Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Den Helder

BESLUIT VAN DE GEMEENTERAAD VAN DE GEMEENTE DEN HELDER, HOUDENDE REGELS VOOR SUBSIDIEVERSTREKKING VANUIT DE REGIO DEAL MARITIEM CLUSTER KOP VAN NOORD-HOLLAND (SUBSIDIEVERORDENING REGIO DEAL MARITIEM CLUSTER)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDen Helder
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBESLUIT VAN DE GEMEENTERAAD VAN DE GEMEENTE DEN HELDER, HOUDENDE REGELS VOOR SUBSIDIEVERSTREKKING VANUIT DE REGIO DEAL MARITIEM CLUSTER KOP VAN NOORD-HOLLAND (SUBSIDIEVERORDENING REGIO DEAL MARITIEM CLUSTER)
CiteertitelSubsidieverordening Regio Deal Maritiem Cluster
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 149 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-10-2022nieuwe regeling

12-09-2022

gmb-2022-452167

2022-032949

Tekst van de regeling

Intitulé

BESLUIT VAN DE GEMEENTERAAD VAN DE GEMEENTE DEN HELDER, HOUDENDE REGELS VOOR SUBSIDIEVERSTREKKING VANUIT DE REGIO DEAL MARITIEM CLUSTER KOP VAN NOORD-HOLLAND (SUBSIDIEVERORDENING REGIO DEAL MARITIEM CLUSTER)

De raad van de gemeente Den Helder;

 

gelezen het voorstel van het college van de gemeente Den Helder van 12 juli 2022;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

 

kennis genomen hebbende van de voorbereidende commissievergadering Raadscommissie Bestuur en Middelen op 30 augustus 2022;

 

overwegende dat:

  • gemeente Den Helder een van de ondertekenaars is van en penvoerder en kassier is voor de Regio Deal Maritiem Cluster Kop van Noord-Holland;

  • vanuit de Regio Deal Maritiem Cluster Kop van Noord-Holland geld beschikbaar is voor subsidieverstrekking ter stimulering van de brede welvaart in de regio Kop van Noord-Holland door inzet op human capital, maritieme innovaties en de waterstofeconomie;

  • voor de rechtmatige verstrekking van dergelijke subsidies een wettelijke grondslag is vereist;

  • deze verordening voorziet in de wettelijke grondslag voor het verstrekken van subsidies die voortvloeien en gefinancierd worden uit het budget van de Regio Deal Maritiem Cluster Kop van Noord-Holland;

 

besluit:

 

 

vast te stellen de navolgende “Subsidieverordening Regio Deal Maritiem Cluster Kop van Noord-Holland”.

 

Artikel 1 Definities

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder;

  • b.

    Regio Deal Maritiem Cluster: de Regio Deal Maritiem Cluster Kop van Noord-Holland, die in de periode van 26 juni tot en met 13 juli 2020 is getekend door de ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Infrastructuur en Waterstaat, de staatssecretarissen van Defensie, Economische Zaken en Klimaat en Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder, de gemeente Hollands Kroon, mede in de hoedanigheid als vertegenwoordiger van de regionale samenwerking in de Kop van Noord-Holland, en het college van gedeputeerde staten van de provincie Noord-Holland en die beoogt de brede welvaart in de Kop van Noord-Holland te versterken en meer innovatie en werkgelegenheid te creëren;

  • c.

    subsidieregeling: een nadere regeling als bedoeld in artikel 3 van deze verordening;

  • d.

    Verdrag: Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (PbEU C 326/47);

  • e.

    de-minimissteun: steun die wordt verstrekt op basis van Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun (PbEU L 352/1); Verordening (EU) nr. 2019/316 van de Commissie tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun in de landbouwproductiesector (PbEU L 51 I/1); Verordening (EU) nr. 717/2014 van de Commissie van 27 juni 2014 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun in de visserij- en aquacultuursector (PbEU L 190/45), of Verordening (EU) 2018/1923 van de Commissie van 7 december 2018 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun verleend aan diensten van algemeen economisch belang verrichtende ondernemingen (PbEU L 313/2);

  • f.

    Europees steunkader: een mededeling, richtsnoer, kaderregeling, besluit of vrijstellingsverordening op het gebied van staatssteun die de Europese Commissie of de Raad van de Europese Unie, gelet op de artikelen 106, derde lid, 107, 108 of 109 van het Verdrag heeft vastgesteld;

  • g.

    onderneming: iedere eenheid, ongeacht haar rechtsvorm of wijze van financiering, die een economische activiteit uitoefent;

  • h.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Reikwijdte

  • 1.

    Deze verordening is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college die voortvloeit uit de Regio Deal Maritiem Cluster, ter stimulering is van de daarin opgenomen doelen en gefinancierd wordt uit het budget van de Regio Deal Maritiem Cluster, met uitzondering van subsidies waarvoor bij afzonderlijke verordening een uitputtende regeling is getroffen en subsidies waarvoor geen wettelijke grondslag is vereist, als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, van de Awb.

  • 2.

    Ten aanzien van subsidies waarvoor geen wettelijke grondslag is vereist, als bedoeld in het vorige lid, kan het college bepalen dat deze verordening geheel of gedeeltelijk van toepassing is.

Artikel 3 Subsidieregelingen

  • 1.

    Het college kan bij nadere regeling (subsidieregeling) vaststellen welke activiteiten in het kader van de uitvoering van de Regio Deal Maritiem Cluster in aanmerking kunnen komen voor subsidie.

  • 2.

    Voor zover van toepassing, wordt in de subsidieregeling tevens bepaald:

    • a.

      welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen;

    • b.

      welke voorwaarden van toepassing zijn om voor verlening en vaststelling van subsidie in aanmerking te komen;

    • c.

      hoe de subsidie wordt berekend;

    • d.

      hoe subsidie kan worden aangevraagd;

    • e.

      hoe subsidie wordt verleend en vastgesteld;

    • f.

      welke aanvraag- en beslistermijnen van toepassing zijn;

    • g.

      welke aan de subsidie te verbinden bijzondere verplichtingen van toepassing zijn;

    • h.

      hoe de subsidieontvanger de besteding van de subsidie dient te verantwoorden;

    • i.

      hoe de subsidieontvanger aan dient te tonen dat de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen;

    • j.

      hoe de subsidiebedragen worden uitbetaald;

    • k.

      welke afwijkingsmogelijkheden voor de subsidieregeling van toepassing zijn.

Artikel 4 Staatssteunregels

  • 1.

    Voor zover dat ten behoeve van het voldoen aan een Europees steunkader noodzakelijk is, kan het college bij subsidieregeling afwijken van deze verordening en deze aanvullen.

  • 2.

    Bij een subsidieregeling waarbij is bepaald dat toepassing kan worden gegeven aan een Europees steunkader, verwijst de subsidieregeling naar het desbetreffende steunkader.

  • 3.

    Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, verwijst de verleningsbeschikking naar de toepasselijke bepalingen van het steunkader.

  • 4.

    Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen alleen activiteiten, doelstellingen, resultaten en kosten voor vergoeding in aanmerking die voldoen aan de eisen van het desbetreffende steunkader.

  • 5.

    Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen ondernemingen alleen in aanmerking voor zover de subsidieverstrekking voldoet aan de voorwaarden van het desbetreffende steunkader.

Artikel 5 Subsidieplafond en verdeelregels

  • 1.

    Het college stelt subsidieplafonds vast.

  • 2.

    Het college bepaalt bij subsidieregeling de wijze van verdeling van een subsidie.

Artikel 6 Aanvraag

Als de aanvrager van subsidie een onderneming is, legt deze bij de aanvraag naast de gegevens zoals opgenomen in de subsidieregeling, indien van toepassing, ook de volgende gegevens over:

  • a.

    een opgave van subsidies, vergoedingen of tegemoetkomingen in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die al zijn of zullen worden ontvangen voor de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

  • b.

    een verklaring als bedoeld in de verordening met betrekking tot de-minimissteun.

Artikel 7 Weigeringsgronden

  • 1.

    Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 van de Awb en het bepaalde in de subsidieregeling, weigert het college de subsidie in ieder geval:

    • a.

      als de Europese Commissie overeenkomstig artikel 108, derde lid, van het Verdrag heeft vastgesteld dat de subsidie onverenigbaar is met de interne markt;

    • b.

      als het een aanvrager betreft tegen wie een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerdere beschikking van de Europese Commissie waarin de steun van Nederland onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard, of

    • c.

      als de subsidieverstrekking in strijd zou zijn met een Europees steunkader omdat:

      • i.

        subsidie verstrekt zou worden aan een aanvrager die een onderneming drijft die in moeilijkheden verkeert als bedoeld in het desbetreffende steunkader, of

      • ii.

        de subsidie geen stimulerend effect heeft als bedoeld in het desbetreffende steunkader.

  • 2.

    Onverminderd het vorige lid kan het college de subsidie verder in ieder geval weigeren:

    • a.

      als de subsidieverstrekking in strijd zou zijn met een wettelijk voorschrift;

    • b.

      als de subsidieverstrekking niet is toegestaan totdat de Europese Commissie met toepassing van artikel 108, derde lid, van het Verdrag heeft vastgesteld dat de subsidie verenigbaar is met de interne markt, of

    • c.

      in de bij de betrokken subsidieregeling bepaalde gevallen.

Artikel 8 Algemene verplichtingen van subsidieontvanger

  • 1.

    Als aannemelijk is dat een of meer van de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht of dat niet, niet tijdig of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan, meldt de subsidieontvanger dat onverwijld schriftelijk aan het college.

  • 2.

    Een subsidieontvanger informeert het college onverwijld schriftelijk over:

    • a.

      beslissingen of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, of tot ontbinding van de gesubsidieerde rechtspersoon;

    • b.

      relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;

    • c.

      ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat de subsidieontvanger de aan de subsidie verbonden verplichtingen niet, niet tijdig of niet geheel zal kunnen nakomen;

    • d.

      wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de gesubsidieerde rechtspersoon, de persoon van de bestuurder of bestuurders, en het doel van de rechtspersoon.

Artikel 9 Berekening van uurtarieven, uniforme kostenbegrippen

  • 1.

    Als bij de bepaling van de subsidiabele kosten gebruik wordt gemaakt van uurtarieven, worden deze door de subsidieaanvrager berekend met gebruikmaking van een bij subsidieregeling voorgeschreven berekeningswijze.

  • 2.

    Bij het hanteren van kostenbegrippen bij de berekening van uurtarieven wordt uitgegaan van de bij subsidieregeling voorgeschreven definities.

  • 3.

    Bij subsidie waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen alleen die uurtarieven en kostenbegrippen in aanmerking die voldoen aan de eisen van het toepasselijke steunkader.

Artikel 10 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de bekendmaking daarvan in het elektronisch Gemeenteblad heeft plaatsgevonden.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Subsidieverordening Regio Deal Maritiem Cluster.

 

 

 

Aldus besloten in de raadsvergadering van 12 september 2022,

J.A. (Jan) de Boer MSc.

burgemeester

mr. drs. M. Huisman

griffier

Toelichting

1. Algemeen

 

De gemeente Den Helder is een van de ondertekenaars van de Regio Deal Maritiem Cluster Kop van Noord-Holland (hierna: de Regio Deal Maritiem Cluster). De Regio Deal Maritiem Cluster is in de periode juni/juli 2020 getekend en beoogt de brede welvaart in de Kop van Noord-Holland te versterken en meer innovatie en werkgelegenheid te creëren. Andere ondertekenaars van de Regio Deal Maritiem Cluster zijn de ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Infrastructuur en Waterstaat, de staatssecretarissen van Defensie, Economische Zaken en Klimaat en Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder, de gemeente Hollands Kroon, mede in de hoedanigheid als vertegenwoordiger van de regionale samenwerking in de Kop van Noord-Holland, en het college van gedeputeerde staten van de provincie Noord-Holland. In Regio Deal verband vervult gemeente Den Helder de rol van penvoerder en kassier.

 

Vanuit de Regio Deal Maritiem Cluster is geld beschikbaar voor subsidieverstrekking ter stimulering van de brede welvaart in de regio Kop van Noord-Holland door inzet op human capital, maritieme innovaties en de waterstofeconomie. Om gelden in de vorm van subsidies rechtmatig te kunnen verstrekken is op grond van artikel 4:23, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) een wettelijke grondslag vereist. Met deze Subsidieverordening Regio Deal Maritiem Cluster geeft de raad het college de bevoegdheid om binnen de kaders van de Regio Deal Maritiem Cluster en binnen het beschikbare budget vanuit deze Regio Deal subsidieregelingen vast te stellen, waarin is bepaald voor welke activiteiten en doelgroepen subsidie beschikbaar is. De Subsidieverordening Regio Deal Maritiem Cluster en de subsidieregelingen voorzien samen in de genoemde vereiste wettelijke grondslag voor het verstrekken van subsidies die voortvloeien en gefinancierd worden uit het budget van de Regio Deal Maritiem Cluster.

 

Met de Subsidieverordening Regio Deal Maritiem Cluster krijgt het college tevens de bevoegdheid om diverse meer administratieve zaken, zoals subsidievoorwaarden, aanvraag-en beslistermijnen, verantwoordingswijzen, etc., voor subsidies in het kader van de Regio Deal Maritiem Cluster te bepalen.

 

 

2. Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1 Definities

In dit artikel is een aantal definities opgenomen. Deze definities gelden niet alleen voor deze verordening, maar ook voor de hierop te baseren subsidieregelingen. Deze definities zullen dus niet nogmaals in de verschillende subsidieregelingen opgenomen hoeven te worden. Ook kan hier niet van worden afgeweken.

 

Er is geen definitie opgenomen van subsidie. Wat onder een subsidie moet worden verstaan, is omschreven in artikel 4:21 van de Awb. Kenmerken van een subsidie zijn dat er aanspraak is op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten. Overigens: ook garanties en leningen kunnen onder het subsidiebegrip vallen. Zie CBb 06-10-2016, ECLI:NL:CBB:2016:317 en CBb 01-05-2018, ECLI:NL:CBB:2018:237.

 

De begrippen Europees steunkader en de-minimissteun zijn wel gedefinieerd. Mocht het zo zijn dat een Europees steunkader, dan wel de-minimisverordening, wordt gewijzigd, aangepast of verlengd dan is het van belang dat de steun in overeenstemming is met de nieuwe bepalingen die daarin zijn opgenomen. Waarschijnlijk zal dat dan moeten leiden tot aanpassen van de desbetreffende subsidieregeling (zie toelichting bij artikel 3).

 

Bij het vervallen van een Europees steunkader, dan wel de-minimisverordening, kan er niet langer rechtmatig staatssteun worden verstrekt. Het is daarom raadzaam de looptijden van de Europese steunkaders in acht te nemen.

 

Artikel 2 Reikwijdte

Eerste lid

Met het eerste lid krijgt het college de bevoegdheid overgedragen om te besluiten over het verstrekken van subsidies waarop de Subsidieverordening Regio Deal Maritiem Cluster van toepassing is.

 

Dit betreft in beginsel alle subsidies die voortvloeien uit de Regio Deal Maritiem Cluster, ter stimulering zijn van de daarin opgenomen doelen en gefinancierd worden uit het budget van de Regio Deal Maritiem Cluster, met uitzondering van subsidies waarvoor bij afzonderlijke verordening een uitputtende regeling is getroffen en subsidies waarvoor overeenkomstig artikel 4:23, derde lid, van de Awb geen wettelijke grondslag nodig is.

 

Tweede lid

Ten aanzien van subsidies waarvoor overeenkomstig artikel 4:23, derde lid, van de Awb geen wettelijke grondslag nodig is (zoals bijvoorbeeld incidentele subsidies) is de Subsidieverordening Regio Deal Maritiem Cluster in beginsel niet van toepassing. Dit lid geeft het college de bevoegdheid om de Subsidieverordening Regio Deal Maritiem Cluster (deels) van toepassing te verklaren als daartoe aanleiding bestaat.

 

Artikel 3 Subsidieregelingen

Met dit artikel krijgt het college de bevoegdheid om in nadere regels, hier en verder subsidieregeling genoemd, de te subsidiëren activiteiten te bepalen. Voor zover het college iets wenst te regelen over de volgende onderwerpen met betrekking tot de te verstrekken subsidie, dient dit eveneens in de subsidieregeling te gebeuren:

 

  • a.

    welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen;

  • b.

    welke voorwaarden van toepassing zijn om voor verlening en vaststelling van subsidie in aanmerking te komen;

  • c.

    hoe de subsidie wordt berekend;

  • d.

    hoe subsidie kan worden aangevraagd;

  • e.

    hoe subsidie wordt verleend en vastgesteld;

  • f.

    welke aanvraag- en beslistermijnen van toepassing zijn;

  • g.

    welke aan de subsidie te verbinden bijzondere verplichtingen van toepassing zijn;

  • h.

    hoe de subsidieontvanger de besteding van de subsidie dient te verantwoorden;

  • i.

    hoe de subsidieontvanger aan dient te tonen dat de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen;

  • j.

    hoe de subsidiebedragen worden uitbetaald;

  • k.

    welke afwijkingsmogelijkheden voor de subsidieregeling van toepassing zijn.

 

In andere artikelen van de Subsidieverordening Regio Deal Maritiem Cluster worden andere bevoegdheden gedelegeerd die betrekking hebben op de inhoud van de subsidieregeling, zoals de wijze van verdelen van het subsidieplafond.

 

Voor zover het college geen gebruik maakt van de bevoegdheid om nadere regels vast te stellen is het slechts in beperkte mate mogelijk om subsidies te verstrekken. De hoofdregel van de Awb is namelijk dat subsidieverstrekking gebaseerd moet zijn op een wettelijk voorschrift, zoals een subsidieregeling, waarin de te subsidiëren activiteiten staan vermeld. Op grond van artikel 4:23, derde lid, van de Awb bestaan hierop maar vier uitzonderingen:

 

  • a.

    de spoedeisende subsidieverstrekking (tijdelijk, vooruitlopend op de vaststelling van een wettelijk voorschrift);

  • b.

    de subsidieverstrekking op grond van een begrotingspost (de begroting dient de subsidieontvanger en het bedrag dat ten hoogste kan worden vastgesteld te vermelden);

  • c.

    de incidentele subsidieverstrekking (voor uitzonderlijke gevallen, en als er in beginsel slechts eenmalig subsidie zal worden toegekend);

  • d.

    de Europese subsidies (is voor gemeenten nauwelijks van belang).

 

Artikel 4 Staatssteunregels

Om subsidies onder een Europees steunkader te brengen moet de subsidie op het toepasselijke steunkader worden toegesneden. Daarbij kan het nodig zijn dat er in de subsidieregeling afgeweken wordt van de Subsidieverordening Regio Deal Maritiem Cluster, of dat deze aangevuld wordt. Het eerste lid maakt het college daartoe bevoegd.

 

Het tweede en derde lid zijn een uitvloeisel van de eis van de Europese Commissie dat in subsidieregelingen en -beschikkingen die gebruik maken van het Europees steunkader, het toepasselijke kader expliciet wordt vermeld.

 

Als sprake is van steun die valt onder een Europees steunkader, kunnen uiteraard alleen de activiteiten, doelstellingen, resultaten en kosten voor subsidie in aanmerking komen voor zover die voldoen aan de eisen en voorwaarden van het betreffende steunkader (vierde lid).

 

Net zo goed als dat bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, kunnen ondernemingen alleen in aanmerking komen als de subsidieverstrekking voldoet aan de voorwaarden van het desbetreffende steunkader (vijfde lid).

 

Artikel 5 Subsidieplafond en verdeelregels

Het college stelt de subsidieplafonds vast (eerste lid); bij de bekendmaking daarvan wordt tevens de door hen bepaalde wijze van verdelen vermeld (eerste lid in combinatie met artikel 4:26, tweede lid, van de Awb). De wijze van verdelen kan ook worden bekendgemaakt door te verwijzen naar de subsidieregeling waarin de wijze van verdeling is vastgelegd. In dat laatste geval zal verwezen moeten worden naar een reeds geldende subsidieregeling. In andere gevallen zal geregeld (moeten) zijn dat óf de subsidieregeling en het subsidieplafond gelijktijdig in werking treden óf dat de subsidieregeling weliswaar voor het vaststellen van het subsidieplafond in werking treedt maar dat aanvragen pas ná het vaststellen van het subsidieplafond kunnen worden ingediend. Als dit niet (juist) geregeld is kan het subsidieplafond niet worden tegengeworpen aan aanvragers die hun aanvraag hebben ingediend voor bekendmaking (artikel 4:27, tweede lid, van de Awb).

 

Artikel 6 Aanvraag

Bij een subsidie aan een onderneming moet voorkomen worden dat subsidie wordt verleend die niet in overeenstemming is met de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna: VWEU). Daarom zijn een tweetal aanvraagvereisten opgenomen die specifiek voor ondernemingen gelden. Ten eerste, om ontoelaatbare cumulatie te voorkomen wordt een overzicht gevraagd van subsidies, vergoedingen of tegemoetkomingen in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd die al zijn of zullen worden ontvangen voor de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd (sub a). Een subsidie kan namelijk ook uit een garantie, lening, korting op de grondprijs, etc. bestaan. Ten tweede, om subsidie onder een de-minimisverordening te kunnen verlenen moet de onderneming om een de-minimisverklaring gevraagd worden (sub b). Op basis van een ingeleverde de-minimisverklaring dient het college te controleren of verlenen van de subsidie in overeenstemming is met de de-minimisverordening.

 

Artikel 7 Weigeringsgronden

Eerste lid

In dit artikel worden de algemeen geldende weigeringsgronden van de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 van de Awb, met nadere verplichte gronden aangevuld.

 

Ondanks dat er sprake is van staatssteun is het soms mogelijk om steun te verstrekken op basis van een vrijstellingsverordening, waardoor het college kan volstaan met een lichte kennisgevingsprocedure. Als dat niet mogelijk is, kan goedkeuring van de Europese Commissie gevraagd worden via een formele aanmelding. Als de Europese Commissie de steun echter niet goedkeurt, dan moet het college overgaan tot weigering (vandaar de verplichte weigeringsgrond onder a).

 

Bepaalde Europese steunkaders verbieden – als er een bevel tot terugvordering uitstaat – alleen het verlenen van staatsteun onder de betreffende verordening; niet het verlenen van subsidies in het algemeen. Door de, onder b, gekozen formulering van de weigeringsgrond in combinatie met het verplichtende karakter komt het in de Subsidieverordening Regio Deal Maritiem Cluster echter neer op een – op zichzelf verdedigbare – verbreding van de weigeringsgrond tot het verlenen van subsidies in het algemeen (als er een bevel tot terugvordering uitstaat).

 

Onder c is een absolute weigeringsgrond opgenomen voor die gevallen dat overgaan tot subsidieverstrekking strijdigheid op zou leveren met een Europees steunkader omdat er dan subsidie verstrekt zou worden aan een aanvrager die een onderneming drijft die in moeilijkheden verkeert als bedoeld in het toepasselijke steunkader of omdat de betreffende subsidie geen stimulerend effect heeft als bedoeld in het toepasselijke steunkader. Een onderneming wordt naar oordeel van de Europese Commissie beschouwd als een onderneming in moeilijkheden wanneer zij, zonder overheidsingrijpen, op korte of middellange termijn vrijwel zeker gedoemd is te verdwijnen. Meer informatie over dit begrip is te vinden in paragraaf 2.2 van de Richtsnoeren (van de Europese Commissie) voor reddings- en herstructureringssteun aan niet-financiële ondernemingen in moeilijkheden (2014/C 249/01). Dat er sprake moet zijn van een stimulerend effect houdt in beginsel in dat de begunstigde aanvrager door de steun in staat wordt gesteld activiteiten of projecten uit te voeren die zij anders – zonder de steun – niet had uitgevoerd. Ook houdt het in beginsel in dat de steun niet mag worden verleend voordat de activiteit wordt gestart.

 

Tweede lid

Daarnaast zijn in het tweede lid nog enkele facultatieve weigeringsgronden opgenomen. Het college kan in deze gevallen weigeren, maar is daartoe niet verplicht. Deze gelden in aanvulling op artikel 6 van de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur (hierna: Wet Bibob).

 

Onder b is een weigeringsgrond opgenomen waarmee het college een aanvraag kan weigeren als subsidieverstrekking niet is toegestaan dan nadat deze overeenkomstig artikel 108, derde lid, van het VWEU (de meldingsprocedure) is goedgekeurd door de Europese Commissie. Het gaat hier om subsidieverstrekking die in beginsel niet ongeoorloofd is vanwege strijdigheid met de toepasselijke cumulatieregels of overschrijding van het toegestane bedrag aan de-minimissteun. In deze gevallen kan het college óf weigeren de subsidie te verstrekken óf de subsidie melden bij de Europese Commissie om langs deze weg goedkeuring te verkrijgen. Als het college besluit over te gaan tot melding, dan wordt in verband met de standstill-verplichting de beslistermijn verdaagd totdat de Europese Commissie een eindbeslissing heeft genomen (dit dient te zijn opgenomen in de subsidieregeling). Als de Europese Commissie besluit de voorgenomen subsidieverstrekking niet goed te keuren, dan zal het college de aanvraag alsnog weigeren (zie het eerste lid, onder a). Een subsidie die is of kan worden goedgekeurd kan uiteraard ook op een andere grond worden geweigerd.

 

Onderdeel c ten slotte geeft het college de bevoegdheid in een subsidieregeling nog andere weigeringsgronden op te nemen, bijvoorbeeld weigeringsgronden die specifiek met de te subsidiëren activiteiten samenhangen.

 

Als de Europese Commissie tot het oordeel is gekomen dat een subsidie niet in overeenstemming is met de artikelen 107 en 108 van het VWEU, dan moet de verleende subsidie ingetrokken en teruggevorderd worden (inclusief rente). Dit op grond van artikel 3 van de Wet terugvordering staatssteun. Een bepaling daarover in de Subsidieverordening Regio Deal Maritiem Cluster is daarvoor niet nodig, omdat deze verplichting rechtstreeks uit de Wet terugvordering staatssteun voortvloeit.

 

Een subsidie kan ook (geweigerd en) ingetrokken worden in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob. Dit volgt rechtstreeks uit artikel 6 van die wet.

 

Artikel 8 Algemene verplichtingen van subsidieontvanger

Dit artikel bevat een meldingsplicht (eerste lid) en informatieplicht (tweede lid) die voor alle subsidieontvangers geldt. Met ‘schriftelijk’ in het eerste lid is meer bedoeld dan ‘op papier geschreven’. De melding kan ook digitaal worden gedaan als het college de digitale weg open heeft gesteld.

 

Artikel 9 Berekening van uurtarieven, uniforme kostenbegrippen

Dit artikel schrijft voor dat als het college bij de bepaling van de subsidiabele kosten gebruik maakt van uurtarieven, de berekeningswijze hiervan en de voorgeschreven definities in een subsidieregeling vastgelegd dienen te worden. De aanvrager zal daarmee dan bij zijn aanvraag rekening moeten houden. Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, is het college hierin beperkt tot tarieven en kostenbegrippen die voldoen aan de eisen van het toepasselijke steunkader.