Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek

Werktijdenregeling

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVeiligheidsregio Gooi en Vechtstreek
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingWerktijdenregeling
CiteertitelWerktijdenregeling
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2015Werktijdenregeling

01-01-2015

bgr-2022-1113

Tekst van de regeling

Intitulé

Werktijdenregeling

Werktijdenregeling

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a.

    Standaardregeling

    Werktijdenregeling op basis van artikel 4:2 Arbeidsvoorwaardenregeling BGV waarbij leidinggevende en werknemer elk kalenderjaar afspraken maken over de werktijden.

  • b.

    Bijzondere regeling

    Werktijdenregeling op Basis van artikel 4:3 Arbeidsvoorwaardenregeling BGV waarbij de leidinggevende de werktijden van de werknemer eenzijdig vaststelt.

  • c.

    Buitendagvenstertoelage

    De vergoeding die op basis van artikel 3:12 Arbeidsvoorwaardenregeling BGV aan medewerkers werkzaam in de standaardregeling wordt toegekend, wanneer zij in opdracht van de leidinggevende werkzaamheden verrichten buiten het dagvenster.

  • d.

    Overwerkvergoeding

    De vergoeding die op basis van artikel 3:18 Arbeidsvoorwaardenregeling BGV aan medewerkers werkzaam in de bijzondere regeling wordt toegekend, wanneer zij in opdracht van de leidinggevende werkzaamheden verrichten buiten de aan hen opgelegde werktijden.

  • e.

    Gewerkte uren

    Alle activiteiten die een medewerker verricht in het kader van zijn dienstverband bij de BGV. Hieronder vallen naast productieve uren tevens improductieve uren zoals HR gesprekken, opleidingen, seminars, recepties, reisuren tijdens kantoortijd enz.

 

Artikel 2

Deze regeling is van toepassing op alle beroepsmedewerkers van de BGV met uitzondering van de 24 uursdienst.

Artikel 3

Lid 1

De werktijd bedraagt voor voltijdwerkers gemiddeld per kalenderjaar 36 uren per week of, voor deeltijdwerkers, zoveel korter als is overeengekomen.

Lid 2

De werktijd per jaar bedraagt voor voltijdwerkers 1878 uur of voor deeltijders zoveel korter als overeengekomen. Dit betreft de ongecorrigeerde werktijd (inclusief verlof en feestdagen). Indien met een medewerker is overeengekomen dat hij ADV opbouwt, worden deze ADV uren bij het aantal te werken uren per jaar opgeteld. De ADV uren worden tevens bijgeschreven op de verlofkaart.

Lid 3

De werknemer registreert wekelijks zijn gewerkte uren (definitie artikel 1 onder f), zijn opgenomen verlof en ADV uren, alsmede de uren dat hij niet werkzaam is geweest wegens feestdagen, bijzonder verlof en doktersbezoek, dat niet in de eigen tijd kan plaatsvinden en overlegt deze registratie aan de leidinggevende.

Artikel 4

Lid 1

In beginsel worden alle werknemers van de BGV voor wat betreft hun hoofdtaak in staat gesteld om enige invloed uit te oefenen op hun werktijden en vallen dientengevolge onder de standaardregeling. Uitzondering hierop vormen de brandweercentralisten die onder de bijzondere regeling vallen.

Lid 2

In geval de OR van mening is dat voor andere groepen medewerkers de invloed op de werktijden onvoldoende is, kunnen zij verzoeken deze groepen onder de bijzondere regeling te brengen.

Lid 3

In bijlage 1 zijn de groepen van werknemers opgenomen die onder de bijzondere regeling vallen. Deze lijst wordt jaarlijks met de OR geëvalueerd.

Artikel 5

Lid 1

Bij medewerkers die vallen onder de standaardregeling worden in het startgesprek afspraken gemaakt over de werktijden.

Lid 2

Bij het maken van deze afspraken worden in beginsel de volgende kaders in acht genomen:

  • a.

    De werktijden liggen tussen 7.00 ’s morgens en 22.00 ’s avonds (dagvenster).

  • b.

    De maximale arbeidstijd per dag bedraagt 11 uur en per week 50 uur.

  • c.

    Bij een arbeidstijd per dag van meer dan 5,5 uur wordt een verplichte lunchpauze in acht genomen. Deze pauze bedraagt minimaal 30 minuten bij een werktijd tussen de 5,5 en 10 uur en 45 minuten bij een werktijd van meer dan 10 uur.

  • d.

    Er zijn bloktijden aangewezen waarop de werknemer in beginsel aanwezig is. Deze bloktijden lopen in beginsel van 9.00 uur tot 12.00 uur en van 13.30 uur tot 16.00 uur. In het belang van de dienst kan de commandant in overleg met de OR andere bloktijden aanwijzen voor onderdelen van de organisatie.

 

Lid 3

De leidinggevende is verantwoordelijk voor een voldoende bezetting tijdens de bloktijden en heeft gelet hierop de mogelijkheid grenzen te stellen aan de vrijheid van zijn/haar medewerkers, mits de medewerker enige regelvrijheid houdt. Indien leidinggevenden en medewerker niet tot afspraken kunnen komen over de werktijden beslist de Commandant. Behoudens incidentele aanpassingen als bedoeld in lid 5, dient een aanpassing van de werktijden tenminste 2 maanden van te voren met de medewerker te worden besproken.

Lid 4

Zowel in het kader van het dienstbelang als op verzoek van de medewerker kan in overleg tussen medewerker en leidinggevende worden afgeweken van de bloktijden. Verzoeken van de medewerker in dit kader kunnen gemotiveerd op basis van het dienstbelang worden afgewezen.

Lid 5

De leidinggevende kan de werknemer in incidentele gevallen op grond van het dienstbelang verzoeken om af te wijken van de met hem/haar afgesproken werktijden. In geval de werknemer zo’n verzoek weigert, heeft de werkgever de mogelijkheid de gewijzigde werktijd eenzijdig op te leggen en heeft de werknemer recht op de lage buitendagvenstervergoeding als bedoeld in artikel 3:8 lid 2 eerste gedachtestreepje Arbeidsvoorwaardenregeling BGV.

Lid 6

Na toestemming van de Commandant kan een leidinggevende in incidentele gevallen opdracht geven om werkzaamheden buiten het dagvenster te verrichten. In dat geval bestaat recht op een buitendagvenstervergoeding op grond van artikel 3:12 Arbeidsvoorwaardenregeling BGV.

Artikel 6

Lid 1

Leidinggevende en medewerker zijn er samen verantwoordelijk voor dat deze werktijdenregeling wordt nageleefd en de arbeidsduur per jaar genoemd in artikel 3 lid 2 niet wordt overschreden.

Lid 2

De werknemer is verplicht zijn werktijden te registreren conform het bepaalde in artikel 3 lid 3.

Lid 3

De werknemer mag zijn/haar te veel gewerkte uren altijd binnen het kalenderjaar compenseren, maar bij een dreigende overschrijding van de arbeidsduur per jaar maken leidinggevende en medewerker tijdig afspraken over het opmaken van te veel gewerkte uren. Bij het maken van deze afspraken voorkomt de leidinggevende dat er verlofstuwmeren ontstaan. De beleidsregels verlofstuwmeren blijven hierbij onverkort van toepassing.

Lid 4

Indien ondanks gemaakte afspraken de maximale arbeidsduur per jaar wordt overschreden, worden aan het einde van het kalenderjaar de te veel gewerkte uren omgezet in vakantiedagen.

Hierbij worden gelijktijdig afspraken gemaakt over het opnemen van deze extra vakantiedagen.

Lid 5

In geval de verwachting is dat de medewerker het volgende kalenderjaar de vakantiedagen niet kan opnemen, kan de Commandant bij hoge uitzondering toestemming verlenen de teveel gewerkt uren uit te betalen.

Lid 6

Het bepaalde in lid 4 en 5 is niet van toepassing op medewerkers die zijn ingedeeld in salarisschaal 11 en hoger: medewerkers mogen wel binnen het kalenderjaar compenseren, maar dat er vindt geen uitbetaling van of verlofverlening voor in een kalenderjaar te veel gewerkte uren plaats. Bij deze functies wordt een zekere mate van overschrijding van het overeengekomen aantal uren inherent te zijn aan de functie. Dit neemt niet weg dat er ook bij deze werknemers gestreefd dient te worden naar een zo gering mogelijke overschrijding van de arbeidsduur per jaar en dat dit onderwerp van gesprek tussen leidinggevende en medewerker dient te zijn.

Artikel 7

Lid 1

Op verzoek van de medewerker kan door de leidinggevende, in overleg met de Commandant, toestemming worden verleend aan medewerkers voor het thuis verrichten van werkzaamheden in het belang van de organisatie.

Lid 2

In geval dit voor het thuis verrichten van werkzaamheden noodzakelijk is wordt aan de werknemer faciliteiten toegekend om vanuit huis op het netwerk van de BGV in te loggen. Verdere faciliteiten worden door de BGV niet verleend.

Artikel 8

De commandant is bevoegd namens het Dagelijks Bestuur nadere aanwijzingen te geven voor een goede uitvoering en een goede controle op de uitvoering van de regeling.

Artikel 9

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.

Bijlage I Overzicht van groepen medewerkers die onder de bijzondere regeling vallen

  • Centralisten Meldkamer.