Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterschap Zuiderzeeland

Ontwerp Onderhoudsverordening Waterschap Zuiderzeeland

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWaterschap Zuiderzeeland
OrganisatietypeWaterschap
Officiële naam regelingOntwerp Onderhoudsverordening Waterschap Zuiderzeeland
Citeertitel
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2023Onderhoudsverordening Waterschap Zuiderzeeland

14-10-2022

wsb-2022-11427

Tekst van de regeling

Intitulé

Ontwerp Onderhoudsverordening Waterschap Zuiderzeeland

Het college van Dijkgraaf en heemraden heeft op 4 oktober 2022 de ontwerp Onderhoudsverordening Waterschap Zuiderzeeland vastgesteld.

De onderhoudsverordening vervangt een deel van de huidige keur. Daarbij gaat het om bepalingen over onderhoudsverplichtingen, onderhoudsplichten, schouw en strafbepalingen. Deze bepalingen mogen straks op grond van de Omgevingswet niet in de waterschapsverordening staan.

Om deze reden is een aparte Onderhoudsverordening opgesteld. Daarin zijn de huidige onderhoudsbepalingen uit de keur overgenomen.

De ontwerp onderhoudsverordening ligt met ingang van 14 oktober 2022 gedurende zes weken digitaal ter inzage. Gedurende deze periode kunnen inwoners en belanghebbenden schriftelijk of mondeling een zienswijze indienen. Schriftelijke zienswijzen kunt u richten aan het college van dijkgraaf en hoogheemraden van Waterschap Zuiderzeeland, Postbus 229, 8200 AE Lelystad onder vermelding van “zienswijze onderhoudsverordening”. U kunt uw zienswijze ook mailen naar het e-mailadres waterschapsverordening@zuiderzeeland.nl. Voor het geven van een mondelinge zienswijze, kunt u een afspraak maken met de heer J. van Oorschot via het telefoonnummer 0320 -274 911. Wij maken een verslag van uw mondelinge zienswijze.

De Algemene Vergadering van Waterschap Zuiderzeeland;

Gelezen het voorstel van het College van dijkgraaf en heemraden van [ datum ];

Gelet op de artikel 56 en 78 Waterschapswet en artikel 2.2, lid 2, Omgevingsbesluit;

Besluit:

Vast te stellen de volgende Onderhoudsverordening Waterschap Zuiderzeeland

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt, tenzij anders bepaald, verstaan onder:

  • a.

    beschermd buitendijks gebied: gebieden die buitendijks zijn gelegen en begrensd worden door de daarbij behorende regionale waterkeringen;

  • b.

    beschermingszone: aan een waterstaatswerk grenzende zone, die als zodanig in de legger is opgenomen, waarin ter bescherming van dat waterstaatswerk voorschriften krachtens deze Keur van toepassing zijn;

  • c.

    binnenbeschermingszone: de binnenbeschermingszone zoals bedoeld in de legger

  • d.

    buitengewoon onderhoud: het in stand houden van het waterstaatswerk overeenkomstig het in de legger bepaalde omtrent ligging, vorm, afmeting en constructie;

  • e.

    buitenbeschermingszone: de buitenbeschermingszone zoals bedoeld in de legger;

  • f.

    college: het college van Dijkgraaf en Heemraden van Waterschap Zuiderzeeland;

  • g.

    coupure: doorgraving van waterkeringen voor spoorwegen e.d.;

  • h.

    gewoon onderhoud: werkzaamheden die de functie van het waterstaatswerk in stand houden;

  • i.

    legger: als bedoeld in artikel 2.39 van de Wet of in artikel 78, tweede lid van de Waterschapswet;

  • j.

    ondersteunend kunstwerk: werk dat van belang is voor de taakuitoefening van het waterschap, voor de waterkering of voor het functioneren van de waterhuishouding;

  • k.

    oppervlaktewaterlichaam: samenhangend geheel van vrij aan het aardoppervlak voorkomend water met de daarin aanwezige stoffen, alsmede de bijbehorende waterbodem, oevers en voor zover uitdrukkelijk aangewezen krachtens de wet, drogere oevergebieden, alsmede flora en fauna;

  • l.

    waterhuishoudkundige functie: functie die de provincie of het waterschap aan het waterstaatswerk heeft toegekend;

  • m.

    waterkering: kunstmatige hoogte, (gedeelten van) natuurlijke hoogten of hoge gronden met ondersteunende kunstwerken die een waterkerende of mede een waterkerende functie hebben;

  • n.

    waterstaatswerk: oppervlaktewaterlichaam, bergingsgebied, waterkering en ondersteunend kunstwerk, dat als zodanig in de legger is aangegeven, tenzij dat werk is vrijgesteld van de opneming in de legger als bedoeld in artikel 5.1 van de Wet, dan wel dat, indien de vaststelling van de legger nog niet heeft plaatsgevonden, op de in artikel 6.3 bedoelde Keurkaart is aangegeven;

  • o.

    watervergunning: vergunning als bedoeld in de wet;

  • p.

    werken: alle door menselijk toedoen ontstane of gemaakte constructies of inrichtingen. Inclusief bouwwerken en restanten daarvan;

  • q.

    wet: Omgevingswet.

Artikel 2 Verplichtingen

  • 1.

    De verplichtingen ingevolgde deze verordening rusten op de eigenaar van gronden.

  • 2.

    Wanneer gronden met een beperkt recht zijn bezwaard of krachtens persoonlijk recht in gebruik zijn gegeven, rusten de verplichtingen ingevolge deze verordening ook op de beperkt zakelijk gerechtigden onderscheidenlijk de gebruikers.

  • 3.

    Het geheel van de verplichtingen ingevolge deze verordening berust op een ieder van de in het eerste en tweede lid genoemde gerechtigden.

Artikel 3 Algemene regels en nadere regels

  • 1.

    Het college kan voor de verplichtingen als bedoeld in de hoofdstukken 2, 3 en 5 algemene regels, die mede een vrijstelling kunnen inhouden, of nadere regels stellen.

  • 2.

    Bij regeling krachtens het eerste lid, kan de verplichting worden opgelegd handelingen te melden, metingen uit te voeren, gegevens te registreren en daarvan opgave te doen aan het college.

Artikel 4 Coupures en sluizen

De eigenaren van in waterkeringen voorkomende coupures en sluizen kunnen door het college verplicht worden deze terstond te sluiten.

Artikel 5 Stuwen

De eigenaren van stuwen of andere onderhoudsplichtigen van stuwen zijn verplicht het door het college bepaalde stuwpeil in te stellen en in stand te houden.

HOOFDSTUK 2 ONDERHOUD AAN WATERSTAATSWERKEN EN BESCHERMD BUITENDIJKS GEBIED

Artikel 6 Onderhoudsplicht

Onderhoudsplichtig zijn degenen die in de legger tot het plegen van gewoon of buitengewoon onderhoud aan waterstaatswerken en beschermd buitendijks gebied zijn aangewezen.

Artikel 7 Gewoon onderhoud waterkeringen

De onderhoudsplichtigen dragen zorg voor een goede toestand van de waterkeringen door het bestrijden van schadelijk wild, het herstellen van geringe beschadigingen en het in stand houden van begroeiingen en materialen, dienstig aan de waterkering.

Artikel 8 Buitengewoon onderhoud waterkeringen

De onderhoudsplichtigen van waterkeringen zijn verplicht tot instandhouding daarvan, overeenkomstig het in de legger bepaalde omtrent ligging, vorm, afmeting en constructie.

Artikel 9 Ondersteunende kunstwerken en werken

De onderhoudsplichtigen van ondersteunende kunstwerken of werken die in, op, aan of boven waterkeringen of de beschermingszone zijn aangebracht en mede een waterkerende functie hebben, zijn verplicht deze waterkerend te houden.

HOOFDSTUK 3 ONDERHOUD AAN OPPERVLAKTEWATERLICHAMEN

Artikel 10 Gewoon onderhoud aan oppervlaktewaterlichamen

De onderhoudsplichtigen van oppervlaktewaterlichamen zijn verplicht tot het daaruit verwijderen van begroeiingen, voorwerpen, materialen en stoffen die de afvoer of aanvoer of berging van oppervlaktewaterlichamen hinderen, tot het in stand houden van die oppervlaktewaterlichamen én tot het onderhouden van begroeiingen, dienstig aan de waterhuishoudkundige functies die aan die oppervlaktewaterlichamen zijn toegekend.

Artikel 11 Buitengewoon onderhoud aan oppervlaktewaterlichamen

De onderhoudsplichtigen van oppervlaktewaterlichamen zijn verplicht tot instandhouding daarvan overeenkomstig het in de legger bepaalde omtrent ligging, vorm, afmeting en constructie.

Artikel 12 Afwijken van de onderhoudsverplichting

Het is verboden zonder watervergunning van het college af te wijken van de onderhoudsverplichtingen zoals bedoeld in hoofdstuk 3 van deze onderhoudsverordening.

HOOFDSTUK 4 TOEZICHT EN HANDHAVING

Artikel 13 Schouw

  • 1.

    Door of namens het college wordt schouw gevoerd over de waterstaatswerken volgens een door dat college vastgesteld schema.

  • 2.

    Het college kan, indien nodig, besluiten een extra schouw te voeren.

  • 3.

    Het college stelt de datum van de schouw vast en maakt die ten minste twee weken van tevoren bekend door kennisgeving ervan in een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op andere geschikte wijze.

  • 4.

    De in het derde lid voorgeschreven bekendmaking kan in spoedeisende gevallen voor de aanvang van een extra schouw worden vervangen door een persoonlijke mededeling. Daarbij kan met een kortere termijn dan genoemd in het derde lid worden volstaan.

Artikel 14 Aanwijzing toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze onderhoudsverordening zijn belast de daartoe door het college aangewezen ambtenaren of andere personen.

Artikel 15 Strafbepalingen

  • 1.

    Overtreding van de bepalingen van deze onderhoudsverordening en de daarop gebaseerde regelgeving wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete tot ten hoogste het bedrag van de tweede categorie als genoemd in artikel 23 Wetboek van strafrecht, al dan niet met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

  • 2.

    Indien ten tijde van het plegen van de in het eerste lid genoemde overtreding nog geen jaar is verlopen sinds een vroegere veroordeling van de overtreder wegens gelijke overtreding onherroepelijk is geworden, kan hechtenis tot het dubbele van het gestelde maximum worden opgelegd.

HOOFDSTUK 5 OVERGANGSBEPALINGEN

Artikel 16 Kaarten

  • 1.

    Voor waterstaatswerken waarvoor krachtens artikel 5.1 van de Waterwet vaststelling van een legger is voorgeschreven, maar waarvoor vaststelling nog niet heeft plaatsgevonden, worden als legger aangemerkt de bij deze onderhoudsverordening behorende kaarten waarop de ligging en, indien mogelijk, vorm, afmetingen en constructie van de betrokken waterstaatswerken zijn aangegeven.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde aangegeven grenzen bepalen de toepassing van de verbodsbepalingen bedoeld in deze onderhoudsverordening.

  • 3.

    Indien de insteek van een oppervlaktewaterlichaam niet duidelijk is vast te stellen, geldt als grens de waterlijn, die behoort bij het streefpeil dat is vastgelegd in het peilbesluit van het betreffende oppervlaktewaterlichaam, plus 5 meter uit deze waterlijn.

Artikel 17 Onderhoud aan waterstaatswerken

  • 1.

    Voor waterstaatswerken, waarvoor bij of krachtens de Waterwet of provinciale verordening het vaststellen van een legger is voorgeschreven, maar waarvoor vaststelling nog niet heeft plaatsgehad, berust het onderhoud bij de eigenaar van het waterstaatswerk.

  • 2.

    De onderhoudsplichtigen van waterstaatswerken zijn, in het geval bedoeld in het eerste lid, verplicht tot instandhouding van het waterstaatswerk overeenkomstig het bepaalde omtrent ligging, vorm, afmeting en constructie.

HOOFDSTUK 6 SLOTBEPALINGEN

Artikel 18 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op het moment waarop de Omgevingswet in werking treedt.

Artikel 19 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Onderhoudsverordening Waterschap Zuiderzeeland”.

Lelystad, 12 oktober 2022

Het college van dijkgraaf en heemraden

van Waterschap Zuiderzeeland

secretaris-directeur, dijkgraaf,

ing. W. Slob Msc. ir. H.C. Klavers

Toelichting onderhoudsverordening Waterschap Zuiderzeeland

Algemene toelichting

Grondslag en reden vaststelling

Het algemeen bestuur stelt de onderhoudsverordening vast op grond van artikel 56 in combinatie met artikel 78 van de Waterschapswet. Op grond van deze artikelen stelt het algemeen bestuur verordeningen vast die nodig zijn voor de behartiging van de opgedragen taken. De onderhouds- en strafbepalingen in deze verordening maakten voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet onderdeel uit van de keur. Deze bepalingen mogen na de inwerkingtreding van de Omgevingswet niet meer opgenomen worden in de waterschapsverordening (opvolger van de keur). Dit volgt uit artikel 2.2, tweede lid, van het Omgevingsbesluit. Om deze reden dient het algemeen bestuur voor de onderhouds- en strafbepalingen een aparte verordening vast te stellen.

Artikelsgewijze toelichting

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening is er voor gekozen om in de lijst met begripsomschrijvingen de meest essentiële begrippen voor het waterschap en voor de in het beheergebied gevestigde burgers en bedrijven een plaats te geven. Deze begrippen zijn opgenomen vanwege de zelfstandige leesbaarheid van de verordening.

Artikel 2 Verplichtingen

Eigenaren en overige zakelijk gerechtigden van de grond zijn aansprakelijk voor de nakoming van verplichtingen, die ingevolge de Keur op de zakelijk gerechtigde van de grond rusten.

Artikel 3 Algemene regels en nadere regels

Op grond van dit artikel kan het algemeen bestuur algemene of nadere regels stellen ten aanzien van de onderhoudsverplichtingen in de hoofdstukken 2, 3 en 5. Het tweede lid bepaalt dat in de nadere regels een meld-, meet-, registratie- en opgaveplicht kan worden voorgeschreven.

Artikel 4 Coupures en sluizen

De eigenaren van coupures, sluizen, uitwateringen en andere doorgangen in waterkeringen, zijn verplicht deze op eerste aanzegging door of namens het college te sluiten met het oog op het voorkomen van overstroming van achter de waterkering gelegen gronden.

Artikel 5 Stuwen

Meestal zijn de stuwen in beheer bij het waterschap. In het geval dat het beheer/bediening van een stuw bij derden berust en hij bij de afstemming van die bediening op zijn belangen een situatie schept die voor het verdere beheer van het waterschap nadelig uitpakt (bijvoorbeeld een ander stuwpeil), is het noodzakelijk dat het waterschap dat kan reguleren. Het college kan hiertoe de eigenaar van stuwen verplichten door middel van het verlenen van een beschikking een bepaald stuwpeil in te stellen.

Hoofdstuk 2 Onderhoud aan waterstaatswerken en beschermd buitendijks gebied

Artikel 6 Onderhoudsplicht

In dit artikel wordt algemeen geregeld dat degenen die zijn aangewezen als onderhoudsplichtigen in de legger, verplicht zijn tot het verrichten van gewoon of buitengewoon onderhoud, zoals beschreven is in hoofdstuk 2. Met dit artikel wordt dus de verbinding gelegd tussen de legger en de gebodsbepalingen in hoofdstuk 2. De legger geeft aan wie onderhoudsplichtig is, de gebodsbepalingen geven aan welk onderhoud van deze onderhoudsplichtigen wordt geëist. De legger die hier bedoeld wordt is de zogenaamde onderhoudslegger, bedoeld in artikel 78, tweede lid, Waterschapswet. Vaak wordt deze legger gecombineerd met de legger, bedoeld in artikel 2.39 van de wet, maar formeel zijn dit twee verschillende leggers.

Artikel 7 Gewoon onderhoud aan waterkeringen

Waterkeringen hebben een waterkerende functie. Het gewoon onderhoud is erop gericht dat de waterkering die functie behoudt. In dit kader is in dit artikel bepaald wat de onderhoudsplichtigen van de waterkeringen voor het gewoon onderhoud in ieder geval moeten doen. De opsomming is niet uitputtend. Bij het verwijderen van schadelijk wild en begroeiingen moet gedacht worden aan dat wild en die beplantingen die aantoonbaar schade toebrengen aan het waterkerend vermogen van de waterkering. De bestrijding van muskus- en beverratten is uitgezonderd. De zorgplicht ter voorkoming van schade aan waterstaatswerken door muskus- en beverratten berust ingevolge artikel 1, derde lid Waterschapswet bij het waterschap.

Artikel 8 Buitengewoon onderhoud aan waterkeringen

Dit artikel geeft aan dat buitengewoon onderhoud door onderhoudsplichtigen moet worden gepleegd aan waterkeringen.

Artikel 9 Ondersteunende kunstwerken en werken

Het bepaalde in dit artikel richt zich tot onderhoudsplichtigen van in, op, aan of over waterkeringen of beschermingszones van waterkeringen gelegen werken die een waterkerende of mede een waterkerende functie hebben.

Hoofdstuk 3 Onderhoud aan oppervlaktewaterlichamen

Artikel 10 Gewoon onderhoud aan oppervlaktewaterlichamen

Oppervlaktewaterlichamen hebben diverse functies in de waterhouding, waaronder waterkwantiteit, waterkwaliteit en scheepvaart. Het gewoon onderhoud is erop gericht dat oppervlaktewaterlichamen deze functies behouden. In dit kader is in dit artikel bepaald wat de onderhoudsplichtigen van oppervlaktewaterlichamen voor het gewoon onderhoud in ieder geval moeten doen. De frequentie van het onderhoud is afhankelijk van de lokale situatie. Het maaien en verwijderen van begroeiing kan daarvoor vaker of minder vaak nodig zijn dan eens per jaar. De oevers en taluds alsmede de daartoe behorende oeververdedigingswerken dienen behoorlijk in stand te worden gehouden, voor zover dat nodig is om te voorkomen dat door inzakking de af- en/of aanvoer van water wordt gehinderd.

Artikel 11 Buitengewoon onderhoud aan oppervlaktewaterlichamen

Dit artikel geeft aan dat buitengewoon onderhoud door onderhoudsplichtigen moet worden gepleegd aan oppervlaktewaterlichamen.

Artikel 12 Afwijken van de onderhoudsverplichting

In hoofdstuk 2 van de onderhoudsverordening zijn de onderhoudsverplichtingen opgenomen aan waterstaatswerken. De in de onderhoudsverordening opgenomen onderhoudsverplichtingen aan waterstaatswerken zijn vervolgens specifieker opgenomen in de nota Onderhoudsverplichtingen en Schouw in combinatie met de Legger watergangen. De nota Onderhoudsverplichtingen en Schouw maakt onderdeel uit van de Legger watergangen.

In specifieke situaties is het gewenst van deze onderhoudsverplichtingen af te wijken.

Situaties waarin het gewenst is af te wijken van de onderhoudsverplichting zijn o.a.

• natuurlijke oevers

• inpandige sloten betreffende de zomerschouw

Een aanvraag om af te wijken van de vastgestelde onderhoudsverplichting wordt getoetst aan de volgende criteria

• het aangepaste onderhoud levert geen probleem op voor het waterbeheer

• het aangepaste beheer levert geen problemen op voor derden

Het betreft in de meeste situaties een afwijking van de onderhoudsverplichting in relatie tot natuurbeheer en een afwijking van de schouwplicht. Een vergunning om af te mogen wijken van de onderhoudsverplichting wordt voor een periode van vijf jaar verleend om na deze periode opnieuw te kunnen beoordelen of nog steeds van de onderhoudsverplichting kan worden afgeweken.

Hoofdstuk 4 Toezicht en handhaving

Artikel 13 Schouw

De schouwvoering als bedoeld in deze bepaling betreft met name de schouw op het onderhoud aan waterkeringen en oppervlaktewaterlichamen. Schouwvoering betreft de uitoefening van toezicht op naleving van met name de onderhoudsbepalingen in de onderhoudsverordening. Daarnaast wordt bij de schouw gelet op eventuele overtreding van verbodsbepalingen. Het aantal malen dat per jaar de schouw wordt gevoerd, is in een beleidsregel van Waterschap Zuiderzeeland nader ingevuld. Het waterschap heeft de mogelijkheid dat, bijvoorbeeld in jaren waarin wateren snel dichtgroeien, het college kan besluiten een extra schouw te voeren.

Artikel 14 Aanwijzing toezichthouders

Aanwijzing van toezichthoudende ambtenaren geschiedt door het college (art. 5.11 Algemene wet bestuursrecht). Afdeling 5.2 van de Algemene wet bestuursrecht bevat bepalingen omtrent de bevoegdheden van toezichthoudende ambtenaren.

Artikel 15 Strafbepalingen

Artikel 81 Waterschapswet bepaalt welke maximumstraf op overtreding van de verordening kan worden gesteld. Deze strafmogelijkheid moet in de verordening zelf worden gepositioneerd. In lid 1 is de maximumstraf opgenomen, namelijk drie maanden hechtenis of een geldboete van de tweede categorie als bedoeld in artikel 23 Wetboek van Strafrecht, al dan niet met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak. Deze strafbepalingen staan los van of naast het bestuursrechtelijke instrumentarium – bestuursdwang en dwangsom – waarover het bestuursorgaan in geval van overtreding kan beschikken.

Hoofdstuk 5 Overgangsbepalingen

Artikel 16 Kaarten

In het geval dat leggers ontbreken voor waterstaatswerken die door de provincie in haar VFL niet zijn vrijgesteld van de leggerplicht van artikel 5.1 Waterwet, kan het waterschap de ligging van die werken aangeven op een kaart behorend bij de Onderhoudsverordening. Die kaart geldt niet als een legger. Dat zou in strijd zijn met het bepaalde in artikel 5.1 Waterwet. De provincie geeft in de VFL aan vóór welke datum het waterschap de niet van de leggerplicht vrijgestelde waterstaatswerken op de legger heeft geplaatst overeenkomstig de vereisten van artikel 5.1 Waterwet. Daarnaast gelden de wettelijke overgangstermijnen zoals genoemd in de Invoeringswet Waterwet (artikel 2.14).

Artikel 17 Onderhoud aan waterstaatswerken

Het is mogelijk dat het college op grond van artikel 78, tweede lid, Waterschapswet nog geen legger heeft vastgesteld voor (bepaalde) waterstaatswerken. De onderhoudsplichtigen volgen dan niet uit een onderhoudslegger. Dit artikel voorziet in een vangnet voor deze situatie.