Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oisterwijk

Nota Bestaanszekerheid gemeente Oisterwijk mei 2020

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOisterwijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNota Bestaanszekerheid gemeente Oisterwijk mei 2020
CiteertitelNota Bestaanszekerheid Gemeente Oisterwijk Mei 2020
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

11-10-2022nieuwe regeling

02-07-2020

gmb-2022-450067

Tekst van de regeling

Intitulé

Nota Bestaanszekerheid gemeente Oisterwijk mei 2020

Inleiding

 

Eind 2019 is de Evaluatie Kadernota Armoedebeleid Oisterwijk 2017 2018 aan de Raad voorgelegd. In deze evaluatie zijn een aantal conclusies en aanbevelingen opgenomen waar in deze Nota Bestaanszekerheid invulling aan wordt gegeven.

 

Deze nota is opgebouwd aan de hand van het OGSM model, wat staat voor Objectives, Goals, Strategy and Measures wat wil zeggen dat er geredeneerd is vanuit de ambitie en doelen voor de inwoners, en dat hierop de strategie en acties bepaald zijn.

 

De twee belangrijkste uitgangspunten van deze nota zijn dat armoede vele facetten kent in de Nederlandse en Oisterwijkse samenleving. In plaats van ons te richten op reactief beleid willen we ons juist inzetten op proactief en preventief beleid door ons te richten op bestaanszekerheid. Een ander belangrijk uitgangspunt is dat door te investeren in bestaanszekerheid we de kwaliteit van leven van Oisterwijkse inwoners kunnen verbeteren en op de langere termijn zorgkosten kunnen verminderen.

 

Hoofdstuk 1: Uitgangspunten & Ambitie

1.1 Uitgangspunten

De volgende algemene uitgangspunten kunnen gezien worden als de basis voor de totstandkoming van deze nota bestaanszekerheid. Hierbij wordt een relatie gelegd met het integrale Koersdocument Sociaal Domein en de evaluatie Nota Armoedebeleid uit 2019.

1.1.1 Koersdocument

We bouwen voort op de visie en uitgangspunten van het Koersdocument sociaal domein “Naar een samenredzaam Oisterwijk”. We dragen met deze nota Bestaanszekerheid bij aan een aantal zaken uit het Koersdocument:

  • o

    We zijn inclusief. Dit wil zeggen dat we uitgaan van de leefwereld van inwoners van gemeente Oisterwijk i.p.v. de systeemwereld (vraaggericht i.p.v. aanbod gericht);

  • o

    Ons beleid en onze aanpak is duidelijk en begrijpelijk. Het is duidelijk waar inwoners terecht kunnen met een ondersteuningsvraag en, waar nodig, bieden we maatwerk;

  • o

    Een ‘sociaal domein dichtbij’ nodigt uit tot betrokkenheid bij je eigen omgeving, het versterkt sociale veerkracht, voorkomt eenzaamheid en het maakt de stap naar het vragen om hulp kleiner, het voelt veilig en laagdrempelig. Zo werken we preventief en voorkomen we dat problemen erger worden.

  • o

    We werken integraal. We werken vanuit een integrale benadering aan de vraag van de inwoner. Co-creatie is de basis voor beleidsontwikkeling en we handelen vanuit vertrouwen.

“Het zou fijn zijn als ieder mens weer het gevoel heeft dat zij/hij er toe doet in de samenleving”

 

Inwoner van de gemeente Oisterwijk

1.1.2 Lokale Uitgangspunten

Naast het koersdocument hanteren we de volgende lokale uitgangspunten:

 

  • We investeren in bestaanszekerheid om de kwaliteit van leven van Oisterwijkse inwoners te kunnen verbeteren en hierdoor dure zorgkosten op langere termijn te voorkomen;

  • We zetten in op proactief en preventief beleid, waarbij de dienstverlening richting inwoners centraal staat;

  • We zijn ons natuurlijk bewust van de financiële situatie van de gemeente, die door o.a. de Corona-crisis mogelijk nog zal verslechteren. In deze nota wordt er daarom rekening gehouden met de acties uit Strijdplan Sociaal Domein en wordt ingezet op het budgetneutraal uitvoeren van de strategieën en acties in deze nota. Er worden geen additionele financiële middelen gevraagd. Hierbij zijn we ons ook bewust van het feit dat:

    • o

      de Gemeente Oisterwijk al jarenlang een ruimhartig vangnet biedt in vergelijking tot veel andere Nederlandse gemeenten.

    • o

      de Gemeente Oisterwijk vele goede projecten/initiatieven kent op het gebied van bestaanszekerheid, waaronder het Maatpact initiatief, de pilot Vroegsignalering, Vraagpunt Oisterwijk en het Declaratiefonds

    • o

      de Gemeente Oisterwijk vele sterke organisaties heeft die zich hard maken op dit onderwerp, zoals Stichting Leergeld, Charitas, Farent, ContourdeTwern, Thuisadministratie, Voedselbank, Mentorhulp en nog vele andere organisaties.

1.1.3. Landelijke & Globale Uitgangspunten

Tevens is er ook een aantal algemene uitgangspunten die bij de totstandkoming van deze nota goed zijn om te noemen:

 

  • Artikel 20 van de Nederlandse Grondwet “Bestaanszekerheid; welvaart; sociale zekerheid”, welke stelt dat “De bestaanszekerheid der bevolking en spreiding van welvaart zijn voorwerp van zorg der overheid”;

  • De Global Goals van de Verenigde Naties gericht op duurzame ontwikkeling. Een aantal van deze goals is van toepassing op deze nota, waaronder “geen armoede”, “geen schulden”, “goede gezondheid en welzijn” (https://vng.nl/artikelen/de-17-global-goals);

  • We onderschrijven de definitie en onderbouwing omtrent armoede van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) (https://digitaal.scp.nl/armoedeinkaart2019/wat-is-armoede/)

  • De conclusie van de Wetenschappelijke Raad van de Regering (WRR) in hun rapport

  • “Weten is nog geen doen” dat “kennis en intelligentie alleen zijn niet genoeg voor redzaamheid” en dat er in beleid meer aandacht moet zijn voor het “doen-vermogen” van inwoners: gaat de overheid uit van een realistisch handelingsperspectief voor haar inwoners? (https://www.wrr.nl/publicaties/rapporten/2017/04/24/weten-is-nog-geen-doen);

  • Veel inwoners met financiële problemen hebben te maken met het zogenoemde schaarste-principe waarbij mensen die langdurig in armoede of met problematische schulden leven vaak tunnelvisie laten zien én onverstandige besluiten nemen hierdoor.

1.1.3. Conclusie

Als we voortbouwen op bovengenoemde uitgangspunten, dan is het niet meer logisch om te spreken over Armoedebeleid, maar dan streven we naar bestaanszekerheid voor al onze inwoners. Want een inwoner die in armoede leeft, heeft vaak niet alleen een financieel vraagstuk. Daarbij blijkt ook uit de feedback van inwoners op het armoedebeleid, dat de definitie van armoede veranderd is over tijd. We willen een inclusieve en positieve benadering vanuit de leefwereld van de inwoner toepassen; zonder stigma. We willen niet alleen dat inwoners gebruik maken van ons vangnet, we willen ook dat inwoners zekerheid hebben in hun bestaan, zodat zij op een positieve manier kunnen bijdragen aan de samenredzaamheid van onze gemeente.

 

1.2 Ambitie

We streven naar bestaanszekerheid voor al onze inwoners. Dat wil zeggen dat we vinden dat iedere inwoner een goede balans en rust heeft in wonen, werken en het privéleven, inclusief financiën. Ook wensen we dat iedere inwoner fysiek en mentaal, zover dit kan, gezond is.

Hoofdstuk 2: Wat vindt Gemeente Oisterwijk?

2.1 Inwoners – Enquêtes

Bij de totstandkoming van deze nota hebben we een enquête uitgezet onder inwoners van Oisterwijk. We hebben 132 inwoners bereikt. Hiervan hebben 43 inwoners ons geholpen door de enquête (grotendeels) in te vullen. Er was een mooie spreiding qua leeftijd, waarbij alleen de doelgroep 15 tot 18 jaar niet bereikt is. Ook was er een goede spreiding qua opleidingsniveau.

 

De enquête biedt natuurlijk geen representatief beeld van de inwoners van Oisterwijk, maar geeft wel een aantal inzichten die we graag in deze nota delen.

 

Onderstaand worden de 5 hoofdinzichten over hoe inwoners naar bestaanszekerheid kijken op basis van de enquête weergegeven. Een verdere toelichting is in bijlage 2 te vinden.

2.1.2. Hoofdinzichten

  • 1.

    Inwoners onderschrijven de gegeven ambitie voor bestaanszekerheid;

  • 2.

    Inwoners onderschrijven dat de gemeente iets terug mag vragen in ruil voor hulp op je schulden;

  • 3.

    Een deel van de inwoners vindt het belangrijk dat er aandacht is voor de kleinere zaken in relatie tot bestaanszekerheid, zoals een vervoersmiddel hebben, fatsoenlijke kleding kunnen dragen of een bezoek aan de kapper;

  • 4.

    De term “schulden” wordt snel geassocieerd met “problematische schulden” of het niet kunnen betalen van rekeningen. Hierdoor kent meer dan een derde van de inwoners niemand met schulden, terwijl een studieschuld, hypotheekschuld, een telefoon op afbetaling of een creditcardschuld natuurlijk ook schulden zijn;

  • 5.

    Meer dan twee derde van de inwoners geeft aan iemand te kennen die in armoede leeft.

 

2.2 Raadsleden & maatschappelijke partners –Enquêtes

We hebben ook een enquête gemaakt voor raadsleden en onze maatschappelijke partners. We hebben met deze enquête 99 raadsleden en medewerkers van maatschappelijke partners bereikt, waarvan er 32 respondenten ons geholpen hebben door de enquête (grotendeels) in te vullen. Er was een mooie spreiding qua leeftijd, waarbij alleen de doelgroep 15 tot 23 jaar niet bereikt is. De respondenten waren voornamelijk HBO, HBO+ en WO geschoold.

 

De enquête biedt natuurlijk geen representatief beeld van de organisaties en raadsleden van Oisterwijk, maar geeft wel een aantal inzichten die we graag in deze nota delen.

2.2.1. Hoofdinzichten

Onderstaand worden de 4 hoofdinzichten op basis van de enquête onder de raadsleden en maatschappelijke partners van gemeente Oisterwijk weergegeven, ook hier is een verdere toelichting in bijlage 2 te vinden.

 

  • 1.

    Wederkerigheid op hulp aan een inwoner door de gemeente mag. Hierbij worden wel de motivatie van de inwoner & het wederkerigheid naar vermogen belangrijk geacht. Inwoners vinden dit vanzelfsprekender dan de raadsleden & maatschappelijke partners;

  • 2.

    Het belang van aandacht voor de kleinere zaken in relatie tot bestaanszekerheid wordt minder groot ingeschat door raadsleden & maatschappelijke partners dan inwoners;

  • 3.

    Van de inwoners vindt 46% dat bestaanszekerheid een verantwoordelijkheid van de gemeente is, 50% vindt van niet. Bij raadsleden en maatschappelijke partners vindt 29% dit wel en 57% niet. Wel vinden zowel inwoners als raadsleden en maatschappelijke partners dat de gemeente hier een rol in heeft;

  • 4.

    Ongeveer 20% van de inwoners geeft aan iedere maand moeite te hebben met rondkomen. Bij de raadsleden en maatschappelijke partners betreft dit 9%.

Hoofdstuk 3: Data

3.1 Data – Landelijke data1

Als we de cijfers met betrekking tot armoede in gemeente Oisterwijk afzetten tegen de landelijke gemiddelden, dan valt het volgende op:

 

  • Volgens de cijfers gepubliceerd door het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) in 2019 is het aantal mensen dat in armoede leeft in Oisterwijk gedaald van 1.294 inwoners (5,2%) in 2011 naar 994 inwoners (4,0%) in 2017. Het Nederlandse gemiddelde bedroeg in 2017 5,7%;

  • Het aantal minderjarige kinderen dat in armoede opgroeit, is ook gedaald van 349 kinderen (6,7%) in 2011 naar 262 kinderen (5,5%) in 2017;

  • Deze dalende trends zijn ook te zien bij zelfstandigen en uitkeringsontvangers.

  • Onder de gepensioneerden blijft het aantal inwoners dat in armoede leeft nagenoeg gelijk (180 inwoners (3,3%) in 2011 versus 176 inwoners (3,0%) in 2017);

  • Een doelgroep waarbij armoede daalt, maar het percentage toch hoog blijft, zijn niet-westerse migranten. Oisterwijk heet weliswaar een daling van 292 inwoners (33,2%) in 2011 naar 197 inwoners (22,0%) in 2017, maar dit is wel een relatief hoog aantal inwoners in deze doelgroep die in armoede leeft.

3.2 Data –Wat laten de cijfers niet zien?

Niet alles is met betrekking tot bestaanszekerheid uit de landelijke en lokale cijfers af te leiden. De volgende zaken kunnen wij uit de beschikbare cijfers niet herleiden:

 

  • Inwoners en maatschappelijke partners geven aan dat er veel verborgen armoede is in Oisterwijk welke niet blijkt uit de cijfers. Hierbij kan aan een aantal zaken gedacht worden:

    • o

      Inwoners die afhankelijk zijn van regelingen die niet door de gemeente, maar partijen als UWV worden uitgevoerd, waardoor mensen onder de bijstandsnorm vallen, maar niet weten dat ze bij de gemeente terecht kunnen voor aanvullende bijstand;

    • o

      Inwoners die qua brutoloon wel boven de bijstandsnorm zitten, maar door hun hoge lasten, o.a. doordat ze een te dure woning hebben of hoge schulden, toch onder de bijstandsnorm leven;

    • o

      Inwoners die last hebben van tegenstrijdige regelingen van verschillende overheidsinstanties, waardoor ze niet meer weten waar ze heen kunnen voor ondersteuning op inkomen en bestaanszekerheid. Hierdoor leven ze onder het bijstandsniveau. Ze kiezen er in theorie voor om geen gebruik te maken van bepaalde regelingen, maar in de praktijk is het eerder waar dat ze de regelingen niet goed snappen of hun weg in het systeem niet kunnen vinden. Deze inwoners geven het op, maar hebben ondersteuning juist hard nodig.

  • Inwoners geven aan dat ze de eerdere genoemde definitie van bestaanszekerheid beter vinden dan praten over armoede. Ze geven aan dat bijvoorbeeld onzekerheid over WMO-voorzieningen, eenzaamheid, taalachterstanden, kinderen die instabiel of onveilig opgroeien ook vormen van armoede zijn die in armoedebeleid en data onderbelicht blijven. Daarbij vinden ze ook dat definitie meer recht doet aan de situatie van inwoners die geen overzicht hebben over de mogelijkheden in Nederland en veel stress ervaren hierdoor. Het faciliteren van rust spreekt veel mensen aan, al vinden ze dat deze verantwoordelijkheid niet alleen bij de gemeente thuishoort;

  • Inwoners geven aan dat Oisterwijk een gemeente is van enorme tegenstellingen, waarbij het armoedecijfer misschien laag is, maar de mensen die in armoede leven het ook echt slecht hebben;

  • Wat de gevolgen van de Corona-crisis moet niet onderschat worden door de gemeente. Een paar voorbeelden:

    • o

      Inwoners en maatschappelijke partners denken dat vraagstukken omtrent bestaanszekerheid zullen toenemen voor en in de toekomst;

    • o

      Het aantal ZZP’ers die in armoede leeft, zal toenemen. Net als het aantal mensen met een bijstandsuitkering in armoede.

3.3 Data – Gemeente Oisterwijk

In hoofdstuk 3 van de Evaluatie Kadernota Armoedebeleid 2017-2018 wordt stilgestaan bij de gemeentelijke cijfers omtrent het armoedebeleid. Hierbij valt op dat:

  • o

    Het aantal schuldhulpverlening trajecten stabiel is gebleven;

  • o

    Het Declaratiefonds steeds beter gevonden wordt door inwoners;

  • o

    Het aantal inwoners dat gebruik maakt van de collectieve zorgverzekering stabiel is gebleven;

  • o

    Het aantal inwoners dat gebruik maakt van de individuele inkomenstoeslag licht is gestegen;

  • o

    Het aantal verstrekkingen in het kader van de bijzondere bijstand licht is toegenomen.

Een van de conclusies die in de Evaluatie Kadernota Armoedebeleid 2017-2018 getrokken werd, is dat gezien de afname van het aantal mensen dat in armoede leeft en de toename van het gebruik van regelingen een indicatie is dat inwoners hun weg beter weten te vinden naar de gemeentelijke regelingen.

 

Uit het onderzoek onder inwoners blijkt deze aanname deels te kloppen, maar tevens wordt aangegeven dat meer mensen hulp nodig hebben én dat het niet per se de inwoners zijn die hulp het hardste nodig hebben en de weg naar de regelingen weten te vinden.

 

De data ontbreekt in relatie tot de stapeling van voorzieningengebruik door inwoners o.a.:

 

  • a)

    de koppeling tussen financiële problemen van huishoudens, gebruik gemeentelijke regelingen of (voorliggende) voorzieningen bij partners en zorggebruik;

  • b)

    de koppeling tussen inzet sociale basis partners op financiën en stapelingen van voorzieningen in huishoudens;

  • c)

    koppeling tussen duur van voorzieningen/regelingen omtrent armoede/schulden/inkomen in huishoudens en duur & zwaarte van andere voorzieningen, zoals bijvoorbeeld vormen van 2e lijns jeugdhulp en WMO, maar ook inzet leerplicht.

Hoofdstuk 4: Conclusies & Aanbevelingen

4.1 Analyse & belangrijkste conclusies

Uit de enquêtes onder inwoners, raadsleden en maatschappelijke partners, alsmede uit de gesprekken met de vakafdelingen van het ambtelijke apparaat, kunnen de volgende conclusies geformuleerd worden als we spreken over bestaanszekerheid in gemeente Oisterwijk:

 

  • We hebben een ruimhartig minimabeleid en goede voorzieningen. Deze moeten vooral op peil blijven;

  • De rol van de gemeente op bestaanszekerheid is het vangnet zijn en faciliterend. Gemeente biedt dit al, maar de kwaliteit van de dienstverlening blijft op sommige vlakken achter, o.a. op gebied van communicatie en het verschaffen van informatie;

  • Er wordt gesignaleerd door zowel inwoners als professionals dat er soms sprake is van afschuiven, o.a. tussen Sociaal Team en W&I, maar ook tussen gemeente en partners;

  • Doelmatigheid en rechtmatigheid worden als tegenstelling gezien, terwijl aan beide recht gedaan moet worden voor een effectief functionerend sociaal domein;

  • Kwetsbare inwoners worden vaak genoemd als doelgroep waar extra aandacht voor moet zijn, dit zijn: statushouders, alleenstaande ouders, gezinnen met complexe vraagstukken en ouderen. Wat hier uit blijkt is dat het vangnet eigenlijk niet optimaal aansluit op de vraagstukken van deze inwoners. Hier is actie op nodig;

  • Wederkerigheid mag verwacht worden;

  • Woonproblematiek in de context van de sociale vraagstukken is groot. Slimme woonoplossingen zijn nodig om hier meer bestaanszekerheid op te bieden;

  • Gemeente werkt nu klantvriendelijk, maar niet klantgericht. Veel inwoners vinden de medewerker met wie ze spreken vriendelijk, maar ze voelen zich niet geholpen;

  • Veel inzicht in losse data, maar niet in de koppelingen en verbanden tussen de data. In het kader van terugdringen van het gebruik van dure voorzieningen en/of het langdurig gebruik van voorzieningen, is het wenselijk dat hier inzicht in komt. Let wel: hier zijn privacy-kaders die gerespecteerd dienen te worden, o.a. in het kader van de AVG, waaronder de doelbinding.

4.2 Belangrijkste aanbevelingen

  • Inzetten op 5 sporen

    • o

      Preventie & Verlichting

    • o

      Drempels in de toegang van het vangnet wegnemen

    • o

      Het vangnet efficiënter en integraler laten functioneren

    • o

      Voorkomen terugval

    • o

      Innovatie die bijdraagt aan vraagstukken van de bovenstaande 4 sporen

  • Deze worden hieronder bij het hoofdstuk “Strategie” toegelicht.

  • Gezien de financiële situatie van gemeente Oisterwijk en het Strijdplan: inzetten op acties omtrent bestaanszekerheid die bijdragen aan het strijdplan. Alle acties die hieronder volgen in het kader van Bestaanszekerheid, dragen ook bij aan het verminderen van zorggebruik.

  • Wederkerigheid mag op ingezet worden, zolang dit bijdraagt aan normalisatie en afschalen van ondersteuning. Inwoners actief laten bijdragen op basis van hun talenten en kunnen, kan ingezet worden in het kader van preventie. Ook in het kader van dienstverlening kan dit verder onderzocht worden.

4.3. Doelen

Onze inwoners voelen zich gehoord met betrekking tot wat zij nodig hebben om bestaanszekerheid te hebben;

 

Onze inwoners voelen zich gefaciliteerd door de gemeente in het verkrijgen en behouden van bestaanszekerheid, waarbij het vergroten van de zelfredzaamheid en het versterken van het eigen netwerk leidende principes zijn;

 

Er is een goede balans tussen wat de gemeente doet en wat inwoners doen (motivatie & wederkerigheid);

 

Geen enkele inwoner mag een inkomen onder het bijstandsniveau hebben.

Hoofdstuk 5 Strategie

Om de doelen zoals geformuleerd in hoofdstuk 1.2 te kunnen realiseren richten we onze strategie voor de komende jaren op 5 sporen. Deze sporen zijn:

 

  • 1)

    Preventie & Verlichting

  • 2)

    Drempels in de toegang van het vangnet wegnemen

  • 3)

    Het vangnet efficiënter en integraler laten functioneren, ook voor doelgroepen die nu nog te beperkt worden bediend

  • 4)

    Voorkomen terugval

  • 5)

    Innovatie die bijdraagt aan vraagstukken van de bovenstaande 4 sporen

5.1 Kritieke Prestatie Indicatoren (KPI’s) –hoe monitoren we?

Om te kunnen monitoren of we de door ons gestelde doelen hebben bereikt en hiervoor de juiste strategie hebben toegepast, hebben we drie KPI’s geformuleerd die die op hoofdlijnen dekkend zijn voor de doelen & strategie in deze nota:

  • 1.

    Monitor de gemeentelijke dienstverlening:

    • 80% van de inwoners die gemeentelijke dienstverlening op Werk, Inkomen & Zorg ontvangen, geven deze dienstverlening een 72 of hoger

    • 85% van de inwoners voelt zich gehoord na contact met het loket

  • 2.

    Monitor het armoedepercentage:

    • Het SCP-percentage van het aantal inwoners dat in armoede leeft in Oisterwijk blijft minimaal gelijk t/m 2023

Daarnaast sluit deze nota aan op de financiële kaders gesteld in het Strijdplan Sociaal Domein.

 

Hieronder volgt een uitwerking van de acties op de 5 strategische lijnen.

5.2.1 Preventie & Verlichting

  • Budgetbeheer Plus voor jongeren/jongvolwassenen: biedt jongvolwassen begeleiding vanaf 16 jaar met de overgang 18-/18+ op het gebied van financiën en administratie, bv. aanvragen zorgverzekering, in lijn met het Nibud Advies Geldwijzer Bijna 18;

  • Fitcoin naar Oisterwijk brengen. We vragen aan het bedrijfsleven van Oisterwijk om zich hierbij aan te sluiten, zodat er vanuit het werken aan gezondheid ook armoede bestreden wordt, zoals in Eindhoven via Eindhoven Vitaal gedaan wordt (https://eindhovenvitaal.nl/wat-doen-we/);

  • Doorgaan met huidige samenwerking met o.a. Charitas, Mentorhulp, Stichting Leergeld, Project Petje Af etc.;

  • Doorgaan met het Declaratiefonds (zie Verordening Declaratiefonds 2020-2022);

  • Doorgaan met de uitkomsten en aanbevelingen van de pilot Vroegsignalering. Dit is onderdeel van de wijziging (en bijbehorende lokale implementatie) Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) per 2021.

5.2.2 Wegnemen drempels toegang

  • Meer bekendheid van en over regelingen creëren (zie de folder Minimaregelingen gemeente Oisterwijk 2020), inclusief over waar en hoe een inwoner hier terecht kan door middel van het aanpassen van de gemeentelijke website. Deze wordt ingericht op A2 taalniveau en met meer beelden en pictogrammen. Daarnaast is in ontwikkeling de digitale sociale kaart met het aanbod van onze basisstructuur, ook hier wordt A2 taalniveau gehanteerd;

  • Makkelijkere brieven maken over regelingen/beschikkingen;

  • Onderzoek hoe aanvragen door inwoners gekoppeld kunnen worden, zodat inwoners niet meerdere aanvragen hoeven te doen. Er wordt nu bijvoorbeeld onderzocht of aanvragen voor de Participatiewet digitaal aangevraagd kunnen worden;

  • Dienstverlening verbeteren voor ZZP’ers en kleine MKB’ers. We werken aan 1 integrale toegang en hebben een Ondernemersloket waar ondernemers terecht kunnen met vragen. We versterken de samenwerking tussen beiden en organiseren meer expertise voor deze doelgroep en hun vragen omtrent geldzaken.

5.2.3 Efficiënter & Integraler functioneren vangnet

  • Datagedreven werken (binnen de kaders van de bestaande privacywet-en regelgeving) om efficiënter te kunnen sturen op effectieve ondersteuning door onze toegang.

    • o

      Analyses op sociaal domein, bv. duur schuldenregelingen, aantal inwoners dat gebruik maakt van gemeentelijke regelingen;

    • o

      Inzicht in samenhang & stapeling van voorzieningen in huishoudens:

      • inzicht in financiële problemen van huishoudens en hun gebruik van gemeentelijke regelingen of (voorliggende) voorzieningen bij partners en het zorggebruik;

      • inzichtelijk maken wat de inzet van partners is in de sociale basis op gebied van financiën en daarmee een koppeling maken met stapelingen van voorzieningen;

      • koppeling tussen duur van voorzieningen/regelingen omtrent armoede/schulden/inkomen in huishoudens en duur & zwaarte andere voorzieningen, zoals bijvoorbeeld vormen van 2e lijns jeugdhulp en WMO, maar ook inzet leerplicht.

  • Efficiënte schuldenaanpak in samenwerking met Kredietbank Nederland:

    • o

      Vanaf 1 januari 2021 wijzigt de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs). Door de wijziging van de Wgs wordt het gemeente Oisterwijk mogelijk gemaakt in een vroeg stadium persoonsgegevens van inwoners met betaalachterstanden met partners uit te wisselen. Door deze vorm van vroegsignalering kunnen we in het kader van vergroten van bestaanszekerheid in de uitvoering eerder en efficiënter de overlap tussen armoede en schulden in kaart brengen én hierop acteren;

    • o

      Er vindt structureel overleg plaats met Kredietbank Nederland over de stand van zaken en de ontwikkelingen. Dit blijven we doen;

  • Betere samenwerking tussen organisatieonderdelen en met maatschappelijke partners met een focus op kwetsbare doelgroepen (link met transformatie & bevindingen Maatpact):

    • o

      Maak samen een aantal klantreizen op kwetsbare doelgroepen;

    • o

      Waarom sluit het vangnet (voor het gevoel) niet goed aan op de vraag van deze doelgroepen. Bv. duur aanvraag schuldsanering belemmert de kans op werk. Vanuit de klantreis het operationele proces versnellen: beter resultaat voor iedereen –verbeteren dienstverlening;

    • o

      Wederkerigheid deel uit laten maken van de dienstverlening. Bij welke dienstverlening kan dit?

5.2.4 Voorkomen terugval

  • Een van de uitgangspunten van Loket Wegwijs is dat “de professional warme contacten houdt waar nodig.” Het is belangrijk dat onze professionals beseffen dat financiele problemen flink kunnen drukken op andere leefgebieden van de inwoner. En dat het daarom ook bij financiele problemen belangrijk is om vinger aan de pols te houden, zodat terugval voorkomen wordt;

  • Juist in de sociale basisstructuur kan ondersteuning gevonden worden die zorgt voor een duurzame oplossing. Als een acuut probleem is opgelost is het erg belangrijk dat bijvoorbeeld via vrijwilligers, nazorg wordt geleverd en/of het principe van vinger aan de pols;

5.2.5 Innovatie

  • Doorontwikkeling maatpact – alle betrokken spelers vragen meer ruimte voor maatwerk voor de kwetsbare huishoudens in Oisterwijk;

  • Woonoplossingen moeten gevonden worden. Hierbij kan Oisterwijk pilots in gemeenten, zoals Eindhoven en Tilburg, volgen en van leren. Inzet is om hier in 2022 zelf een eerste pilot voor te starten;

  • Met behulp van lesmateriaal ‘Aan de slag met armoede’ (welke gratis beschikbaar is) een pilot starten met één basisschool en Loket Wegwijs;

  • fiKks promoten onder inwoners. De app is gratis beschikbaar voor inwoners die hier gebruik van wensen te maken. Via de app wordt een inwoner gekoppeld aan een “buddy”: https://vimeo.com/298415534.

     

5.3 Samenvattende plaat

Hoofdstuk 6: Bijlages

Bijlage I: Proces totstandkoming

 

Deze nota is aan de hand van de volgende aanpak tot stand gekomen. Vanwege de Corona-crisis is er helaas weinig direct contact met inwoners geweest.

 

  • Deskresearch (Armoedebeleid, Evaluatie Armoedebeleid, beleid andere gemeenten)

  • Interviews ambtelijke apparaat

  • Telefonisch interview met de Adviesraad

  • Enquête inwoners (i.p.v. sessies vanwege Corona)

  • Enquête raadsleden & maatschappelijke partners (i.p.v. sessies vanwege Corona)

  • Aantal diepte-interviews met inwoners

  • Aanvullende vragen via e-mail aan een aantal raadsleden & maatschappelijke partners

  • Interne toets op haalbaarheid, o.a. in relatie tot Strijdplan Sociaal Domein

Wie hebben we betrokken bij totstandkoming?

 

  • 43 inwoners middels een enquête & telefoongesprekken

  • 32 raadsleden & maatschappelijke partners middels een enquête & e-mail

  • De Adviesraad middels telefoongesprekken & e-mail

  • Een selectie van ambtenaren betrokken bij het beleid sociaal domein, de uitvoeringWerk & Inkomen, het Sociaal Team en functioneel beheer (data)

Bijlage II:Enquêtes en interviews

Artikel 7.2.1 Inwoners

Inzicht 1: Inwoners onderschrijven de gegeven definitie van bestaanszekerheid

 

Inzicht 2: Inwoners onderschrijven dat de gemeente iets terug mag vragen in ruil voor hulp op je schulden

 

Inzicht 3: Een deel van de inwoners vindt het belangrijk dat er aandacht is voor de kleinere zaken in relatie tot bestaanszekerheid, zoals een vervoersmiddel hebben, fatsoenlijke kleding kunnen dragen of een bezoek aan de kapper.

 

Inzicht 4: De term “schulden” wordt snel geassocieerd met “problematische schulden” of het niet kunnen betalen van rekeningen. Hierdoor kent meer dan een derde van de inwoners niemand met schulden, terwijl een studieschuld, hypotheekschuld, een telefoon op afbetaling of een creditcardschuld natuurlijk ook schulden zijn.

 

Inzicht 5: Meer dan twee derde van de inwoners geeft aan iemand te kennen die in armoede leeft (onduidelijk of de mensen over wie ze het hebben in Oisterwijk wonen)

Artikel 7.2.2 Inwoners – Interviews & Aanvullende vragen

  • Schaamte en eenzaamheid omtrent armoede en schuldenproblematiek worden onderschat. In de gemeentelijke dienstverlening is voor deze kant van het verhaal nog maar weinig aandacht

  • Mensen met armoede en schulden hebben vaak last van “schaarste”, ze overzien hun situatie en de mogelijkheden niet. Ze vinden hierdoor de weg niet in regelingen. De toegang tot deze regelingen is voor hun op dat moment niet laagdrempelig genoeg

  • Brieven zijn vaak heel zakelijk. Dit is vaak goed bedoeld van instanties om duidelijkheid te verschaffen, maar dit werkt vaak averechts. Voor inwoners met financiële stress is dit een extra belasting. Een stukje menselijkheid zou hierbij helpen.

  • Weten waar je heen kunt als je schulden hebt en daar zonder veroordeling je verhaal te kunnen vertellen, zou kunnen helpen in het doorbreken van de schaamte die je voelt. Hierdoor vraag en accepteer je sneller om hulp.

  • Hulp bij administratie is onmisbaar wanneer je financiële problemen hebt. Het overzicht is zo weg.

  • In Oisterwijk is veel verborgen armoede.

  • De volgende voorbeelden geven inwoners wanneer ze gevraagd wordt wat goed geregeld is in Oisterwijk met betrekking tot bestaanszekerheid:

    • Heel veel, bijna alles

    • Nu nog de WMO maar dit willen ze gaan veranderen

    • Veel zaken zijn goed geregeld voor ouderen en mensen met beperkingen (WMO), waar ik in mijn werk als wijkverpleegkundige veel mee te maken heb

    • sociaal team

    • Bewegen in en om je huis

    • Maatjesproject

    • Gemeente heeft potjes en zijn organisaties

    • WMO, sociaal huis etc.

    • Ouderenbijeenkomsten

    • Potjes voor gezinnen om te mogen sporten of een abonnement voor het Staalbergven krijgen

    • Activiteiten zoals kookcafe of vakantieschool

    • Denk aan Sociaal huis. Inlooppunten. Mantelzorgondersteuning.

  • De volgende voorbeelden geven inwoners wanneer ze gevraagd wordt wat niet goed geregeld is in Oisterwijk met betrekking tot bestaanszekerheid:

    • Versnipperd aanbod, weinig samenhang, bureaucratie

    • Meer zekerheid aan onze ouderen bieden, die niet zonder hulp kunnen

    • Ik vind dat je weinig van de gemeente ziet. Hen op de goede manier bereiken is moeilijk en vinden waar je aan moet kloppen is ook een uitdaging

    • Ik vind dat cliënten met psychische beperkingen soms overschat worden wat ze wel en niet zelfstandig kunnen. Waarbij ze dan een verkeerde indicatie krijgen, wat betreft ambulante zorgverlening.

    • Te weinig huisvesting voor mensen met een laag budget. Jong en oud.

    • Hulp thuis!

    • Alles. Veel te weinig hulp voor mensen die dat nodig hebben en veel te veel voor mensen en jongeren die hier niet zouden moeten zijn.

    • Pgb, aanvraag dyslexie, jeugdzorg, voorzieningen voor jongeren en jeugd, inzet hulpmiddelen voor mensen met beperkingen, keuzevrijheid in dagbesteding/ behandelaar bij mensen met pgb.

    • Hulp wanneer er wel stenen zijn maar geen inkomen

    • Ouderenzorg jeugdzorg

    • Spo of ondersteuning op basisschool

    • Huisvesting voor de jongeren

    • Samenwerken/signaleren/communiceren/persoonlijk contact

  • Wat gunnen inwoners elkaar?

    • “Het zou fijn zijn als ieder mens weer het gevoel heeft dat er toe doen in de samenleving”

    • “Dat mensen die in staat zijn dingen zelf te kunnen regelen en doen, dit ook gaan doen, zodat het vangnet gebruikt kan worden voor wie dit echt nodig hebben”

    • “Dat is de breedste zin van het woord niemand in Oisterwijk in armoede leeft”

    • “Niemand mag onder de 100% norm vallen, ook als ze niet onder gemeentelijke regelingen vallen”

    • “Af en toe echt iets leuks. Iedereen heeft af en toe tijd voor zichzelf nodig.

      Geef iemand dus niet alleen een uitje, maar vul ook de randvoorwaarden in, zodat iemand hier echt gebruik van kan maken. En er van kan genieten – vraag mensen wat zij hier in willen”

    • “Geen vechtscheidingen meer. Zowel voor kinderen, ouders als het sociaal netwerk leidt dit tot veel ellende.”

    • “Meer begrip voor kleine zelfstandigen”

    • “Een dak boven het hoofd, een veilige plek warme mensen om je heen, een kop koffie.” > “een warme kop koffie”, waarmee bedoelt wordt dat er de tijd en de ruimte is om even met iemand het gesprek aan te gaan, je hart te kunnen luchten, een luisterend oor.”

    • “Een gemeente die bereikbaar is voor hulpvragen”

Artikel 7.2.3 Raadsleden & maatschappelijke partners

Inzicht 1: Wederkerigheid op hulp aan een inwoner door de gemeente mag; hierbij worden wel de motivatie van de inwoner & het wederkerigheid naar vermogen belangrijk geacht. Inwoners vinden dit vanzelfsprekender dan de raadsleden & partners.

 

Inzicht 2: Het belang van aandacht voor de kleinere zaken in relatie tot bestaanszekerheid wordt minder groot ingeschat door raadsleden & partners dan inwoners

 

Inzicht 3: Van de inwoners vindt 46% dat bestaanszekerheid een verantwoordelijkheid van de gemeente is, 50% vindt van niet. Bij raadsleden en partners vindt 29% dit wel en 57% niet. Wel vinden zowel inwoners als partners dat de gemeente hier een rol in heeft.

 

Inzicht 4: Ongeveer 20% van de inwoners geeft aan iedere maand moeite te hebben met rondkomen. Bij de raadsleden en maatschappelijke partners betreft dit 9%.

Artikel 7.2.4 Raadsleden & Maatschappelijke Partners – Interviews & Aanvullende vragen

  • Heldere kaders & gezond verstand bijten elkaar niet. Hulp bieden wanneer een inwoner dit nodig heeft, is de basis. Wanneer je denkt vanuit de mens, bieden de kaders veel mogelijkheden.

  • Inwoners zijn gebaat bij snellere acties, betere bereikbaarheid en betere communicatie.

  • Er is een ruimhartig minimabeleid in Oisterwijk.

  • De gemeente is maar in beperkte mate verantwoordelijk voor bestaanszekerheid: De gemeente moet een vangnet bieden en inwoners en maatschappelijke partners faciliteren.

  • Er moet beter én meer samenwerkt worden tussen de gemeente en haar partners.

  • Data-gedreven werken is wenselijk, maar moet geen doel op zich zijn.

  • Empathisch vermogen in de gemeentelijke dienstverlening is cruciaal, maar is nu nog te afhankelijk van persoon.

  • 70% inwoners die lichte hulpverlening bij het Sociaal Team vragen hebben administratie-of schuldenproblematiek. Ook bij maatwerk komt dit veel voor, maar zijn percentages moeilijk om te geven. Wel kan gesteld worden dat hoe complexer het gezin, hoe meer schulden en armoede onderdeel zijn van het probleem.

  • Motivatie op stappen zetten op bestaanszekerheid wordt soms belemmerd door perverse systeemprikkels: bv. van bijstand met toeslagen naar minimumloon met toeslagen is voor inwoners niet altijd lonend (armoedeval). Dit goed in kaart brengen en goede lobby naar Rijk zou goed zijn, maar ook kijken hoe gemeente werk lonend kan laten zijn, zou helpen (bv. belemmeringen op werk wegnemen, zoals kinderopvang).

  • De gemeente zou een aantal vraagstukken op Rijksniveau moeten aankaarten, bv. verkrijgen van goede data, problemen van inwoners met o.a. (dienstverlening van)Belastingdienst, situatie ZZP’ers.

  • Er zijn een aantal doelgroepen kinderen die niet overal aan mee kunnen doen, ondanks onze regelingen, o.a. kinderen van arbeidsmigranten omdat ze geen zeker thuis hebben. Door een andere aanpak op wonen, zouden we hier mogelijke een verschil kunnen maken.

  • Er is een probleem op wonen: er zijn onvoldoende, beschikbare & betaalbare woningen.

  • Meer inzet op preventie is wenselijk.

  • Er zijn nog steeds teveel loketten, die de laagdrempeligheid van het vangnet in de weg staan.

  • Meer aandacht voor ondernemers/ZZP’ers is wenselijk.

  • Pilots moeten functioneel zijn, ten behoeve van de vraagstukken van de vraagstukken die nu spelen in Oisterwijk. Er moet eerst gekeken worden naar wat andere gemeenten al doen, voordat Oisterwijk zelf gaat experimenteren.

  • Neem inwoners beter mee en raadpleeg inwoners meer als het gaat om beleidsontwikkeling én het inrichten van dienstverlening!


2

Dit betreft geen 0-meting maar een indicatiecijfer. Na vaststelling van deze nota gaan we dit monitoren.