Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Wijk bij Duurstede

Beleidsregels voor het verbranden van snoeiafval in de open lucht van de gemeente Wijk bij Duurstede

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWijk bij Duurstede
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels voor het verbranden van snoeiafval in de open lucht van de gemeente Wijk bij Duurstede
CiteertitelBeleidsregels voor het verbranden van snoeiafval in de open lucht van de gemeente Wijk bij Duurstede
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-10-2022nieuwe regeling

27-09-2022

gmb-2022-458088

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels voor het verbranden van snoeiafval in de open lucht van de gemeente Wijk bij Duurstede

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wijk bij Duurstede;

 

d.d. 27 september 2022

zaak nr. 399410

 

Overwegende dat:

 

Het stoken van open vuur en verbranden van afvalstoffen is verboden op grond van de Wet milieubeheer en de Algemene Plaatselijke Verordening artikel 5:34.

 

Om in een beperkt aantal gevallen verbranden van snoeiafval toch mogelijk te maken, hebben burgemeester en wethouders gemeentelijke beleidsregels vastgesteld op basis waarvan van dit verbod kan worden afgeweken. Hierin is geregeld in welke situatie en in welke periode snoeiafval afkomstig vanuit de fruitteelt en landschapsonderhoud verbrand mag worden in de open lucht.

 

Voor de gemeente Wijk bij Duurstede zijn luchtkwaliteit en grondstofverspilling belangrijke redenen om “Beleidsregels voor het verbranden van snoeiafval in de open lucht van de gemeente Wijk bij Duurstede” op te stellen. Daarbij wordt voorzien in een ombuiging van ‘ja mits’ naar ‘’nee tenzij’, om het stoken in de open lucht tot een minimum te beperken en in lijn brengen met de kaders vanuit de Wet milieubeheer (fijnstof, geuroverlast en CO2 -uitstoot).

 

Met name in het buitengebied is het gebruikelijk dat takken, snoeihout en afvalhout afkomstig van fruitteelt en landschapsonderhoud met enige regelmaat worden verbrand. Het verbranden van afval kan overlast veroorzaken voor de directe woon-/leefomgeving en kan ook (zeer) schadelijk zijn voor het milieu. Het is daarbij van belang dat het duidelijk is welke regels er gelden voor het verbranden van snoeiafval.

 

De nieuwe beleidsregels richten zich op het kleinschalig verbranden in de open lucht van snoeiafval bij fruittelers en particulieren/land(goed)eigenaren buiten bebouwde kom. Verbranden van snoeiafval is voortaan alleen nog toegestaan als (fruit)bomen ziek zijn en deze ter plaatse moeten worden verbrand om verspreiding van ziektes te voorkomen. Verbranden ten behoeve van andere doeleinden, zoals kleinschalige kampvuur en voedselbereiding op open vuur in verenigingsverband, vallen niet onder deze beleidsregels. Het grootschalig (bedrijfsmatig) verbranden van snoeihout in open lucht is verboden.

Voor het verbranden van snoeiafval in de open lucht dient een melding te worden gedaan. De melding moet voldoen aan de regels en voorschriften.

Het college kan op basis van de APV art. 5:34 lid 3 ontheffing op dit verbod verlenen. Indien niet aan de in de beleidsregels opgenomen voorwaarden wordt voldaan dan is er geen ontheffing mogelijk.

 

Gelet op het bovenstaande besluiten burgemeester en wethouders de “Beleidsregels voor het verbranden van snoeiafval in de open lucht van de gemeente Wijk bij Duurstede” vast te stellen.

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • 1.

    Snoeiafval: onbehandelde takken en hout dat vrijkomt bij het snoeien en rooien van (delen van) fruitboomgaarden en landschapselementen (geen stamhout en boomstronken).

  • 2.

    Illegaal vuur: het verbranden van (onbehandeld) hout of andere afvalstoffen zonder ontheffing.

  • 3.

    Vuurton: een hittebestendige bak of ton met een inhoud van maximaal 200 liter, met inbegrip van een oliedrum.

  • 4.

    Inrichting: een inrichting in de zin van de Wet Milieubeheer.

  • 5.

    Bebouwde kom: het gebied binnen de grenzen die zijn vastgesteld op grond van artikel 20a van de Wegenverkeerswet 1994 en dat is met het RVV-bord model H1.

Artikel 2. Voorwaarden

Ter voorkoming van milieuschade en brandgevaar worden er voorwaarden verbonden aan de ontheffing:

  • 1.

    Het college verleent ontheffing voor het ter plaatse verbranden van snoeiafval afkomstig van zieke (fruit)bomen.

  • 2.

    Het is verboden:

    • a.

      stamhout en boomstronken te verbranden

    • b.

      overige afvalstoffen te verbranden

    • c.

      het stoken binnen een bedrijf (inrichting)

  • 3.

    De ontheffing wordt verleend voor maximaal twee keer per jaar per locatie voor een looptijd van 4 weken, in de periode van 15 oktober tot en met 15 maart.

  • 4.

    Het snoeiafval moet worden gestookt in een vuurton met een inhoud van maximaal 200 liter. Per perceel en per eigenaar mag er maximaal 1 vuurton gebruikt worden.

  • 5.

    De stookplaats bevindt zich op een afstand van meer dan 30 meter van:

    • a.

      een gebouw/bouwwerk/bouwsel zoals tent ed.

    • b.

      een opstapeling van oogstproducten

    • c.

      brandbare goederen

    • d.

      een vaar- en autoweg.

  • 6.

    De stookplaats bevindt zich op een afstand van meer dan 100 meter van:

    • a.

      (brandbare) natuur zoals bos, houtwal en heide

    • b.

      een met riet gedekt gebouw

    • c.

      opslagen met gevaarlijke stoffen.

  • 7.

    Over een afstand van 3 meter rondom de stookplaats mag geen begroeiing staan. De ondergrond moet beschermd worden met zandlaag.

  • 8.

    Het stoken mag alleen bij daglicht plaatsvinden, tussen zonsopgang en zonsondergang.

  • 9.

    Bij het ontsteken van het vuur mag geen gebruik gemaakt worden van aardolieproducten/brandbare vloeistoffen, zoals benzine, petroleum of oliën. Daarnaast mogen gemakkelijk opstijgende brandstoffen zoals bladeren, papier, houtwol en hooi niet worden gebruikt als brandstof.

  • 10.

    Minimaal 2 uur voor de verbranding moet de exacte tijd worden doorgegeven aan de brandweer: Regionale Alarm Centrale tel: 030-2892714.

  • 11.

    De verbranding van snoeihout is niet toegestaan, indien:

    • a.

      door het KNMI windsterkte voorspeld wordt hoger dan windkracht 5 of als er sprake is van overlast voor omwonenden en verkeer;

    • b.

      de Veiligheidsregio Utrecht, in verband met de droogte, een negatief stookadvies heeft afgegeven;

    • c.

      door stookalert.nl van het RIVM een negatief stookadvies is afgegeven;

    • d.

      of door mist het zicht minder is dan 200 meter.

  • 12.

    In de onmiddellijke nabijheid moeten voldoende preventieve brandblusmiddelen aanwezig zijn, zoals water en/of zand om een brand in een vuurton te doven en minimaal één blustoestel met een inhoud van 6 kg blusstof om kleine gevolgbrandjes in de directe omgeving te kunnen blussen.

  • 13.

    Tijdens het stoken dient er een volwassene aanwezig te zijn die constant toezicht houdt op het vuur om gevaar, schade of overlast ten gevolge van het branden te voorkomen of te beperken.

  • 14.

    Alle aanwijzingen en bevelen die door of namens de brandweer, opsporingsambtenaren van de politie of toezichthouders van de gemeente/ODRU worden gegeven, dienen steeds exact en onmiddellijk te worden opgevolgd.

  • 15.

    De verbrandingsresten van het snoeiafval moeten uiterlijk 48 uur na het stoken geheel zijn verwijderd op verantwoorde wijze.

  • 16.

    De ontheffing moet kunnen worden getoond tijdens het stoken van het vuur.

Artikel 3. Meldingsplicht

  • 1.

    Voor het op locatie verbranden van snoeiafval zoals bedoeld in artikel 1, lid 1 geldt een meldingsplicht.

  • 2.

    Het college stelt een meldingsformulier vast voor het doen van meldingen als bedoeld in het eerste lid.

  • 3.

    Het volledig ingevulde meldingsformulier (DIGITAAL) dient ten minste 5 werkdagen voorafgaand aan het stoken te worden ingediend bij de gemeente.

Artikel 4. Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na publicatie.

Artikel 5. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Beleidsregels voor het verbranden van snoeiafval in de open lucht van de gemeente Wijk bij Duurstede’.

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wijk bij Duurstede van 27 september 2022.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wijk bij Duurstede,

Judith de Jonge

gemeentesecretaris

Iris Meerts

burgemeester