Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Assen

Beleidsregels Wet Inburgering 2021 gemeente Assen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAssen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels Wet Inburgering 2021 gemeente Assen
CiteertitelBeleidsregels Wet Inburgering 2021 gemeente Assen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 1 van de Wet inburgering 2021
  2. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-10-2022Nieuwe regeling

11-10-2022

gmb-2022-462658

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels Wet Inburgering 2021 gemeente Assen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Assen,

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en de Wet inburgering 2021;

overwegende dat het gewenst is beleidsregels vast te stellen betreffende de uitvoering van de in de

Wet inburgering 2021 en aanverwante regelgeving aan het college van burgemeester en wethouders

verleende taken en bevoegdheden;

BESLUITEN:

vast te stellen de Beleidsregels Wet inburgering 2021 gemeente Assen

 

 

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

  • 1.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      Awb: Algemene wet bestuursrecht;

    • b.

      Asielstatushouder: de inburgeringsplichtige als bedoeld in artikel 13, eerste lid, van de Wet inburgering 2021;

    • c.

      AZC: asielzoekerscentrum;

    • d.

      Besluit: het Besluit inburgering 2021;

    • e.

      BRP: Basisregistratie personen;

    • f.

      Brede intake: de intake als bedoeld in artikel 14 van de Wet inburgering 2021;

    • g.

      COA: Centraal Orgaan opvang Asielzoekers;

    • h.

      College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Assen;

    • i.

      Gezinsmigranten en overige migranten: inburgeringsplichtigen die verblijf hebben op grond van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, met uitzondering van inburgeringsplichtigen als bedoeld in artikel 13, eerste lid, onderdeel b, Wet inburgering 2021;

    • j.

      Inburgeringsplichtige: de inwoner die volgens artikel 3 van de Wet inburgering 2021 inburgeringsplichtig is;

    • k.

      Inburgeringstraject: het traject dat is gericht op het afronden van het participatieverklaringstraject, het afronden van de Module Arbeidsmarkt en Participatie en het behalen van het inburgeringsexamen, de onderwijsroute of de zelfredzaamheidsroute;

    • l.

      ISI: Informatie Systeem Inburgering van DUO;

    • m.

      Leerbaarheidstoets: de toets als bedoeld in artikel 14, derde lid, aanhef en onderdeel b, van de Wet inburgering 2021;

    • n.

      Leerroutes: de B1-route als bedoeld in artikel 7, de onderwijsroute, als bedoeld in artikel 8 en de zelfredzaamheidsroute, als bedoeld in artikel 9 van de Wet inburgering 2021;

    • o.

      Maatschappelijke begeleiding: de begeleiding van asielstatushouder zoals geregeld in artikel 13 van de Wet inburgering 2021;

    • p.

      MAP: de Module Arbeidsmarkt en Participatie, als bedoeld in artikel 6, eerste lid onderdeel b, van de Wet inburgering 2021;

    • q.

      PIP: het Persoonlijk plan Inburgering en Participatie, als bedoeld in artikel 15 van de Wet inburgering 2021;

    • r.

      PVT: het participatieverklaringstraject als bedoeld in artikel 6, eerste lid onderdeel a, van de Wet inburgering 2021;

    • s.

      Regeling: de Regeling inburgering 2021;

    • t.

      TVS: Taakstellingvolgsysteem, waarin het COA en gemeenten informatie delen over asielstatushouders;

    • u.

      Wet: de Wet inburgering 2021.

  • 2.

    Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet, het Besluit inburgering 2021, de Regeling inburgering 2021en de Algemene wet bestuursrecht.

 

Artikel 2. Informatieverstrekking

Het college draagt er zorg voor dat inburgeringsplichtigen op adequate wijze informatie ontvangen over:

  • 1.

    Hun rechten en plichten op grond van de inburgeringswetgeving;

  • 2.

    De MAP;

  • 3.

    Het PVT;

  • 4.

    De leerroutes.

Het college draagt er zorg voor dat asielstatushouders op adequate wijze informatie ontvangen over:

  • 1.

    De maatschappelijke begeleiding.

 

Artikel 3. De brede intake

  • 1.

    Het college neemt de brede intake zo vroeg mogelijk af, bij voorkeur zodra de inburgeringsplichtige bekend is bij de gemeente. Voor asielstatushouders is dit het moment waarop een inburgeringsplichtige door het COA wordt toegewezen aan de gemeente, de zogenoemde koppeling. Voor gezinsmigranten en overige migranten is dit het moment van inschrijving in de gemeente. De brede intake omvat de informatie van het COA, de leerbaarheidstoets, het NOA-assessment (indien mogelijk) en gesprekken met de regievoerder.

  • 2.

    De leerbaarheidstoets wordt afgenomen als onderdeel van de brede intake.

  • 3.

    De gemeente nodigt de inburgeringsplichtige schriftelijk (per mail, WhatsApp, of brief) uit voor de brede intake.

  • 4.

    De in het vorige lid genoemde uitnodiging vermeldt naast de dag, plaats en tijdstip van de intake ook het volgende:

    • a.

      Het doel, de werkwijze en het belang van de brede intake in het inburgeringstraject;

    • b.

      Het recht om de gesprekken in het kader van de brede intake met de gemeente alleen te voeren of in aanwezigheid van een onafhankelijk cliëntondersteuner en/of een tolk en

    • c.

      De gevolgen als de inburgeringsplichtige zonder afmelding niet bij de brede intake verschijnt of hieraan onvoldoende meewerkt.

  • 5.

    Tussen de in het derde lid genoemde uitnodiging voor de brede intake en de intake zelf zit maximaal 10 werkdagen.

  • 6.

    Als het college op grond van artikel 14, tweede lid, van de Wet de brede intake in afwezigheid van de inburgeringsplichtige voltooit, onderzoekt het college de omstandigheden van de inburgeringsplichtige aan de hand van de gegevens waarover het college wel kan beschikken, zoals:

    • a.

      De uitkomsten van de leerbaarheidstoets;

    • b.

      Informatie uit het uitkeringsdossier;

    • c.

      Voor asielstatushouders: de gegevens uit het TVS.

  • 7.

    Het college legt de relevante informatie die wordt verkregen in verband met de afname van de brede intake schriftelijk vast.

  • 8.

    Het college nodigt de inburgeringsplichtige binnen uiterlijk drie weken na afronding van de brede intake uit voor een gesprek hierover, zodat tijdig het PIP kan worden opgesteld.

  • 9.

    Het college geeft na afloop van het gesprek een kopie van het PIP aan de inburgeringsplichtige. Op verzoek kan het PIP ook digitaal naar de inburgeringsplichtige gestuurd worden.

  • 10.

    Wanneer de inburgeringsplichtige voor wie de leerroute door een andere gemeente al is vastgesteld, verhuist naar de gemeente Assen, vindt binnen 10 weken na de inschrijving van de inburgeringsplichtige in de BRP een gesprek plaats met de inburgeringsplichtige. De gemeente Assen neemt de eerder vastgestelde leerroute over. De invulling van de leerroute en de intensiteit kunnen worden aangepast.

  • 11.

    De inburgeringsplichtige krijgt een kopie van het nieuwe PIP, waarin opgenomen hetgeen in lid 10 is bepaald.

 

Artikel 4. Passende leerroute inburgeringsplichtigen en aanbod leerroute asielstatushouders

  • 1.

    Het college beoordeelt op basis van de uitkomsten van de brede intake welk inburgeringsaanbod en welke leerroute het meest passend zijn voor de inburgeringsplichtige.

  • 2.

    Het college is, voor de vaststelling van de leerroute, verantwoordelijk voor het afnemen van de leerbaarheidstoets. Bij de vaststelling van de leerroute houdt het college in ieder geval rekening met de arbeidsplicht uit de Participatiewet, de re-integratieplicht uit de Participatiewet en de ondersteuning bij arbeidsinschakeling uit de Participatiewet.

  • 3.

    Het inburgeringsaanbod sluit aan bij de capaciteiten, persoonlijke omstandigheden en mogelijkheden van de asielstatushouder.

  • 4.

    Het college neemt de leerroute op in het PIP.

  • 5.

    Het college registreert de leerroute in het inburgerings informatie systeem (ISI) van DUO.

  • 6.

    Het college verstrekt de cursusinstelling en de taalschakeltrajectinstelling de NAW-gegevens en de gegevens over de leerroute.

  • 7.

    Het college biedt asielstatushouders binnen maximaal 12 weken na de verzending van het PIP een cursus of opleiding aan waarmee zij aan de vastgestelde leerroute kunnen voldoen.

  • 8.

    Het college registreert de deelname en afronding van de leerroute en het taalniveau in het ISI.

 

Artikel 5. Participatieverklaringstraject

  • 1.

    Het PVT traject bestaat in ieder geval uit:

    • a.

      Een traject van ten minste 12 uren;

    • b.

      Minimaal een activiteit of excursie in het kader waarvan aan ten minste een Nederlandse kernwaarde een praktische uitwerking wordt gegeven.

  • 2.

    Het college stemt het PVT zoveel mogelijk af op de lokale situatie, de behoefte en omstandigheden van de inburgeringsplichtige en op de overige onderdelen van de inburgering.

  • 3.

    Het college legt afspraken over de deelname aan het PVT vast in het PIP van de inburgeringsplichtige.

  • 4.

    Het PVT moet binnen de inburgeringstermijn worden afgerond. Het college biedt inburgeringsplichtigen het PVT aan op een tijdstip dat aan die voorwaarde ruimschoots kan worden voldaan.

  • 5.

    Bij afronding van de in het eerste lid bedoelde activiteiten ondertekent de inburgeringsplichtige de participatieverklaring. Dit kan aansluitend aan de laatste activiteit of in een aparte bijeenkomst, georganiseerd door de aanbieder van het PVT of het college.

  • 6.

    Het college registreert de deelname aan het PVT in het ISI.

 

Artikel 6. Module Arbeidsmarkt en Participatie

  • 1.

    Activiteiten binnen de MAP zijn gericht op het vergroten van kennis en vaardigheden m.b.t. de volgende thema’s:

    • a.

      Beroepenoriëntatie;

    • b.

      Werknemerscompetenties;

    • c.

      Realistisch beroepsbeeld;

    • d.

      Beroepskansen;

    • e.

      Beroepscompetenties verwerven;

    • f.

      Netwerk opbouwen;

    • g.

      Werk vinden en

    • h.

      Werkcultuur. Er wordt geen urennorm opgelegd voor het geheel van de MAP.

  • 2.

    De MAP bestaat in ieder geval uit:

    • a.

      Een traject dat aansluit bij de vaardigheden en capaciteiten van de inburgeringsplichtige. De intensiteit van het traject zal daarom per inburgeringsplichtige verschillen;

    • b.

      Een praktisch element van ten minste veertig (40) uren stage en/of participatie activiteiten.

  • 3.

    Het college beoordeelt op basis van de uitkomsten van de brede intake hoeveel uren en welke stage voor de inburgeringsplichtige passend zijn.

  • 4.

    Het college houdt bij het vaststellen van de inhoud van de MAP in ieder geval rekening met de arbeidsplicht uit de Participatiewet, de re-integratieplicht uit de Participatiewet en de ondersteuning bij arbeidsinschakeling uit de Participatiewet.

  • 5.

    Het college houdt bij het vaststellen van de inhoud en het aantal uren van de MAP zoveel mogelijk rekening met de vermogens, capaciteiten en ontwikkelbehoeften van de inburgeringsplichtige en de situatie op de lokale arbeidsmarkt.

  • 6.

    Het college legt de afspraken over de invulling van de MAP schriftelijk vast in het PIP van de inburgeringsplichtige.

  • 7.

    Het college registreert de deelname aan en afronding van de MAP in het ISI.

 

Artikel 7 Voortgang inburgering

  • 1.

    Het college zorgt ervoor dat het voldoende zicht heeft op de voortgang van het voldoen aan de inburgeringsplicht door de inburgeringsplichtige en voert hiertoe periodiek voortgangsgesprekken met de inburgeringsplichtige zolang het inburgeringstraject loopt.

  • 2.

    De frequentie van de voortgangsgesprekken wordt vastgesteld op basis van de uitkomsten van de brede intake en afgestemd op de inburgeringsplichtige, met dien verstande dat in het eerste jaar met de asielgerechtigde statushouder in Assen minimaal vier voortgangsgesprekken plaatsvinden in tegenstelling tot het wettelijk minimum van twee.

  • 3.

    Het college neemt de frequentie van de voortgangsgesprekken op in het PIP.

  • 4.

    Het college wint bij de organisaties die bij het inburgeringtraject zijn betrokken informatie in die relevant is om zicht te houden op de in het eerste lid bedoelde voortgang (aanwezigheid, inspanning, resultaten).

  • 5.

    Tijdens het voortgangsgesprek komen onder andere de afspraken uit het PIP aan bod. Met de inburgeringsplichtige wordt besproken of de onderdelen nog aansluiten bij de capaciteiten, de behoeften en de persoonlijke situatie van de inburgeringsplichtige. Het gaat daarbij in elk geval om:

    • a.

      De afgesproken leerroute;

    • b.

      De ondersteuning en begeleiding tijdens het inburgeringstraject;

    • c.

      De intensiteit van de verschillende onderdelen van het traject;

    • d.

      De participatie-activiteiten; en

    • e.

      De vorderingen en inzet van de inburgeringsplichtige.

  • 6.

    Van ieder voortgangsgesprek worden de bevindingen met de inburgeringsplichtige gedeeld.

  • 7.

    Als het voortgangsgesprek daartoe aanleiding geeft kan het PIP geheel of op onderdelen worden aangepast, dat dan in een nieuwe beschikking moet worden vastgelegd.

 

Artikel 8. Maatschappelijke begeleiding

  • 1.

    Het college stemt de inhoud en duur van de maatschappelijke begeleiding zoveel mogelijk af op het startniveau, de vaardigheden, de persoonlijke omstandigheden en de maatschappelijke positie van de asielstatushouder.

  • 2.

    De maatschappelijke begeleiding voor asielstatushouders bevat in ieder geval:

    • a.

      Ondersteuning en begeleiding bij het regelen van praktische zaken ten aanzien van voorzieningen zoals o.a. wonen, zorg, werk, inkomen, verzekeringen, onderwijs en kennismaking met de lokale woonomgeving;

    • b.

      De voorlichting over basisvoorzieningen en thema’s zoals o.a. wonen, inkomen, werk, zorg, onderwijs, opvoeding en kennismaking met maatschappelijke organisaties;

    • c.

      Inzet op het opbouwen van een sociaal netwerk.

  • 3.

    De maatschappelijke begeleiding wordt gegeven door medewerkers van Vluchtelingenwerk Nederland.

  • 4.

    De inburgeringsplichtigen krijgen zo veel mogelijk een vaste begeleider toegewezen.

  • 5.

    De maatschappelijke begeleiding begint zo snel mogelijk nadat de asielstatushouder in de BRP van de gemeente Assen is ingeschreven.

  • 6.

    De maatschappelijke begeleiding heeft een gemiddelde duur van 18 maanden en loopt door tot maximaal het einde van de inburgeringstermijn. Over de exacte termijn worden door het college afspraken gemaakt met Vluchtelingenwerk Nederland.

 

Artikel 9: persoonlijk Plan Inburgering en Participatie (PIP)

  • 1.

    In het PIP wordt vastgesteld:

    • a.

      De te volgen leerroute;

    • b.

      De daarvoor nodige ondersteuning en begeleiding;

    • c.

      De intensiteit van het PVT en de MAP;

    • d.

      Voor zover van toepassing: de mogelijkheden van voor- en/of vroegschoolse educatie en kinderopvang;

  • 2.

    Het PIP voor bijstandsuitkeringsgerechtigde inburgeringsplichtigen bevat, naast het bepaalde in het eerste lid, de beschikkingen op grond van de Participatiewet inzake opgelegde arbeids en re integratieverplichtingen (en/of ontheffingen) en inzake toegekende reintegratievoorzieningen.

  • 3.

    De brede intake wordt zo snel mogelijk, maar in ieder geval binnen 10 weken na inschrijving in de BRP afgerond.

  • 4.

    Het college verzendt het PIP binnen 10 dagen na het afronden van de brede intake aan de inburgeringsplichtige.

  • 5.

    Het college registreert de datum van vaststelling van het PIP in ISI en daarmee start de inburgeringstermijn.

 

Artikel 10. Overschakelen leerroute

  • 1.

    De termijn om over te schakelen van de ene naar de andere leerroute is, in bijzondere gevallen daargelaten, maximaal anderhalf jaar vanaf de dagtekening van het PIP. Met dien verstande dat gedurende het hele inburgeringstraject de onderwijsroute kan worden gewijzigd in de B1- route.

  • 2.

    De beoordeling van het college of er onvoldoende voortgang of een grotere voortgang is dan op grond van de PIP was te verwachten, geschiedt aan de hand van de voortgangsgesprekken en/of de gegevens van de cursusinstelling of de taakschakeltrajectinstelling over de voortgang van de leerroute, en de aanwezigheid, inspanningen en resultaten van de inburgeringsplichtige.

  • 3.

    Als de beoordeling als bedoeld in het tweede lid daartoe aanleiding geeft, schakelt de inburgeringsplichtige over naar een andere leerroute en past het college het PIP aan.

  • 4.

    Het college registreert de wijziging van de leerroute in het ISI.

  • 5.

    Het college verstrekt de cursusinstelling en de taalschakeltrajectinstelling de NAW-gegevens en de gegevens over de nieuwe leerroute, waaronder de intensiteit en de termijn van de leerroute.

  • 6.

    Het college biedt asielstatushouders binnen maximaal 12 weken na de verzending van het PIP een cursus of opleiding aan waarmee ze aan de nieuw vastgestelde leerroute kunnen voldoen.

  • 7.

    Het college registreert de deelname en afronding van de nieuwe leerroute en het taalniveau in ISI.

 

Artikel 11. Afschalen

  • 1.

    Het afschalen van B1 niveau naar A2 niveau in de B1-route is mogelijk na minimaal 600 cursusuren Nederlands als tweede taal en wanneer uit de relevante feiten en omstandigheden blijkt dat de inburgeringsplichtige zich gedurende deze taallessen voldoende heeft ingespannen om de Nederlandse taal te leren.

  • 2.

    De beoordeling of niveau B1 (op enkele of alle onderdelen) haalbaar is, geschiedt aan de hand van de voortgangsgesprekken en/of de gegevens van de cursusinstelling en/of de taalschakeltrajectinstelling en resultaten van de inburgeringsplichtige.

  • 3.

    Als de beoordeling bedoeld in het tweede lid daartoe aanleiding geeft, schaalt het college (onderdelen van) de B1-route af naar A2-niveau en past het college het PIP aan.

  • 4.

    Als de gemeente van oordeel is dat de inburgeringsplichtige zich onvoldoende heeft ingezet om de Nederlandse taal te leren, dan kan het gewenste taalniveau niet naar beneden worden bijgesteld. De gemeente kan de afspraken in het PIP dan handhaven.

 

Artikel 12. Boete niet verschijnen brede intake en meewerkplicht

  • 1.

    Wanneer de inburgeringsplichtige niet verschijnt voor de brede intake of onvoldoende meewerkt aan de brede intake, geeft het college hem een schriftelijke waarschuwing. In de schriftelijke waarschuwing vermeldt het college:

    • a.

      Een nieuwe datum en tijdstip voor de brede intake;

    • b.

      Wat de gevolgen zijn als de inburgeringsplichtige niet op de brede intake verschijnt of niet aan de brede intake meewerkt.

  • 2.

    Tussen de datum van de waarschuwing en de brede intake liggen minimaal vijf werkdagen.

  • 3.

    Wanneer de inburgeringsplichtige na de waarschuwing niet verschijnt voor de brede intake of onvoldoende meewerkt aan de brede intake legt het college hem een boete op. Het college stelt de inburgeringsplichtige in de gelegenheid zijn zienswijze naar voren te brengen over het voornemen tot het opleggen van een boete. Het college volgt daarbij de procedure van artikel 5:50 Awb. In de boetebeschikking vermeld het college:

    • a.

      Een nieuwe datum en tijdstip voor de brede intake;

    • b.

      Wat de gevolgen zijn als de inburgeringsplichtige niet op de brede intake verschijnt of niet aan de brede intake meewerkt.

    • c.

      Tussen de datum van het boetebesluit en de brede intake liggen minimaal vijf werkdagen en maximaal twee maanden.

    • d.

      Wanneer de inburgeringsplichtige na de boete niet verschijnt voor de brede intake of onvoldoende meewerkt aan de brede intake legt het college hem een boete op en voltooit het college de brede intake in afwezigheid van de inburgeringsplichtige. De tweede en derde volzin van het derde lid zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 4.

    Het college registreert de boete in het ISI.

 

Artikel 13. Boete tijdens het inburgeringstraject

  • 1.

    Wanneer de inburgeringsplichtige de verplichtingen uit het PIP niet of onvoldoende nakomt, legt het college hem een boete op.

  • 2.

    Voor de inburgeringsplichtige gaat het om de volgende verplichtingen;

    • a.

      Deelname aan de voortgangsgesprekken;

    • b.

      Deelname aan de activiteiten in het kader van de MAP en het PVT.

  • 3.

    Voor asielstatushouders gaat het daarnaast om de verplichting om deel te nemen aan de inburgeringslessen.

  • 4.

    Het college stelt de inburgeringsplichtige in de gelegenheid zijn zienswijze naar voren te brengen over het voornemen tot het opleggen van een boete. Het college volgt daarbij de procedure van artikel 5:50 Awb.

  • 5.

    Het college registreert de boete in het ISI.

 

Artikel 14. Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op 11 oktober 2022.

 

Artikel 15. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Wet inburgering 2021 gemeente Assen.

 

 

Burgemeester M.L.J. Out

Gemeentesecretaris T. Dijkstra

TOELICHTING

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1. Definities

Onderdelen b en i

Inburgeringsplichtigen worden onderscheiden in asielstatushouders enerzijds en gezinsmigranten en overige migranten anderzijds:

 

Asielstatushouders: artikel 13, eerste lid,

Wet inburgering 2021

Inburgeringsplichtige die rechtmatig verblijf

heeft op grond van een:

Verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd;

of

Verblijfsvergunning regulier voor bepaalde

tijd, verleend onder een beperking verband

houdend met verblijf als familie- of gezinslid,

voor verblijf bij een houder van een:

Verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd;

Verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd

als bedoeld in artikel 33 van de

Vreemdelingenwet 2000; of

EU-verblijfsvergunning voor langdurig

ingezetene die is verleend met een

aantekening internationale bescherming als

bedoeld in artikel 45c, eerste lid van de

Vreemdelingenwet 2000.

Gezinsmigranten en overige migranten:

artikel 19 Wet inburgering 2021

Inburgeringsplichtige die verblijf heeft op

grond van een verblijfsvergunning regulier

voor bepaalde tijd, met uitzondering van een

inburgeringsplichtige als bedoeld in artikel

13, eerste lid, onderdeel b, Wet inburgering

2021.

 

Het onderscheid is op diverse punten van belang. Zo biedt het college alleen asielstatushouders een cursus of opleiding aan waarmee zij aan de vastgestelde leerroute kunnen voldoen (artikel 4 van deze beleidsregels). Alleen asielstatushouders krijgen maatschappelijke begeleiding (artikel 8 van deze beleidsregels). De inhoud van het PIP is voor asielstatushouders uitgebreider: het bevat ook de leerroute (artikel 9 van deze beleidsregels). In verband daarmee geldt voor asielstatushouders ook een extra boete: de gemeentelijke boete voor het zich niet houden aan de in het PIP vastgestelde intensiteit van de leerroute, oftewel, de boete voor het niet verschijnen bij de inburgeringscursus of het taalschakeltraject (artikel 13 van deze beleidsregels). Zogenoemde nareizigers vallen onder het begrip asielstatushouders. Met de term nareizigers wordt meestal gerefereerd aan nareizigers met een afhankelijke verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Zij vallen onder artikel 13, eerste lid, onderdeel a, Wet Inburgering 2021. Soms wordt met de nareizigers gerefereerd aan nareizende familieleden die vallen onder artikel 13, eerste lid, onderdeel b, Wet inburgering 2021. In dat geval gaat het om inburgeringsplichtigen met een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd. Beide typen nareizigers vallen onder het begrip asielstatushouders en niet onder het begrip gezinsmigranten en overige migranten.

 

Artikel 2. Informatieverstrekking

Veel informatie over de Wet inburgering 2021 is te vinden op de website van de rijksoverheid, de website van de IND en de website van DUO. Veel van die informatie is beschikbaar in meerdere talen.

 

Alleen asielstatushouders krijgen maatschappelijke begeleiding (artikel 8 van deze beleidsregels). In verband daarmee draagt het college er zorg voor dat asielstatushouders op adequate wijze informatie ontvangen over de maatschappelijke begeleiding.

 

Artikel 3. Brede intake

De brede intake is een onderzoek naar de mogelijkheden die de inburgeringsplichtige heeft om aan de inburgeringsplicht te voldoen.

 

In artikel 5.2, tweede lid, van het Besluit inburgering 2021 wordt voorgeschreven dat de gemeente de inburgeringsplichtige erop wijst dat hij het recht heeft om de gesprekken in het kader van de brede intake alleen met de gemeente te voeren, dus zonder de aanwezigheid van een partner of een ander persoon (bijvoorbeeld een familielid of iemand anders uit de persoonlijke levenssfeer van de inburgeringsplichtige). Deze bepaling heeft geen betrekking op degene die de inburgeringsplichtige vanuit zijn professie kan ondersteunen en begeleiden tijdens de gesprekken, zoals bijvoorbeeld een tolk of een maatschappelijk begeleider.

 

De gevolgen als de inburgeringsplichtige niet op de brede intake verschijnt of niet aan de brede intake meewerkt zijn beschreven in artikel 12 van deze beleidsregels.

 

Artikel 4. Passende leerroute inburgeringsplichtigen en aanbod leerroute asielstatushouders

Voor alle inburgeringsplichtigen wordt beoordeeld welke leerroute passend is. Het COA doet de inburgeringsplichtige in het AZC die nog niet is ingeschreven in de gemeente van uiteindelijke huisvesting een aanbod tot voorbereiding op de inburgering. Men spreekt ook wel van voorinburgering. De deelname aan voorinburgering is kosteloos en deelname kan niet worden verplicht. Het COA verstrekt via het TVS gegevens die bij de voorinburgering zijn verkregen aan het college. De informatie over de voorinburgering zegt iets over de vorderingen en capaciteiten van de inburgeringsplichtige en hebben invloed op het bepalen van de leerroute (eerste lid). Daarnaast neemt het college ook een leerbaarheidstoets af waarvan de resultaten tevens worden meegenomen in het bepalen van de leerroute.

 

Alleen aan asielstatushouders biedt het college binnen maximaal 12 weken na de verzending van het PIP een cursus of opleiding aan waarmee zij aan de vastgestelde leerroute kunnen voldoen (achtste lid. Aan de hand van deze registratie beoordeelt DUO of hij een verlenging van de inburgeringstermijn wegens het ontbreken van verwijtbaarheid zal geven.

 

De cursusinstellingen en de taalschakeltrajectinstelling verstrekken het college gegevens over de voortgang van de leerroute, en de aanwezigheid, inspanningen en resultaten van de inburgeringsplichtige. Het college registreert vervolgens de deelname en afronding van de leerroute en het taalniveau in het ISI (tiende lid). Deze registratie geldt voor alle inburgeringsplichtigen. De voortgangsgesprekken gedurende het inburgeringstraject worden tijdens het inburgeringstraject niet alleen met asielstatushouders gehouden, maar ook met gezinsmigranten en migranten (artikel 7 van deze beleidsregels). Gegevens over het aantal examenpogingen en behaalde examens kan het college raadplegen in het ISI.

 

De bepalingen over registraties in het ISI (zesde, negende en tiende lid) en de bepaling over verstrekking van gegevens aan de cursusinstelling en de taalschakeltrajectinstelling (zevende lid) zijn geënt op hoofdstuk 9 van het Besluit inburgering 2021 over gegevensuitwisseling.

 

Artikel 5. PVT Inburgeringsplicht

Het afronden van het PVT is, samen met het afronden van de MAP en de leerroute, onderdeel van de inburgeringsplicht.

 

Ook inburgeringsplichtigen die de Z-route volgen, moeten het PVT afronden. Dat geldt zowel voor asielstatushouders als voor gezinsmigranten en overige migranten. Voor asielstatushouders die de Z-route volgen geldt dat het PVT (samen met de MAP) onderdeel is van hun 800 verplichte uren aan zelfredzaamheid, activering en participatie binnen de Z-route (artikel 3.14, vijfde lid, Besluit inburgering 2021). Gezinsmigranten en overige migranten die de Z-route volgen hebben in het geheel geen 800 verplichte uren aan zelfredzaamheid, activering en participatie binnen die Z-route (artikel 3. 14, derde lid, Besluit inburgering 2021).

 

De norm van twaalf uren (eerste lid) is gelijk aan de minimale urennorm van artikel 3.1 , derde lid, Besluit inburgering 2021. Als de inburgeringsplichtige in het kader van de brede intake PVT activiteiten heeft verricht, dan kunnen deze bestede uren in mindering worden gebracht op de urennorm van twaalf uren (artikel 3.1, vijfde lid, Besluit inburgering 2021). Het college maakt gebruik van deze mogelijkheid als deze situatie zich voordoet.

 

Het PVT wordt afgerond door het deelnemen aan de inleiding op de Nederlandse kernwaarden en door het aanwezig zijn bij de ondertekeningsbijeenkomst en het aldaar ondertekenen van de participatieverklaring. Met de ondertekening van de participatieverklaring verklaren inburgeringsplichtigen dat zij kennis hebben genomen van de belangrijkste waarden en spelregels van de Nederlandse samenleving, dat zij deze respecteren, dat zij de universele mensenrechten eerbiedigen en niet daarmee in strijd zullen handelen en dat zij actief een bijdrage willen leveren aan de Nederlandse samenleving. Een toelichting op de participatieverklaring is in meerdere talen beschikbaar.

 

Als de inburgeringsplichtige niet voor de ondertekening verschijnt, dan voldoet hij niet aan de inburgeringsplicht. Als de inburgeringsplichtige niet binnen de inburgeringstermijn aan de inburgeringsplicht voldoet, legt DUO een boete op. De bepalingen over registraties in het ISI (zesde lid) zijn geënt op hoofdstuk 9 van het Besluit inburgering 2021 over gegevensuitwisseling.

 

Artikel 6. MAP Inburgeringsplichtigen

Het afronden van de MAP is, samen met het afronden van de PVT en de leerroute, onderdeel van de inburgeringsplicht.

 

Ook inburgeringsplichtigen die de Z-route volgen, moeten de MAP afronden. Dat geldt zowel voor asielstatushouders als gezinsmigranten en overige migranten. Asielstatushouders die de Z-route volgen hebben in het geheel 800 verplichte uren aan zelfredzaamheid, activering en participatie binnen die Z-route (artikel 3.14, derde lid, Besluit inburgering 2021). Inburgeringsplichtigen die de onderwijsroute (taalschakeltraject) volgen of hebben gevolgd zijn wettelijk vrijgesteld van de plicht om de MAP te volgen en af te ronden. Studieloopbaanbegeleiding is onderdeel van deze route.

 

Artikel 3.1 Regeling inburgering 2021 schrijft een norm voor van veertig uren gericht op praktische inzet van de inburgeringsplichtige op de arbeidsmarkt en deze urennorm wordt ingevuld met een stage (tweede lid, onderdeel b). Als de inburgeringsplichtige in het kader van de brede intake MAPactiviteiten heeft verricht, dan kunnen deze bestede uren in mindering worden gebracht op die urennorm (artikel 3.2 derde lid, Besluit inburgering 2021). Het college maakt gebruik van deze mogelijkheid als deze situatie zich voordoet.

 

De MAP wordt afgesloten met een eindgesprek tussen de gemeente en de inburgeringsplichtige, eventueel in aanwezigheid van Werkplein Drentsche Aa, waarin de opgedane kennis, vaardigheden en praktijkervaring worden besproken.

 

Als de inburgeringsplichtige niet voor het eindgesprek verschijnt, dan voldoet hij niet aan de inburgeringsplicht. Als de inburgeringsplichtige niet binnen de inburgeringstermijn aan de inburgeringsplicht voldoet, legt DUO een boete op. De bepalingen over registraties in het ISI zijn geënt op hoofdstuk 9 van het Besluit inburgering 2021 over gegevensuitwisseling.

 

Artikel 7. Voortgangsgesprekken

Voortgangsgesprekken gedurende het inburgeringstraject worden niet alleen gevoerd met asielstatushouders, maar ook met gezinsmigranten en overige migranten. Deze contactmomenten geven gemeenten de mogelijkheid om beter zicht te houden op het verloop van de inburgering en de eventuele (door de inburgeringsplichtige zelf) ingekochte inburgeringslessen. De gevolgen van het niet verschijnen van de inburgeringsplichtige op het voortgangsgesprek zijn beschreven in artikel 13 van de beleidsregels.

 

De cursusinstelling en de taalschakeltrajectinstelling verstrekken het college gegevens over de voortgang van de leerroute, de aanwezigheid, inspanningen en resultaten van de inburgeringsplichtige. Ter voorbereiding op de voortgangsgesprekken bekijkt het college de gegevens van de cursusinstelling of de taalschakeltrajectinstelling over de voortgang van de leerroute, de aanwezigheid, inspanningen en resultaten van de inburgeringsplichtige (vierde lid).

 

Artikel 8. Maatschappelijke begeleiding

Alleen asielstatushouders krijgen maatschappelijke begeleiding. In het ISI staan de asielstatushouders vermeld die in aanmerking komen voor de maatschappelijke begeleiding. De maatschappelijke begeleiding begint in principe zo snel mogelijk nadat de asielstatushouder in de BRP van de gemeente is ingeschreven, maar kan op verzoek van de gemeente al starten als de asielstatushouder nog op het AZC verblijft.

 

Asielstatushouders die gebruik maken van de logeerregeling van het COA moeten zich weliswaar inschrijven bij de gemeente op het logeeradres, maar deze inschrijving is niet de inschrijving die een recht op maatschappelijke begeleiding doet ontstaan. Het recht op maatschappelijke begeleiding van asielstatushouders met een verblijfsrecht op grond van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd vangt namelijk pas aan op de dag waarop de inburgeringsplichtige asielstatushouder is ingeschreven in de BRP van de gemeente die hem volgens de taakstelling op grond van artikel 28 van de Huisvestingswet 2014 moeten huisvesten.

 

Artikel 9. PIP

Voor alle inburgeringsplichtigen stelt het college een PIP vast. De inhoud van het PIP is gereguleerd in artikel 15 Wet inburgering 2021 en is voor asielstatushouders uitgebreider dan dat voor gezinsmigranten en overige migranten: het bevat ook de intensiteit van de leerroute. De brede intake wordt zo snel mogelijk, maar in ieder geval binnen 10 weken na inschrijving in de BRP afgerond. Het college verzendt het PIP binnen 10 dagen na het afronden van de brede intake. Deze regel geldt ook als een andere gemeente voor de verhuizing van de inburgeringsplichtige een PIP voor hem had vastgesteld (artikel 5.3, tweede lid, Besluit inburgering 2021).

 

Bij het overschakelen naar een andere leerroute of afschalen van niveau B1 naar niveau A2 in de B1-route (artikelen 10 respectievelijk 11 van deze beleidsregels) past het college het PIP aan en wordt het nieuwe PIP aan de inburgeringsplichtige verzonden.

 

De bepaling over registratie in het ISI (zesde lid) is geënt op hoofdstuk 9 van het Besluit inburgering 2021 over gegevensuitwisseling.

 

Artikel 10. Overschakelen naar een andere leerroute

Als blijkt dat een bepaalde leerroute te hoog gegrepen is, kan worden geschakeld naar een andere leerroute. Bij de onderwijsroute ligt het dan voor de hand over te schakelen naar de B1-route met de mogelijkheid om op niveau A2 examens te halen. Het uitgangspunt is dat ook na het switchen van de ene naar de andere leerroute aan alle onderdelen van een nieuwe leerroute wordt voldaan. Zo moet bij het switchen van de onderwijsroute - waarbij een vrijstelling van de MAP geldt - naar de B1-route dus ook aan de MAP worden voldaan.

 

De termijn om over te schakelen van de ene naar de andere leerroute is maximaal anderhalf jaar vanaf de aanvang van de inburgeringstermijn, met dien verstande dat gedurende het hele inburgeringstraject de onderwijsroute kan worden gewijzigd in de B1-route (artikel 5.4, eerste lid, Besluit inburgering 2021). De inburgeringstermijn begint te lopen op de dag na dagtekening van het PIP. In bijzondere gevallen die de inburgeringsplichtige betreffen, kan het college afwijken van de termijn van anderhalf jaar (artikel 5.4, tweede lid, Besluit inburgering 2021).

 

Het overschakelen naar een andere leerroute moet worden onderscheiden van de mogelijkheid om binnen de B1-route (op onderdelen) af te schalen naar niveau A2. Na het afschalen naar niveau A2 is overschakelen naar een andere leerroute alleen dan nog mogelijk als de termijn van anderhalf jaar om over te schakelen nog niet verstreken is.

 

De bepalingen over registraties in het ISI (vierde en zevende lid) en de bepalingen over het verstrekken van gegevens aan de cursusinstelling en de taalschakeltrajectinstelling (vijfde lid) zijn geënt op hoofdstuk 9 van het Besluit inburgering 2021 over gegevensuitwisseling.

 

Artikel 11. Afschalen

Afschalen is mogelijk na in totaal 600 cursusuren Nederlands als tweede taal wanneer uit de relevante feiten en omstandigheden blijkt dat de inburgeringsplichtige zich gedurende deze taallessen voldoende heeft ingespannen (eerste lid). Als de inburgeringsplichtige in het kader van de brede intake cursusuren Nederlands als tweede taal heeft gevolgd, waarvan alfabetiseringsonderwijs onderdeel kan zijn, dan heeft het college de mogelijkheid deze bestede uren in mindering te brengen op de urennorm van 600 uren (artikel 5.5, tweede lid, Besluit inburgering 2021). Het college maakt gebruik van deze mogelijkheid als deze situatie zich voordoet, ook wanneer het daarbij gaat om in het kader van de brede intake gevolgd alfabetiseringsonderwijs.

 

Uiteraard staat er niets in de weg dat de inburgeringsplichtige op onderdelen wordt geëxamineerd op B1- of zelfs B2-niveau, als de inburgeringsplichtige daar op onderdelen toe in staat is. De mogelijkheid om binnen de B1-route (op onderdelen) af te schalen naar niveau A2 moet worden onderscheiden van het overschakelen naar een andere leerroute. Na 600 cursusuren Nederlands als tweede taal zal de termijn van anderhalf jaar die geldt voor het overschakelen soms al verstreken zijn.

 

Artikel 12. Boete niet verschijnen brede intake en meewerkplicht

Samenvattend ziet de systematiek van oproep en boeteoplegging er als volgt uit:

  • oproep met oproeptermijn;

  • niet verschenen binnen oproeptermijn? Waarschuwing, herhaalde oproep en nieuwe termijn (niet begrensd);

  • niet verschenen binnen nieuwe termijn? Boete, herhaalde oproep en nieuwe termijn (begrensd tot 2 maanden);

  • niet verschenen binnen deze termijn? Boete en voltooiing brede intake in afwezigheid van inburgeringsplichtige.

 

Bij het niet verschijnen op, of het niet meewerken aan de brede intake stelt het college de inburgeringsplichtige in de gelegenheid zijn zienswijze naar voren te brengen over het voornemen tot het opleggen van een boete. Het college volgt daarbij de procedure van artikel 5:50 Awb. Dat is geen wettelijke verplichting, maar een wettelijke mogelijkheid. De in artikel 12 van deze beleidsregels genoemde overtredingen zijn namelijk zogenoemde lichte overtredingen en de bestuurlijke boete is een financiële beschikking. Uit artikel 4:12 Awb in samenhang met artikel 5:53 Awb vloeit daarom voort dat er geen verplichting geldt de overtreder in de gelegenheid te stellen een zienswijze naar voren te brengen.

 

De boete bedraagt € 250 (artikel 7, eerste lid, Besluit inburgering 2021). Er is hier sprake van een gefixeerde boete. Dit betekent dat het college geen lagere boete kan opleggen, behoudens het geval van bijzondere omstandigheden (bijvoorbeeld omstandigheden met betrekking tot zijn draagkracht) (artikel 5:46, derde lid Awb).

 

Het college legt geen bestuurlijke boete op voor zover de overtreding niet aan de overtreder kan worden verweten (artikel 5:41 Awb). In de Awb zijn nog meer gronden opgenomen om geen boete op te leggen, zoals de rechtvaardigingsgrond (artikel 5:5 Awb), waarbij bijvoorbeeld te denken valt aan de situatie waarin de inburgeringsplichtige niet op een oproep voor de brede intake verschijnt omdat hij gehoor geeft aan een uitnodiging voor een begrafenis van een familielid. Het totaal aantal boetes bij het niet verschijnen bij, of het niet meewerken aan de brede intake (artikel 12 van deze beleidsregels) en boetes tijdens het inburgeringstraject (artikel 13 van deze beleidsregels) is gemaximeerd in artikel 7.1, vijfde lid, Besluit inburgering 2021. De maximumbedragen zijn gerelateerd aan de inburgeringstermijn die DUO geeft bij het opleggen van een boete anderzijds.

 

Maximum tijdens (verlengde) inburgeringstermijn

Het totaal aantal boetes beloopt gedurende de inburgeringstermijn of de eventueel door DUO verlengde inburgeringstermijn ten hoogste € 2.400.

 

Maximum tijdens nieuwe termijn

Het totaal aan boetes beloopt gedurende de nieuwe termijn die DUO geeft bij het opleggen van een boete ten hoogste:

  • a.

    € 400 bij een nieuwe termijn van zes maanden;

  • b.

    € 800 bij een nieuwe termijn van een jaar;

  • c.

    € 1.200 bij een nieuwe termijn van anderhalf jaar;

  • d.

    € 1.600 bij een nieuwe termijn van twee jaar.

Onder artikel 12 van deze beleidsregels valt ook het niet meewerken aan de leerbaarheidstoets. Het college registreert de boete in ISI (zesde lid). Deze bepaling is geënt op hoofdstuk 9 van het Besluit inburgering 2021 over gegevensuitwisseling.

 

Artikel 13. Boete tijdens het inburgeringstraject

Net als bij het niet verschijnen op, of niet meewerken aan de brede intake stelt het college de inburgeringsplichtige bij het niet nakomen van de verplichting uit het PIP in de gelegenheid zijn zienswijze naar voren te brengen over het voornemen tot het opleggen van een boete. Zie hierover verder de toelichting op artikel 12 van deze beleidsregels.

 

De cursusinstelling en de taalschakeltrajectinstelling verstrekken het college gegevens over de voortgang van de leerroute, en de aanwezigheid, inspanningen en resultaten van de inburgeringsplichtige. Deze gegevens dienen niet alleen om de voortgangsgesprekken voor te bereiden (artikel 7 van deze beleidsregels) en om te beoordelen of overschakelen naar een andere leerroute of afschalen van niveau B1 naar niveau A2 in de B1-route aan de orde is (artikelen 10 respectievelijk 11 van deze beleidsregels). Ze dienen ook om te kunnen beoordelen of een boete aan de orde is.

 

De boete bedraagt € 50 (artikel 7.1, tweede lid, Besluit inburgering 2021). Er is hier sprake van een gefixeerde boete. Dit betekent dat artikel 5:46, derde lid, Awb van toepassing is en dat het college een lage bestuurlijke boete oplegt indien de overtreder aannemelijk maakt dat de vastgestelde bestuurlijke boete wegens bijzondere omstandigheden te hoog is. De boete wordt steeds met 100 procent van het boetebedrag verhoogd tot een bedrag van ten hoogste € 800, indien binnen een tijdvlak van twaalf maanden voorafgaand aan de dag van constatering van de overtreding, een eerdere overtreding, bestaande uit het niet of onvoldoende nakomen van verplichtingen uit het PIP, is geconstateerd. Voorwaarde daarbij is dat, als de nieuwe overtreding wordt begaan, de boete vanwege de eerdere overtreding onherroepelijk is geworden (artikel 7.1, derde lid, Besluit inburgering 2021). Hierbij past het college de volgende opbouw toe:

  • a.

    € 50 bij een eerste boete;

  • b.

    € 100 bij een tweede boete;

  • c.

    € 200 bij een derde boete;

  • d.

    € 400 bij een vierde boete;

  • e.

    € 800 bij een vijfde en verdere boete.

Als de termijn tussen de twee overtredingen van de afspraken uit het PIP meer dan 12 maanden is, dan moet het college opnieuw beginnen met een boete van € 50.

 

Voorbeeld

Meneer X is een asielstatushouder. In het PIP staat dat meneer X elk kwartaal moet deelnemenaan een voortgangsgesprek en dat hij moet deelnemen aan de inburgeringslessen. In 2022 zijntwee voortgangsgesprekken gepland, een op 1 april en een op 1 oktober. Meneer X verschijnt metopzet niet op het voortgangsgesprek van 1 april. Het college legt een boete op bij beschikking van1 mei 2022. Meneer X maakt geen bezwaar tegen de boetebeschikking. Meneer X verschijnt ookmet opzet niet op het voortgangsgesprek van 1 oktober. Het college leegt een boete op van €100(100% verhoging) bij beschikking van 1 november 2022. Meneer X maakt geen bezwaar tegen deboetebeschikking. Meneer X verschijnt vervolgens met opzet niet op de inburgeringslessen van 1december 2022. Het college legt een boete op van 200 (100% verhoging) bij beschikking van 1januari 2023.

 

Bij het opleggen van de boete worden de volgende uitgangspunten in acht genomen (artikel 7.1, vierde lid, Besluit inburgering 2021):

  • a.

    indien er sprake is van opzet, wordt de bestuurlijke boete vastgesteld op 100%;

  • b.

    indien er sprake is van grove schuld, wordt de bestuurlijke boete vastgesteld op 75%;

  • c.

    indien er sprake is van opzet en grove schuld, wordt de bestuurlijke boete vastgesteld op 50%;

  • d.

    indien er sprake is van verminderde verwijtbaarheid, wordt de bestuurlijke boete vastgesteld op 25%.

 

Het college legt geen bestuurlijke boete op voor zover de overtreding niet aan de overtreder kan worden verweten (artikel 5:41 Awb). In deze Awb zijn nog meer gronden opgenomen om geen boete op te leggen, zoals de rechtvaardigheidsgrond (artikel 5:5 Awb), waarbij bijvoorbeeld te denken valt aan de situatie waarin de inburgeringsplichtige niet deelneemt aan een activiteit in het kader van de PVT omdat hij gehoor geeft aan een uitnodiging voor begrafenis van een familielid. Het totaal aan boetes tijdens het inburgerinsgtraject (artikel 13 van deze beleidsregels) en de boetes bij het niet verschijnen bij, of niet meewerken aan de brede intake (artikel 12 van deze beleidsregels) is gemaximeerd in artikel 7.1, vijfde lid, Besluit inburgering 2021. Zie hierover verder de toelichting op artikel 12 van deze beleidsregels.

 

Het college registreert de boete in het ISI (vijfde lid). Deze bepaling is geënt op hoofdstuk 9 van het Besluit inburgering 2021 over gegevensuitwisseling.

 

Artikel 14. Inwerkingtreding en citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.