlening een beleidskader moet worden opgesteld. Met het vaststellen van deze Kadernota integrale veiligheid 2018-2022 wordt daarin op strategisch niveau voorzien.

 

Ontwikkelingen

Binnen de looptijd van deze nota treedt de Omgevingswet naar verwachting in 2021 in werking. Die wet bundelt 26 bestaande wetten in het omgevingsrecht tot één wet voor de hele leefomgeving. De beleidsconsequenties voor de VTH-taken zijn op dit moment nog onvoldoende in beeld om op dit moment vast te leggen. Wel willen wij alvast zo veel mogelijk anticiperen op de Omgevingswet.

 

Op basis van de beleidsdoelen uit deze nota gaan wij de uitvoering van de VTH-taken verder doorontwikkelen vooruitlopend op de Omgevingswet. In de volgende paragraaf geven wij onze uitgangspunten daarbij weer.

 

4.3. Beleidsuitgangspunten voor de VTH-taken

In dit deel gaan we nader in op de bijzondere beleidsuitgangspunten voor de VTH-taken die bovenop de uitgangspunten uit het algemene deel van deze Kadernota gelden of daar een specifieke uitwerking van zijn.

 

Beleidsdoelstellingen en indicatoren

Vergunningverlening, toezicht en handhaving zijn geen doel op zich. Ze dragen bij aan de beleidsdoelstellingen in deze nota. De uitvoering van de VTH-taken is te allen tijde terug te voeren op de in de programmabegroting gestelde (meerjarige) beleidsdoelen. Jaarlijks wordt bezien in hoeverre de VTH-taken hebben bijgedragen aan de realisering van de beleidsdoelen. Waar mogelijk zullen wij in andere beleidsdocumenten en plannen van aanpak specifieke indicatoren opnemen, zoals een percentage verginningen dat binnen de wettelijke termijnen moet zijn verleend, het naleefgedrag bij milieucontroles en de afname van overlast in de openbare ruimte (bijvoorbeeld bij vroegtijdig afsteken van vuurwerk).

 

Eigen verantwoordelijkheid

De grootste kansen op een veilige- en leefbare omgeving biedt een combinatie van spontane naleving van regels door inwoners, bedrijven en instellingen in combinatie met vergunningverlening, toezicht en handhaving. Als uitgangspunt geldt de eigen verantwoordelijkheid van inwoners, bedrijven en instellingen. Wij willen die primaire eigen verantwoordelijkheid de komende tijd meer benadrukken. Vergunningen worden tijdig en volledig aangevraagd en voorschriften worden spontaan nageleefd, ook zonder dat er toezicht is. Toezicht en handhaving zien wij als instrumenten die ingezet kunnen worden om veiligheid en leefbaarheid te waarborgen en niet als instrumenteren die ingezet moeten worden. Spontane naleving van regels belonen we met minder toezicht. Bewuste overtreders krijgen echter te maken met verscherpt toezicht en met handhaving.

 

Rechtszekerheid vergunningen

Wij streven naar een hoge mate van rechtszekerheid door vergunningen binnen de wettelijke termijn af te geven en die de rechterlijke toets kunnen doorstaan. Initiatiefnemers wordt vooraf geadviseerd zelf draagvlak van belanghebbenden te verkrijgen.

 

Vergunningenproces volledig digitaal

De Omgevingswet gaat in de toekomst uit van 1 digitaal loket voor inwoners en bedrijven waar men 1 omgevingsvergunning voor een project kan aanvragen. Het is in het kader van een goede dienstverlening daarom van belang dat wij ons vergunningenproces de komende jaren verder digitaliseren. Bijzondere aandacht is nodig voor een adequate bescherming van privacygevoelige gegevens en voor eenduidige digitale archivering. Ook de samenwerking en afstemming van digitale vergunningenprocessen met onze partners, zoals de politie, de KMar, de VRK/Brandweer en de Omgevingsdienst NZKG, is hierbij van cruciaal belang.

 

Vermindering lokale regeldruk

Jaarlijks bezien wij de Algemene Plaatselijke Verordening met het oog op maatschappelijke ontwikkelingen en de wens tot deregulering van lokale regels. Waar algemene regels in de plaats kunnen treden van vergunningen of ontheffingen nemen we dit vooruitlopend op een te maken omgevingsvisie en omgevingsplan alvast mee in de besluitvorming.

 

Prioritering en inzet van informatie gestuurde handhaving

Bij overtreding van wet- en regelgeving treden wij in principe handhavend op. Aangezien de capaciteit ontbreekt om tegen alle overtredingen op te treden, stellen wij prioriteiten in de handhaving. De prioriteiten zijn gebaseerd op risicoanalyses. De inzet van de personele capaciteit wordt verder bepaald op basis van actuele, betrouwbare en relevante informatie. Met dit uitgangspunt willen we bereiken dat de VTH-capaciteit wordt ingezet waar deze het meest efficiënt en effectief is.

 

Gebiedsgericht samenwerken met onze partners

Wij nemen leefbaarheids- en veiligheidsvraagstukken die dicht bij inwoners en bedrijven leven als een belangrijk uitgangspunt voor het uitvoeren van de VTH-taken. Wij werken in de toekomst steeds meer gebiedsgericht en organiseren de VTH-taken zodanig dat deze zo effectief en efficiënt mogelijk bijdragen aan leefbaarheid en veiligheid in het gebied.

 

Participatie van inwoners, bedrijven en instellingen

Leefbaarheid en veiligheid maken we samen met onze inwoners, bedrijven en instellingen. Op basis van de ervaringen die we hebben opgedaan, gaan we leefbaarheid en veiligheid nog meer vormgeven met onze veiligheidspartners en de mensen die hier wonen, werken en verblijven. Gemeentelijke handhavers en wijkagenten bouwen hun rol als eerste aanspreekpunt in de wijken verder uit. Ze nemen initiatief tot dialoog, weten wat er in hun wijk speelt, wat er nodig is en overleggen over de maatregelen die in samenwerking met inwoners, bedrijven en instellingen kunnen worden genomen. We gaan daarbij uit van preventieve maatregelen waar dat mogelijk is en repressieve handhaving waar dat moet. In de praktijk zorgen wij voor maatwerk.

 

Robuuste uitvoering VTH-taken

Met het oog op de komst van de Omgevingswet zullen wij de komende jaren onderzoeken welke VTH-taken in het fysieke domein wij nog meer in mandaat willen laten uitvoeren door de OD NZKG. Voor ons is daarbij van belang dat er sprake is van een robuuste uitvoering van de VTH-taken. Concreet houdt dit in dat de dienstverlening van een voldoende kwaliteit is, dat de VTH-taken door de OD NZKG effectiever en efficiënter worden uitgevoerd en dat de kosten voor de dienstverlening niet toenemen.

 

4.4. Beleidscyclus hanteren voor alle VTH-taken

De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en het daarop gebaseerde Besluit omgevingsrecht en de Ministeriele regeling omgevingsrecht stellen eisen aan de VTH-taken in het fysieke domein (voor bijvoorbeeld voor de werkvelden bouw, milieu, bodem en ruimtelijke ordening). De eisen zijn gebaseerd op ‘de dubbele regelkring (BIG-8; zie afbeelding hierna)’ en zijn vertaald naar procescriteria. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland houden Interbestuurlijk toezicht op de wijze waarop wij hieraan voldoen. Jaarlijks rapporteren Gedeputeerde staten hierover aan het college.

 

Afbeelding 1. ‘de dubbele regelkring’

 

De wettelijke eisen gelden niet voor de VTH-taken in de openbare ruimte, die bijvoorbeeld op basis van de Algemene Plaatselijke Verordening door onze handhavers worden uitgevoerd. Wij streven er naar de VTH-beleidscyclus de komende jaren te versterken door de procescriteria ook te gaan hanteren voor de VTH-taken in de openbare ruimte. Hieronder geven wij op hoofdlijnen aan hoe wij de verschillende procescriteria in ons VTH-beleid (verder) willen vormgeven.

 

Rapportage en evaluatie

Deze processtap gaat over het analyseren van allerlei relevante elementen, veranderingen en resultaten voor vergunningverlening, toezicht en handhaving. Met de verantwoording in ons jaarlijkse Uitvoeringsprogramma veiligheid wordt zowel de effectiviteit als de efficiency van de door ons uitgevoerde VTH-taken (zoals particuliere bouw, strijdig gebruik en leefbaarheid en veiligheid in de openbare ruimte) beoordeeld en sturen wij indien noodzakelijk bij. Hierin wordt aangegeven op welke wijze de VTH-taken hebben bijgedragen aan de beleidsdoelen. Voor de VTH-taken die wij ter uitvoering aan de OD NZKG hebben overgedragen maakt de OD NZKG een Jaarverslag VTH-uitvoeringsprogramma. Beiden worden na vaststelling ter bespreking aan de gemeenteraad gezonden.

 

Eens in de vier jaar wordt het integrale veiligheidsbeleid inclusief de VTH-taken geëvalueerd en wordt in overleg met de veiligheidspartners een veiligheidsanalyse opgesteld, in overleg met de OD NZKG een omgevingsscan opgesteld en in afstemming met de Veiligheidsregio een regionaal risicoprofiel opgesteld. De gemeenteraad stelt het integrale veiligheidsbeleid voor vier jaar vast.

 

Strategisch beleidskader

Deze processtap gaat over het voorbereiden en vaststellen van prioriteiten en meetbare doelstellingen. De evaluatie van het integrale veiligheidsbeleid legt hiervoor een basis door de resultaten te gebruiken om beleidsdoelen te stellen. Deze Kadernota geeft het strategisch beleidskader en de strategische doelstelling voor veiligheid. De prioriteiten worden gebaseerd op risicoanalyses. Voor de VTH-taken die bij de OD NZKG zijn ingebracht, maakt de OD NZKG risicoanalyses. Daarop baseert men het jaarlijks VTH-uitvoeringsprogramma voor Haarlemmermeer. Voor de VTH-taken die wij niet hebben ingebracht bij de OD NZKG stellen wij zelf probleem- en risicoanalyses op. Meetbare doelstellingen voor de VTH-taken zijn afgeleid van de strategische beleidsdoelstellingen en worden opgenomen in de jaarlijkse uitvoeringsprogramma’s.

 

Operationeel beleidskader

In deze processtap worden de prioriteiten en de doelstellingen vertaald in een vergunningenstrategie en een naleefstrategie. De vergunningenstrategie gaat primair over op de objectieve criteria voor het toetsen van vergunningaanvragen. Zo hanteren wij beleidsregels ‘Toetsniveau bouwbesluit’ (2014.0052001) voor de vergunningaanvragen die wij zelf behandelen. De OD ZNKG hanteert het (mede door ons) vastgestelde ‘Uniforme uitvoeringsniveau’. Deze methode geeft voor de VTH-taken o.a. de niveaus van toetsen en toezicht aan. Periodiek wordt bezien in hoeverre de vergunningenstrategie nog actueel is.

 

In de naleefstrategie geven we onder meer antwoord op de vragen:

  • Hoe houden we toezicht?

  • Hoe treden we op bij overtredingen ?

  • Wanneer en hoe zien we van handhaving af(gedogen)?

Het operationele VTH-beleid wordt in een aparte beleidsnota van B&W uitgewerkt. Daarbij houden wij rekening met de Landelijke Handhaving Strategie. Daarin werken wij verder samen met de OD NZKG en andere handhavingspartners en stemmen we ons beleid af.

 

Planning en control

In deze processtap wordt een integraal uitvoeringsprogramma opgesteld voor de VTH-taken. Jaarlijks stellen wij met onze partners een Uitvoeringsprogramma veiligheid op inclusief de VTH-taken die wij zelf uitvoeren. Voor de VTH -taken die de OD NZKG voor ons uitvoert, stelt de OD NZKG een VTH-uitvoeringsprogramma op. De financiële middelen voor de uitvoering daarvan zijn geborgd in onze programmabegroting. Met de OD ZNKG sluiten wij jaarlijks een actuele uitvoeringsovereenkomst waarin de financiële middelen zijn gekoppeld aan de VTH-taken. Dit staat garant voor een kwalitatief goede en robuuste uitvoering van het VTH-uitvoeringsprogramma. De OD NZKG werkt volgens het systeem van Prestatiegericht Financieren. Dit komt tot uitdrukking in de meerjarenbegroting en de jaarrekening van de OD NZKG. De kwaliteit van de uitvoering van de VTH-taken door de OD NZKG volgt uit de door de gemeenteraad vastgestelde ‘Verordening kwaliteitscriteria’ (2016.0018300). Concreet is deze vertaald in de methode ‘Uniforme uitvoeringsniveau’ van de OD NZKG. De Verordening kwaliteitscriteria is niet van toepassing op de resterende VTH-taken die wij zelf uitvoeren (zie ook onder beleidsuitgangspunt Robuuste uitvoering VTH-taken).

 

Voorbereiden

In deze processtap wordt bereikt dat wij op een juiste wijze uitvoering geven aan het uitvoeringsprogramma veiligheid. Wij handelen voor de VTH-taken op basis van vooraf opgestelde procedures, processen en protocollen. Dit geldt eveneens voor de bij de OD NZKG ingebrachte taken. De OD NZKG werkt bij de voorbereiding volgens het principe van informatie gestuurde handhaving

 

Uitvoeren

De kern van deze stap is het feitelijk verlenen van vergunningen, het houden van toezicht op de naleving en de handhaving. Vergunningverlening en toezicht en handhaving zijn organisatorisch gescheiden van elkaar, zowel bij de taken die wij uitvoeren als bij de taken die de OD NZKG voor ons uitvoert. De medewerkers die de toezicht en handhavingstaken Bouw, Milieu en Ruimtelijke Ordening uitvoeren, worden niet voortdurend belast met dezelfde bedrijven, maar zij rouleren. De wettelijk verplichte 24/7 bereikbaarheid en beschikbaarheid hebben wij als taak ondergebracht bij de OD NZKG onder de naam ‘consignatiedienst’.

 

Monitoren

De uitvoering van de VTH-taken wordt in diverse systemen gemonitord, zodat analyse van de uitvoering en de resultaten mogelijk is. De belangrijkste systeem daarvoor zijn PRO-Nova en Verseon, waarin ook de VTH-processen en de archivering geautomatiseerd verlopen. De komende jaren zullen wij de analysemogelijkheden versterken, zodat informatie gestuurd werken voor de VTH-taken die wij niet bij de OD NZKG hebben ondergebracht mogelijk is. De resultaten van deze processtap worden weergegeven in het jaarlijks Uitvoeringsprogramma Veiligheid. Daarin wordt aangegeven in hoeverre de uitvoering heeft bijgedragen aan de gestelde beleidsdoelen.

De OD NZKG gebruikt het systeem Mozard bij de VTH-taken voor monitoring, analyse, archivering en als basis voor informatie gestuurde handhaving. De resultaten van de monitoring geeft de OD NZKG weer in het jaarverslag VTH-uitvoeringsprogramma.

5. Organisatorische borging

 

Deze Kadernota is het resultaat van de samenwerking en afstemming in ons veiligheidsnetwerk. Op verschillende momenten en via verschillende podia is relevante input verwerkt in de Veiligheidsanalyse 2013-2017, bij de middag van de veiligheid, in het raadsvoorstel voor de nieuwe prioriteiten 2018-2022 en in de ingezette Versnellingskamer. Het draagvlak voor de uitvoering van deze Kadernota is daarmee geborgd. Ook doordat doelen, prioriteiten, beleidsuitgangspunten, acties en activiteiten in samenwerking met alle deelnemer in ons veiligheidsnetwerk worden verankerd in werkplannen, plannen van aanpak en het jaarlijks uitvoeringsprogramma werken we gericht en integraal aan de beleidsdoelstellingen. De gemeente voert de regie op veiligheid.

In deze paragraaf staan we daar kort bij stil.

 

5.1. Bestuurlijke- en ambtelijke borging

De burgemeester is verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid. In verschillende wetten is die rol verankerd en zijn aan de burgemeester bijzondere bevoegdheden toegekend, zoals het opleggen van een ‘tijdelijk huisverbod’, een ‘in bewaring stelling van personen met verward gedrag’ of noodbevoegdheden. De burgemeester voert het opperbevel bij brand, rampen en crises. De portefeuille veiligheid in het college is van de burgemeester. In een aantal gremia binnen het veiligheidsnetwerk is de burgemeester voorzitter (zoals van de Driehoek en het bestuurlijk Overleg Veiligheid Schiphol) of bestuurlijk trekker (zoals van de integrale samenwerking op CTER). De burgemeester is de verpersoonlijking van het veiligheidsbeleid van de gemeente.

 

Het college van burgemeester en wethouders voert het beleid in gezamenlijke verantwoordelijkheid uit. Veiligheid heeft vele raakvlakken met andere portefeuilles, zoals Zorg, Wonen, Economie, Ruimtelijke ordening, Verkeer, Ondernemen etc. Het college maakt een integrale afweging. Het stelt specifieke plannen van aanpak en het jaarlijks uitvoeringsprogramma veiligheid vast. Het college legt aan de raad verantwoording af over de bereikte resultaten op verschillende manieren en momenten in het jaar zoals in de planning en control cyclus en door de raad schriftelijk van actuele zaken op de hoogte te stellen.

 

De gemeenteraad stelt de beleidskaders vast, zoals deze Kadernota en het financieel kader via de programmabegroting. De raad maakt daarbij een integrale afweging. De raad controleert de burgemeester en het college over het gevoerde beleid.

 

Een centrale rol in de ambtelijke organisatie ligt bij cluster veiligheid. Team openbare orde voert regie op de integrale aanpak van veiligheidsdossiers met een lange doorlooptijd en op spoed veiligheidsvraagstukken met een hele korte doorlooptijd. Team Handhaving en toezicht zorgt met haar handhavers voor leefbaarheid in de openbare ruimte. Samenwerking met interne- en externe partners is daarbij een absolute randvoorwaarde (zie ook paragraaf 2.4.).

 

5.2. Samenwerking en participatie

In deze Kadernota vormen samenwerking en participatie een rode draad in ons veiligheidsbeleid. Op veel plaatsen is dit geborgd. Die rode draad komt terug in onze missie en visie, in onze uitgangspunten en in de strategie rond vergunningen, toezicht en handhaving. Ook in concrete aanpakken bij verschillende prioriteiten staan samenwerking en participatie centraal, zoals bij het verbeteren van het veiligheidsgevoel in eigen buurt en bij de aanpak van ondermijning. Ook op het niveau van concrete acties is samenwerking met ketenpartners en participatie van inwoners en ondernemers geborgd, zoals deelname aan bestaande netwerken als Waaks!, AED, vrijwillige brandweer, buurt WhatsApp groepen, Meld Misdaad Anoniem, de participatie van bewoners in wijkschouwen op het gebied van fysieke kwaliteit en de participatie van jongeren bij de aanpak van cyberpesten. In de jaarlijkse uitvoeringsprogramma’s veiligheid wordt samenwerking en participatie verder geconcretiseerd in acties, interventies en projecten die bijdragen aan ons veiligheidsbeleid.

 

5.3. Financiën

De dekking van de in deze nota voorgenomen activiteiten is in de programmabegroting geborgd. In de Programmabegroting 2019-2022 van Haarlemmermeer is bij het programma Veiligheid een totaalbedrag van € 14.597.000 aan lasten opgenomen. Dit is inclusief de bij de Voorjaarsrapportage 2018 genoemde financiering van de regionale samenwerking. In de programmabegroting van Haarlemmerliede en Spaarnwoude is € 548.900 voor veiligheid opgenomen. Het zwaartepunt ligt bij het programma ‘Veiligheid’ met bijvoorbeeld de bijdrage van ruim € 13 mln. aan de Veiligheidsregio Kennemerland. Ook andere programma’s, zoals ‘Kwaliteit Fysieke omgeving’ draagt met een bijdrage van ruim 6.8 mln. aan de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied indirect bij aan de veiligheidsdoelen. Aan veiligheidsthema’s, zoals ‘veiligheid in en om school’ en ‘jeugd en veiligheid’ is dekking binnen de programma’s Jeugd en onderwijs voorzien.

 

5.4. Uitvoeringsprogramma veiligheid

Deze Kadernota wordt net als zijn voorganger uitgewerkt in een jaarlijks uitvoeringsprogramma veiligheid. Daarin wordt verslag gedaan over de resultaten van de vier prioriteiten. Ook wordt vooruitgekeken op de activiteiten en projecten van het komende jaar. Het uitvoeringsprogramma wordt in de regel in het laatste kwartaal van het jaar vastgesteld door B&W en in het eerste kwartaal van het nieuwe jaar besproken met de gemeenteraad. Omdat we na de verkiezingen in november 2018 met een nieuw collegeprogramma gaan werken zal het uitvoeringsprogramma naar verwachting door het nieuwe college in het eerste kwartaal van 2019 worden vastgesteld. Tot eind dit jaar werken we nog met het vastgestelde uitvoeringsprogramma veiligheid 2018.

Hoofddorp, juli 2018

De burgemeester van Haarlemmermeer

Onno Hoes

Halfweg, juli 2018

de burgemeester van Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Pieter Heiliegers

Bijlage 1. Overige veiligheidsthema’s 2018-2022

 

De prioriteiten zijn in hoofdstuk 3. uitgewerkt. In deze bijlage wordt de aanpak op hoofdlijnen van de overige veiligheidsthema’s in het kort aangegeven. De nadere uitwerking vindt plaats in het jaarlijks uitvoeringsprogramma veiligheid.

 

Veilig winkelgebied

Veilige bedrijventerreinen

Veilig uitgaan

Veilige evenementen

Veilig toerisme en Schiphol

Jeugdoverlast

Jeugdcriminaliteit

Jeugd, alcohol en drugs

Veilig in en om de school

Brandveiligheid

Externe veiligheid / milieu

Crisisbeheersing

Hartveilig wonen

Veilige publieke taak

Informatieveiligheid

Ambtelijke- en bestuurlijke integriteit


1

Bron CBS 2017/G32